Pogacar is Vingegaard met gemak de baas in Dauphiné – en geldt nu als absolute favoriet voor Tour

Een veelzeggend moment was het, aan het einde van de laatste etappe. Nadat Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard samen naar de finish op Mont Cenis waren gereden, moest er gesprint worden voor de tweede plek achter ritwinnaar Lenny Martinez.

Althans, dat dacht Jonas Vingegaard – en hij zette als eerste aan. Toen hij naast zich keek, zag hij Pogacar – bijna pesterig – zijn benen stilhouden: geen interesse in een tweede plaats, zeker van de eindzege. Vingegaard wist niet hoe snel ook hij moest stoppen met trappen.

Afgelopen week reden de nummers één en twee van de Tour de France van vorig jaar voor het eerst dit seizoen tegen elkaar. Dat gebeurde in het Criterium du Dauphiné, de achtdaagse wedstrijd die traditioneel geldt als opwarmer en graadmeter voor de Tour. Van de een (Pogacar) was de vorm algemeen bekend: hij reed al het hele voorjaar koersen, die hij vaak met overmacht won. Naar de vorm van de ander (Vingegaard) was het tot afgelopen week gissen: hij reed geen wedstrijden meer sinds eind maart, toen hij een hersenschudding opliep bij een val in Parijs-Nice.

Op basis van een week koers is het oordeel helder: Pogacar gaat straks in de Tour, net als in 2024, als absolute favoriet van start. Hij won in de Dauphiné het algemeen klassement, het puntenklassement en drie etappes. Vingegaard was in de ritten bergop duidelijk zijn mindere – en moest genoegen nemen met een tweede plaats. De Duitser Florian Lipowitz werd derde in de eindklassement.

Leek spannend te worden

De Dauphiné, verreden in het bergachtige zuidoosten van Frankrijk, kende dit jaar een bijzonder interessante bezetting. Behalve Pogacar en Vingegaard verscheen ook de Belg Remco Evenepoel aan de start – en daarmee was de gehele top-drie van de Tour van 2024 van de partij. Ook Mathieu van der Poel, van wie veel verwacht wordt in de eerste week van de Tour, deed mee.

Er was een moment dat deze Dauphiné heel spannend leek te gaan worden. In de tijdrit op woensdag, in de buurt van Valence, kwam Pogacar onverwacht kwetsbaar voor de dag. Hij reed met minder kracht en souplesse dan gewoonlijk en leek zijn tijdritfiets bij vlagen niet goed onder controle te hebben. Op een rit van iets meer dan 17 kilometer verloor hij uiteindelijk 28 seconden op Vingegaard en maar liefst 49 op winnaar Evenepoel.

In de Tour de France van dit jaar, die op 5 juli van start gaat in Lille, zullen Pogacar en Vingegaard elkaar treffen voor de zesde opeenvolgende editie

Na de finish ontliep Pogacar de wachtende journalisten. Later op de avond zou zijn ploeg een verklaring rondsturen waarin hij stelde „niet de perfecte tijdrit te hebben gereden” en „te conservatief” van start te zijn gegaan.

Moe misschien?

Pogacars jours sans zorgde voor de nodige opwinding in het peloton. Is zijn tijdrit niet op orde dit seizoen? Zou hij moe zijn van al die afmattende koersen in het voorjaar? Ineens leek de Dauphiné een secondenspel te gaan worden tussen de favorieten.

Maar toen kwam het slotweekend – met drie bergritten. In de finale van de rit op vrijdag werden in één klap de verhoudingen zichtbaar. Aan de voet van de slotklim naar Combloux versnelde Pogacar, waarna Vingegaard in zijn wiel sprong maar nog geen vijftig meter kon volgen. Op de finish had Pogacar meer dan een minuut voorsprong op zijn naaste concurrent.

De rivalen van deze Dauphiné: Pogacar en Vingegaard voorafgaand aan de eerste etappe op 8 juni.

Zaterdags, in de koninginnenrit, herhaalde het scenario zich op vrijwel identieke wijze. Versnelling van Pogacar op de slotklim, Vingegaard die slechts een paar seconden kan aanklampen, Pogacar die onbedreigd naar de ritwinst rijdt. Dat het verschil bij de finish deze keer slechts vijftien seconden was, kwam alleen doordat Pogacar in de laatste kilometer rustig uitbolde.

Op zondag kwam zijn leiderstrui geen moment in gevaar. Toen Vingegaard op de slotklim demarreerde, kon hij moeiteloos volgen – waarna hij bij de finish zijn benen stilhield.

Hét wielrenduel

In de Tour de France van dit jaar, die op zaterdag 5 juli van start gaat in Lille, zullen Pogacar en Vingegaard elkaar treffen voor de zesde opeenvolgende editie van hét wielrenduel van dit moment. Pogacar won tot nu toe drie keer, Vingegaard twee keer.

Na de Dauphiné is wel de vraag hoe spannend het dit jaar gaat worden: afgaande op de getoonde vorm zou Pogacar – tegenspoed daargelaten – zijn rivaal zonder al te veel moeite kunnen verslaan. Het lijkt erop dat Vingegaards team Visma-Lease A Bike alleen een kans maakt met slim tactisch ploegenspel – zoals gebeurde in de Tours van 2022 en 2023 en de afgelopen editie van de Giro d’Italia.

Remco Evenepoel lijkt te zijn afgehaakt als kanshebber voor de Tourzege: hij kon zijn twee rivalen in geen van de drie bergetappes volgen en werd uiteindelijk vierde in het eindklassement. Daar staat tegenover dat Evenepoel vorig jaar ook een betrekkelijk zwak slotweekend reed in de Dauphiné, om vervolgens in de Tour uit te blinken door lef en strijdlust – en overtuigend derde te worden.

Deze Dauphiné markeerde ook het einde van de wielercarrière van Romain Bardet (34). De Franse renner, die de afgelopen tien jaar de belangrijkste – en niet vervulde – hoop van zijn land was op een Tourzege, stopt na zondag met wegwielrennen. Hij gaat verder als gravelcoureur. Een laatste ritzege werd hem deze week niet gegund, hoewel hij het enkele keren probeerde.

Wel vormden zijn collega-renners zondag voorafgaand aan de etappe een erehaag voor hem, hun fietsen verticaal in de lucht gestoken en draaiend aan hun voorwiel. Bardet was zichtbaar geroerd.