Die ene kraai, op elk balkon

De meeste kraaien in Nederland zitten tegenwoordig op het balkon. Hun taak is de stadsduif dwarszitten, het minst gewaardeerde natuurverschijnsel in de stad. Er is een lange lijst aan ongewenst gedrag: schijten op het balkon, nesten maken, koeren, paringsgeklapper om zes uur ’s ochtends. En hun bijnaam ‘vliegende ratten’ hebben ze ook niet toevallig. Om die plaag tegen te gaan is er dus een andere plaag ontstaan, die van de ‘Blokker-kraai’, een term die eerder in NRC werd gemunt door museumbioloog Kees Moeliker. Het is een zwarte, weersbestendige kunststof kraai die vaak in een grotere moord (een groep kraaien) over verschillende balkons dienstdoet. Voor een vogelliefhebber als Moeliker is het moeilijk te verkroppen dat mensen de vogelvreugde op hun balkon níét omarmen. De ‘Blokker-kraai’ werkt bovendien slecht, de duiven gaan er gewoon op zitten. Daarom plaatsen veel balkoneigenaren duivenpinnen, ze maken een combinatie met bewegende elementen als draaiende molentjes, of ze versieren de duif met een zilveren of gouden slinger. We zien in Blokker-kraaigebieden ook veel wapperende plastic zakjes aan het balkon hangen, de doe-het-zelf-oplossing. Maar aan de kraai zit tenminste nog natuurbeleving vast. Fotograaf Annegien van Doorn heeft in haar boek Biophilia mooi beschreven dat een artificiële natuurervaring bij de mens tóch een positief effect oplevert. Op vogelverschrikker.nl is trouwens een grote diversiteit aan vogelsoorten verkrijgbaar, een plastic ekster, een slechtvalk, een oehoe, al dan niet met geluid. Het stedelijke balkon zou rijk kunnen zijn aan de meest diverse vogelsoorten. Maar ja, die zijn wel vijf keer zo duur.

Foto’s Jan Dirk van der Burg