Dit jaar werden bijna alle werken van Johannes Vermeer naar Nederland gehaald voor de grootste Vermeer-expositie ooit. Maar met de jaren zijn er zeker zes werken verdwenen. Omroep Max vroeg een aantal kunstenaars om hun fantasie de vrije loop te laten en de afwezige schilderijen alsnog te verbeelden. Een deel van de interpretaties kun je in het televisieprogramma De Nieuwe Vermeer bewonderen.
Daarnaast liet Max ook een aantal audiomakers met de opdracht aan de slag gaan. Alleen: hoe druk je een schilderij uit in audio? Voor de één start een diepgaand geschiedkundig onderzoek, terwijl de ander op abstracte wijze probeert te verbeelden hoe het er in het hoofd van Vermeer aan toe moet zijn gegaan.
Zzp’ers die hun werkgever voor de rechter dagen omdat ze vinden dat er sprake is van schijnzelfstandigheid, krijgen in de helft van de gevallen gelijk. Dat blijkt uit een rondgang van Nieuwsuur langs arbeidsrechtdeskundigen en de Raad voor de Rechtspraak. De schadevergoeding die de werkgevers moesten betalen aan deze zzp’ers – voor onder meer misgelopen vakantiedagen, ziektedagen en reiskostenvergoeding – liep op tot tienduizenden euro’s per persoon.
Nieuwsuur baseerde zich daarnaast op alle 47 relevante uitspraken die sinds maart 2023 openbaar werden gepubliceerd op Rechtspraak.nl. In 24 van die zaken werd de zzp’er in het gelijk gesteld.
Het is geen toeval dat het aantal rechtszaken van zelfstandigen sinds maart 2023 toeneemt. Toen bepaalde de Hoge Raad dat maaltijdbezorgers van Deliveroo schijnzelfstandigen waren. Op basis van hun werkzaamheden hoorden ze in loondienst te worden genomen. Deliveroo was ten tijde van de uitspraak al niet meer actief in Nederland, maar de bezorgers konden met terugwerkende kracht via de rechter hun gemiste inkomsten terugeisen.
Die uitspraak gaf zzp’ers in andere sectoren, die vermoedden dat ze eveneens in een verkapt dienstverband werkten, jurisprudentie om hun schijnzelfstandigheid mee aan te vechten.
Lees ook
Ook Hoge Raad oordeelt dat Deliveroo-koeriers geen zzp’ers waren. Heeft dat grote gevolgen?
Grijs
Volgens Mijke Houwerzijl, hoogleraar arbeidsrecht aan de Tilburg University, is in de meeste gevallen klip-en-klaar of sprake is van loondienst of werken als zelfstandige. Ze wijst op de website van de Rijksoverheid, waar in grote lijnen de kenmerken staan van zzp-werk en werk in loondienst. Zo duiden het zelf kunnen bepalen van de werktijden en hoe het werk wordt uitgevoerd op zelfstandigheid. Evenals het beschikken over specifieke kennis of ervaring die niet aanwezig is binnen de organisatie. En het ontvangen van een vergoeding die aanzienlijk hoger is dan het bedrag dat binnen de sector normaal gesproken aan werknemers wordt betaald.
„De laatste tijd is er zo veel discussie over schijnzelfstandigheid, dat je haast zou denken dat de grens altijd onduidelijk is, maar slechts in een minderheid van de gevallen is dat zo”, zegt Houwerzijl. Draai het eens om, stelt ze voor: „Het overgrote deel van de mensen in loondienst zal niet twijfelen of ze éígenlijk een zelfstandige zijn.”
Naar schatting telt Nederland zo’n 1,6 miljoen zzp’ers, van wie 200.000 tot 300.000 werken in schijnzelfstandigheid
Waarom werd afgelopen twee jaar dan slechts enkele tientallen keren geprocedeerd tegen een opdrachtgever? „Zelfstandigen maken zichzelf natuurlijk wel kwetsbaar als ze hun opdrachtgevers voor de rechter dagen”, zegt Houwerzijl. „Ruzie met de opdrachtgever zou ze hun werk kunnen kosten. Daarom spannen de meeste mensen pas een rechtszaak aan wanneer de arbeidsrelatie al verstoord is.”
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid schat dat Nederland zo’n 1,6 miljoen zzp’ers telt, van wie 200.000 tot 300.000 in schijnzelfstandigheid werken. De overheid heeft ervoor gekozen tussen 2005 en 2016 de opdrachtgever geen risico te laten lopen door het afgeven van een VAR (Verklaring Arbeidsrelatie) en niet te handhaven op zulke verkapte dienstverbanden.
Sinds 1 januari van dit jaar gaat de Belastingdienst wel weer handhaven. Werkgevers die werk laten doen door zzp’ers die schijnzelfstandigen blijken, kunnen een boete krijgen en moeten naheffingen betalen. Die procedure verloopt via het bestuursrecht. 2025 is wel een overgangsjaar. De Belastingdienst gaat pas vanaf 2026 boetes uitdelen en naheffingen innen, zodat werkgevers nog een jaar de tijd hebben om hun personeelsbestand op orde te krijgen.
Failliet
Houwerzijl sluit niet uit dat vanaf 2026 ook het aantal civiele rechtszaken van zzp’ers tegen hun opdrachtgever zal toenemen, mits de Belastingdienst ook daadwerkelijk gaat handhaven. „Als een opdrachtgever eenmaal door de Belastingdienst op de vingers is getikt, omdat sprake is van schijnzelfstandigheid, heeft de schijn-zzp’er meer handvatten om via het civielrecht met terugwerkende kracht bijvoorbeeld vakantiedagen te claimen.”
In een aantal van de 47 aangespannen rechtszaken ging de werkgever al failliet nadat één schijnzelfstandige in het gelijk werd gesteld. De werkgever kon de tienduizenden euro’s dan niet betalen. Zo ging handbalclub Limburg Lions failliet toen een van de spelers met succes naar de rechter stapte en 50.000 euro zou krijgen van de club.
Indien de Belastingdienst vanaf 2026 daadwerkelijk gaat handhaven, acht Houwerzijl het mogelijk dat meer bedrijven omvallen, zeker wanneer die niet heel groot zijn en meerdere werknemers blijken te hebben die ze lange tijd ten onrechte als zzp’ers behandelden en betaalden. „Als je als zzp’er daarna nog een civiele zaak wilt aanspannen, vis je bij zulke bedrijven achter het net”, zegt Houwerzijl. „Veel interessanter zijn de grote bedrijven en organisaties die wél overeind blijven als ze straks werknemers blijken te hebben die ze eerder als zzp’ers behandelden. Door die bedrijven kan daadwerkelijk worden terugbetaald.”
Lees ook
Onrust rond schijnzelfstandigheid groeit: ‘Opdrachtgevers vragen aan mij: hóé dan?’
Als Saartje de Wit (17) was afgegaan op het advies van haar leerkracht in groep 8 van de basisschool, had ze havo gedaan. Dan was ze misschien vorig jaar, in de vijfde klas, geslaagd voor het eindexamen en wie weet zat ze dan nu op de pabo, een hbo-opleiding waar ze destijds aan dacht. Maar ze koos voor een middelbare school met gemengde brugklassen, de Copernicus Scholengemeenschap in Hoorn. Pas na twee jaar zou de klas worden opgesplitst. In de tussentijd werden alle leerlingen beoordeeld op havo- én vwo-niveau.
In haar eerste jaar leek het er nog op dat ze uiteindelijk zou doorstromen naar havo, vertelt ze. „Toen was ik vooral bezig met de gezelligheid in de klas.” Maar in het tweede brugjaar begon het te kriebelen. „Ineens wilde ik toch vwo doen, dus ik ging harder werken.” Nu doet ze eindexamen vwo en als ze slaagt, begint ze in september met de studie geschiedenis aan de Universiteit Leiden. „Achteraf ben ik blij dat ik op school wat langer de tijd kreeg om uit te vinden wat ik kon en wat ik wilde”, zegt ze.
„Met een gemengde of brede brugklas bedien je vooral de laatbloeiers”, zegt schooldirecteur Pol Hinke. „Dat kunnen kinderen zijn die nog heel speels zijn en aan de middelbare school moeten wennen, maar ook kinderen die thuis geen Nederlands spreken en weinig hulp krijgen.” Van hem hoeft echt niet iedereen naar het vwo. „Zeker niet. Waar het om gaat, is dat alle leerlingen genoeg tijd moeten krijgen om erachter te komen welk niveau bij hen past.”
Subsidie
In de onderwijswereld en in politiek Den Haag wordt al langere tijd gediscussieerd over de vraag of leerlingen niet te vroeg worden ingedeeld in verschillende schoolniveaus, op basis van hun leerprestaties op de basisschool. Dat zou volgens wetenschappers in het nadeel zijn van kinderen die zich in een achterstandspositie bevinden. De Onderwijsraad, die de regering adviseert over onderwijsbeleid, stelde in 2021 voor om te stoppen met het schooladvies dat leerlingen krijgen in groep 8 van de basisschool. In plaats daarvan zouden alle middelbare scholen driejarige, brede brugklassen moeten krijgen waar leerlingen met uiteenlopende capaciteiten bij elkaar zitten.
Toenmalig minister van Onderwijs Dennis Wiersma (VVD) reageerde instemmend maar wilde de brede brugklas niet verplicht stellen, dat vond hij te ingrijpend voor het voortgezet onderwijs. In plaats daarvan kwam er vanaf 2022 subsidie voor scholen die vrijwillig een ‘heterogene’ (gemengde) brugklas wilden invoeren, van twee of meer niveaus. Dat geld, 100.000 euro per aanvraag, konden ze bijvoorbeeld besteden aan het bijscholen van leerkrachten om les te geven op verschillende niveaus of het ontwikkelen van aangepast lesmateriaal.
Het vorige kabinet wilde deze regeling permanent maken en had daar ook geld voor uitgetrokken: 55,5 miljoen euro per jaar. Maar het kabinet-Schoof bezuinigt op onderwijs en heeft deze subsidie stopgezet. De coalitie is er niet van overtuigd dat een brede brugklas goed is voor álle leerlingen. Vmbo’ers biedt het misschien een kans zich op te trekken aan klasgenoten, maar leerlingen met een duidelijk vwo-profiel remt het af, denken zij.
Dakpanklassen
Sinds dit jaar krijgen scholen dus geen subsidie meer voor het mengen van leerlingen met verschillende schooladviezen in een brugklas. Belangenorganisaties voor het onderwijs, zoals de VO-raad, vreesden dat scholen er dan snel mee zouden stoppen. Niet zonder reden: voor de subsidie werd ingesteld, was de gemengde brugklas, die al decennia bestond, op haar retour. Dankzij de subsidie nam het aantal gemengde brugklassen weer toe, bleek uit cijfers van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).
De Copernicus Scholengemeenschap heeft geen plannen om met de gemengde brugklassen te stoppen, zegt schooldirecteur Hinke. Zijn school had die al lang voor de subsidieregeling. Elk jaar melden zich op de school, die nu zo’n 1150 leerlingen telt, 240 nieuwe leerlingen aan. Ze worden verdeeld over zo’n tien zogenoemde ‘dakpanklassen’: mavo/havo en havo/vwo. Hinke: „Alle leerlingen in zo’n brugklas krijgen dezelfde lesstof aangeboden, maar die is deels wel gedifferentieerd naar niveau. Ze maken allemaal dezelfde toetsen en vervolgens worden hun cijfers berekend op twee niveaus. Voor vwo moet je bijvoorbeeld meer inzicht laten zien in de stof.”
In de mavo/havo-brugklas ziet hij veel leerlingen ‘opstromen’. „We hebben relatief veel leerlingen die met een mavo-advies binnenkomen maar uiteindelijk op havo-niveau hun diploma halen.” Al komt ook het tegenovergestelde voor. „We proberen bij elke leerling het maximale eruit te halen, wat het dan ook is”, zegt Hinke.
Naast de dakpanklassen is er een aparte vwo-brugklas voor leerlingen die op de basisschool een ‘enkelvoudig’ vwo-advies hebben gekregen. Eigenlijk vindt Hinke zo’n aparte vwo-brugklas niet echt nodig, maar er is nu eenmaal vraag naar, zegt hij. „De gedachte van sommige ouders is dat je als vwo-leerling tekortgedaan wordt als je in een bredere brugklas zit.” De „echte vwo-plus-leerlingen”, zoals hij ze noemt, kiezen niet voor het Copernicus. Die gaan naar een van de twee gymnasia in Hoorn.
Risicootje
Soms redt een leerling die vanuit de gemengde brugklas doorstroomt naar het vwo het uiteindelijk toch niet op dat niveau. Hinke: „Wij willen leerlingen die gemotiveerd zijn een kans geven. Dat betekent dat je soms een risicootje neemt. Dat maakt onze vwo-afdeling wat kwetsbaarder dan op andere scholen.” Hij vindt het jammer dat scholen er door de Onderwijsinspectie op afgerekend worden als leerlingen een keer blijven zitten of ‘afstromen’ naar een lager niveau. „Wij vinden het belangrijker om de best passende plek te vinden voor onze leerlingen.”
In de tijd dat Saartje de Wit in de havo/vwo-brugklas zat, duurde die nog twee jaar. Inmiddels heeft de Copernicus zelfs een derde brugjaar ingevoerd. De school kreeg daarvoor subsidie toen die regeling er nog was. „We hebben dat budget vooral gebruikt om de docenten uren te geven om hun lessen op twee niveaus te ontwikkelen”, vertelt Hinke.
Voor een deel van de derdeklassers is zo’n extra brugjaar nuttig. Hinke: „Vaak zijn het leerlingen van wie wij denken dat ze prima vwo kunnen, maar die daar zelf nog onzeker over zijn. En soms zijn het leerlingen die heel graag vwo willen doen maar dat nét niet halen. Die mogen het nog een jaar proberen.”
Rusland is schuldig aan het neerhalen van vlucht MH17. Nadat in 2022 een Nederlandse rechter hier al een uitspraak over deed, is nu ook de Raad van Internationale Burgerluchtvaart Organisatie (ICAO) tot deze conclusie gekomen, zo meldt het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken maandag. In 2022 spanden Nederland en Australië bij deze raad – een organisatie van de Verenigde Naties die zich bekommert om internationale luchtvaart – een zaak aan tegen de Russische federatie.
De ICAO-raad oordeelde dat Rusland internationale afspraken omtrent burgerluchtvaart heeft geschonden. Het gaat hierbij om het gebruik van een wapen tegen een burgervliegtuig. Deze afspraken zijn vastgelegd in het verdrag van Chicago, dat ook ondertekend is door Rusland.
Minister van Buitenlandse zaken Caspar Veldkamp zegt in een verklaring „blij” te zijn met het besluit. Hij benadrukt dat het oordeel „het verdriet en het leed” van de nabestaanden niet kan wegnemen „maar het is een belangrijke stap in de richting van waarheidsvinding, gerechtigheid en rekenschap voor alle slachtoffers en hun nabestaanden”. Ook noemde de minister het „een duidelijk signaal aan de internationale gemeenschap dat staten niet zonder gevolgen het internationale recht kunnen schenden”.
Wat precies de gevolgen zullen zijn van deze uitspraak, moet nog blijken. De uitspraak kan mogelijk leiden tot een vorm van een schadevergoeding. Rusland trok zich eerder terug uit de procedure. Tijdens hoorzittingen vorig jaar was de Russische federatie dus ook niet aanwezig. Het land ontkent tot nu toe elke vorm van aansprakelijkheid en betrokkenheid.
Nederland heeft ook nog een aanklacht lopen tegen Rusland bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. In de lente van 2024 vond hiervoor in Straatsburg een hoorzitting plaats waar partijen, waaronder nabestaanden, de gelegenheid kregen om hun zienswijze toe te lichten. Naar verwachting volgt volgende maand een uitspraak.
Vlucht MH17 stortte op 17 juli 2014 neer boven het oosten van Oekraïne. Alle inzittenden, 298 mensen, waarvan 196 Nederlanders, stierven. Nederland probeert al een aantal jaren Rusland aansprakelijk te stellen.
Lees ook
Opluchting is het meest gebruikte woord na de uitspraak in het MH17-proces