Joshua’s volstrekt authentieke stem maakt de young-adulttrilogie van Erna Sassen zo sterk

Erna Sassen had het al aangekondigd. Na haar jongerenboeken Zonder titel (2021, Nienke van Hichtumprijs) en Neem nooit een beste vriend (2023, Vlaamse Boon voor kinder- en jeugdliteratuur) zou er nog een deel drie komen: ze kon geen afscheid nemen van illustrator Martijn van der Linden, die de tekenhand en stem van de met zichzelf en de wereld worstelende hoofdpersoon Joshua verbeeldt.

Misschien dat Neem een kip, zoals de prikkelende titel van het slotdeel van de trilogie luidt, daarom wat minder een gevoel van urgentie oproept en verrast dan zijn sprankelende voorgangers. Die schreef Sassen naar eigen zeggen vooral omdat ze wilde schrijven over de moeizame verhouding tussen liefde en seks in een tijd dat jongeren in één klik bij de ranzigste porno kunnen komen en tegelijkertijd steeds banger worden om relaties aan te gaan. Terwijl Sassen in Zonder titel inging op de betekenis van liefde nadat Joshua’s soulmate Zivan wordt uitgehuwelijkt en moet terugkeren naar Irak, focuste ze in Neem nooit een beste vriend op Joshua’s verliefdheid op Lindsey en zijn seksuele ontwaking. De taboedoorbrekende stream of consciousness-verhalen vullen elkaar perfect aan. Dus wat voegt Neem een kip daar nog aan toe?

Eerlijk is eerlijk: thematisch gezien niet zoveel. Met zijn karakteristieke gevoel voor zelfspot, ironie en heerlijke hyperbolen pakt de inmiddels 18-jarige Joshua de verteldraad gewoon op waar hij die in Neem nooit een beste vriend had losgelaten. En net zoals in de eerste delen kronkelt die bijwijlen behoorlijk. Want het gaat niet goed met hem. Dat openbaart zich al direct op de openingspagina, waarop een tekening van een dood vogeltje staat met daaronder de tekst, „ZELFPORTRET, EERSTE POGING”, even later gevolgd door een pagina vullende wanhoopskreet „Waar moet ik beginnen” en vertwijfeld „moeilijkmoeilijkmoeilijkmoeilijkmoeilijk”.

Mét zoontje

Ja, Joshua worstelt met zijn toekomst. Met beste vriend Sergio – die in zijn vrije tijd bijverdient als sekswerker – volgt hij de vavo. Dat volwassenenonderwijs werkt goed voor Sergio en „zijn CEO-ambities” (die zijn aangezwengeld door „de pijp-CEO”, een onfatsoenlijk rijke klant van hem) maar niet voor Joshua, ook al geeft een havodiploma hem toegang tot de kunstacademie. „Dan word je illustrator of zo”, zegt zijn moeder. „Of zwerver”, zegt broer Kees. Dus denkt Joshua: „IK GA NA DE HAVO NAAR GEEN ENKELE SCHOOL.” Bovendien is hij doodsbenauwd dat hij Lindsey („mijn muze, mijn motor, mijn kwelgeest”) kwijtraakt aan de dansacademie waar ze helemaal op haar plek is en in Jeremy haar ideale danspartner heeft gevonden. Dit maakt Joshua onzeker („Jezusjezusjezus/ Hoe pak je zoiets aan”), vooral wanneer Lindsey toegeeft dat ze nauwelijks van hun seks geniet. Als vervolgens hartsvriendin Zivan ook nog eens onverwachts terugkomt mét zoontje („Ze heeft een kind/ een KIND/ NEEEEEEEEEEEEEEEEEEEE”) slaat de paniek bij Joshua toe.

Die gevoelens van angst en eenzaamheid weet Sassen als geen ander invoelbaar te maken. Ontroerend bijvoorbeeld is het moment dat Joshua met Lindsey op een windstille wintermiddag bij een meer en ondergaande zon naar waterhoentjes kijkt en plots overmand wordt door onbestemd verdriet. Niet minder treffend zijn de (kunst)verwijzingen naar Frida Kahlo („het werkt relativerend om in haar werk rond te lopen”) en Stromae wiens hit ‘Formidable’ volgens Joshua nogal toepasselijk is: „als je er een beetje op oefent, kan je heel hard meeschreeuwen […]. Dat helpt op de een of andere manier.” Ondertussen moet alles en iedereen het ontgelden in zijn voortrazende gedachtestroom: van Schiphol („wat een kutplek”) tot „onze Pandjesprins” alias „De Duikbril”, en van Lionel Messi („waarom denkt hij reclame te moeten maken voor hamburgers!!! Wordt de wereld daar beter van???”) tot Joris Luyendijk en zijn zeven vinkjes (die voor de nodige hilariteit zorgen).

Tekentalent

Joshua’s volstrekt authentieke stem is wat Neem een kip, net als zijn voorgangers, zo sterk maakt. Daarbij mag de rol van Martijn van der Linden – Sassen heeft dat goed begrepen – niet worden onderschat: de schetsen en pogingen van zelfportretten die hij via Joshua’s hand maakt, sluiten naadloos aan bij diens steeds somberder wordende gemoedstoestand. Veelzeggend is de terugkerende dooie boom waarin Joshua volgens eigen zeggen op een gegeven moment is gereïncarneerd. Ook raak: Joshua als Frida Kahlo en een zelfportret, samengesteld uit naar Luyendijks vinkjes verwijzende zinnen met daaronder „SLAVINK”.

Uiteindelijk worstelt Joshua zich uit zijn existentiële crisis, dankzij zijn tekentalent, zijn vrienden én de kip uit de titel. Met hun afbeelding (zonder Joshua) als het finale zelfportret, kiest Sassen voor een zoet, maar treffend einde. Joshua begrijpt: ik heb anderen nodig om mezelf te kunnen zien, en dat is best een volwassen inzicht. Daarmee is Neem een kip een passend slot van Sassens onovertroffen young-adulttrilogie.