De oude horrorschrijver Stephen King schrijft nu vooral vol liefde voor zijn personages

Stephen King, de Amerikaanse schrijver die wereldberoemd werd met paranormale horrorthrillers als Carrie (1974) en The Shining (1977), vermaakt zichzelf en zijn fans de laatste jaren met een serie tamelijk klassieke moordzaak-oplos-detectiveromans, waar voor zijn doen erg weinig paranormale horror in zit. Onlangs verscheen zijn nieuwste, zevende boek in wat onbedoeld een serie rond sterspeurder Holly Gibney is geworden: Never Flinch, door Annemarie Lodewijk vertaald als Vrees niet. Je kunt de boeken los van elkaar lezen, maar in volgorde zie je de ontwikkeling van de personages – en ach, je vliegt er toch doorheen, dankzij Kings stijl en Holly’s charme.

Laatst zag ik in een online winkel een luxe uitgave van de eerste drie van die detectiveboeken in een mooie doos: Mr. Mercedes (2014), Finders Keepers (2015) en End of Watch (2016). The Bill Hodges Trilogy heette die doos, naar een ander speurderspersonage in de boeken, en mijn eerste gedachte was: wat een gotspe, Holly is toch duidelijk de heldin! Oké, ze heeft in deze boeken het vak van privédetective geleerd van politieman Bill Hodges. Hij nam in Mr. Mercedes de goudeerlijke, getraumatiseerde, mensenschuwe vrouw van begin veertig onder zijn vleugels.


Lees ook

Lees ook: Waarom worden Stephen King-boeken zó vaak verfilmd?

Tom Hiddleston als Charles ‘Chuck’ Krantz in de de nieuwe film ‘The Life of Chuck’ naar Stephen Kings roman ‘If It Bleeds’.

Maar zonder Holly werden die moorden niet opgelost en ik las die boeken voor Holly, niet voor Bill, een beetje een doorsnee, vergeetbare aardige man van wie ik me amper meer kan herinneren dat hij in die eerste boeken nog de hoofdspeurder was. In de volgende drie Holly-boeken – The Outsider (2018), de novelle If It Bleeds (2020) en Holly (2023) – komt Bill Hodges niet eens meer voor (lees zelf maar waarom niet).

In een interview zei Stephen King over Holly dat ze eigenlijk bedoeld was als figurant, „maar ze heeft het boek (Mr. Mercedes) gestolen en ze heeft mijn hart gestolen”. En het hart van zijn lezers. Inmiddels is Holly een van de vaakst terugkerende personages in Kings tientallen boeken omvattende oeuvre.

Minderwaardigheidscomplex

Als Holly echt zou bestaan, zou ze ongetwijfeld verbijsterd zijn over haar populariteit. Ze is razend slim, maar ook uiterst bescheiden en een van haar speurderstalenten is dat ze relatief onopvallend is. Ze heeft een gigantisch minderwaardigheidscomplex als gevolg van psychische mishandeling door haar moeder en lijkt ook een obsessieve-compulsieve stoornis en een autismespectrumstoornis te hebben, al worden die in de boeken niet expliciet benoemd.

Een deel van de charme van de Holly Gibney-boeken (zes romans en een novelle) zit ’m erin dat je Holly steeds meer de plaats in de maatschappij ziet innemen die goed bij haar past en die ze verdient. En dat je haar jonge vrienden Jerome en Barbara Robinson volwassen ziet worden en hun vriendschap met Holly ziet groeien. King schrijft vol liefde over het drietal; hij heeft er duidelijk veel plezier in om de dromen van zijn lievelingspersonages in vervulling te laten gaan. Literaire prijzen, samenwerkingen met idolen, het kan niet op.

Het is een prettig contrast met de gruwelijke moorden die natuurlijk ook in de boeken gepleegd worden. Doet het er wat toe wat voor moorden dat zijn? Niet heel erg, natuurlijk; je leest deze boeken om de stijl en de personages. Maar goed: in Vrees niet volgen we (naast Holly, Barbara, Jerome, en politievrouw Izzy) een seriemoordenaar die de dood van een onschuldige, in de gevangenis vermoorde gedetineerde wil wreken én een feministische activist die met de dood wordt bedreigd door christelijke anti-abortusextremisten. Die twee verhaallijnen brengt King tegen het einde vakkundig bij elkaar. Af en toe hint de oude horrorschrijver nog naar wat paranormale verschijnselen, gewoon omdat hij het niet kan laten, maar verder is dit gewoon weer een even knap als lekker spannend ‘normaal’ detectiveboek.


Lees ook

Lees ook: Stephen King begrijpt: eerst de mens, dan pas het genre

Stephen King begrijpt: eerst de mens, dan pas het genre