
Vastgesteld werd het al vaker, in verschillende onderzoeken: veel koppen verhoogt de kans op hersenletsel bij voetballers. Maar voor het eerst wordt er nu in Nederland van overheidswege voor gepleit dat die kennis consequenties moet hebben: in een donderdag gepubliceerd rapport adviseert de Gezondheidsraad om ‘herhaald hoofdcontact’ in voetbal – en andere contactsporten – te beperken.
De Gezondheidsraad, een onafhankelijk adviesorgaan van het ministerie van VWS, zette de afgelopen tijd alle internationale onderzoeken naar hersenletsel bij (oud-)voetballers op een rijtje. De conclusie: profvoetballers hebben twee tot drie keer zoveel kans op dementie als de gemiddelde populatie, vanwege de vele kopballen. Een totaalverbod op koppen zou drie op de vijf gevallen van dementie onder oud-profvoetballers kunnen voorkomen, zo becijfert de Gezondheidsraad: in Nederland zou dat gaan om naar schatting 86 gevallen per jaar.
Voor amateurvoetballers geldt het verhoogde risico op chronische hersenschade ook, zij het in mindere mate. En het verband is zichtbaar bij boksers en rugbyspelers, al zijn voor die sporten minder gegevens beschikbaar. Voor een verhoogde kans op de dodelijke spierziekte ALS en hersenaandoening parkinson ziet de Gezondheidsraad „aanwijzingen” in het internationale onderzoek, maar „overtuigend bewijs ontbreekt.”
Vele kleine impactmomenten
Een direct verband aantonen tussen herhaald hoofdcontact en hersenletsel is lastig: de schade is niet direct merkbaar, maar ontstaat door een opeenvolging van kleine impactmomenten – en niet door bijvoorbeeld één hersenschudding. Bovendien openbaren de gevolgen zich pas na vele jaren, zo niet decennia. Toch is de bewijslast inmiddels overtuigend, zo schrijft de Gezondheidsraad.
In Nederland werd één keer een oorzakelijk verband vastgesteld tussen koppen en hersenletsel: voormalige Sparta-speler Wout Holverda, die leed aan ernstige dementie, stelde zijn hersenen ter beschikking aan het UMC Amsterdam om na zijn overlijden te onderzoeken. Conclusie van dit postmortale onderzoek: Holverda’s ziekte was het gevolg van de vele kopballen in zijn carrière.
Eerder constateerden wetenschappers in onder meer Schotland (2019) en Zweden (2023) al een verhoogde kans op hersenletsel bij voetballers. Bij deze en andere onderzoeken waren in totaal meer dan 20.000 oud-voetbalprofs en topamateurs betrokken, zo blijkt uit een overzicht van de Gezondheidsraad. In de Verenigde Staten was al op grote schaal hersenschade geconstateerd bij voormalige boksers en american-footballspelers.
Een overtuigende controlegroep vormen bovendien de keepers. Die hebben, zo blijkt uit onderzoek, in tegenstelling tot veldspelers géén verhoogd risico op dementie. Het verschil? Ze koppen nauwelijks.
Een overtuigende controlegroep: keepers koppen nauwelijks, en hebben géén verhoogd risico op dementie
Lees ook
Lees ook: het NRC-dossier met alle stukken over hersenletsel in de sport
Lichtere ballen, geen lange uittrap
Alles bij elkaar opgeteld, zo constateert de Gezondsheidsraad, is er maar één conclusie mogelijk: koppen in het voetbal moet worden beperkt. Dit geldt zowel voor profvoetballers – die in hun carrière gemiddeld achtduizend keer koppen – als voor amateurs. Bij jeugdspelers zou die begrenzing nog vergaander moeten zijn, omdat kinderen – kleiner, met hersenen die nog volop in ontwikkeling zijn – nog kwetsbaarder zijn voor letsel dan volwassenen.
Over welke maatregelen er genomen moeten worden, doet de Gezondheidsraad geen uitspraak: in september komt de Nederlandse Sportraad op basis van dit advies met concrete voorstellen. Te denken valt aan het gebruik van lichtere ballen, minder koppen tijdens trainingen en een verbod op lange uittrappen door de keeper – een bal die vaak extra hard aankomt op het hoofd.
Verschillende landen hebben al stappen genomen om ‘herhaald hoofdcontact’ in het voetbal te beperken. Zo mogen profs en amateurs in Engeland en Schotland niet vaker dan één keer per week trainen op koppen en is het daar sinds afgelopen seizoen voor kinderen tot tien jaar helemaal verboden, net als in België en de Verenigde Staten. Als er tijdens een wedstrijd toch gekopt wordt, krijgt de tegenpartij een indirecte vrije trap.
In Nederland – waar 1,2 miljoen mensen lid zijn van een voetbalclub – is het nog lang niet zo ver. De KNVB is, in navolging van de internationale voetbalbonden UEFA en FIFA, tegenstander van een kopverbod of -beperking. In een recent boek over hersenletsel in het voetbal zegt Edwin Goedhart, de bondsarts van de KNVB, dat hij vreest voor maatregelen ‘voor de bühne’ terwijl er onvoldoende wetenschappelijk bewijs bestaat. Ajax-clubarts Niels Wijne laat zich in het boek in vergelijkbare bewoordingen uit: „Je moet natuurlijk goed uitzoeken of het wel echt gevaarlijk is.”
‘Kopbalverbod is juist schadelijk’
Dat argument – ‘we weten nog te weinig’ – is met dit advies definitief van tafel, zo maakt de Gezondheidsraad duidelijk. Koppen ís schadelijk, maatregelen zíjn vereist. De KNVB stelt in een eerste reactie op het advies nog steeds dat er „onvoldoende bewijs is om directe relatie tussen koppen en hersenletsel vast te stellen.” Volgens de voetbalbond zou een algeheel verbod op koppen in de jeugd „zelfs een negatief effect kunnen hebben”, omdat jeugdspelers weinig zouden koppen. „De KNVB legt de nadruk op het aanleren van de juiste koptechniek, zodat spelers op latere leeftijd op een veilige manier kunnen koppen.”
Bondsarts Goedhart was donderdag niet beschikbaar voor een reactie, hij is op trainingskamp met het Nederlands Elftal voor de WK-kwalificatiewedstrijd tegen Finland van komende zaterdag. Ook Ajax kan op dit moment „geen inhoudelijk zinnige reactie” geven, aldus een woordvoerder: de staf, onder wie clubarts Wijne, is op vakantie.
Voorzitter Evgeniy Levchenko van spelersvakbond VVCS pleitte al eerder voor een algeheel verbod op koppen in het voetbal. Hij ziet in het advies van de Gezondheidsraad een „voorzichtige eerste stap” in de richting van zo’n totaalverbod. „De UEFA en de FIFA zijn conservatief, ze willen geen verregaande maatregelen zolang ze niet zeker weten dat koppen tot hersenschade leidt”, zegt Levchenko. „Maar op een gegeven moment moet je de zaken omdraaien. Waarom zou je nog koppen als je niet honderd procent zeker weet dat het schadelijk is?”
Volgens Levchenko is voetbal „een prachtige sport, maar het heet niet voor niets voetbal. En zonder koppen kan voetbal nog steeds prachtig zijn.”
