Het Openbaar Ministerie wil 221,7 miljoen euro aan vermogen onteigenen van de Brabantse drugscrimineel Jos Leijdekkers, beter bekend als „Bolle Jos”. Dat meldt het OM maandag. Het is een record: nog nooit eiste justitie zo’n groot bedrag op van een veroordeeld crimineel.
Leijdekkers werd vorig jaar door de rechtbank in Rotterdam veroordeeld tot 24 jaar cel voor zijn betrokkenheid bij zes drugstransporten, een gewapende overval in Finland, en het opdracht geven voor een liquidatie. Justitie ziet Leijdekkers „als een van de hoofdrolspelers in de internationale cocaïnehandel”.
Zelf was de Brabander niet bij zijn proces aanwezig: hij is al lange tijd voortvluchtig. Eind vorig jaar ontdekten journalisten van het AD en Follow the Money dat Leijdekkers zich schuilhoudt in Sierra Leone en daar warme banden heeft met de nationale regering.
Om tot het geëiste bedrag te komen, baseert het OM zich onder meer op de waarde van in totaal veertien drugstransporten, waar Leijdekkers volgens Justitie ruim 114 miljoen euro in investeerde. Uit versleutelde berichten zou daarnaast zijn gebleken dat de drugsbaas dure horloges, vastgoed en zeker 975 kilo goud heeft gekocht. Met de huidige marktprijzen is die hoeveelheid goud 91 miljoen euro waard.
Lees ook
Wat doet Bolle Jos in Sierra Leone? West-Afrika als nieuwe pleisterplaats van de internationale cocaïnemaffia
Met stickers in de aanslag overleggen inwoners van Gorinchem over de toekomst van hun stad. De stickers, vier rode en vier groene, mogen ze plakken bij foto’s van zo’n veertig gebouwen uit de periode 1965 tot 1990, ook wel de ‘Post 65’-periode genoemd. Met dank aan een Europees verdrag mogen burgers óók hun zegje doen over potentieel erfgoed – gebouwen en andere zaken die behouden moeten blijven. En dus plakken de om en nabij vijftig bezoekers van het ‘Erfgoedcafé’ in Gorinchem groene stickers bij gebouwen waaraan ze gehecht zijn, en rode bij wat wel weg mag. „Hee, maar…”, er wordt naar een foto gewezen: „dit gebouw ís al gesloopt.”
Het gebouw in kwestie, het oude politiebureau aan de Smakheul, is inderdaad al jaren weg. Toch kan het niet-meer-bestaande gebouw op enkele groene stickers rekenen, nadat iemand heeft geopperd dat ze misschien ook mogen aangeven wat ze graag terúg willen. „Dat gaat helaas niet”, zegt Annelou Evelein, erfgoedadviseur van de gemeente. „Maar het is leuk om te zien dat een Post 65-gebouw mensen raakt.”
Over een aantal gebouwen uit de periode van ruwweg de wederopbouw tot de opkomst van Vinex-wijken, moet zo langzamerhand een keuze worden gemaakt: renovatie, herbestemming of slopen? Om te voorkomen dat over een paar decennia wordt gedacht: waarom is dat iconische gebouw of dat winkelcentrum of die wijk niet bewaard gebleven, moet het nú gaan over dat ‘jonge erfgoed’, zegt Evelien van Es, erfgoedexpert en architectuurhistoricus. Het gaat in heel Nederland om vier miljoen panden, waarvan tweeënhalf miljoen woningen.
„Je gaat gebouwen vaak pas missen als ze weg zijn”, zegt Van Es. „De Zwarte Madonna van Carel Weeber in Den Haag had niet gesloopt mogen worden.” En ook het Arbeidsbureau in Hilversum niet. De aankomende sloop van de Pompenburgflat in Rotterdam noemt ze „in- en inzonde”. Om te voorkomen dat te veel „iconische gebouwen” zo verdwijnen, wordt zowel op rijks- als gemeentelijk niveau gekeken naar hoe de Post 65-periode op de juiste manier behandeld kan worden.
Burgerexpertise
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) begon in 2017 een verkenning naar gebouwen en kunst uit deze periode. Het streven is, zegt Kees Somer, architectuurhistoricus bij de RCE, dat dit najaar uit een eerder opgestelde longlist een selectie gemaakt kan worden van locaties, waaronder gebouwen en kunst, die in aanmerking komen voor de status van rijksmonument. „Het aantal rijksmonumenten dat we kunnen aanwijzen is erg beperkt. Zo rond de 150 zullen het er zijn.” Hij hoopt dat „ook in het kader van duurzaamheid” naast die monumenten „zoveel mogelijk Post 65-erfgoed behouden blijft en door volgende generaties wordt gekoesterd”.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description=" Kunstwerk uit 1974 van de Poolse kunstenaar Ryszard Winiarski bij een flat aan de Banneweg in Gorinchem.” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description=" Kunstwerk uit 1974 van de Poolse kunstenaar Ryszard Winiarski bij een flat aan de Banneweg in Gorinchem.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/burgers-denken-mee-over-welke-gebouwen-in-hun-stad-behouden-moeten-blijven-en-welke-juist-niet-lelijk-is-geen-argument.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/06142057/web-0706BINgorinchem01-1.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/burgers-denken-mee-over-welke-gebouwen-in-hun-stad-behouden-moeten-blijven-en-welke-juist-niet-lelijk-is-geen-argument-6.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/burgers-denken-mee-over-welke-gebouwen-in-hun-stad-behouden-moeten-blijven-en-welke-juist-niet-lelijk-is-geen-argument-4.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/burgers-denken-mee-over-welke-gebouwen-in-hun-stad-behouden-moeten-blijven-en-welke-juist-niet-lelijk-is-geen-argument-5.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/burgers-denken-mee-over-welke-gebouwen-in-hun-stad-behouden-moeten-blijven-en-welke-juist-niet-lelijk-is-geen-argument-6.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/burgers-denken-mee-over-welke-gebouwen-in-hun-stad-behouden-moeten-blijven-en-welke-juist-niet-lelijk-is-geen-argument-7.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/k-MzZYKfFc_yGqTOP5BV2nRxkGI=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/06142057/web-0706BINgorinchem01-1.jpg 1920w”> Kunstwerk uit 1974 van de Poolse kunstenaar Ryszard Winiarski bij een flat aan de Banneweg in Gorinchem.
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="below" data-description="De Johanneskerk in Gorinchem behoort ook tot de zogenoemde Post 65-gebouwen – na 1965 gebouwd.” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="De Johanneskerk in Gorinchem behoort ook tot de zogenoemde Post 65-gebouwen – na 1965 gebouwd.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/burgers-denken-mee-over-welke-gebouwen-in-hun-stad-behouden-moeten-blijven-en-welke-juist-niet-lelijk-is-geen-argument-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/06143939/web-0706BINgorinchem1.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/burgers-denken-mee-over-welke-gebouwen-in-hun-stad-behouden-moeten-blijven-en-welke-juist-niet-lelijk-is-geen-argument-10.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/burgers-denken-mee-over-welke-gebouwen-in-hun-stad-behouden-moeten-blijven-en-welke-juist-niet-lelijk-is-geen-argument-8.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/burgers-denken-mee-over-welke-gebouwen-in-hun-stad-behouden-moeten-blijven-en-welke-juist-niet-lelijk-is-geen-argument-9.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/burgers-denken-mee-over-welke-gebouwen-in-hun-stad-behouden-moeten-blijven-en-welke-juist-niet-lelijk-is-geen-argument-10.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/burgers-denken-mee-over-welke-gebouwen-in-hun-stad-behouden-moeten-blijven-en-welke-juist-niet-lelijk-is-geen-argument-11.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/YhcAh2I6-ChhEFGINKRp5OyQnCM=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/06143939/web-0706BINgorinchem1.jpg 1920w”>De Johanneskerk in Gorinchem behoort ook tot de zogenoemde Post 65-gebouwen – na 1965 gebouwd.
Foto’s Walter Herfst
Ook op gemeentelijk niveau wordt gekeken naar wat lokaal belangrijk is en bescherming verdient. Dat moet ook wel, sinds Nederland vorig jaar het Europese Verdrag van Faro heeft ondertekend. Dat verdrag, staat op de website, „stelt de mens en de samenleving centraal en hún relatie met erfgoed”. Door middel van participatie wordt er gebruik gemaakt van burgerexpertise en gezocht naar de emotionele waarde van erfgoed. Met als hoofdvraag: wat vinden júllie belangrijk om te bewaren?
In het geval van Post 65 kan dat best lastig zijn, weet Van Es. „Kerken en kastelen zijn evident erfgoed. Daar is iedereen het over eens, dat vinden mensen ook vrij makkelijk mooi. Maar dat geldt niet voor gebouwen uit deze periode.” Een deel van de samenleving heeft die gebouwen nog gebouwd zien worden, of waren zelfs de eerste bewoners ervan. Misschien vinden ze dat confronterend, denkt Van Es. Volgens haar leeft het gevoel dat erfgoed iets is van vóór jouw tijd, niet uit jouw tijd. En anders dan bij ouder erfgoed, wordt over architectuur uit de jaren 70 en 80 vrij vaak gezegd dat het lelijk is. „Maar lelijk is geen argument.”
In Parijs vonden ze de Eiffeltoren in eerste instantie ook niks
Hofjes, bloemkoolwijken, schuine daken en nisjes kenmerken de bouwstijl van de jaren 70. „Na de systeembouw van na de wederopbouw vonden architecten dat wonen weer menselijk moest worden, dat mensen elkaar weer moesten kunnen ontmoeten in de straat.” Het moest socialer, was het idee. „Wonen met je medemens.” Daarom, zegt ze, zijn er in die periode sociale huurwoningen gebouwd op A-locaties. „Ook mensen met een kleine beurs hadden recht op een fijne woonplek.”
De jaren 80 waren anders. „De crisis in 1979 was een groot omslagpunt. En na 1982, tijdens het eerste rechtse kabinet onder leiding van Ruud Lubbers, veranderden ook de richting die het land opging én de architectuur”, zegt Van Es. „De boodschap was dat de verzorgingsstaat onbetaalbaar was. Het liberale gedachtegoed werd bepalend.” Er werd niet meer gebouwd voor de buurt, maar voor de markt.
Parkeergarage Kweeklust
Bepaalde gemeenten dragen het met trots, zegt Kees Somer: „In Almere, Zoetermeer, Nieuwegein is bijna alles Post 65. Zij zien gebouwen uit die tijd als vernieuwend en als deel van hun identiteit.” In Gorinchem daarentegen hebben ze er niet zoveel mee. De bezoekers van het Erfgoedcafé, gemiddelde leeftijd hoger dan het oudste gebouw uit die periode, zijn gehecht aan heel ánder erfgoed. Gorinchem is de grootste nog intacte vestingstad van Nederland en door de ANWB ook nog bestempeld als „de allermooiste”. „In Gorinchem kibbelt iedereen over van alles en nog wat”, zegt wethouder Eva Dansen, die erfgoed in haar portefeuille heeft. „Behálve over hoe mooi de vesting is.”
Inwoners hebben zich verenigd in tientallen erfgoedgemeenschappen, waarvan de in 1909 opgerichte Vereniging Oud-Gorcum, „het historische geweten van de vestingstad”, de grootste is. De stad staat vol monumentale panden als ‘Dit is in Bethlehem’ uit 1566 en ‘Het Tinnen Koelvat’ uit 1750. Dát is het erfgoed waar de inwoners zich mee bezig willen houden. Niet met het clubgebouw van de korfbalvereniging of het belastingkantoor. Niet met het moderne stationsgebouw dat in de plaats kwam van het gesloopte stationsgebouw uit 1883. Ook niet met parkeergarage Kweeklust. De Post 65-gebouwen zitten het erfgoed eigenlijk alleen maar in de weg. „Het maakt me niet uit wat er blijft”, wordt gezegd in het Erfgoedcafé. „Ik hoop vooral dat we vanavond mogen beslissen wat er gáát.”
„Ik snap dat, zeker in een stad als Gorinchem, het hart in eerste instantie niet uitgaat naar Post 65-erfgoed”, zegt erfgoedadviseur Annelou Evelein tegen de bezoekers. „Maar ook deze jonge gebouwen zijn deel van het verhaal van Gorinchem. Ik hoop echt dat jullie uit je comfortzone kunnen komen.”
Bezoekers van het ‘Erfgoedcafé’ in Gorinchem zijn niet gecharmeerd van het gebouw van de supermarkt Nettorama.Foto Walter Herfst
Het zou zonde zijn als steden zich zomaar van hun Post 65-gebouwen zouden ontdoen, zegt architectuurhistoricus Evelien van Es. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed kijkt niet alleen naar de gebouwen zelf, legt ze uit, maar ook naar thema’s die iets zeggen over de samenleving. Die „verhaallijnen” hebben niet direct te maken met de architectuur, maar gaan bijvoorbeeld over welvaart (denk aan de verzorgingsstaat, maar ook aan recreatie), vrijheid (emancipatie, maar ook sex, drugs and rock ’n roll) en ordening (Deltawerken en stadsvernieuwing). „Als je met erfgoed bezig bent, moet je het verhaal van Nederland vertellen, de gebouwen die je aanwijst moeten dat verhaal bewijzen.”
Het verhaal van Gorinchem is natuurlijk „dat van die mooie oude stad”, zegt wethouder Dansen bij het Erfgoedcafé. Maar dat verhaal is niet voorbij, dat loopt nog door. „De vraag is: hoe gaan we Gorcummers laten inzien dat Post 65 ook voor deze stad een belangrijke periode is?”, zegt erfgoedadviseur Evelein.
Veel van de gebouwen op het stickervel in het Erfgoedcafé zijn intussen uit het zicht verdwenen door een grote hoeveelheid groene stickers – voornamelijk geplakt bij kunst, kerken en het buiten de vesting gelegen Avelingen Schakelstation – of juist rode – „jongens, de Nettorama móét weg”. „Wat grappig”, zegt Dansen. „Ik had niet verwacht dat het Wilhelminaplein ook zoveel groene stickers zou krijgen.” Het in een cirkel om het plein heen gebouwde appartementencomplex is afgewerkt met gele bogen op het dak. „Ik vond het in eerste instantie ook niks”, zegt de vrouw die er haar laatste groene stickertje bij heeft geplakt. „Maar ik begin het steeds leuker te vinden.” Dansen knikt begripvol. „In Parijs vonden ze de Eiffeltoren in eerste instantie ook niks, hè.”
Onpersoonlijk
Een paar weken na het Erfgoedcafé maakt de gemeente Gorinchem bekend dat het aan de slag gaat met een ‘herinrichtingsplan’ voor het stationsgebied. Op de zeer actieve Facebook-pagina Oud Gorinchem wordt een petitie gestart. Het huidige treinstation „uit de jaren 70 is foeilelijk”, staat in de uitleg. Het is „koel en onpersoonlijk” en zorgt dat „wanneer je er aankomt, je er zo snel mogelijk weg wil”. Hiervoor in de plaats moet een „replica van het originele stationsgebouw” komen, ten behoeve van het „historische karakter van de vestingstad”.
Op de campus van Tilburg University werd begin mei een Instagram-filmpje opgenomen, een oproep van actievoerders aan studenten en docenten om weer te komen protesteren tegen de banden van de universiteit met Israël. Naast een tentje wapperde een Palestijnse vlag, op een spandoek in het gras stond: „We will be back.” En terug waren ze. Op donderdag 15 mei blokkeerden actievoerders de ingang van het gebouw waar een wetenschapsfestival zou worden gehouden. Toen de politie een einde maakte aan de actie, was het festivalprogramma al voortijdig beëindigd.
In verschillende steden zijn de studentenprotesten weer opgelaaid. Weg waren de actievoerders nooit, maar na de massale protesten van een jaar geleden, die vaak eindigden met ingrijpen van de politie, werden de acties minder zichtbaar.
Enkele universiteiten kondigden de afgelopen tijd aan dat ze de samenwerking met sommige partnerinstellingen in Israël opschorten. Donderdag was het de beurt aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Toch worden in verschillende steden weer universiteitsgebouwen bezet en zijn op sommige campussen de tentenkampen terug. NRC vroeg aan actievoerende studenten in zeven steden hoe ze aankijken tegen de besluiten van hun universiteiten over samenwerking met Israël. De meeste studenten, vaak met een internationale achtergrond, willen niet met hun naam in de krant, omdat zij bang zijn voor problemen op de universiteit of met hun verblijf in Nederland. Hun namen zijn bij de redactie bekend.
Studenten protesteren tijdens de opening van het academisch jaar van de Rijksuniversiteit Groningen bij de Martinikerk.
Foto Jaspar Moulijn / ANP
Tentenkamp
Nog maar een week voordat het wetenschapsfestival van Tilburg University werd verstoord maakte het college van bestuur bekend dat het de samenwerking met twee Israëlische universiteiten opschort. Studenten en medewerkers zullen niet meer uitgewisseld worden naar de Bar-Ilan Universiteit in Ramat en de Reichman University in Tel Aviv. Het lijkt een klinkende overwinning voor de actievoerders, en toch zijn die niet tevreden, integendeel.
Het universiteitsbestuur draait de buitenwereld een rad voor ogen, vinden de actievoerders, door het besluit te presenteren als een grote stap. „Nederlandse studenten gingen al niet meer naar Israël, omdat er een negatief reisadvies geldt”, zegt Rami Fransawi van Palestine Solidarity Tilburg. „Het enige verschil is dat het college van bestuur die uitwisseling nu opschort vanwege de mensenrechtenschendingen in Gaza.” Studenten en wetenschappers uit Israël blijven welkom, omdat het Tilburgse universiteitsbestuur hun, volgens een verklaring van de universiteit „toegang wil blijven bieden tot een academische omgeving waarin in alle vrijheid gediscussieerd kan worden”.
Ons college van bestuur doet helemaal niets
Al met al een „hele kleine, teleurstellende stap, waar ze maanden over hebben gedaan”, zegt Fransawi, die zijn bachelorscriptie vorig jaar schreef terwijl hij bivakkeerde in het tentenkamp. „Wij roepen op tot een volledige academische boycot en niet tot gedeeltelijke opschorting van de samenwerking. We weten dat die druk kan werken. Nederlandse universiteiten hebben in het verleden hun banden met Zuid-Afrika doorgesneden. Dat heeft bijgedragen aan het afschaffen van de apartheid.”
Fransawi verwoordt kritiek die ook te horen is bij actievoerders op andere universiteiten, zoals in Nijmegen, Utrecht en Maastricht. Ze vinden dat hun universiteit mooie sier maakt met een maatregel die weinig moeite kost. In Nijmegen is de uitwisseling van Nederlandse studenten naar de Hebrew University en Tel Aviv University voorlopig opgeschort. „We hebben een jaar gewacht op de uitkomsten van dit proces en dan komt de universiteit met het minimale”, zegt een woordvoerder van Nijmegen Encampment. Aan faculteiten en wetenschappers wordt geen verbod opgelegd om samen te werken met Israëlische collega’s. Ze mogen zelf beslissen of ze de samenwerking willen voortzetten.
Lees ook
Uit de hand gelopen debat laat zien hoe klem universiteiten zitten tussen pro-Palestina studenten en Israël
Pro-Palestijnse activisten tijdens een protest bij het Maagdenhuis van de Universiteit van Amsterdam.
Foto Sem van der Wal / ANP
Vrijheid
Universiteiten verklaarden in juni vorig jaar gezamenlijk dat ze de wetenschappelijke samenwerking met Israëlische instellingen niet categorisch willen stopzetten. Ze vinden dat zo’n boycot ten koste gaat van de academische vrijheid. Ook willen ze kritische Israëlische wetenschappers niet isoleren. Op dat standpunt staan ze nog steeds.
De actievoerende studenten vinden dat hypocriet, omdat de universiteiten in 2022, toen Rusland Oekraïne binnenviel, wél alle banden met Russische partners verbraken, nadat de toenmalige minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap daartoe had opgeroepen.
Nederlandse universiteiten zien geen kwaad in samenwerking met Israël zolang kennis uit gezamenlijke onderzoeksprojecten niet wordt gebruikt voor militaire doeleinden (‘dual use’). Zo meldde het Tilburgse college van bestuur dat er geen aanwijzingen zijn „dat onderzoeksprojecten naar vergrijzing en arbeid en non-invasieve methoden voor de screening op darmkanker een risico vormen voor mensenrechten”.
De actievoerende studenten zien dat anders. Het kan wel zijn dat losse projecten geen directe schade aanrichten, zeggen zij, maar Israëlische universiteiten zijn nauw verweven met de Israëlische regering en het leger. Op campussen worden militaire programma’s aangeboden en de universiteiten doen onderzoek naar technologie die door het leger wordt gebruikt. In Tilburg heeft de adviescommissie ook op die verwevenheid gewezen en het college van bestuur om die reden geadviseerd alle banden met Israëlische universiteiten te verbreken. „Het college van bestuur heeft dat deel van het advies compleet genegeerd”, zegt Fransawi.
De actievoerders in Utrecht zien het als een kleine overwinning, dankzij hun protesten. „De universiteit lijkt eindelijk na anderhalf jaar te erkennen dat de situatie echt heel serieus is en dat er actie nodig is”, zegt hun woordvoerder Itaï. „In hun statement staan zelfs een paar woorden over genocidaal geweld.” Maar wie A zegt, moet ook B zeggen, vinden de actievoerders. Ze blijven actievoeren voor een volledige boycot.
Lees ook
‘In Israël zijn de academische instellingen diep verwikkeld in de repressie’
Bureaucratisch proces
Universiteiten stellen dat zij hechten aan zorgvuldige procedures voordat zij besluiten nemen over hun samenwerking met Israëlische partners. Door actievoerders worden die procedures gezien als een vertragingstactiek. Het benoemen van een ethische commissie geeft nog niet de garantie dat er iets gebeurt, zeggen actievoerders in Leiden. „Bij ons heeft het college van bestuur vorig jaar wel een tijdelijke commissie ingesteld, maar die heeft onlangs alleen maar geadviseerd om een nieuwe commissie in te stellen”, zegt Anouk Moritz, student urban studies aan Leiden Universiteit, moedeloos. Zij deed vorig jaar mee aan de protesten en is bestuurslid van studentenpartij DSP op de universiteit. „We weten niet wie er in die commissie zit en wat ze precies aan het doen zijn. Er is geen openbaar verslag. Ze zeiden dat ze tegen de zomer misschien een resultaat zouden hebben.”
Sommige universiteiten willen eerst bredere richtlijnen voor de beoordeling van internationale samenwerkingen uitwerken. Faculteiten en individuele wetenschappers zouden hun projecten dan aan zo’n kader kunnen toetsen, en in geval van twijfel aan een adviescommissie kunnen voorleggen. Aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam werd bijvoorbeeld gewerkt aan een ‘human rights framework’ en Maastricht University kwam met een ‘human rights due diligence assessment tool’.
Wij roepen op tot een volledige academische boycot en niet tot gedeeltelijke opschorting van de samenwerking.
„Wij vinden dit een erg ondoorzichtig proces”, zegt een actievoerder van VU for Palestine. „Je loopt het risico dat wetenschappers zo’n toetsingskader in hun eigen voordeel interpreteren, omdat ze willen dat hun samenwerking doorgaat. Om te testen of het werkt, heeft de universiteit vier of vijf pilotcases getoetst, maar daar is verder niets over bekendgemaakt.” Volgens de VU is dat om de betrokken wetenschappers te beschermen.
Ook in Maastricht vinden de actievoerders het een bureaucratisch proces. „In februari was het toetsingskader af en sindsdien lijkt het alsof er weinig gebeurt”, zegt de woordvoerder van Maastricht for Palestine. „Het laatste bericht dat we van de commissie hebben gehad is zo vaag. Ze schrijven: ‘Wij zijn er en we gaan in de toekomst advies uitbrengen.’ Maar wanneer, dat staat er niet in.”
Een betoging ten behoeve van Palestina bij de Universiteit van Amsterdam. Foto Roger Cremers
Veiligheid
Toch kijken actievoerders in Wageningen bijna met jaloezie naar wat er in andere steden gebeurt. „Ons college van bestuur doet helemaal niets”, zegt een woordvoerder van Wageningen for Palestine. De studenten krijgen bijval van bijna vierhonderd medewerkers op de universiteit. Die ondertekenden de afgelopen tijd een petitie waarin zij het college van bestuur vragen de banden met Israëlische partnerinstellingen te verbreken. Vijf docenten schreven namens deze groep een brief aan het universiteitsbestuur waarin ze weigeren nog langer samen te werken met Israëlische universiteiten. Ook willen ze geen studenten meer begeleiden die naar Israël gaan, mocht de uitwisseling worden hervat.
Het gesprek tussen actievoerders en het college van bestuur is al maanden stilgevallen. Volgens het universiteitsbestuur is er vorig jaar verschillende keren met actievoerders gesproken, maar is het niet gelukt om elkaar te naderen. De universiteit wil niet dwingend aan studenten en medewerkers opleggen of zij met Israël mogen samenwerken. Er zijn ‘principles of collaboration’ opgesteld die zij kunnen gebruiken om zelf vast te stellen of zij samenwerking verdedigbaar vinden.
„Toen wij vorig jaar ons tentenkamp opzetten op de campus, wilde de universiteit wel met ons praten, maar ze wilden niet echt naar ons luisteren”, zegt de woordvoerder van Wageningen for Palestine. „Keer op keer brachten zij het gesprek naar onze methode van protesteren, dat die intimiderend zou zijn en wat wel en niet zou mogen, in plaats van het te hebben over de inhoud.”
Ook in andere steden klagen actievoerders dat de colleges van bestuur de discussie verschuiven naar de veiligheid. Universiteitsbesturen zeggen dat ze alleen met studenten in gesprek willen als die hun gezicht niet bedekken en geen schade aanrichten aan gebouwen en apparatuur. „Ik vind het uiterst ongepast als ze daarmee komen aanzetten terwijl het zou moeten gaan over de genocide in Gaza”, zegt de woordvoerder van Utrecht Student Encampment. De studenten op hun beurt verwijten de universiteiten dat zij de politie op hen afsturen, maar geen verantwoordelijkheid nemen voor het geweld dat de politie gebruikt bij het beëindigen van protesten.
Nijmegen, 15 april 2025: een pro-Palestinademonstratie bij de bibliotheek van de Radboud Universiteit. Foto John van Hamond
Kampement
In Nijmegen verstoorden de actievoerders in mei de viering van de Dies Natalis, om aandacht te vragen voor een student die zwaargewond raakte door beten van een politiehond. Het universiteitsbestuur nodigde de studenten uit om te komen praten. „Ze wilden het alleen hebben over de voorwaarden waaronder wij actie mogen voeren”, zegt een woordvoerder van Nijmegen Encampment geërgerd.
De rectoren van de universiteiten brachten vorige week een gezamenlijke verklaring uit waarin ze hun zorgen uitspreken over bedreiging van de academische vrijheid. Die staat niet alleen onder druk omdat „overheden zich steeds nadrukkelijker bemoeien met de inhoud van onderwijs en onderzoek”, maar ook omdat „op campussen protesten en bezettingen soms verharden”, „gesprekken polariseren” en „onderwerpen worden vermeden omdat ze als te gevoelig worden ervaren”.
De universiteiten willen daarom het komende jaar een „brede dialoog” voeren over academische vrijheid, waarbij ook „de spanningen die zich momenteel aandienen op de campus” en „de balans tussen het recht om te protesteren en het borgen van een veilige plek voor iedereen” worden besproken.
M.m.v. Dorine Booij
Lees ook
Uit de hand gelopen debat laat zien hoe klem universiteiten zitten tussen pro-Palestina studenten en Israël
Er staan ongeveer tweehonderd mensen in het atrium van het stadhuis van Den Haag. Ze houden een A4’tje omhoog met daarop het gezicht van Jacobus Schroeder van der Kolk. Aan zijn oog hangt een grote traan. Hij huilt, want de stichting die naar deze negentiende-eeuwse arts is vernoemd, is failliet.
En dat betekent dat de acht kringloopwinkels van Schroeder – die ook fungeren als buurthuis –, de weggeefwinkel én de sociale werkplaats in de stad volgende week hun deuren moeten sluiten. Dat nieuws hakt erin. „Behoud Schroeder,” zegt een vrijwilliger. Ze snikt. „Ik kan nergens anders heen.” De meeste mensen met de A4’tjes werken bij de stichting. Maar er zijn ook bezoekers van de winkels gekomen. Een oudere man stond net nog bij de kringloopwinkel om de hoek toen hij hoorde van deze bijeenkomst. „Ik dacht: dat is belangrijk jongen, even doorlopen.”
Behoud Schroeder. Ik kan nergens anders heen
De aanwezigen willen de raadsvergadering van de gemeente bijwonen, aan het begin van de middag, waar het faillissement op de agenda staat. En de groep biedt de raad een petitie aan, die door 6.500 mensen is ondertekend. Met de sluiting van Schroeder staan straks bijna driehonderd mensen op straat: honderd vrijwilligers, honderd mensen bij de dagbesteding en negentig medewerkers. Vrijwel allemaal mensen met een fysieke of psychische beperking.
Ze kunnen straks niet meer werken, maar ook niet meer aanschuiven aan de keukentafels van de buurthuizen voor bijvoorbeeld een lunch. En ook de omwonenden kunnen dat niet meer. „Ik doe daar elke dag mijn bakkie”, zegt een man met weinig tanden. Hij zit aan een tafeltje vlak bij de gemeenteraadszaal. Het is zo druk dat niet alle bezoekers naar binnen kunnen. Hij ook niet. „Geeft niet. Ik kom hier voor de steun. Al 38 jaar kom ik bij de winkels.”
Schulden
Het gaat al geruime tijd financieel niet goed met de stichting. Ze heeft coronaschulden bij de Belastingdienst, de huren van de panden stegen, vervoerskosten werden hoger, evenals de lonen, zegt operationeel manager Marcel Marskamp. „We zijn ook een belangrijke aanbesteding misgelopen. En de gemeentesubsidie bleef al die tijd gelijk.” Nu heeft de stichting een jaarlijks tekort van 1,2 tot 1,6 miljoen euro.
De gemeente liet onlangs in een raadsmededeling weten dat de stichting al meer dan honderd jaar een veilige plek biedt aan veel Hagenaars, en dat het college het zeer betreurt dat een doorstart niet mogelijk is. De gemeente schrijft dat Schroeder geen inzage wilde geven in de boeken, waardoor ze niet kon beoordelen of de financiële situatie betrouwbaar genoeg was voor een doorstart. Bovendien stelde de bewindvoerder als voorwaarde dat de gemeente garant zou staan voor kosten die konden oplopen tot boven de drie ton. Dat was geen optie, omdat dit zou neerkomen op ongeoorloofde staatssteun.
Marskamp spreekt die lezing tegen. „We hebben samen met de gemeente een plan voor een doorstart gemaakt.” Schroeder zou 33 mensen ontslaan en één kringloopwinkel en de sociale werkplaats sluiten, legt hij uit. „De finish was in zicht.”
Er bleek een kink in de kabel te zitten. Schroeder bestaat namelijk uit twee stichtingen, zegt Marskamp. „En we zouden een doorstart maken met één stichting. Maar plots konden de vier subsidies niet van de ene naar de andere stichting worden overgeheveld. Dat zou juridische problemen geven.” En toen was daar het faillissement.
De gemeente laat de stichting keihard vallen, zegt raadslid Coen Bom van Hart voor Den Haag. „De kringloop heeft zoveel meer te bieden dan alleen tweedehands spulletjes. Het is een plek voor eenzame en kwetsbare mensen, die elders in de maatschappij niet functioneren.” Er is volgens Bom „weinig liefde en begrip” voor de situatie. Deze donderdag hoopte hij met een meerderheid in de raad ervoor te zorgen dat het college het doorstartplan nog eens onder de loep neemt. Maar volgens DENK-wethouder Nur Icar is dat station gepasseerd. De huurcontracten zijn opgezegd. „En we gaan ervoor zorgen dat er passende begeleiding naar ander werk komt, voor iedereen.”
Een blik met daarop koning Willem-Alexander en koningin Máxima in een kringloopwinkel van Schroeder.
Foto Bart Maat
‘Levenswerk’
Even verderop, in de Torenstraat, zit een van de kringloopwinkels van Schroeder. Khaled Selim (66) werkt al 29 jaar bij de stichting en is hier sinds veertien jaar filiaalmanager. Dertig jaar geleden kreeg hij een auto-ongeluk en kon niet meer werken. Via via kwam hij bij de kringloop terecht. Dit is zijn „levenswerk, zijn levensvreugde”. Hij zou nog één jaar doorgaan tot aan zijn pensioen. „En daarna blijven als vrijwilliger.”
Selim kan het allemaal niet bevatten. „Ik vind het zo zielig voor alle mensen met een beperking. Er wordt wel gezocht naar nieuwe plekken. Maar het is niet deze plek, snap je?”
Er wordt wel gezocht naar nieuwe plekken. Maar het is niet deze plek, snap je?
Hij wijst naar Marianne, een vrouw in een rood shirt. „Ik nam haar veertien jaar geleden aan”, zegt hij. „Ze was schuw en praat lastig. Maar hier is ze blij,” zegt hij. „Ja, toch Marianne?” Marianne knikt. Wat ze doet? „Boeken, speelgoed en cd’s sorteren. En dat doet ze heel goed.”
Het is druk. Bij de rij voor de kassa praat iedereen over het faillissement. „Ik kom nog even snel inkopen doen”, zegt een vrouw in de rij. „Ik ben heel erg geschrokken”, zegt bezoeker Annelen van de Giessen. Ze komt hier naar eigen zeggen al jaren. „Ik heb elektrohypersensitiviteit, ik kan niet tegen straling en zodoende zit ik in de ziektewet.” De teenslippers aan haar voeten kocht ze hier laatst nog. „Mooi hè, maar 3 euro. Waar ga ik dat straks nog vinden?”
Een demonstratie tegen het stopzetten van de gemeentesubsidie voor Schroeder, in het stadhuis van Den Haag.