N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Aardbevingen Turkije en Syrië Halsoverkop ontvluchtten bewoners de regio van de aardbeving in zuidelijk Turkije. Daar zijn sindsdien dieven gesignaleerd. Een Syrische vluchteling keert terug naar de verwoeste stad Antakya, op zoek naar paspoorten en een diploma.
Haifa zit in de huiskamer van Turkse vrienden in de Zuid-Turkse stad Adana. Iedereen staart met bezwaard gemoed naar de televisie, die dronebeelden vertoont van het historische centrum van de stad Antakya, dat na de aardbevingen is veranderd in een slagveld van smeulende puinhopen. „Hoe vaak heb ik daar niet gelopen”, verzucht Haifa, een Syrische brunette met groenblauwe ogen die niet met haar achternaam in de krant wil. Ze wijst naar de winkelstraat naast de rivier, die bezaaid is met brokken beton. „Het is gedaan met Antakya.” Het doet haar pijn om de stad, waar ze woonde sinds ze in 2014 uit Syrië is gevlucht, zo gehavend te zien. In dat multiculturele hoekje van Turkije had ze een tweede thuis gevonden.
De aardbeving heeft Haifa’s hele leven overhoop gegooid. Het appartement waar ze woonde met haar man Ghiath en hun 3,5 jaar oude zoon Aram is zwaar beschadigd, maar staat nog wel overeind. „Ik weet niet hoe we na de aardbeving buiten gekomen zijn”, zegt ze. „Omdat het zo hard regende, vroeg een vrouw in het Arabisch of we bij haar in auto wilden schuilen. Ze dacht dat ik de huisdeur open had laten staan en waarschuwde voor dieven. ‘Waar heb je het over?’, zei ik verbaasd. ‘We zitten middenin een ramp’. Ze zei: ‘Veel mensen maken misbruik van dit soort situaties. Het is hun tijd om te werken’. Ik kon het niet geloven. Maar ze had helemaal gelijk.”
Na de aardbevingen werden sommige winkels geplunderd in Antakya, dat dagenlang verstoken bleef van hulp. Mensen hadden honger. Maar er waren ook dieven die beschadigde en verlaten huizen binnendringen om waardevolle spullen te stelen. Daarom stuurde president Erdogan na het leger naar Antakya om de orde te handhaven. „Een vriendin die in Antakya is achtergebleven, belde om te zeggen dat ze dieven had gezien in de wijk”, vertelt Haifa. „Ze zei: ‘Als je thuis nog waardevolle spullen hebt, zou ik ze komen ophalen’. Daarom ga ik naar huis. Vooral onze paspoorten en mijn diploma tandheelkunde zijn belangrijk. Hopelijk kan ik ooit nog als tandarts aan de slag.”
Controleposten
Haifa heeft veel over voor dat diploma. In 2012, aan het begin van de Syrische burgeroorlog, is ze het gaan ophalen in de stad waar ze tandheelkunde heeft gestudeerd. Ze verbleef op dat moment in Hassakah, een stad in het overwegend Koerdische noordoosten van Syrië , waar haar ouders vandaan komen. „Ik heb er twintig dagen over gedaan om via Raqqa naar Hama en Homs te reizen om alle benodigde handtekeningen te krijgen”, zegt ze. „De bus waarin ik zat moest meermaals stoppen bij controleposten van strijdgroepen, waaronder het extremistische Jabhat al-Nusra. Vooral het laatste stuk was moeilijk. Er werd zwaar gevochten in het gebied waar we reisden.”
Tien minuten van angst is beter dan jaren van angst en stress
Haifa Syrische vluchteling
De rit van Adana naar Antakya belooft een stuk makkelijker te worden. Het is een uur of vier rijden, afhankelijk van het verkeer. De weg gaat zuidwaarts langs Iskenderun, een van oudsher Griekse havenstad. Rechts glinstert de Middellandse Zee, links schitteren de witte toppen van de Nurbergen, die een natuurlijke grens vormen tussen Anatolië en de Syrische provincie Idlib. Dit is de regio Hatay, die tot 1939 nog deel uitmaakte van Syrië. Maar na een omstreden referendum, waarvoor de Turkse regering tienduizenden Turken naar Iskenderun verhuisde, werd Hatay een Turkse provincie. Toch is de Arabische invloed altijd groot gebleven in het gebied, van de taal tot de pittige keuken.
Dat is een belangrijke reden dat Haifa zich thuis voelde in Antakya, zoals veel Syrische vluchtelingen. Ze werkte er als teamleider voor een kleine Turkse hulporganisatie. „Antakya is een prachtige stad, die lijkt op de historische Syrische steden zoals Damascus, Aleppo en Homs”, vertelt Haifa onderweg. „De inwoners van Antakya zijn gewend aan culturele diversiteit. Dit gaf de stad een speciaal karakter, dat zeldzaam is in Turkije. In de loop der jaren kregen we het gevoel dat we verantwoordelijke burgers van de stad waren. We leefden in Antakya, en de stad leefde in ons hart. Vanwege deze band wilde ik de stad niet verlaten om ergens anders werk te zoeken.”
Volksverhuizing
De aardbevingen hebben geleid tot een volksverhuizing. Naar schatting 2,2 miljoen burgers hebben het rampgebied in Zuid-Turkije verlaten. Deels op eigen initiatief, en deels geëvacueerd met bussen die zijn gecharterd door ngo’s, bedrijven, gemeenten en de centrale overheid. Hatay telde 1,6 miljoen inwoners, van wie 17 procent Syriërs. Zo’n 60 procent zou zijn vertrokken. Antakya maakt deze ochtend een desolate indruk. Op straat lopen alleen soldaten, die sjouwen met brandhout. „Ik heb het gevoel dat ik in Syrië ben”, zegt Haifa. Ze neemt de omvang van de schade in zich op. „Het zal jaren duren om alles weer op te bouwen.”
Haifa vond na de aardbeving aanvankelijk onderdak bij een vriend in Iskenderun. „Hij had een veilig huis, dat hij zelf had gebouwd na de Golfoorlog begin jaren negentig”, vertelt ze terwijl de auto het ene na het andere (half) ingestorte pand passeert. „Omdat Saddam Hoessein met Scudraketten dreigde, had hij zelfs een schuilkelder onder zijn huis gemaakt. Maar als gevolg van de aardbevingen had hij geen stromend water en elektriciteit meer. Hij had een buurtwinkel in het kuststadje Arsuz waar wel stroom was. Daar gingen we heen om onze telefoons op te laden. Maar het bleef behelpen. Daarom zijn we uiteindelijk uitgeweken naar een zomerhuis van vrienden bij de kuststad Mersin.”
Lees ook: Net terug, komt er weer een beving. Is de flat nog wel veilig?
Ongeveer een half miljoen ontheemden verblijven in pensions en hotels van de regering in steden als Mersin, Antalya en Adana. Haifa vertelt dat een Syrische vriend uit Antakya onderdak had gevonden in een studentenslaapzaal in Mersin. Totdat de politie om 2 uur ’s nachts bij de slaapzaal arriveerde en alle buitenlanders wegstuurde. „Ze moesten plaatsmaken voor Turkse gezinnen”, zegt Haifa. „Mijn vriend zei dat hij ook het Turkse staatsburgerschap had. Maar jij bent geen echte Turk, zeiden de agenten. Hij moest met zijn gezin vertrekken en zit nu in een hotel. Maar alles is extreem duur geworden. Mensen profiteren van de situatie. En dan hanteert de regering de slogan Tek Yürek (één hart).”
Bedolven onder bakstenen
Naast het appartement waar Haifa woonde, ligt een parkje met een speeltuin en de resten van een kampvuur. Het is een gok om de wankele resten van het gebouw binnen te gaan. Maar er zit weinig anders op. Een zijmuur van de entree is ingestort, de gasmeters bungelen aan de gebogen pijpen in de lucht. De trap is bedolven onder een berg bakstenen, die uit een muur erboven zijn geslagen. In veel muren zitten gaten en scheuren. Haifa’s appartement blijkt een enorme ravage. Ze vindt de doos met haar documenten, en ze neemt de camera en de laptop van haar man mee. Heel lang durft ze niet te zoeken, want ze vertrouwt het gebouw niet. Tien minuten later staat ze weer buiten.
„Ik wist dat het gebouw elk moment kon instorten”, zegt Haifa opgelucht. „Maar het verkrijgen van die documenten uit Syrië is een zeer moeilijke en complexe opgave. Zo zijn Syrische paspoorten de laatste jaren een droom geworden voor Syrische vluchtelingen die in de buurlanden wonen. Om nog maar te zwijgen van de exorbitante kosten. Vanwege de vele juridische obstakels kan het wel een jaar duren om een paspoort te krijgen. Om deze redenen is het ophalen van die documenten de risicovolle gok waard. Tien minuten van angst is altijd beter dan jaren van angst en stress.”