Twaalf nieuwe onderzeeërs, zevenduizend nieuwe langeafstandswapens en 15 miljard pond extra voor het Britse nucleaire wapenprogramma. Zes nieuwe wapenfabrieken en een nieuw cybercommandocentrum. Met dit soort investeringen moet het Verenigd Koninkrijk „er klaar voor zijn om oorlog te voeren” en voortaan zijn „vijanden weten af te schrikken”.
Want: „een nieuw tijdperk is aangebroken”, zei de Britse premier Keir Starmer (Labour) maandag, „met serieuzere, acutere en onvoorspelbaardere dreigingen dan wanneer dan ook tijdens de Koude Oorlog”. En de belangrijkste vijand op dit moment, spatte van zijn woorden af, is Rusland. „We kunnen de bedreiging die Rusland vormt, niet negeren.”
Premier Starmer en zijn minister van Defensie John Healey wilden een duidelijke boodschap afgeven: het VK neemt zijn defensie weer serieus, na decennia van onderinvesteringen. Aanleiding voor hun lijst maatregelen was het uitkomen van een analyse van de matige staat van de Britse krijgsmacht – en wat nodig is om die weer op peil te krijgen. Die evaluatie had Starmer meteen na zijn aantreden als premier vorig jaar juli al aangevraagd en de Londense politieke binnenwereld keek er al maanden naar uit.
De regering neemt alle ruim zestig aanbevelingen uit het rapport over. Eén van de belangrijkste conclusies daaruit is dat het VK nieuwe methodes voor oorlogsvoering moet ontwikkelen, vanwege alle technologische ontwikkelingen in de afgelopen jaren. Het rapport stelt ook een „nieuw tijdperk van dreiging en ongekende instabiliteit” vast, waarin de aard van oorlogsvoering in hoog tempo verandert. Volgens Britse militaire deskundigen is het rapport radicaler dan eerdere defensie-analyses en is het bedoeld om een cultuurverandering te bereiken bij zowel de krijgsmacht als bij het Britse publiek.
Toetsenbord als oorlogswapen
Militairen moeten volgens de aanbevelingen bijvoorbeeld het gebruik van drones integreren in hun gevechtstactieken, zoals dat in de oorlog in Oekraïne volop gebeurt. En het VK moet pro-actiever worden in online oorlogsvoering en zelf cyberaanvallen gaan uitvoeren. Het Britse ministerie van Defensie kreeg de afgelopen twee jaar tienduizenden cyberaanvallen, groot en klein, te verduren uit landen als Rusland, China en Iran. „Het toetsenbord is nu een oorlogswapen”, zei minister van Defensie Healey.
Deze aankondiging komt vlak voor de NAVO-top, later deze maand in Den Haag. Premier Starmer benadrukte maandag steeds dat de vernieuwingen óók ten goede komen aan de veiligheid van NAVO-bondgenoten. Starmer ziet het VK graag in een voortrekkersrol, zeker nu de Verenigde Staten onder president Donald Trump terugtrekkende bewegingen maken.
Alleen een belangrijke vraag rond die top is welke nieuwe norm de lidstaten afspreken voor hun jaarlijkse uitgaven aan defensie. En daarin lopen de Britten – nog – niet voorop. Landen als Polen, Estland en Griekenland geven relatief gezien meer uit. Het VK spendeert nu ongeveer 2,3 procent van zijn bruto binnenlands product aan de krijgsmacht en dat moet in 2027 zijn opgelopen naar 2,5 procent. Pas voor de volgende parlementsperiode, die loopt van 2029 tot 2034, is „de ambitie” om dat verder te laten stijgen naar 3 procent. Terwijl mogelijk de nieuwe NAVO-norm voor defensie-uitgaven op 3,5 procent zou komen te liggen, in plaats van de huidige 2 procent.
Starmer bleef maandag onduidelijk over de financiering van de nieuwe plannen en kreeg daar veel kritiek over van analisten en oppositiepartijen. Het bouwen van twaalf nieuwe onderzeeboten, een programma voor nieuwe kernkoppen en extra straaljagers die kernwapens zouden kunnen afvuren, zou samen al meer dan 3 procent van het bruto binnenlands product kosten, volgens voormalig minister van Defensie Ben Wallace van de Conservatieve Partij. Ook volgens de auteurs van het evaluatierapport is een verhoging van de uitgaven naar 3 procent „vitaal” om hun aanbevelingen te kunnen uitvoeren.
Binnenlands draagvlak
De aankondigingen gingen vooral over de productie van munitie en ander fysiek materieel, waarvoor ook nieuwe fabrieken moeten worden gebouwd. Over het aantrekken van nieuw militair personeel was de regering terughoudend, want leegloop is al jaren een structureel probleem voor het Britse leger. Per maand verlaten tussen de twee- en driehonderd militairen de krijgsmacht, meer dan ze aan nieuwe mensen kunnen aannemen.
Labour hoopt tegen 2029 zoveel verbeteringen te hebben doorgevoerd dat een stijging van de omvang van personeel dan weer reëel is. Premier Starmer zegde een salarisverhoging voor defensiepersoneel toe en meer geld om de huisvesting voor militairen te verbeteren. De wooncomplexen waar zij wonen, soms met gezin en al, zijn van matige kwaliteit en hebben veel achterstallig onderhoud.
In het Verenigd Koninkrijk bestaat wel draagvlak bij de bevolking voor investeringen in defensie, maar dat is veel minder vanzelfsprekend dan bijvoorbeeld in Oost-Europa. Daarom benadrukte Starmer maandag steeds dat deze plannen ook goed zijn voor de werkgelegenheid en duizenden banen zullen opleveren, verspreid over het land. Alleen feit blijft dat de miljarden die naar nieuwe wapens gaan, niet in andere publieke voorzieningen worden gestoken die ook heel goed investeringen kunnen gebruiken.
Volgende week komt het kabinet met de meerjarige financiële plannen. En door tegenvallende economische groei in het VK en hogere kosten van lenen voor de overheid is het waarschijnlijk dat andere departementen moeten bezuinigen, terwijl defensie dus meer budget krijgt. Of de minister van Financiën Rachel Reeves moet toch besluiten om de inkomstenbelasting te verhogen, tegen de verkiezingsbelofte van Labour in. Dat zouden weinig Britten haar in dank afnemen.
Lees ook
Op een historisch toepasselijke locatie belooft een Europese ‘coalition of the willing’ eigen plannen voor Oekraïne
