Hoe Anton Gaaei zijn demonen overwon en volwassen werd bij Ajax

Het is een bal die Anton Gaaei al honderden keren heeft gehad. Een strakke pass over de grond naar zijn positie, rechts achterin, dicht tegen de zijlijn. Een tegenstander is onderweg om hem onder druk te zetten, maar Gaaei heeft nog een seconde of twee, een eeuwigheid op dit niveau. Zijn opdracht is duidelijk: aannemen en direct richting kiezen. Liefst vooruit, zodat hij een middenvelder of aanvaller kan aanspelen. Staat er niemand vrij, dan achteruit, terug naar de keeper. Een routinehandeling voor een speler op zijn positie.

Maar niets voelt vertrouwd op deze zomerse zondagmiddag, 24 september 2023.

De vorige avond heeft Gaaei naar huis gebeld om zijn ouders in Denemarken te vertellen wat tijdens de training was gebeurd. Duizenden fanatieke supporters hadden langs de kant gestaan. Er waren fakkels, vuurwerk, gezang. Het was geweldig, vertelde Gaaei die avond aan de telefoon, hij had zo’n zin in de wedstrijd. Een onverwachte basisplaats tijdens Ajax – Feyenoord, wat een kans om zich te laten zien aan het thuispubliek.

Nu wil hij het liefst onzichtbaar zijn. De fans die hem een dag eerder zoveel energie gaven, jagen hem angst aan. Ruim 50.000 zijn er, zoveel inwoners telt het stadje niet eens waar Gaaei tot anderhalve maand geleden voetbalde. Wat hij precies voelt, hij weet het niet. Dit is nieuw voor hem. Ontzettend trillerig, komt nog het dichtst in de buurt, iets wat alleen maar erger is geworden na de eerste tegengoal. Zijn fout was het, hij liet zich zomaar wegzetten in een duel.

In de thuiswedstrijd tegen Feyenoord (0-4) werd Gaaei al na een half uur gewisseld.
Foto Pim Waslander / Getty

Gaaei controleert de pass van de centrale verdediger. Maar zijn benen kiezen geen richting. Wat nu? Hij heeft nog heel even tijd om een keuze te maken, vooruit of achteruit. De tegenstander sprint op hem af. Gaaei’s voeten staan vast, hij ramt de bal naar het midden, ver buiten bereik van zijn keeper. De spits van Feyenoord pikt simpel op, dribbelt een paar passen en schiet binnen. 0-2. Hels gefluit klinkt van de tribunes. Niet veel later gaat het bord omhoog. Nummer 3, inrukken. Er is iets meer dan een half uur gespeeld.

Gaaei is niet boos om de wissel, opgelucht evenmin. Hij zet het op een lopen. Zijn coach kijkt langs hem heen als hij de catacomben in rent, naar de eenzaamheid van de even grote als lege kleedkamer.

Een kleine 800 kilometer verderop, in een bescheiden bungalow in het landelijke dorpje Bruunshab midden op Jutland, is Pia Gaaei inmiddels naar de slaapkamer van haar jongste zoon gevlucht. Weg van de televisie in de woonkamer, waar haar echtgenoot Carsten Gaaei de wedstrijd live volgt. Maar ze hoort aan zijn commentaar wat er gebeurt in Amsterdam. De wissel, nog een tegengoal, vuurwerk op het veld, en nog eens, wedstrijd gestaakt. Even later bestormen hooligans de hoofdingang. „Wat is dit allemaal?”, appen ze aan Simon, hun oudste zoon, die in het stadion zit. En is Anton veilig?

Pas een uur of drie later krijgen ze de broers aan de lijn, als die in hun pas betrokken appartement in Amsterdam-Zuid zijn aangekomen. De jongste huilt, hij zit er helemaal doorheen. En hij voelt zich schuldig, is boos op zichzelf. Typisch Anton, denkt zijn moeder.

1.Ontheemd in Amsterdam

Wij zijn Ajax wij zijn de beste, luidt een leus van de supporters. In de betere jaren stralen elftallen van Ajax dat ook uit. Teams vol bluf, frivoliteit, arrogantie zelfs.

Dat is allemaal weg bij de ploeg die vorig jaar een rampseizoen beleefde. Zo slecht was het, zo vernietigend de kritiek, dat spelers er ‘mentale littekens’ aan hadden overgehouden, merkte coach Francesco Farioli toen hij afgelopen zomer bij Ajax begon. Gebrek aan zelfvertrouwen. Faalangst. Hij zag ook een groep die er alles voor over had revanche te nemen. Te laten zien aan de buitenwereld én zichzelf dat ze goed genoeg waren om voor Ajax te spelen.

Dat gebruikte de Italiaan. Van een onzekere groep zonder samenhang smeedde hij in korte tijd een hecht collectief met een missie. Hij eiste tomeloze inzet en overlaadde zijn spelers tegelijkertijd met vertrouwen. Basisspelers én wissels.

Het werkte, tot een paar wedstrijden voor het eind. Het spel was meestal niet mooi, lelijk soms zelfs, maar Ajax blonk uit in onverzettelijkheid, discipline, wilskracht. De fans, voorheen vaak getypeerd als verwend, sloten de ploeg in de armen. Na het laatste duel volgde een ovationeel applaus, zelfs al was de titel verspeeld na een uitzonderlijke zwakke reeks in de laatste weken.

Niemand staat zo symbool voor dit Ajax, én het vorige, als Anton Gaaei. Ontheemd oogde hij, verguisd door analisten, gehaat op sociale media. Sinds een half jaar is hij basisspeler, geprezen door zijn trainer om zijn mentaliteit en fitheid. „Een machine op de flank”, noemde de inmiddels vertrokken Farioli hem eerder dit jaar.

Ontheemd oogde hij, verguisd door analisten, gehaat op sociale media

Waarom ging het zo mis met Anton Gaaei? Wat doet zo’n periode met een jonge speler en zijn omgeving? Hoe heeft hij zich teruggeknokt? En hoe verklaart hij het recente verval?

NRC reisde naar Denemarken en sprak uitgebreid met zijn naaste familie. Ook zijn mental coach, met wie Gaaei wekelijks contact heeft, vertelde met goedkeuring van de speler over zijn ervaringen met de Deen. Gaaei zelf deed zijn verhaal in zijn appartement in Amsterdam Zuid. Over druk, verdriet, vertrouwen en volharding.

Of: wat het de voorbije twee seizoenen betekende om de rechtsachter van Ajax te zijn.

2 Op zoek naar een plek aan tafel

Psycholoog Bram Meurs kan zich zijn eerste indrukken nog goed herinneren. Het zijn de laatste weken van augustus 2023, Gaaei heeft net een vijfjarig contract getekend bij Ajax. In een filmpje van de clubzender is het moment vastgelegd: als Gaaei zijn krabbel heeft gezet, krijgt hij een bovenhandse handshake van technisch directeur Sven Mislintat, het handelsmerk van de Duitser. Mislintat straalt ontspanning en vertrouwen uit. Gaaei oogt zelfverzekerd. Hij spreekt van „een van de mooiste dagen van mijn leven” en kan niet wachten op de eerste thuiswedstrijd, de kennismaking met de fans.

Meurs, namens de Talent Academy Group gedetacheerd bij Ajax om de spelers mentaal te begeleiden, ziet iets anders. De psycholoog bouwt snel een vertrouwensband op met Gaaei, die de persoonlijke aandacht prettig lijkt te vinden. Maar in de spelersgroep is de nieuweling stil, gespannen, zoekende naar zijn plek in de hiërarchie. Soms letterlijk: als de selectie gaat eten na een training, aarzelt Gaaei aan welke tafel hij zal plaatsnemen.

Als de selectie gaat eten, aarzelt Gaaei aan welke tafel hij gaat zitten

Normaal gedrag, denkt Meurs. Spelers die van buiten komen, krijgen bij Ajax in een klap met vijftig tot zestig nieuwe gezichten te maken. Teamgenoten, trainers, begeleiders. Bovendien ontbreekt een stevig ‘geraamte’ in de selectie, een kern van gearriveerde voetballers die al langer bij de club spelen. Jongens die iedereen kennen en weten hoe alles werkt, nieuwkomers opvangen, een geintje met ze maken om de spanning te breken.

Gevestigde namen als Dusan Tadic, Jurriën Timber en Davy Klaassen zijn vertrokken. Twaalf aankopen haalt Mislintat die zomer naar Amsterdam, vrijwel allemaal uit het buitenland. Sommigen spreken geen Engels. De trainer, Maurice Steijn, is ook nieuw en heeft nog nooit bij zo’n grote club gewerkt. Iederéén is zoekende, merkt Meurs. Gaaei nog het meest, want hij is jong, twintig nog maar, en komt uit een omgeving die in niets lijkt op de binnenwereld van Ajax. Bovendien: hij is nu eenmaal niet het type dat zich direct op zijn gemak voelt op een nieuwe plek.

Ouders Pia en Carsten Gaaei stuurden hun zoon als tiener naar een kostschool gericht op sport en sociale ontwikkeling.

Foto’s Mikkel Berg Pedersen

Gaaei weet dat van zichzelf. Hij is zestien als zijn ouders hem afzetten voor een jaar efterskole, een Deense variant van een kostschool voor jongens en meisjes, die vooral is gericht op sociale ontwikkeling, met veel ruimte voor sport en muziek. Hij heeft gekozen voor een school in de buurt van Kjellerup, gelegen in de glooiende groene velden van centraal Jutland. Het is maar een kwartiertje rijden vanaf de bungalow in Bruunshab, in de weekenden mag hij naar huis. Toch is hij bloednerveus die eerste schooldagen, met al die nieuwe gezichten om hem heen.

Mede daarom vinden zijn ouders de efterskole een goed idee: het zal hem uit zijn schulp te helpen. Hun jongste zoon is vriendelijk, gedisciplineerd en beleefd. Hij kan met iedereen overweg. Maar hij is ook verlegen en op zichzelf. Hij trekt zich graag terug op zijn kleine kamer, direct tegenover die van zijn vijf jaar oudere broer Simon. Wanneer zijn klas eens repeteert voor een theatervoorstelling, vertelt hij thuis vrolijk dat hij een belangrijke rol heeft bemachtigd. Het blijkt te gaan om een plek in de coulissen, Anton beheert het licht.

Op weg naar een bestaan als voetballer is de kostschool geen logische stap. De instelling heeft een aardig voetbalteam en geeft veel gelegenheid om te sporten, maar het gaat er aanzienlijk minder serieus aan toe dan in een profopleiding. Er zijn zelfs kostscholen in de buurt met een betere reputatie op voetbalgebied. Het vormt geen bezwaar. Vier jaar voordat Anton Gaaei een contract tekent bij Ajax lijkt zelfs een bescheiden profcarrière in Denemarken buiten zijn bereik te liggen.

Dat is min of meer zijn eigen keuze. Als kleuter voetbalt Anton eindeloos met zijn oudere broer op de paar vierkante meter betegelde tuin aan de zijkant van de bungalow. Later gaat hij bij de dorpsclub spelen. Hij is snel, heeft een goed schot en zijn talent wordt opgemerkt door scouts van profclub Viborg FF. Vanaf zijn negende speelt hij als rechtsbuiten in de jeugd van de lokale profclub, die pendelt tussen de Deense eredivisie (de Superliga), en het tweede niveau.

Hier verliest hij na een paar seizoenen het plezier in het spelletje. De club heeft veel aandacht voor de paar talenten die er boven uitsteken, de rest dient vooral als opvulling. Gaaei hoort bij de tweede groep. Hij wordt vrijwel iedere wedstrijd gewisseld, vaak al in de rust, en krijgt nauwelijks vertrouwen van de trainers. Die hebben allang besloten wie het eerste elftal gaan halen, concludeert hij, waarom zou ik hier nog zoveel tijd en energie in steken? Gedesillusioneerd besluit hij terug te gaan naar zijn oude vereniging.

Op de kostschool in Kjellerup hervindt Gaaei het plezier in het voetbal

Pas twee jaar later, op de kostschool in Kjellerup, hervindt Gaaei de vreugde in het voetbal. Dankzij de vrienden die hij er maakt als hij zich na een paar weken op zijn gemak begint te voelen. Maar vooral dankzij Poul Erik Kristensen, zijn coach. Een innemende man, vinden de tieners, altijd een lach op zijn gezicht. Kristensen traint zijn pupillen fanatiek, buiten het veld praat hij veel met ze.

Ook met de schuchtere Gaaei, die met de week beter gaat spelen. Hij draaft, passt, scoort en is al gauw met afstand de beste speler van het team dat voor het eerst in de schoolhistorie kampioen wordt. Aan het eind van het jaar is Kristensen overtuigd: Gaaei heeft de potentie om een topspeler te worden.

Was zijn coach die zomer niet naar Viborg FF gestapt om te vertellen dat ze een groot talent over het hoofd zagen, dan had Gaaei nu hoogstwaarschijnlijk in een Deense collegezaal gezeten. Maar Kristensen klopt aan in Viborg, dreigt zelfs zijn speler naar een concurrent te brengen als ze hem geen kans geven.

En zo, dankzij het vertrouwen van een kostschooltrainer, keert Gaaei op zijn zeventiende terug bij de club die hij een paar jaar eerder voorgoed dacht te verlaten.

Dit keer is hij vastbesloten het eerste te halen. Als Gaaei tijdens een training van het beloftenteam zijn arm breekt, vraagt hij zijn ouders een fitnessfiets in de keuken te zetten. Met zijn arm in het gips rijdt hij er 600 kilometer op in drie weken.

Simon ziet het bewonderend aan. Ik mag de makkelijke prater zijn en qua voetbaltalent niet voor mijn broertje onderdoen, denkt hij, Anton heeft de drive en het doorzettingsvermogen om zijn droom waar te maken.

Die bestaat op dat moment uit een profcontract bij Viborg, tegen een salaris waarvan je net rond kunt komen. Op zijn achttiende is het zover. En dan gaat het snel met Gaaei, in die jaren nog altijd vleugelaanvaller. Een paar invalbeurten, blessure van de vaste rechtsachter, een coach die een oplossing zoekt. Zou Gaaei daar niet kunnen spelen, met zijn kracht, dynamiek en traptechniek?

Hij beleeft een indrukwekkend debuutseizoen, verzamelt overtuigende statistieken. De Engelse club Brighton belt, hoe denkt hij over de Premier League? Dan Sven Mislintat. Ajax wil hem hebben. De club van Laudrup, Dolberg, Eriksen. Ook van Cruijff, Van Basten, Bergkamp. Gaaei heeft zijn keuze gemaakt.

In een videocall met de technisch directeur hoort hij wat Ajax met hem van plan is. Mislintat gelooft in zijn kwaliteiten, maar het verschil tussen de Deense middenmoot en de Nederlandse top is groot.

Ajax gaat hem rustig brengen, belooft de Duitser.

3Een wereldkaart van lego

Op maandagochtend 26 februari 2024 stapt Gaaei The Breakfast Club binnen op de Amsterdamse Zuidas. Hij heeft een pet over zijn voorhoofd getrokken, zo laag dat zijn ogen nauwelijks zichtbaar zijn. Ook de rest van zijn gezicht vertoont weinig emotie, ziet mental coach Bram Meurs. Maar zodra ze beginnen te praten, merkt hij hoe diep het verdriet zit bij de Deen.

Gaaei maakte de beslissende strafschop in de voorrondes van de Europa League tegen Panathinaikos.

Foto Marcel van Dorst / Getty, Foto Maurice van Steen / ANP

Een dag eerder is Gaaei in de uitwedstrijd tegen AZ al voor rust gewisseld. Opnieuw. Een te makkelijk verloren duel leidt de eerste tegengoal in, net als tegen Feyenoord een half jaar eerder. Even later valt een afgeslagen hoekschop voor zijn voeten. Gaaei is de achterste man, zijn teamgenoten staan verzameld in de buurt van het doel van AZ. Hij kapt terwijl hij moet passen: bal kwijt. De tegenstoot gaat rakelings naast, maar coach John van ’t Schip – de opvolger van de ontslagen Steijn – heeft genoeg gezien. Zijn rechtsback vormt een acuut risico en moet direct naar de kant.

Diep weggedoken in de capuchon van zijn jas ziet hij vanuit de dug-out hoe Ajax de wedstrijd verliest. Later, in de kleedkamer, opent Gaaei zijn telefoon. Talloze notificaties, van reacties op foto’s die hij eerder op Instagram heeft geplaatst. Hij kan de inhoud raden. Na zijn wissel tegen Feyenoord las hij de stroom commentaren van supporters die hoopten dat hij nooit meer een Ajax-shirt aantrok. En berichten van enkelingen die hem dood wensten. Dit keer niet. Zonder te lezen verwijdert hij al zijn foto’s.

De klap is er niet minder om. Gaaei dacht dat hij de zwaarste periode bij Ajax achter de rug had. Na het debacle tegen Feyenoord is het helemaal misgegaan met de club. Ontslag van Mislintat, vrije val op de ranglijst, laatste plaats, ontslag Steijn. De sfeer in het team was slecht. Niet dat er ruzie was, maar het ontbrak aan zelfvertrouwen en leiderschap.

Met de komst van Van ’t Schip is Ajax iets beter gaan draaien. Spelers voelen zich prettig bij hem. Ook Gaaei. Hij speelt regelmatig onder de nieuwe coach, traint hard, valt niet uit de toon. Hij weet dat hij veel beter kan, dat hij veel beter moet, maar dat geldt voor de hele ploeg.

Gaaei heeft veel aan Kenneth Taylor. De jonge middenvelder beleeft eveneens een moeilijk seizoen, maar neemt toch de moeite zich om zijn Deense ploeggenoot te bekommeren. Af en toe een bemoedigend appje, een arm om de schouder, wegwijs maken op de club.

Buiten het veld geven zijn Deense familie en vrienden houvast. Hij trekt veel op met zijn oudere broer, die een tussenjaar heeft genomen om hem te ondersteunen. Soms pakken ze de metro de stad in, vaker kijken ze films of spelen ze darts, Playstation en Yahtzee in de woonkamer van het appartement dat groter is dan hun ouderlijk huis.

De broers Gaaei waren al close, in die moeilijke maanden groeien ze nog meer naar elkaar toe

De broers waren al close, in deze periode groeien ze nog meer naar elkaar toe. Simon merkt dat Anton zijn steun waardeert, al is zijn broertje niet het type dat daar snel over zal praten. Hij is meer van het gebaar. Als Simon een paar dagen naar zijn studentenwoning in Aarhus vertrekt, stuurt Anton hem een Ajax-shirt met opschrift: ‘Aan de beste broer ter wereld, van Anton, ik hou van je’.

Vrienden komen langs. Voor de gezelligheid, maar ook omdat Gaaei wil dat ze zich een voorstelling kunnen maken van zijn wereld. Hoe groot Ajax is, wat de club voor mensen betekent. Wanneer hij het voetbal even wil vergeten, concentreert hij zich op zijn lego. Hij werkt wekenlang aan een wereldkaart, gemaakt van bijna 12.000 blokjes. Hij maakt bloemen, een papegaai, de skyline van New York en Dubai. En hij belt met Poul Erik Kristensen, zijn kostschooltrainer, die lijdt aan de progressieve spierziekte ALS.

Op de moeilijkste momenten denkt Gaaei aan Oudejaarsdag 2017. Hij is net vijftien als hij ziet dat zijn vader in elkaar zakt tijdens een hardloopevenement in Viborg. Hartaanval. Carsten Gaaei raakt in coma en komt pas twee dagen later weer bij. Hij overleeft, maar al die tijd denkt Anton dat zijn vader doodgaat. Het is een herinnering die hem helpt het voetbal te relativeren.

Relativeren is niet wat Bram Meurs doet in The Breakfast Club, de dag na AZ. De dag nadat analisten, onder wie Gaaei’s landgenoot Kenneth Perez, op televisie en in kranten hebben geconcludeerd dat hij simpelweg te slecht is voor Ajax. Gaaei heeft voor de tweede keer voor het oog van miljoenen kijkers gefaald. En Meurs, ooit profvoetballer bij FC Eindhoven, begrijpt hoe ellendig dat moet zijn. Nu zeggen dat het wel meevalt, zou Gaaei het gevoel geven dat hij niet serieus wordt genomen, denkt Meurs.

Ze praten over hoe het nu verder moet. Een paar ploeggenoten hebben laten weten dat ze met hem meeleven. Van ’t Schip heeft Gaaei verzekerd dat de club vertrouwen in hem heeft. Maar hij heeft bescherming nodig, vinden zowel de trainer, de dokter van Ajax als zijn mental coach. En tijd. Tijd die hem vóór zijn komst al was beloofd, om te wennen aan zijn medespelers, het tempo, de positionering die veel meer van hem vraagt dan in Denemarken. Tijd die hij niet heeft gekregen.

Het voorstel van Meurs en Van ’t Schip is dat hij een paar dagen naar zijn ouders gaat om mentaal aan te sterken. Even ‘uit de situatie’, zoals dat heet. Daarna keert hij terug, maar in eerste instantie in de luwte. Te beginnen bij de beloften, dan af en toe een invalbeurt bij het eerste. Gaaei stemt in.

Meurs vraagt Gaaei wat hem definieert als speler. Wat zijn wapens zijn, wanneer hij een goede wedstrijd speelt. Hij heeft een goede trap, antwoordt Gaaei, en is fysiek ijzersterk, hij kan vrijwel ongelimiteerd langs de lijn draven. Als hij daarnaast agressief is in de duels, is hij van waarde voor Ajax.

„Richt je daarop”, zegt Meurs. Alles wat je moeilijk vindt, het positioneren tussen de linies, de bal vragen in de drukte – specialiteiten van verdedigers die de Ajax-opleiding hebben doorlopen – komt later wel. Terug naar de basis. Dat geeft duidelijkheid, overzicht, controle.

Bij een invalbeurt een paar weken later hoort Gaaei applaus als hij het veld in komt, alsof het publiek heeft besloten hem te steunen in zijn gevecht. Dan volgt een basisplaats tegen Go Ahead Eagles, thuis. Na 24 minuten ramt de opgestoomde Deen een voorzet met een geweldige volley in de bovenhoek: 1-0. Voor het eerst zien de Ajax-fans een glimp van de speler die in Viborg bijna wekelijks uitblonk. Gaaei rent naar de tribunes, laat zich omarmen door juichende supporters.

Hij denkt: ik kan hier nog steeds slagen.

Anton Gaaei toont zijn verzameling voetbalschoenen.
Foto Mikkel Berg Pedersen

4‘Sure, we’ll fix that’

In de vensterbank van de Amsterdamse woonkamer van Gaaei staat een ingelijste foto van een grote eik, met daarbij een Deense tekst:

Een eikeltje heeft al alles in zich om uit te groeien tot een grote eik. En de mogelijkheid van honderden, duizenden nieuwe eikeltjes zit erin verborgen. En van honderden en duizenden bomen. Het omvat feitelijk het hele bos. Het eikeltje is al alles, en alles zit in het eikeltje. Net als in jou.

De zinnen komen uit een appje dat Gaaei op 4 december 2024 ontvangt van Felipe Mateos, een van de assistenten van coach Francesco Farioli. Hij is op dat moment tweede keus achter de technisch begaafde Devyne Rensch, een typische Ajax-verdediger. Gaaei interpreteert de woorden van Mateos als een aanmoediging, een blijk van geloof in zijn potentie om uit te groeien tot een vaste waarde.

Het is dit soort kleine signalen die grote betekenis hebben voor Gaaei. Hij voelt zich gezien, onderdeel van het team, ook al is hij geen basisspeler. De Deen is niet de enige voor wie dit geldt. Onder Farioli is de spelersgroep in korte tijd veel hechter geworden, ziet hij. Dankzij zijn vaak bekritiseerde beleid om de basisopstelling regelmatig radicaal te wijzigen, waardoor iedereen kansen krijgt en een bijdrage levert. Door de lange, intensieve dagen die ze samen maken op trainingscomplex De Toekomst. De aandacht die Farioli en zijn assistenten geven aan álle selectiespelers.

Al in de eerste maanden van het seizoen merkt Gaaei dat zijn zelfvertrouwen groeit. Dat hij plezier heeft. Hij houdt van de teambesprekingen van Farioli, waarvoor de Italiaan steeds weer andere invalshoeken en metaforen bedenkt om zijn spelers te prikkelen. Hij verbaast zich over de voor hem ongekende mate van detail waarin de trainer zijn spelers tactisch op wedstrijden voorbereidt. Ook dat geeft comfort: zelden wordt het Ajax van Farioli verrast door een tegenstander.

De bevestiging van het vermoeden dat dit een ander seizoen wordt, krijgt Gaaei op 15 augustus, een jaar nadat hij zijn contract tekent bij de club. Ajax speelt thuis in een volle Arena tegen het Griekse Panathinaikos om een ticket voor de groepsfase van de Europa League. Het komt op strafschoppen aan. Invaller Gaaei komt aan de beurt als vrijwel iedereen is geweest, maar nog steeds geen beslissing is gevallen. Als hij mist, is het voorbij. Hij is gespannen, natuurlijk, maar heeft zijn lichaam onder controle. Hij schiet de bal hard en feilloos in de rechterhoek.

De penaltyreeks lijkt eindeloos te duren. Steeds als Ajax of Panathinaikos het kan afmaken, faalt degene die het moet doen. Na 33 strafschoppen heeft de ploeg van Farioli weer ‘matchpoint’. Aanvoerder Jordan Henderson is aan de beurt, maar Gaaei vraagt of híj hem mag nemen. Dit is zijn kans om echt belangrijk te zijn voor het team, te laten zien dat hij met druk om kan gaan, revanche te nemen voor wat de voorbije periode allemaal is gebeurd. Het mag. Diepe zucht, nog een, aanloop, schot naar links, keeper naar rechts. Doelpunt.

In Bruunshab maakt Carsten Gaaei die avond zijn vrouw wakker. In het stadion naar haar zoon kijken lukt wel, ze weet niet eens precies waarom, maar sinds de wissel tegen Feyenoord en de haatberichten op sociale media kan Pia Gaaei het niet meer aan de wedstrijden te zien op de tv in de woonkamer. De herinnering aan die pijnlijke middag in september zit nog te diep. Als ze van haar man hoort wat er is gebeurd, komt ze uit bed. Tot diep in de nacht kijken ze naar herhalingen, interviews en analyses van de wedstrijd.

Vanaf dat moment presteert Gaaei zoals Ajax. Het is niet altijd spectaculair, maar aanzienlijk beter en stabieler dan in zijn debuutjaar bij de club. Blunders blijven uit, hij lijdt veel minder balverlies, scoort af en toe en is gevaarlijk met zijn voorzetten. Als Rensch in de winterstop vertrekt, promoveert Gaaei tot basisspeler. Even later mag hij corners en vrije trappen nemen. Meurs ziet dat de Deen speelt om zich te laten zien, niet langer om geen fouten te maken.

Ook sociaal is hij steeds meer op zijn plek. Dat hij aanvoerder Henderson durft te vragen een shirtje van zijn idool Trent Alexander-Arnold mee te nemen uit Liverpool, markeert dit voor hem. „Sure, we’ll fix that”, reageert de Engelsman.

Gaaei speelt niet langer om geen fouten te maken, maar om zich te laten zien

Af en toe spoken de nare ervaringen nog door zijn hoofd. Zoals begin februari van dit jaar, voor de thuiswedstrijd tegen Feyenoord. Maar die gedachten verlammen hem niet meer.

Zijn vader en broer zitten op de tribune als Gaaei een uitstekende wedstrijd in blessuretijd bekroont met de assist bij het winnende doelpunt. Met exact de juiste snelheid krult hij de bal langs de verdedigers van Feyenoord, precies in de loop van Kenneth Taylor. En zijn moeder? Die juicht thuis, alleen, voor de televisie in de woonkamer.

5Een knuffel van de coach

Op donderdag 22 mei rijdt Gaaei ruim achthonderd kilometer van Amsterdam naar zijn ouderlijk huis in Bruunshab. Het seizoen met Ajax zit erop. Hij heeft genoeg om over na te denken.

Negen punten voorsprong had Ajax op PSV met nog vijf wedstrijden te gaan. Toch ging het mis. Terwijl afwisselend Nederlandse, Deense en Amerikaanse hiphop uit de boxen schalt, denkt hij aan verprutste kansen, het fatale tegendoelpunt in de laatste minuut tegen FC Groningen. Was het mentale vermoeidheid? Stress? Het moet bijna wel, maar zo heeft hij het niet ervaren. Gaaei begrijpt het nog steeds niet.

Hij mijmert over de voorbije maandag, de dag na de laatste competitiewedstrijd, toen Farioli op het trainingscomplex vertelde dat hij de club ging verlaten. Eventjes had niemand iets gezegd, iedereen was perplex. Later gingen ze met z’n allen naar buiten, het trainingsveld op, waar Farioli de spelers een voor een apart nam en omhelsde. „Ik hoop echt dat ik je later nog eens tegenkom”, had Gaaei gezegd.

Het vertrek van de trainer raakt hem nog meer dan het verspeelde kampioenschap, merkt hij. Zoals Kristensen hem in zijn kostschooljaar hielp het plezier in het spelletje terug te vinden, zo heeft Farioli hem geholpen zijn zelfvertrouwen te herwinnen bij Ajax.

In de dagen daarna, thuis in Bruunshab, maakt frustratie en teleurstelling langzaam maar zeker plaats voor berusting en trots op een goed seizoen. Op maandag wordt hij gebeld. Het is de bondscoach van Denemarken, die hem complimenteert met zijn prestaties en vertelt dat hij is opgeroepen voor de nationale ploeg. Het is tijd om zijn blik weer vooruit te richten: met een beetje geluk maakt hij 7 juni zijn debuut tegen Noord-Ierland.

Op zaterdag 7 juni kan Anton Gaaei zijn debuut maken voor het Deense elftal.
Foto Mikkel Berg Pedersen