Nederland heeft een zeeklimaat. Maar Maastricht is al een beetje Midden-Europa. Het is er vaak net een paar graden warmer dan elders in Nederland. En binnen de stad slaat warmte op de ene plek meer toe dan op de andere. Het Sphinxkwartier, een voormalige industriewijk die ontwikkeld wordt tot een buurt waarin gewoond en gewerkt wordt, is zo’n locatie die in de zomer op hittekaarten vuurrood kleurt. Als op zeer warme dagen op de koelste plekken van Maastricht de gevoelstemperatuur 38 graden Celsius bereiken, kan het in deze wijk aan de rand van het centrum tot 14 graden warmer aanvoelen.
Veel van de bewoners hebben het idee dat klimaatbestendigheid niet de hoogste prioriteit had, en heeft, in het deel van het Sphinxkwartier dat de afgelopen jaren gereedkwam. Gea Dekkers kocht hier een woning: „Het lijkt vooral te gaan om het ontwikkelen van zoveel mogelijk woningen in het gebied.” John Geelen, die er een woning huurt: „En ondergrondse parkeerplaatsen, ook die voor de vele bezoekers van Maastricht, zijn ook een verdienmodel.” Door de bouw daarvan kunnen bomen niet wortelen. In de binnentuinen van de diverse complexen, veel daarvan in handen van beleggers of Verenigingen Van Eigenaren, is nog wel groen te vinden. Maar veel straten in de inmiddels afgeronde zuidelijke helft van het Sphinxkwartier ogen als een stenen woestijn en lijken met slechts een handvol bomen in weinig op de artist impressions uit de folders van een paar jaar geleden, die volop vegetatie en „overkolkend groen” beloofden.
Lees ook
Lees ook: Met een beetje hulp is de hitte de stad uit te jagen
Maandag is het Heat Action Day, een dag waarop het Internationale Rode Kruis aandacht vraagt voor de dreiging van extreme hitte en wat er gedaan kan worden om die te verminderen. Ook in Nederland worden tal van activiteiten georganiseerd om het onderwerp onder de aandacht te brengen. We zullen de komende jaren meer last krijgen van de toenemende warmte. Inwoners van steden het meest, met kinderen, ouderen en chronisch zieken als meest kwetsbare groepen.
Goede voornemens
De Klimaatadaptatiestrategie 2023-2027 van de gemeente Maastricht kan onmogelijk de oorzaak zijn van het weinige groen in de openbare ruimte van het Sphinxkwartier. Die staat vol goede voornemens: biodiversiteit en bewustzijn van klimaatadaptatie moeten groter, het aantal vierkante meters bedekt met klinkers, tegels en asfalt moet omlaag, Maastricht verdient vergroening en de hele stad meer bomen.
Maar de bewoners hoorden vooral vaak wat allemaal niet kon. Geelen: „Ze hebben het steeds over parkeergarages, leidingen en kabels. Wortels van bomen en struiken zouden te veel stuk maken. En ook het industriële verleden wordt aangehaald.”
De geschiedenis blijkt ook een argument. Het Sphinxkwartier verrijst in het gebied waar met de aardewerkfabrieken van Petrus Regout (het latere Sphinx) bijna twee eeuwen geleden de industrialisatie van Nederland begon. „Omdat er in de tijd van de fabrieken niet veel groen stond, moet er nu ook niet te veel komen. De geest van toen moet hier een beetje blijven hangen.”
De Frans Fouraschenstraat in het Maastrichtse Sphinx-kwartier is een van de weinige straten in de wijk waar wel bomen staan.
Foto Chris Keulen
Via de Burgerbegroting, een deel van het gemeentebudget dat beschikbaar gesteld wordt voor het uitvoeren van ideeën van burgers, zagen de bewoners een opening om hun wijk hittebestendiger te krijgen. „We dienden een uitgewerkt plan in”, vertelt Dekkers. Veel meer bomen en ander groen in volle grond. Alleen boombakken waar dat niet anders kan. Meer geveltuinen. „Uiteindelijk kregen we alleen 10.000 euro toegewezen voor drie grote groenbakken.” Om de gemeente alsnog enthousiast te krijgen voor het bredere plan, kwam er een bewonersinitiatief Sphinx moet Groener. Dekkers, die voorzitter werd: „We haalden driehonderd handtekeningen op.” Geelen, lid van het kernteam van Sphinx moet groener: „Een veel kleinere groep bewoners biedt weerstand, vooral omdat we in het kader van de verkeersveiligheid ook eenrichtingsverkeer voorstelden.” Het initiatief richt zich ook op leefbaarheid; met aandacht voor kinderspeelplaatsen, verkeersveiligheid, ontmoetingsplekken op straat. De weerstand kwam ook van een enkeling die huiverig is voor bomen vanwege blad en schaduw, en omdat ze vogels aantrekken (vogelpoep, geluid, vallende takjes).
Veel straten lijken in weinig op de artist impressions, die volop vegetatie en ‘overkolkend groen’ beloofden
Geveltuintjes
Verantwoordelijk wethouder Frans Bastiaens (Senioren Partij Maastricht, stedelijke ontwikkeling en veerkrachtige wijken) was de afgelopen dagen niet bereikbaar voor commentaar. In een raadsinformatiebrief van 20 februari van dit jaar kondigde hij de verplaatsing van vijf boombakken aan van elders naar de nogal stenige Dr. Frans Fouquetstraat. Er komen daarnaast nieuwe bakken en – indien kabels, leidingen en andere zaken in de bodem geen beletsel vormen – ook twee bomen in de volle grond.
Volgens Bastiaens is er ook ruimte voor geveltuinen. De straten zijn breed genoeg om dan nog vijf meter aan rijbaan voor gemotoriseerd verkeer over te houden. „Dat de geveltuintjes niet te groot mogen worden, heeft ook te maken met regels”, lacht Geelen. „Vanaf een centimeter of 75 worden het plantsoenen en dan hebben niet de bewoners maar de gemeente onderhoudsplicht.”
Sphinx moet groener verwacht elk moment de uitwerking van de gemeentelijke aanpassingsplannen. Het bewonersinitiatief kan dan zijn zienswijze indienen.
De komende jaren staat in Maastricht behalve het bouwen van het noordelijk deel van het Sphinx-kwartier een extra uitdaging op het gebied van hittestress gepland. In de Sint-Pietersberg ontstond door bijna een eeuw mergelwinning door de Eerste Nederlandse Cement Industrie (ENCI) een ‘holle kies’ zo groot als de binnenstad van Maastricht. Dat gebied wordt nu herbestemd, onder meer voor het realiseren van woningen. Door de beschutte ligging kan het in de holte van de berg echter 5 tot 6 graden warmer zijn dan elders in en rond de stad. Daardoor komen er plant- en diersoorten voor die we nergens anders in Nederland zien. Maar hoe leefbaar zijn die temperaturen en de vrijwel afwezige wind voor de toekomstige menselijke bewoners? Het ENCI-gebied is nu al de grootste dieprode vlek op de hittekaart van Maastricht.
In een opgeruimd appartement stapt Anna met beheerste pasjes naar de eettafel. Ze steunt op haar rollator, dwergkeeshondje James trippelt achter haar aan. De brede doorgangen hebben geen drempels meer. In de gang staat haar scootmobiel klaar.
Vier jaar geleden liep de 33-jarige vrouw, die om privacyredenen bij haar tweede naam genoemd wil worden, nog moeiteloos. Nu komt Anna haar appartement nauwelijks uit, vertelt ze als ze aan tafel zit. „Ik zie vooral artsen, vriendinnen zie ik bijna nooit meer.” Ze heeft neurologische schade en lijdt aan aanvallen die lijken op epileptische episodes. „Na zo’n aanval heb ik soms tien dagen nodig om bij te komen.”
De neurologische schade hield Anna over aan haar tijd in de vrouwengevangenis Ter Peel in Limburg, waar ze een half jaar zat wegens betrokkenheid bij een drugszaak. Vorig jaar oordeelde de rechter dat de medische dienst ernstig tekort was geschoten in de zorgverlening, en dat de staat aansprakelijk is voor de schade die Anna heeft geleden en nog zal lijden.
Het afgelopen jaar groeide de aandacht voor medische misstanden in detentie. Er zijn al jaren personeelstekorten in de gevangeniszorg en in maart publiceerde vrouwenrechtenorganisatie Bureau Clara Wichmann het misstandenboek Vrouwen gevangen in onrecht uit, met ruim vijftig getuigenissen van (ex-)gedetineerde vrouwen. Schrijnend voorbeeld daarin is de dood van de toen 32-jarige Suzanne de Vries, die onder meer verkeerde medicijnen kreeg. Volgens een medisch deskundige had haar overlijden kunnen worden voorkomen met adequate zorg.
Vanaf 5 juni is op NPO 3 de documentaireserie Dubbel gestraft te zien, die onder meer toont dat mensen in detentie structureel verstoken blijven van adequate medische zorg. De twee vrouwen die voor dit artikel hun verhaal doen, werkten ook mee aan de serie.
Uitstel
Vóór haar arrestatie had Anna haar leven goed op de rails, zegt ze. Na een opleiding arbeidsrecht werkte ze bij internationale bedrijven als sales manager. Wel stond ze onder behandeling bij meerdere medisch specialisten voor wat later endometriose bleek te zijn: een pijnlijke, chronische aandoening waarbij weefsel dat lijkt op baarmoederslijmvlies buiten de baarmoeder groeit.
Anna hield neurologische schade over aan haar tijd in vrouwengevangenis Ter Peel in Limburg.
Foto Jagoda Lasota
Er zou een reeks medische onderzoeken plaatsvinden, maar toen werd Anna aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij een drugszaak. De aanleiding was een vakantiewoning van haar moeder, die tijdelijk werd verhuurd aan een man die betrokken was bij de cocaïnehandel. Anna had veel contact met de huurder, maar zegt dat ze aanvankelijk niet wist wat die van plan was. Toen ze vermoedens kreeg was het volgens haar te laat om zich terug te trekken.
Al snel na de arrestatie liep de medische zorg spaak. Alle eerder geplande medische afspraken – waaronder consultaties bij een gynaecoloog en een uroloog – werden afgezegd. Vervoer zou te duur zijn, zeiden de bewakers, de afspraken niet noodzakelijk zolang haar detentie nog liep. „Misschien ga je over twee weken vrijuit”, kreeg ze te horen. „Dan is het zonde van het geld.” Het vonnis waarin de staat aansprakelijk werd gesteld onderstreept dat de afspraken in voorarrest werden uitgesteld. Daarin staat dat werd ingeschat dat de zorg „uitstelbaar” was, en dat daardoor „onvoldoende adequaat” gehandeld werd.
Als je drie maanden vastzit, kan het aanpassen van je bril misschien wachten. Maar wie bepaalt wat uitstelbaar is?
Uitstel van zorg is het gevolg van een botsing tussen twee tegenstrijdige principes binnen het gevangeniswezen, vertelt Lilianne Ploumen, adviseur bij Bureau Clara Wichmann. Wanneer iemand in detentie komt, stopt de reguliere zorgverzekering en neemt de staat de verantwoordelijkheid over. In theorie moet die zorg gelijkwaardig zijn aan buiten de gevangenismuren. Tegelijkertijd geldt: alles wat uitgesteld kan worden, wórdt uitgesteld. „Soms is dat begrijpelijk”, zegt Ploumen. „Als je drie maanden vastzit, kan het aanpassen van je bril misschien wachten. Maar wie bepaalt wat uitstelbaar is? En op basis van welke criteria?”
Taaislijmziekte
Ook een 49-jarige vrouw uit de Randstad die onder meer van witwassen wordt verdacht, had last van deze uitgestelde zorg, in haar geval in de gevangenis in Nieuwersluis. Zij belandde in de cel terwijl ze onder behandeling was voor taaislijmziekte – een erfelijke en progressieve aandoening waarbij slijm in het lichaam te taai is om goed af te voeren. Ze zat vier maanden in voorarrest, inmiddels wacht ze haar strafzaak thuis af. Ze wil niet met naam in NRC en vertelt haar verhaal in het kantoor van haar advocaat Vincent van Biljouw, in Breukelen.
In haar borst zit een klein kastje, net onder het sleutelbeen. Via een slangetje dat rechtstreeks in een ader loopt, krijgt ze medicatie toegediend. „Mijn longen zitten continu vol dik slijm dat ik niet kan ophoesten.” Alles wat blijft zitten, raakt ontstoken. „Inmiddels ben ik meer dan dertig keer geopereerd.” De gemiddelde levensverwachting voor mensen met haar aandoening is vijftig jaar, vertelt ze. „Een gewone verkoudheid is voor mij levensgevaarlijk.”
De vrouw met taaislijmziekte wacht haar proces thuis af. Intussen probeert haar advocaat haar detentieongeschikt te laten verklaren.
Foto Jagoda Lasota
Voor haar detentie slikte ze drie keer per dag zware medicatie en bezocht ze meermaals per week het ziekenhuis. Toch kreeg ze na binnenkomst in het huis van bewaring zes dagen lang geen medische zorg, zegt ze. „Geen arts, geen medicatie, niemand vroeg wat ik had.” Haar medische intake kwam pas op dag zes, ondanks herhaalde verzoeken. „Ze deden niets.”
Poortwachters
Anna heeft een soortgelijke ervaring. Zij kon in de eerste dagen van haar detentie niet bij haar medicatie, ondanks verklaringen van haar huisarts. Toen ze die uiteindelijk kreeg, bleek het de verkeerde. „Ik zei meteen dat de pillen er anders uitzagen,” zegt ze. „Maar ik werd niet geloofd.” Pas toen ze het medicatiezakje in handen kreeg, zag ze wat er fout was gegaan: een verkeerd celnummer. Haar medicijnen waren verwisseld met die van een andere gedetineerde – iemand met hartproblemen.
In Nederlandse gevangenissen bepaalt een penitentiair inrichtingswerker (PIW’er) – bewakers zonder medische opleiding – of een gedetineerde een arts mag zien. Zij verstrekken ook medicijnen. Bij die poortwachtersrol gaat het volgens Ploumen vaak mis. „De straf is dat je je vrijheid verliest,” zegt ze. „Niet dat je moet hopen dat je je medicijnen krijgt.”
Ook de 49-jarige vrouw met taaislijmziekte, die afhankelijk is van dagelijkse antibiotica, kreeg naar eigen zeggen regelmatig verkeerde medicatie. „Ik kreeg de medicijnen van mijn buurvrouw. Ze keken niet eens op het zakje voor wie het was.” En toen ik mijn eigen pillen miste, zeiden ze alleen: ‘morgen weer een dag’.”
De poortwachtersrol van PIW’ers gaat verder dan medicatie alleen. In de avond en het weekend is er vaak geen medisch personeel aanwezig. „Dan moeten PIW’ers zelf beoordelen of een klacht ernstig genoeg is voor ziekenhuiszorg,” zegt Ploumen. „Zij moeten inschatten of iemand bijvoorbeeld is flauwgevallen of een hersenbloeding heeft.”
De straf is dat je je vrijheid verliest. Niet dat je moet hopen dat je je medicijnen krijgt
Tijdens een aanval, veroorzaakt door Functioneel Neurologisch Syndroom (FNS) – een aandoening waarbij het zenuwstelsel tijdelijk uitvalt, die kan ontstaan door langdurige niet behandelde klachten – drukte Anna op de noodknop. Volgens haar kreeg ze geen respons.
„Niet storen, we kijken voetbal”, zouden de PIW’ers hebben geroepen. Ze probeerde zelf naar het toilet te lopen, maar viel en verloor het gevoel in haar benen. „Ze sleepten me uiteindelijk aan mijn armen terug naar bed”, zegt ze.
Zes tot acht uur na de aanval kwam er een arts, schat ze in. Die schrok dat er zo lang was gewacht en oordeelde dat ze onmiddellijk naar het ziekenhuis moest. Daar bleek dat er neurologische schade was ontstaan. De neuroloog adviseerde intensieve revalidatie, maar terug in de gevangenis gebeurde er wekenlang niets, zo staat ook in het vonnis.
Pas na Anna’s vrijlating in novemver kwam de juiste zorg op gang. „Nu ga ik twee keer per week naar de bekkenfysio, drie keer naar een gespecialiseerde fysio, en zie ik meerdere specialisten. Maar de schade is blijvend.”
Sprekersbriefjes
Gedetineerden die medische hulp nodig hebben, moeten daarvoor vaak een zogeheten ‘sprekersbriefje’ invullen – een verzoek dat ze in een brievenbus op de afdeling gooien en dat wordt beoordeeld door een PIW’er. „Als je iets nodig hebt, schrijf je zo’n briefje”, zegt de vrouw met taaislijmziekte. „Ik had dagenlang 40 graden koorts en was al 12 kilo afgevallen – bij mijn aandoening kan zoiets net het laatste zetje zijn.” Haar verzoek werd beantwoord met een thermometer en het advies om haar temperatuur bij te houden. „Ze zeiden: hou het zelf maar bij, dan kijken we over vijf dagen weer. Maar in mijn situatie had ik met spoed een arts nodig.”
Zelf mocht ze haar arts niet bellen. „Dus heb ik mijn advocaat gebeld”, vertelt ze. „Ik zei: jij moet nu de arts bellen, anders overleef ik het niet.” Van Biljouw nam contact op met haar arts in het ziekenhuis. Toen die vervolgens de gevangenis belde, werd ze met spoed opgenomen.
Volgens een arts die de gezondheid van de 49-jarige vrouw voor justitie beoordeelde, moet ze bij complicaties „snel en adequaat” behandeld kunnen worden. Dat schrijft hij in een advies aan justitie dat is ingezien door NRC. Buiten detentie heeft zij al eens „complicaties doorgemaakt, die lethaal [dodelijk] hadden kunnen zijn” als ze niet snel behandeld waren.
Volgens Ploumen laten zulke voorbeelden de kern van het probleem zien. „Medische klachten van vrouwelijke gedetineerden worden niet altijd serieus genomen”, zegt ze. „Daarnaast ervaren veel vrouwen schaamte bij het melden van gendergerelateerde klachten, vooral tegenover mannelijke PIW’ers.” „Daarom is het belangrijk dat er vrouwelijke PIW’ers zijn.”
Mijn leven ís een gevangenis geworden. En niemand neemt verantwoordelijkheid
Die schaamte herkennen de 49-jarige vrouw met taaislijmziekte en Anna. Zo moest Anna eens haar bebloede maandverband aan een mannelijke bewaker laten zien om een extra verband te krijgen. „Heel erg vernederend”, zegt ze. Toen de vrouw met taaislijmziekte na een ziekenhuisopname werd overgeplaatst naar het Justitieel Centrum voor Somatische Zorg in Scheveningen, voelde ze zich onveilig. „Ik was daar de enige vrouw”, zegt ze. „We moesten een wit, doorschijnend shirt dragen – zonder beha.”
Een onafhankelijk onderzoek van de Universiteit Leiden bevestigt dat klachten van vrouwen vaak minder serieus worden genomen. In het onderzoek naar sociale veiligheid in vrouwengevangenissen gaven veel geïnterviewden aan zich te generen of zich niet serieus genomen te voelen bij medische klachten. De machtsverhouding tussen gevangenen en personeel en het ontbreken van goed opgeleide zorgverleners worden als risicofactoren genoemd.
Detentieongeschikt
Voor Anna veranderde er iets toen haar advocaat juridische stappen aankondigde. „Er werden eindelijk medisch specialisten ingeschakeld”, zegt ze. „Zij concludeerden dat ik detentieongeschikt ben.” Dat betekent dat de noodzakelijke zorg niet gegarandeerd kan worden, en dat vasthouden neer zou komen op een schending van de mensenrechten.
De rechtbank nam dat oordeel over. De staat had volgens de rechter „structureel gefaald” in de zorgplicht, er werd een schadevergoeding toegekend, die mogelijk verder oploopt. In de aansprakelijkheidszaak oordeelde de rechter bovendien dat Anna al veel eerder als detentieongeschikt had moeten worden aangemerkt. Kort na de verklaring van detentieongeschiktheid werd Anna vrijgelaten, de rest van haar straf hoefde ze niet uit te zitten.
Anna komt haar appartement nauwelijks meer uit. „Ik zie vooral artsen, vriendinnen bijna nooit meer.”
Foto Jagoda Lasota
Ze verhuisde met haar man naar de gelijkvloerse woning waar ze nu, vier jaar later, nog steeds woont. Soms rijdt ze een blokje om met haar scootmobiel, maar meestal blijft ze binnen. Ze is volledig afhankelijk van haar partner – voor katheterisatie, persoonlijke verzorging en hulp bij vrijwel alle dagelijkse handelingen. „Mijn leven ís een gevangenis geworden”, zegt ze. „En niemand neemt echt verantwoordelijkheid.”
Terwijl de vrouw met taaislijmziekte wacht op haar proces, probeert haar advocaat haar ook detentieongeschikt te laten verklaren. Het OM eist een jarenlange celstraf. Ook vanwege de korte levensverwachting van mensen met taaislijmziekte hangt voor haar veel af van de uitkomst van die juridische procedure. „Gevangenisstraf kan voor mij de doodstraf betekenen.”
DJI laat, vanuit het oogpunt van privacy van betrokkenen, weten niet in te kunnen gaan op individuele gevallen.
Op het Mathenesserplein in Rotterdam-West hangt een Nederlandse vlag aan een balkon geknoopt. Een enkeling in de buurt heeft de vlag buiten gehesen om de val van het kabinet te vieren.
Toch heerst op straat vooral politieke apathie. Twee Marokkaans-Nederlandse mannen van middelbare leeftijd zitten op een bankje tegenover de geknoopte vlag. Een van hen reageert verbaasd als de vraag wordt gesteld wat hij van de kabinetsval vindt. Politiek is „niets” voor hem, maar verbazingwekkend vindt hij het niet. „Iedereen is altijd bezig met de macht te pakken. Nu ook weer. Maar het werkt nooit!” Hij gooit lachend zijn handen in de lucht.
Fietsenmaker Richard Zuiderweg (59) zit een paar bankzitjes verderop, en vindt het „politieke spel” hopeloos. „Waarom is niemand het met elkaar eens? Het is alleen maar geharrewar.” Zuiderweg zag eerst wel wat in de plannen van Wilders, maar zijn aanvallende stijl van politiek bedrijven vindt hij niets. De politieke crises hebben zijn vertrouwen in politici tot nul doen dalen. „Het lijkt wel alsof ze elkaar haten.”
Ook voor anderen in Rotterdam-West, inwoners met zowel Nederlandse als met internationale wortels, is de kabinetsval vooral meer van hetzelfde. De politici zijn er niet voor hen, is het sentiment, dus waarom zou je je dan met politiek bezighouden? „Dít is onze politiek”, zegt een man met Kaapverdische roots, die bij het café op de hoek naborrelt na een dag werk in de bouw. Lachend wijst hij op zijn biertje.
Een paar straten verder klinkt geschater van kinderen. Er is een buurtfeest gaande, georganiseerd door de lokale basisschool. Ook daar houden de ouders die NRC sprak zich liever buiten de politiek. Ze verwijzen liever naar hun volwassen dochter, hun echtgenoot of het bestuur van de school.
Bezuinigingen
Aziem Jarmohamed (41), directeur van de school, wil op persoonlijke titel wel iets zeggen over de val van het kabinet. Verbaasd is hij niet, over de val. Wel teleurgesteld, al zou hij het de kabinetsleden niet nadoen. „Deze regering is de stem van het volk, en ga er maar aan staan om iets op te pakken wat anderen hebben laten liggen. Maar regeren is niet hetzelfde als oppositie voeren, en dat zijn ze blijven doen.”
Kies je voor het welzijn van je medemens of voor je eigen gewin?
De val is wél onhandig, zeker voor hem in het onderwijs. Daar hangen hem al jaren bezuinigingen boven het hoofd. „Er wordt bezuinigd op de toekomst”, zegt Jarmohamed. „De plannen voor onderwijs hebben al twee, drie jaar stilgestaan, en dat is rampzalig.”
Die stilstaande plannen voor bezuinigingen op onderwijs zijn nu weer tot nieuwe verkiezingen uitgesteld. „Het is jammer dat we nu weer moeten wachten op een nieuwe regering die het land moet gaan leiden.”
Jarmohamed heeft weinig vertrouwen dat politici, „ook die in het buitenland de laatste tijd”, dat ook werkelijk zullen doen, het land leiden. „Gaat het nou om de mensen in je land, of gaat het de partij erom de grootste te worden? Kies je voor het welzijn van je medemens of voor je eigen gewin?” Volgens de schooldirecteur is het laatste het geval.
Hij wordt onderbroken door een kind dat even gedag komt zeggen en giechelend weer wegstuift.
„Kijk hoeveel nationaliteiten hier op dit plein rondlopen. Meer dan veertig.” Jarmohamed kijkt naar de suikerspin etende, spelende, kletsende, vrolijke menigte op het plein. „En de kinderen gaan allemaal heel netjes met elkaar om. Die zien geen verschil. Ruzies kunnen ontstaan, maar ook dan blijf je respect tonen.”
Zet dat tegenover de manier waarop politici met elkaar omgaan, zegt de directeur. „Als kinderen nu het Jeugdjournaal kijken, en zien hoe de leiders van het land zich gedragen, met die constante crises zonder dat ze nader tot elkaar komen… Dat is toch geen goed voorbeeld voor kinderen. Wij onderwijzers hebben voorbeeldgedrag te laten zien, en leiders van het land al helemaal.”
Lees ook
Bij nieuwe verkiezingen willen ze wel stemmen, maar waarop? Dat wordt ‘een hele puzzel’, zeggen ze in het Drentse Nijeveen
„Ook symbolen kunnen helpen”, zei Geert Wilders september vorig jaar in de Tweede Kamer over de door hem sterk bepleite herinvoering van grenscontroles. Daarmee gaf de PVV-leider aan dat deze maatregel, die ook terugkeerde in zijn ‘Tienpuntenplan’ dat de val van het kabinet-Schoof inluidde, ook een kwestie van beeldvorming is.
De grenscontroles geven invulling aan een voor PVV-kiezers belangrijk begrip: nationale soevereiniteit. Ook versterken ze een gevoel van grip op het volgens hen ongehinderd in- en uitgaan van mensenstromen – met name die van asielzoekers. Dat maakt grenscontroles een belangrijk thema voor rechtse kiezers, constateerde de Berlijnse universitair onderzoeker Kristina Korte al in 2023 in een studie naar de steun voor grenshekken en -muren. „Ik heb niets tegen echte asielzoekers, maar het is goed als ze af en toe proberen om de rottigheid ertussenuit te halen”, zei grensstreekbewoner Marti Robben uit het Limburgse Siebengewald vorig jaar tegen deze krant.
Het dinsdag gepubliceerde onderzoek van de Algemene Rekenkamer naar de effecten van een experiment met controles bij alle grensovergangen met België en Duitsland, past hierbij. Publiciteit – en daarmee beeldvorming – was er genoeg, De resultaten bleven daarbij achter, blijkt uit het onderzoek.
Lees ook
Leiden grenscontroles tot minder asielmigratie? En wat is het effect van grensmuren?
Tegenhouden
Het kabinet-Schoof wilde met het experiment van zes maanden (sinds 9 december 2024) immigranten zonder geldige papieren tegenhouden, en grensoverschrijdende criminaliteit (mensensmokkel) terugdringen. Dat viel enigszins tegen. De Rekenkamer schreef dinsdag: „De eerste resultaten van de herinvoering van binnengrenscontroles wijzen er niet op dat hiermee de kabinetsdoelen sneller worden bereikt dan met de eerdere MTV-controles.” Daarmee doelt de Rekenkamer op tijdelijke, gerichte, mobiele controles langs (snel-)wegen en in de trein die de Marechaussee al sinds jaar en dag uitvoerde.
Wel werden er tijdens de proefperiode duidelijk meer passanten geweigerd en teruggestuurd omdat ze bij de grens niet de juiste identiteitspapieren konden overleggen: 320 sinds oktober, tegen gemiddeld 170 tijdens mobiele grenscontroles in de jaren ervoor. Maar er kwam juist minder zicht op grensoverschrijdende criminaliteit. Het aantal aanhoudingen van bijvoorbeeld verdachten van mensensmokkel liep terug van 285 tijdens de mobiele controles naar 216 in het experiment. Ook werden er minder asielzoekers aangetroffen: 70 in plaats van 160.
Op grond van deze cijfers concludeert de Rekenkamer twee dingen: „Binnengrenscontroles kunnen een grotere bijdrage leveren aan het tegengaan van irreguliere migratie dan de eerdere MTV-controles.” Maar ook: „Binnengrenscontrole is geen effectievere maatregel tegen grenscriminaliteit dan MTV-controle.”
Minister Faber had al eerder, eind april, een eigen conclusie getrokken. Dat er minder criminelen en asielzoekers werden aangetroffen tijdens de proefperiode, sterkte haar in haar gevoel dat er van de grenscontroles een ‘preventieve werking’ uitging, Ze verlengde de proef dan ook tot eind van dit jaar.
Lees ook
De cijfers na zeven weken alomvattende controles wijken amper af van eerdere maanden
Werkdruk
Voorafgaand aan de invoering van de maatregel hadden vakbonden gewaarschuwd voor verhoging van de werkdruk en schade aan andere taken van de Koninklijke Marechaussee. Die kampt met een groot personeelsgebrek. Van die negatieve gevolgen is volgens de Rekenkamer niets gebleken. Overigens waren er maar een beperkt aantal Marechaussees beschikbaar gesteld voor het experiment.
Weggebruikers in de oostelijke grensstreek konden de laatste maanden het gevoel krijgen dat er veel meer aan de hand was dan een paar steekproeven aan de grens. Op de snelwegen naar Duitsland ontstonden meer files. „Veel meer zelfs”, zegt een woordvoerder van de verkeersdienst van de ANWB. Vooral op de A1 en A12 in het midden van het land, de A76 in het zuiden en A37 in het noorden nam het aantal vertragingen toe, aldus de dienst. Die varieerden van een uur op vrijdagen als er veel recreatieverkeer passeert, tot een kwartier op doordeweekse dagen.
Grenscontrole door de Duitse politie.
Foto Eric Brinkhorst
De files waren echter niet het gevolg van de Nederlandse controles, maar vrijwel exclusief het resultaat van de eveneens heringevoerde grenscontroles aan Duitse kant, beklemtoont de ANWB. „De Duitse controles zorgden voor veel vertragingen doordat ze veel grondiger werden uitgevoerd dan de Nederlandse. Daar moesten veel meer mensen van de weg af om te worden gecontroleerd.” Bij de ‘grenscontroles-light’ in Nederland ging het om steekproeven onder voertuigen met een ‘verdacht’ kenmerk.
Dodelijke aanslagen
De vorige Duitse regering, onder leiding van SPD-kanselier Olaf Scholz, voerde eind vorig jaar de zware grenscontroles in. Dat gebeurde na een reeks dodelijke aanslagen in onder meer München, Solingen en Mannheim en hoge populariteitscijfers voor de rechts-extremistische AfD in de aanloop naar de Bondsdagverkiezingen. De nieuwe regering onder leiding van CDU-voorman Friedrich Merz ging door met de controles, waarbij duizenden passanten zonder geldige papieren werden teruggestuurd naar het buurland. Maar er gebeurde meer dan dat. Anders dan Nederland begon Duitsland ook asielzoekers bij de controles te weigeren. Vluchtelingen die via een ander land uit de Schengenzone bij de grens kwamen, en asiel aanvroegen, moesten in dat land asiel aanvragen, luidde de boodschap van de Duitse politie.
Deze handelwijze schendt Europese verdragen, oordeelde een rechter in Berlijn deze week in een zaak van een aantal Somaliërs dat aan de grens was geweigerd. De Duitse regering trok zich daar weinig van aan. Nancy Faeser, verantwoordelijk minister van Binnenlandse Zaken, (SPD) zei dat ze het beleid om asielzoekers bij de grens terug te sturen, zal voortzetten.
Vorig jaar al volgde Geert Wilders de ontwikkelingen bij de buren met grote belangstelling. „Wat in Duitsland kan, moet hier ook kunnen”, zei hij toen. Nadat de nieuwe CDU/SPD-regering qua grenscontroles en strikter asielbeleid Nederland rechts in had gehaald, schroefde Wilders zijn eisen op. Zijn tienpuntenplan van vorige week bevatte een ‘Versterkte grensbewaking’ door het leger en een ‘Asielstop’.
Lees ook
Als minister Faber verschijnt, worden de auto’s opeens bij bosjes gecontroleerd