Naast me in het restaurant zit een Ierse dame. We komen aan de praat en ze vertelt me over haar jeugd aan de oostkust van Ierland. Eind jaren vijftig maakte ze de introductie van de televisie mee. Haar grootmoeder, toen al erg oud, vond het prachtig en keek elke avond om negen uur naar het nieuws. Ze kleedde zich daarvoor netjes aan want ze was ervan overtuigd dat de nieuwslezer haar kon zien tijdens de uitzending. Maar meer dan dat, ze vertelde haar kleindochter trots dat de man op het zwart-witscherm haar elke avond persoonlijk het nieuws bracht.
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
Het voorval vond plaats rond zes uur ’s avonds op een perron van het station. Een vrouwelijke verdachte is inmiddels gearresteerd. Over de toedracht of haar achtergrond is verder nog niets bekend. Ambulances, politie en brandweer zijn aanwezig, schrijft Abendblatt. Volgens de krant ligt het treinverkeer op het spoor stil. Een trein die stilstond aan het perron is door de politie ontruimd en wordt onderzocht.
Zondag komt zijn moeder, zijn zus vloog woensdag al naar de VS. De 24-jarige Mike Winterwerp uit Amsterdam studeert volgende week af aan de Harvard Law School, hij is zelfs een van de twee studenten die mag speechen op de ‘Grand Ceremony’. „Dat wil ik graag met mijn familie vieren”, zegt hij telefonisch. „Mijn moeder voedde ons alleen op, we hadden het thuis niet breed. Ik had nooit gedacht dat Harvard haalbaar was.”
Maar behalve euforisch is Winterwerp sinds donderdag ook onzeker – net als alle andere internationale studenten aan Harvard, de rijkste en oudste universiteit van de Verenigde Staten. Die dag kondigde de regering-Trump aan dat buitenlandse studenten zich niet langer bij de instelling mogen inschrijven. Zij krijgen geen visum meer. Ook de internationale studenten die er al zitten, onder wie de Belgische kroonprinses Elisabeth, lopen kans om hun verblijfsstatus te verliezen.
Winterwerp weet niet wat er de komende dagen zal gebeuren, „terwijl ik zo dicht bij de eindstreep ben”. Bovendien wil de rechtenstudent na zijn studie nog een poos in de VS blijven, maar of dat nog kan is ook onduidelijk.
Het regeringsbesluit werd vrijdag tijdelijk geblokkeerd door een rechter in Boston. Die zei dat de maatregel „onmiddellijke en onherstelbare schade” aan Harvard zou toebrengen. De universiteit had aangevoerd dat het verbod op buitenlandse studenten een „grove schending” van de Amerikaanse grondwet en andere federale wetten is. „Met een pennenstreek heeft de overheid geprobeerd een kwart van de studentenpopulatie van Harvard uit te wissen. Zonder haar internationale studenten is Harvard geen Harvard.”
‘Heel veel chaos’
Aan Harvard studeren momenteel 24 Nederlanders en doen 92 Nederlanders promotieonderzoek, meldt persbureau ANP. Minister Eppo Bruins (Onderwijs, NSC) noemt het „een ernstige zaak” als zou blijken dat zij hun studie moeten afbreken.
Op de campus is de sfeer gespannen, vertelt een Nederlandse eerstejaars die anoniem wil blijven. „Er is heel veel chaos, mensen zijn bang.” De jonge vrouw zegt dat ze haar medestudenten waarschuwt voor overhaaste conclusies. „Wij zijn geen experts. We moeten afwachten, persoonlijk heb ik nog wel wat hoop. We hebben niets verkeerd gedaan en toch wordt tegen ons gezegd dat we misschien het land uit moeten.” De student volgt een programma met verschillende vakken en wil komend academiejaar Toegepaste Wiskunde of Biologie studeren. „Op dit moment is alles onzeker, plotseling wordt aan onze toekomst getornd.” Zelf denkt ze na over een „transfer” naar een universiteit in Europa, anderen denken daar ook over na. “Het is aan Amerika om zich af te vragen of ze dit talent echt willen verliezen.”
Brief van Homeland Security
„Niemand hier wil weggestuurd worden”, zegt de 27-jarige Duco Laane, die tot september stage loopt bij het aan Harvard gelieerde Brigham and Women’s Hospital. Hij onderzoekt hoe ouderen met een gebroken heup in de VS en Nederland verschillend worden geholpen. „Amerika is onderzoekstechnisch een superland”, zegt Laane. „Doordeweeks twaalf uur per dag lekker hard werken en in de weekends gaan we naar Miami, de West Coast of New York.”
Lees ook
De antiwetenschapsbeweging in de VS bedreigt de volksgezondheid
Met een vijftigtal andere Nederlandse geneeskundestudenten zit Laane in de groepschat ‘Boston Dutchies’. „Eerst verschenen daar roddels, al snel stuurde iemand een nieuwsbericht van CNN en de brief van Homeland Security door.” ‘s Avonds kreeg Laane een mail dat zijn programma „NOT affected” is. „Een vriendin van me wordt misschien wel uitgezet. Het is een enge tijd.”
Joost (22) is bijna klaar met zijn dubbele bachelor Natuurkunde en Sterrenkunde. Hij woont met dertien andere studenten samen, van wie acht uit het buitenland komen. „We willen ons geen zorgen maken, maar dat doen we wel.” Zijn huisgenoten en hij willen in de VS blijven werken. Werkvisa zijn gekoppeld aan hetzelfde systeem als de studentenvisa. „En dit treft niet alleen ons,” benadrukt Joost. „Ook mensen die hier al jaren werken, weten niet of ze mogen blijven.”
Groepchat
Ook wie nog niet aan Harvard is begonnen, wordt geraakt. Bijvoorbeeld een dertigjarige Amsterdamse student die plots tientallen „paniekerige” berichten zag verschijnen in de groepschat waar ze met 261 anderen in zit. Allemaal beginnen ze per augustus aan dezelfde Harvard-master. „Een jongen uit Chili stelde voor om gezamenlijk een brief te schrijven dat we geen terroristen zijn. Anderen gingen daar juist weer tegenin. We worden uitgesloten vanwege onze afkomst. Dat is ook een verlies voor de VS.”
De student wil alleen anoniem praten. „Ik zou mijn visum deze week aanvragen. Als eerste generatie-student is ‘Harvard’ voor mij nooit vanzelfsprekend geweest, ik moest door zoveel hoepels springen.”
Net als haar toekomstige medestudenten wil zij na haar studie uiteindelijk „bijdragen aan een betere wereld.” Maar of ze überhaupt naar de VS kan, is plots onzeker. „Ik moet kalm blijven, misschien waait de storm over. Ik had zelfs al een kamer.”
Hij ontmoette staalarbeiders in de Sovjet-Unie, hij leefde samen met scheepbergers in Bangladesh, hij voer met vissers in Galicië en Sicilië en observeerde de theeplukkers in Rwanda. Maar de allerbekendste foto’s die hij maakte voor zijn ‘visuele archeologie van arbeid in het industriële tijdperk’, Workers, waren de beelden van de goudzoekers in de Braziliaanse Serra Pelada. Als mieren, met duizenden tegelijk, bewegen ze zich voort over de hellingen van wat toen een van de grootste goudmijnen van de wereld was. Hun lichamen glinsterend van de modder, op en neer klauterend over gammele houten ladders, met gevaar voor eigen leven – taferelen die afkomstig lijken uit een dystopische onderwereld. „Het doet denken aan de bouw van de piramides, de toren van Babel, de mijnen van koning Salomon”, zo vertelde Sebastião Salgado erover: „En je hoorde er niet één machine. Alleen het gemompel van 50.000 mensen in een groot gat.”
De Braziliaans-Franse fotograaf Sebastião Ribeiro Salgado (1944, Aimorés, Brazilië) is deze week op 81-jarige leeftijd overleden. Dit werd vrijdag bekend gemaakt door de door hem opgerichte natuurbeschermingsorganisatie Instituto Terra. Plaats en tijd van zijn overlijden maakt het Instituto vooralsnog niet bekend. Salgado leefde en werkte in Parijs samen met zijn echtgenote Lélia Wanick Salgado, met wie hij in 1969 de militaire dictatuur van Brazilië was ontvlucht.
Sebastião Salgado is een van de grote namen in de fotojournalistiek van de laatste decennia van de vorige eeuw. Sinds de eeuwwisseling staat hij ook bekend als fanatiek pleitbezorger voor het behoud van waardevolle ecosystemen en biodiversiteit. Hij maakte tientallen fotoboeken en hij won zo’n beetje alle belangrijke fotoprijzen. Zijn werk was en is te zien in musea en op festivals over de hele wereld. Hij was lid van meerdere fotoagentschappen: Sygma, Gamma en daarna vijftien jaar lang van Magnum, waar hij onder andere naam maakte met zijn foto van de aanslag op de Amerikaanse president Ronald Reagan in 1981. Toen hij in 1994 bij Magnum vertrok, richtte hij samen met Lélia Amazonas Images op, gericht op de promotie van zijn eigen werk.
Salgado was jarenlang werkzaam als econoom, onder andere voor de Wereldbank, voordat hij in 1973 zijn baan inruilde voor een bestaan als freelance fotograaf. Hij begon al snel met grote, langlopende projecten, over Latijns-Amerika (Other Américas, 1977-1984), de Sahel (1984-1986) en Workers (1986-1991). Voor Exodus (1993-1999) reisde hij naar 35 landen. In de voor een Oscar genomineerde documentaire over Salgado The Salt of the Earth (2014) van regisseur Wim Wenders en Juliano Salgado, de oudste zoon van de fotograaf, zien we schrijnende beelden van vluchtelingen over de hele wereld. Hier zijn het vooral de vele slachtoffers van de oorlogen en de hongersnoden in Rwanda en Congo die diepe indruk maken – niet alleen op de kijker, ook op Salgado zelf. Hij wordt er letterlijk ziek van en besluit te stoppen met fotograferen. „Ik geloofde in niets meer”, hoor je hem verslagen zeggen.
Lees ook
Een geniaal reisverslag van Sebastião Salgado
Vruchtbare oase
Salgado vond genezing op het Braziliaanse landgoed van zijn vader – in de jaren veertig nog een vruchtbare en groene oase, eind vorige eeuw op sterven na dood door droogte en uitputting. Samen met zijn vrouw zette hij Instituto Terra op, met als doel de grond nieuw leven in te blazen en de boeren in de omgeving te helpen met duurzame landbouwprogramma’s. Het initiatief gaf hem de energie voor weer een nieuw fotoproject: Genesis (2004-2011), waarvoor hij over de wereld reisde om de ongerepte natuur vast te leggen, en de mensen en dieren die hij daar aantrof. IJsbergen, walvissen, inheemse stammen – de Nenetsen in Siberië, de Zo’é in de regenwouden van de Amazone. „Ik had de mensheid op z’n slechtst en gewelddadigst gezien en had er geen vertrouwen meer in dat we ooit nog gered konden worden. Door Genesis veranderde ik van gedachten”, zegt hij in de documentaire van Wenders.
Er was ook kritiek. Zijn werk maakte het lijden van de mens tot een esthetisch schouwspel, met dramatische wolkenpartijen en perfect gekadreerde composities, vonden zijn critici, en door die aandacht voor schoonheid en harmonie wordt het échte drama aan het oog onttrokken. De inheemse volkeren in Genesis zou hij exploiteren en benaderen als een negentiende-eeuwse antropoloog, met de exotische, koloniale blik van een buitenstaander. Salgado heeft zijn goede bedoelingen altijd verdedigd.
Tot het eind van zijn leven bleef hij betrokken bij het landgoed in zijn geboorteland, waar inmiddels de ooit zo dorre heuvels in de vallei van de rivier de Doce zijn veranderd in weelderige bossen, met bijna drie miljoen bomen, en waar zelfs de jaguars weer terug zijn. Het gebied heeft nu de status van nationaal park. In de film van Wenders zegt Salgado: „Op mijn sterfdag laat ik het woud na dat er was bij mijn geboorte. Dan is de cyclus compleet.”