‘Zwangerschappen en aardbevingen’, luidt de ondertitel van Jazmina Barrera’s Linea Nigra– genoemd naar de donkere streep die op veel zwangere buiken verschijnt. Het prille moederschap wordt wel vaker met een aardbeving vergeleken, zo vaak dat het niet overdreven is om het een cliché te noemen. Ja, dat eerste kind is een schok, je leven splijt in tweeën uiteen, je lichaam trouwens ook, alles wordt door elkaar geschud en niets is meer als vroeger – net als na een aardbeving inderdaad.
Zo, wat mopperend over gebaande paden, zou je Barrera’s boek open kunnen slaan. Om vervolgens ruw uit je eigen vooringenomenheid wakker geschud te worden want Linea Nigra, een fragmentarische mix van een memoir, een essay en een bespiegeling over kunst en literatuur, is prachtig, en op geen enkele manier cliché.
Dat komt in de eerste plaats omdat bij de Mexicaanse schrijfster het beeld van de aardbeving niet alleen een metafoor is. „We zaten te kijken hoe mijn buik bewoog door de schopjes van de baby,” schrijft Barrera, „toen ineens alles begon te bewegen. We wisten meteen dat het een aardbeving was.” De vloer golft, de gordijnen en de planten zwiepen heen en weer en de aanstaande ouders vluchten hun huis uit, de straat op.
Dit is de verwoestende Puebla-aardbeving van 2017, waarbij meer dan tweehonderd mensen omkwamen en meer dan twintigduizend gebouwen in Mexico-stad beschadigd raakten. Ook de opslag waarin de schilderijen van Barrera’s moeder, een succesvol beeldend kunstenaar, beheerd worden, stort in. Van de kunstwerken blijft weinig tot niets over.
Voor Barrera is dit de aanleiding voor een beschouwing over scheppen en vernietigen, over bevallen en overlijden, over de relatie tussen kunst maken en een kind krijgen, waarbij de verhouding tussen leven en dood een terugkerend thema is. Waarom, vraagt Barrera, zijn er zoveel boeken over de dood en zo weinig over geboorte? Waarom gaan zoveel Mexicaanse wiegeliedjes over vroeg gestorven kinderen?
Lees ook
Lees ook: Hoe kwam de schrijfster van Frankenstein op dat monsterlijke idee?
Het lijkt misschien opmerkelijk, een boek over het moederschap waarin het zoveel gaat over de dood, tot je je realiseert dat er wereldwijd jaarlijks nog altijd honderdduizenden vrouwen sterven tijdens of vlak na een bevalling – de schattingen variëren tussen de 200.000 en ruim 500.000 – en nog veel meer baby’s. Wat in zwangerschapsboeken gepresenteerd wordt als een wonder, als de misleidende ‘roze wolk’, is voor veel vrouwen een nachtmerrie.
Horrorverhaal
Opeens begrijpt Barrera dat het volstrekt vanzelfsprekend is dat Mary Shelley haar duistere monsterroman Frankenstein schreef terwijl ze zwanger was: Shelleys moeder, de feministe Mary Wollstonecraft, overleed tijdens de bevalling van haar beroemde dochter; Shelley zelf kreeg vier kinderen van wie er drie jong overleden, onder wie Clara, de baby die ze verwachtte terwijl ze aan Frankenstein werkte. „Het lijkt me logisch dat het moederschap voor haar,” peinst Barrera, „een horrorverhaal was.” Niet voor niks zagen de Azteken een geboorte als een veldslag: „Een vrouw die het leven liet bij de bevalling veranderde in een mochihuaquetze, wat een dappere vrouw betekent,” vertelt Barrera. „Krijgers aasden op de vingers of haren van de lijken van die vrouwen, omdat ze ervan overtuigd waren dat die hun kracht zou geven tijdens de strijd.”
Dit is nog iets wat van Linea Nigra zo’n verfrissend, rijk en fascinerend boek maakt: de talloze verwijzingen naar de pre-columbiaanse cultuur van Mexico, naar Maya-legendes, Nahuatl-mythes, de gewoontes van de Tzotzil-stam en de Huichol-indianen, naar „die inheemse wereld, zo dicht bij de stad en toch zo ver weg”. De beelden uit deze wereld die Barrera de lezer schenkt zijn hypnotiserend. De Azteken geloofden dat baby’s die overleden „niet naar de akelige, kille plek van de doden gaan (naar Mictlán). Ze gaan naar het huis van Tonacatecuhtli, waar ze leven bij de boom van ons bestaan.” Nahua-vrouwen gaan na de bevalling met hun vroedvrouw „naar de temazcal om zich te reinigen”. In deze stoomhut verhit de vroedvrouw stenen, brengt planten en kruiden aan de kook – „salie, hierba de ángel, chiquito, sannicolás en ananas- en laurierbladeren” – wappert de stoom in de richting van de moeder met een bos bladeren. „Ze blijven net zo lang in de temazcal als het lichaam van de moeder het uithoudt.”
Trend
Barrera verweeft dit soort reflecties soepel, lichtvoetig met haar eigen zwangerschap en bevalling, met de eerste maanden in het leven van haar zoon, met haar pogingen in de boeken die ze leest houvast te vinden nu haar leven door de komst van een baby voor goed van vorm is veranderd, nu haar lichaam lijkt op „een slagveld: scheuren, hechtingen, bloedingen. Alsof ik ontploft ben.”
Tegen het eind van Linea Nigra beschrijft Barrera een discussieavond over het moederschapsboek Little Labours van de Amerikaanse Rivka Galchen, dat Barrera en haar man in het Spaans vertalen. Tijdens de discussie staat een man uit het publiek op, die klaagt dat hij niet begrijpt „waarom het thema ‘moederschap’ zo populair is in de literatuur. Hij snapt niet ‘waar dat nou goed voor is.’”
Toen ik dit las vloekte ik even zachtjes voor me uit, of niet zo zachtjes misschien. Wat een gotspe! Hoeveel decennia lezen we nu al niet over mannen en hun affaires, mannen en hun echtscheidingen, mannen en hun moeders, mannen en hun vaders, mannen en hun kinderen, hun minnaressen en buitenvrouwen, over mannen en hun slaapverwekkende boomerseks. Mogen we alstublieft eindelijk eens ergens anders over lezen?
„Ik weet dat andere schrijfsters het ook over zwangerschap en bevallingen en borstvoeding hebben,” reageert Barrera. Maar, vervolgt ze: „Ik hou van deze trend en ik wil graag dat het meer is dan alleen een trend. Dat er nog meer van ons bij komen. Veel meer. Wat mij betreft kunnen we nooit met genoeg zijn.” Ze pleit voor een overvloed aan zwangerschapsboeken, een nieuwe canon, een traditie. „En een breuk, boeken die zich afzetten tegen de canon. Nieuwe literaire genres.”
Na het lezen van Linea Nigra kan je het hier alleen maar mee eens zijn. Als Barrera iets laat zien, is dat schrijven over zwangerschap en alles wat daarbij komt kijken nog steeds grotendeels onontgonnen terrein is.
