Kabinet wil de Duitse tak van stroomnetbeheerder Tennet ‘volledig verkopen’

Stroomnet Het kabinet wil het Duitse deel van netbeheerder Tennet verkopen. Maar daar zitten voor Nederland wel serieuze risico’s aan.

Een methaangasleiding onder windmolens die wordt getest door Tennet.
Een methaangasleiding onder windmolens die wordt getest door Tennet.

Foto Jasper Juinen/Bloomberg

Het kabinet wil de Duitse tak van stroomnetbeheerder Tennet in zijn geheel verkopen, ook al zijn daar mogelijk risico’s aan verbonden voor de continuïteit van het achterblijvende Nederlandse deel van het staatsbedrijf. Dat hebben ministers Sigrid Kaag (Financiën, D66) en Rob Jetten (Energie en Klimaat, D66) vrijdagmiddag in een brief aan de Tweede Kamer gemeld. De Duitse staat is de beoogde koper voor de Duitse tak, die naar schatting 20 tot 25 miljard euro moet opleveren.

Het kabinet bevestigt hiermee eerdere berichtgeving van NRC, eind januari, dat een verkoop aanstaande is. Tennet zelf, dat zich eerder fel heeft verzet tegen opsplitsing omdat daardoor belangrijke financiële en strategische voordelen verloren zouden gaan, bevestigde begin deze maand al dat het zich onder politieke druk voorbereidt op een volledige verkoop.

Verschillende Tweede Kamerleden reageerden kritisch op de verkoopplannen. Juist de Nederlands-Duitse combinatie zou gunstig zijn geweest voor de tarieven van consumenten, omdat Tennet vanwege zijn grootte kortingen kon bedingen bij de aankoop van materieel om het stroomnet uit te breiden. Die kortingen kon Tennet doorberekenen aan klanten.

Voor de staat is verkoop juist een oplossing voor een groeiend probleem, blijkt uit de brief. Om het stroomnet in Duitsland en Nederland ‘toekomstklaar’ te maken, zijn gigantische investeringen vereist. Het kabinet schat die nu op 111 miljard euro voor de komende tien jaar. Dat geld moet Tennet op de kapitaalmarkten lenen, maar geldschieters eisen in ruil dat het bedrijf voldoende eigen vermogen heeft. En dat moet de aandeelhouder weer inbrengen. Als Nederland het Duitse deel niet zou verkopen, moet het kabinet komende jaren zeker 15 miljard euro vers kapitaal inbrengen, geld dat de staat liever in Nederland zelf investeert. Voor de Nederlandse tak is ook 10 miljard nodig.

Daar komt bij dat de Duitse staat heeft aangegeven „een verregaande mate van invloed” te verkrijgen, aldus de ministers. Sinds de energiecrisis wil Duitsland de controle over strategische energie-infrastructuur terug. Kaag en Jetten schrijven dat het kabinet het „vanzelfsprekend” acht jegens een buurland waarmee het goede betrekkingen heeft om te kijken of die wens „kan worden gefaciliteerd”.

De ministers schrijven dat ze zich realiseren dat een afsplitsing „negatieve implicaties met zich mee kan brengen”. Risico’s voor de continuïteit van het achterblijvende Nederlandse deel bijvoorbeeld. Voor een kleiner Tennet kan het moeilijker zijn om de financiële huishouding op orde te houden. Belangrijke synergiëvoordelen die nu een „bijdrage leveren aan de Nederlandse publieke belangen” kunnen eveneens verloren gaan, zeggen de ministers. Daarom wil de staat komende weken een aantal harde voorwaarden koppelen aan de verkoop.