
Mail de redactie
Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?
U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.
Mark Rutte noemde in 2019 het stikstofprobleem „de grootste crisis” van zijn premierschap, dat toen al negen jaar duurde. Zijn opvolger Dick Schoof dacht: „Het móét oplosbaar zijn.” Schoof zegt het donderdagavond, in een debat over landbouw en stikstof in de Tweede Kamer. Hij zegt ook: „Maar ik heb het onderschat, de werkelijkheid is veel weerbarstiger dan ik dacht. Véél weerbarstiger.”
In de grote vergaderzaal zitten alleen de Kamerleden die namens hun partij over landbouw en stikstof gaan, zíj weten dat al heel lang. Schoof is er deze avond bij omdat hij voorzitter is van een speciale commissie van ministers die plannen bedenken om de stikstofuitstoot fors omlaag te brengen, op een juridisch houdbare manier.
Eind april was die commissie met een brief gekomen, waarin onder andere werd aangekondigd dat het kabinet met een voorstel komt om de zogenoemde ‘kritische depositiewaarde’ uit de wet te halen. Die draait om de neerslag van stikstof in natuurgebieden, maar het kabinet wil dat het gaat draaien om de uitstoot van stikstof, die dan fors naar beneden moet. Er zou ook een begin worden gemaakt met maatregelen voor bedrijven in een straal van 250 meter van stukjes stikstofgevoelige natuur in de Peel en de Veluwe.
In het debat op donderdag blijkt: Schoof is al maandenlang voorzitter van de stikstofcommissie, maar hij vindt het nog steeds ingewikkeld. Bij elke vraag die ook maar een beetje technisch lijkt te zijn, laat hij het antwoord over aan minister van Landbouw Femke Wiersma van BBB. Hij benadrukt steeds maar weer dat de plannen van de commissie nog maar „een startpakket” zijn, dat er „nog veel stappen” moeten worden gezet. Hij belooft dat er „snoeihard” wordt doorgewerkt en dat er steeds overleg zal zijn „met alle betrokken partijen”.
In de landbouwdebatten ergert Wiersma zich vaak openlijk aan Kamerlid Laura Bromet van GroenLinks-PvdA, hetzelfde overkomt Schoof al na een paar minuten. Hij vindt dat ze „schamper staat te lachen” om zijn antwoorden. Bij een vraag van Ines Kostic van de Partij voor de Dieren, die hem ook lijkt te irriteren, spreekt hij zichzelf toe, via Kamervoorzitter Martin Bosma: „Ik ga nu weer wat relaxter zijn, voorzitter.”
In de debatten over landbouw en stikstof loopt het bijna altijd hoog op tussen regeringspartijen VVD en NSC aan de ene kant en regeringspartij BBB aan de andere kant. VVD en NSC, ook de ministers van die partijen in de speciale stikstofcommissie, willen veel ingrijpender maatregelen dan waar het kabinet nu mee komt. BBB vindt de strook van 250 meter rond de Peel en de Veluwe al ingrijpend genoeg voor de boeren in dat gebied.
BBB’ers vinden ook dat de VVD en NSC in de debatten te fel zijn tegen BBB-minister Wiersma, in debatten is Caroline van der Plas daar steeds bozer over. De afgelopen dagen viel in de coalitie te horen dat zij die scherpe, voortdurende kritiek van de andere regeringspartijen niet meer wilde accepteren. Zij zou er VVD-leider Dilan Yesilgöz en Nicolien van Vroonhoven van NSC op hebben aangesproken, en ook premier Schoof zelf.
Of dát het is, of dat er iets anders achter zit bij VVD en NSC: zeker is dat de Kamerleden van die partijen donderdagavond een andere, minder aanvallende toon kiezen voor het debat. VVD’er Thom van Campen betreurt het, zegt hij, dat Wiersma nog geen „definitieve keuzes” maakt in het stikstofbeleid, maar hij zegt ook keer op keer dat ze kan rekenen op zijn „volledige steun” als ze „voortvarend met wetten komt om het land van het stikstofslot te halen”. Zijn partij, zegt hij, wil dat die voorstellen er vóór de zomer zijn, rond Prinsjesdag moet de Tweede Kamer erover kunnen debatteren. Het klinkt vriendelijk, wél dwingend.
Zeker is ook: als die wetsvoorstellen er eenmaal zijn, zal ook de VVD daar van alles aan willen veranderen om ze ingrijpender te maken. Het lijkt wel zeker dat de VVD en NSC dan samen zullen optrekken met oppositiepartijen als het CDA en de ChristenUnie.
Zelfs de PVV, die zich nauwelijks met de stikstofdebatten bemoeit, dringt donderdagavond aan op haast. De partij van Wilders wil ook dat er vóór de zomer voorstellen zijn. Een deel van de oppositie gelooft er niet meer in, Kamerlid Laura Bromet van GroenLinks-PvdA komt samen met D66, Volt en de Partij voor de Dieren met een motie van afkeuring tegen Femke Wiersma. Die hoort het aan, ze kijkt naar Schoof die naast haar zit, wijst op zichzelf en zegt: „Alléén tegen mij.”
Ze kijkt Bromet niet aan. Schoof doet dat ook niet.
De Amerikaanse president Donald Trump is volgende maand aanwezig bij de NAVO-top in Den Haag. Dat bevestigt de Rijksvoorlichtingsdienst na berichtgeving van persbureau ANP. Trump zou donderdag in een telefoongesprek met minister-president Dick Schoof hebben gezegd dat hij naar Den Haag komt.
In een bericht op X schreef Schoof donderdagmiddag dat hij een „prettig gesprek” met Trump had gehad. Schoof had naar eigen zeggen „benadrukt dat het een grote eer is voor Nederland om hem […] te mogen verwelkomen”.
Als leider van het belangrijkste NAVO-land is Trumps aanwezigheid min of meer vereist om de top in Den Haag te doen slagen, maar het was lange tijd onzeker of hij zou komen.
Zo maakte Trump bezwaar tegen de mogelijke aanwezigheid van de Oekraïense president Volodymyr Zelensky bij de top. Oekraïne is geen NAVO-lid, maar wil dat wel graag worden. Ook eiste Trump dat de andere lidstaten hun defensie-uitgaven verhogen naar 5 procent van het bbp, een forse verhoging van de huidige NAVO-norm van 2 procent.
Die hogere norm is voor de VS het belangrijkste agendapunt volgende maand. Als er geen akkoord kon worden bereikt, dreigde de Amerikaanse president thuis te zullen blijven, maar de afgelopen weken schaarden ook landen als Nederland en Duitsland zich achter het plan om de defensie-uitgaven te verhogen.
Lees ook
Met een klassiek-ruttiaans handigheidje worden NAVO-landen overtuigd om meer uit te geven
Het asielzoekerscentrum in het Brabantse dorp Budel verdwijnt en zal vanaf 2028 weer worden gebruikt door defensie, de eigenaar van het terrein. Dat schrijven RTL Nieuws en de NOS donderdag. Het plan staat volgens persbureau ANP naar verwachting in het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie, dat nog niet is gepresenteerd.
In 2028 loopt het huurcontract tussen het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en defensie af. Defensie neemt de locatie dan weer in gebruik, omdat het vanwege de toegenomen internationale dreiging meer ruimte nodig heeft voor bijvoorbeeld trainingen, munitieopslag en oefenvluchten.
Het azc in Budel, onderdeel van de gemeente Cranendonck, is na Ter Apel het grootste asielzoekerscentrum in Nederland en bevat ook een aanmeldcentrum. Sinds 2014 worden er asielzoekers opgevangen; momenteel kunnen er 1.500 mensen verblijven.
Net als het azc in Ter Apel is de locatie in Budel herhaaldelijk overvol geweest. De problemen die dat opleverden, vormden voor het vorige kabinet de aanleiding om de spreidingswet in te voeren. Die wet is bedoeld om asielzoekers beter over het land te verdelen en zo opstopping in de asielketen te verhelpen.
Kabinet-Schoof wil de spreidingswet per februari 2026 weer afschaffen, wat de druk op het azc in Budel opnieuw zou verhogen. Het azc kampt daarnaast al jaren met incidenten, vooral met ‘veiligelanders’. Dat zijn asielzoekers afkomstig uit landen die door de Nederlandse overheid als veilig worden beschouwd. Burgemeester Roland van Kessel (VVD) riep het huidige kabinet daarom in september op om de overlast „heel snel blijvend omlaag” te brengen.
Lees ook
Burgemeester over azc Budel: overlast moet ‘heel snel en blijvend omlaag’