De politie heeft in de zoektocht naar de vermiste kinderen Jeffrey (10) en Emma (8) lichamen gevonden in een auto in het water bij een industrieterrein in Winschoten. Dat meldt de politie Groningen in de nacht van dinsdag op woensdag. De auto werd dinsdagavond rond 20.30 uur gevonden en sindsdien was de omgeving van het kanaal aan de Renselweg in Winschoten afgezet voor onderzoek.
Volgens de politie gaat het om een auto „van een vergelijkbaar type” als die van de vader van de kinderen en bevinden zich daarin „meerdere lichamen”.
De auto wordt „met heel veel zorgvuldigheid” uit het water gehaald voor onderzoek. Een politiewoordvoerder zegt tegen persbureau ANP „dat we rekening moeten houden met het scenario dat het kan gaan om Jeffrey en Emma”. Als daar meer over bekend wordt zal eerst de familie worden ingelicht.
Afscheidsbrief
De kinderen worden sinds zaterdagmiddag vermist en werden vermoedelijk meegenomen door hun 67-jarige vader Klaas B. in een grijze Toyota Avensis. De politie heeft op basis van een afscheidsbrief die de man heeft geschreven aanwijzingen dat hij zichzelf en zijn kinderen van het leven wilde beroven.
Lees ook
Met drones, reddingshonden en honderden vrijwilligers wordt gezocht naar de vermiste Jeffrey en Emma. ‘Weet dat je ook echt iets kunt vinden’
Zondag deed de politie een Amber Alert uitgaan. Honderden vrijwilligers hielpen de politie maandag en dinsdag mee met de zoektocht naar de kinderen. Die zoektocht werd gecoördineerd vanuit het buurthuis van het Groningse Finsterwolde.
‘De foto moet kort na de oorlog zijn gemaakt. Op het jasje van mijn vader is een baton gespeld, hem verleend voor Oorlogsdienst Koopvaardij 1940-1945, dat wilde zeggen: varen op een benzinetanker.
Ze woonden in Stiens, een dorp ten noorden van Leeuwarden waar iedereen elkaar kende. Mijn vader was zeeman en viel in zijn strakke uniform op tussen de boerenjongens. Het zeemansbestaan had echter een keerzijde: je was lang van huis. Niet alle meisjes vonden dat plezierig, ondanks dat uniform en de relatief goede verdiensten van zeelieden.
Mijn moeder was de dochter van de plaatselijke caféhouder. Ze kon goed leren, maar na de lagere school moest ze helpen in de zaak. Wel werd haar toegestaan pianolessen te nemen, want piano was „leuk voor de klanten”. Ze had talent en speelde niet alleen in het café, ook in de kerk en in diverse orkestjes. Tijdens de oorlog moest haar leraar onderduiken, de lessen stopten en haar grote droom muzieklerares worden, viel in duigen.
De dreiging van de Tweede Wereldoorlog heeft mijn ouders waarschijnlijk doen besluiten om in juni 1939 te trouwen. Als getrouwde vrouw had mijn moeder immers meer (financiële) zekerheid. Mijn vader moest een maand later naar zee. Pas in december 1945 kwam hij thuis, na zeseneenhalf jaar afwezigheid. Contact was alleen mogelijk via af en toe een Rode Kruistelegram. Zijn dagboek ‘Oorlog op zee’ is te vinden op maritiemportal.nl.
Vele koopvaardijmensen keerden niet terug uit de oorlog, hij wel. Bij thuiskomst wachtte hem echter een teleurstelling. Friesland had betrekkelijk weinig van de oorlog te lijden gehad. En men kon zich al helemaal niet voorstellen wat de zeelieden doorleefd hadden, zijn vrouw evenmin. Het was geen gespreksonderwerp.
Hij ging aan wal en vond een baan bij een chemische fabriek in het Gooi. Mijn zus en ik werden in Naarden geboren. Mijn vader was er niet echt gelukkig en had vaak heimwee naar het zeemansleven en naar Friesland. Mijn moeder niet, die voelde zich helemaal thuis in het culturele leven van het Gooi. Het oorlogsverleden bleef al die jaren tussen hen in staan.’
Verbied private equity-partijen in de zorg, vroeg de Tweede Kamer tot driemaal toe. Nee, zei de minister van Volksgezondheid. Maak dan een stappenplan om dat soort investeerders op termijn te weren, vroeg de Kamer. Nee, zei de minister opnieuw.
Met die patstelling debatteerde een geagiteerde Tweede Kamer deze woensdag voor de zoveelste keer met minister Fleur Agema (Zorg, PVV) over de rol van deze commerciële investeerders in de zorg. „De Tweede Kamer spreekt keer op keer haar zorg uit, maar de minister legt alle moties naast zich neer”, zei haar geërgerde partijgenoot René Claassen – die ook een verbod wil. Hij had weinig verwachtingen van het debat: „Ik denk niet dat de minister nu ineens zegt: ‘dat gaan we morgen regelen’.” De SP noemde het niet uitvoeren van de moties „geen manier van werken. Dan kan de minister net zo goed weg, dan doen we het zelf wel.” Het CDA klaagde dat „deze minister maar blijft vertragen”.
Als je alle private equity weghaalt, hoe hou je het zorgaanbod dan overeind?
Al langere tijd is er veel weerstand tegen private equity (waarbij een fonds vaak met geleend geld een bedrijf overneemt) in de zorg, maar na de problemen met de commerciële huisartsenpraktijk Co-Med is die discussie alleen maar heftiger geworden. Co-Med begon in 2020 met het opkopen van praktijken, was daarna voortdurend in opspraak, raakte in financiële problemen en ging uiteindelijk in 2024 failliet. Het bedrijf is daarmee uitgegroeid tot het schrikbeeld van private equity in de zorg.
Omvallende zorginstellingen
Maar het kabinet is tegen het verbieden van commerciële investeerders in de zorg. „Een verbod is niet de oplossing”, zei Agema opnieuw tegen de Kamer. „Private equity is niet de duivel.” In het hoofdlijnenakkoord en het regeerakkoord staat daar dan ook geen letter over. In een brief aan de Kamer schreef Agema in maart dat verbieden „juridisch zeer kwetsbaar is met grote financiële risico’s voor de overheid”. Daarnaast vallen er dan zorginstellingen om met als gevolg langere wachtlijsten. Zorgaanbieders zijn vaker afhankelijk van geld van investeerders omdat ze dat van banken, die afgelopen jaren strengere eisen zijn gaan stellen, niet krijgen. Ook zorgen commerciële investeerders volgens Agema voor innovatie en vernieuwing, iets dat alleen al broodnodig is om het groeiende personeelstekort tegen te gaan. Verder is de definitie lastig: wat valt nu precies wel en wat niet onder private equity?
Eerder verscheen een rapport van EY Consulting waarin staat dat er geen „aantoonbare verschillen” zijn in betaalbaarheid, toegankelijkheid en kwaliteit tussen zorgaanbieders die in handen zijn van private equity en andere zorgaanbieders – al benadrukken de onderzoekers dat er weinig data beschikbaar zijn. De omvang van private equity in de zorg is ook onduidelijk.
De redenering van Agema is vergelijkbaar met die van haar voorganger, oud-minister Conny Helder (VVD), die ook niets zag in een verbod. Helder zei een jaar geleden in een debat dat „het indammen van private equity niet goed is voor de zorg”.
Uitwassen
Agema wil wel „excessen aanpakken” door „paal en perk te stellen aan zorgaanbieders die enkel eropuit zijn om er zelf financieel beter van te worden” schrijft ze in haar Kamerbrief. Zo verwijst ze naar de Wet integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders (Wibz), die begin dit jaar naar de Kamer is gestuurd. Belangrijk punt daarin is het stellen van extra voorwaarden aan het uitkeren van winst door zorginstellingen. Ook wil Agema dat de Nederlandse Zorgautoriteit fusies beter gaat toetsen en moet er meer zicht komen op gemaakte winsten in de zorg. „Zo wordt de zorg minder aantrekkelijk voor graaiers”, zei Agema woensdag tijdens het debat. „Het gaat om partijen met verkeerde intenties.”
Maar de Kamer vindt dat allemaal te weinig. „Een hele magere lijst”, zei Julian Bushoff (GroenLinks-PvdA). Zijn conclusie: „Keer op keer moeten we de minister corrigeren, maar de minister laat zich helaas niet corrigeren.” En dus wil de Kamer het nu maar zelf gaan doen. De ene na de andere partij kwam met voorstellen om private equity aan banden te leggen. Zo kwam de SP onder meer met het idee om bestuurders wettelijk aansprakelijk te stellen voor schade en wil de partij snel een verbod op nieuwe overnames. GroenLinks-PvdA en NSC kwamen vorig jaar al met een initiatiefwetsvoorstel om de Autoriteit Consument en Markt sneller te laten ingrijpen bij kleine overnames, zoals een huisartsen- of tandartsenpraktijk. Verder werken partijen aan amendementen om de nog te behandelen Wet Wibz aan te passen. Claassen: „Die moet steviger en sterker. Dan moet het maar op die manier, al verdient het niet de schoonheidsprijs.”
Een minderheid van de Kamer, vooral VVD en BBB maar ook NSC, vinden de oproepen tot een compleet verbod te ver gaan. Volgens BBB zijn heel veel zorgaanbieders via private equity gefinancierd: „Dat is heel normaal en dat kan vaak niet anders.” NSC-Kamerlid Daniëlle Jansen noemde het onverstandig „zomaar happen uit de zorg te nemen zonder dat je alternatieven hebt.” Ze zei private equity „fors te willen terugdringen”, maar niet helemaal te willen verbieden. „Als je alle private equity weghaalt, hoe hou je het zorgaanbod dan overeind?”
Lees ook
Wetsvoorstel tegen private equity in zorg: ‘Met deze wet willen we de uitwassen tegengaan, het is geen stop op elke overname’
Mijn dochter is al jaren het huis uit en in 2024 besloten haar moeder en ik dat het beter was om niet meer onder hetzelfde dak te wonen. Als zelfs een beroeps als Janneke moeite had om te wennen aan het idee om voor zichzelf te koken, waarom zou dat dan niet voor mij gelden? Dezelfde opluchting ervaarde ik bij het lezen van de Moederdag-vlaflip. Met genoegen terugkerend naar de oorspronkelijke gedachte ben ik, gewapend met de noodzakelijke ingrediënten, op Moederdag bij de moeder van mijn dochter langsgegaan. We genoten van het retro-gerecht en van de waardering voor elkaar voor wat ons ook zo enorm bindt: de liefde voor het kind dat we samen hebben grootgebracht. Qua recept kan ik niet zeggen dat ik het tot op de gram gevolgd heb. Waarschijnlijk meer aardbeien, minder vanillevla, haverkoekjes in plaats van kaneelbeschuit en een forse dot slagroom. Het smaakte lekker zoet en de koekkruimels waren toch verrassend. Met zelfgemaakte vanillevla zal het nog veel lekkerder zijn.