De gearresteerde strafrechtadvocaat Vito Shukrula wordt door het Openbaar Ministerie tegengewerkt bij het overdragen van zijn praktijk aan twee collega’s. Op last van het OM heeft de penitentiaire inrichting waar Shukrula verblijft de toegang tot de nummers van deze advocaten geblokkeerd.
Per brief is het OM gesommeerd door de raadsman van Shukrula, Nico Meijering, om die blokkade op te heffen, omdat daarmee overleg over vertrouwelijke cliëntendossiers onmogelijk is geworden. Shukrula stapt naar de rechter indien het OM dat weigert. Meijering bevestigt dat een sommatiebrief is gestuurd, maar onthoudt zich verder van commentaar.
Na de arrestatie is Shukrula door de Nederlandse Orde van Advocaten – de toezichthouder op de advocatuur – geschorst in afwachting van het verloop van het onderzoek. Zolang dat boven de markt hangt, kan en mag hij niet werken als advocaat en moeten andere advocaten lopende dossiers overnemen.
Shukrula, die zelfstandig een kantoor runt, heeft Carlo Crince le Roy en Sultan Kat bereid gevonden om dat werk op zich te nemen. En daar heeft het OM naar het lijkt moeite mee. Het OM zou het contact tussen Shukrula en deze twee advocaten willen afluisteren.
Ook Kat heeft een sommatiebrief verstuurd en wacht de reactie van het OM af voordat ze verder commentaar geeft.
Lees ook
Aangehouden advocaat van Taghi snapt de straat. Dat trekt een bepaalde clientèle aan
Ontkennen
Vito Shukrula werd begin april vastgezet op verdenking van lidmaatschap van de criminele organisatie van zijn toenmalige cliënt Ridouan Taghi. Shukrula zou informatie van Taghi de Extra Beveiligde Inrichting in Vught uit hebben gesmokkeld. Een beschuldiging die zowel Shukrula als Taghi ontkent.
Shukrula verdedigde Taghi sinds november vorig jaar samen met de advocaten Crince le Roy en Kat, dezelfde raadslieden aan wie Shukrula andere klanten wil overdragen. In tegenstelling tot Shukrula werden Crince le Roy en Kat niet in staat van beschuldiging gesteld.
Shukrula kan nu alleen met collega’s overleggen via telefoonnummers die kunnen worden afgeluisterd
Toch vindt het OM dat Shukrula niet vertrouwelijk mag overleggen met zijn collega-advocaten. Alle strafrechtadvocaten in Nederland kunnen enkele telefoonnummers doorgeven die niet mogen worden afgeluisterd, in verband met het recht op vertrouwelijk contact met een advocaat. Zijn collega’s kan Shukrula op die nummers echter niet meer bereiken.
Praktisch gesproken kan Shukrula alleen nog met zijn collega’s overleggen via telefoonnummers die wel kunnen worden afgeluisterd. Of Crince le Roy en Kat moeten op regulier bezoek gaan in de gevangenis. Daar moeten ze dan in aanwezigheid van andere gedetineerden en hun bezoek vertrouwelijke dossiers bespreken. Of dat mag is de vraag. En vertrouwelijk overleg is onder die omstandigheden zeer lastig.
Zorgplicht
Voor Shukrula geldt ondanks de schorsing nog altijd een geheimhoudingsplicht, evenals voor Crince le Roy en Kat. Schending kan leiden tot sancties van de Orde van Advocaten.
Tegelijkertijd is het niet overdragen van cliëntendossiers ook een probleem. Advocaten hebben een zorgplicht en dat betekent dat ze verantwoordelijk dragen voor een ordentelijke afhandeling van strafzaken. Met zijn sommatie maakt Shukrula duidelijk dat dat onmogelijk is gemaakt door het OM.
Lees ook
Binnen de advocatuur weten ze nu: als je Taghi verdedigt dan ‘kruipt de AIVD in je telefoon’
Héél héél véél bellen.” De twee scholieres waren al een tijdje te horen, boven de uurwerken van Museum Zaanse Tijd uit. Vingers voortdurend aan de fietsbel. Slingerend om de toeristen die de groene houten molens en huizen van de Zaanse Schans bezoeken. „Irritant”, noemen de tieners het: op de Kalverringdijk, het doorgaande fietspad van en naar Wormer, is het voortdurend oppassen.
Zelfs op een relatief rustige maandagmiddag, als je maar kort bij bewoners op het stoepje of in de tuin zit, zie je genoeg bijna-ongelukken. De toerist die, selfiestick in de hand, van een wit houten bruggetje stapt en niet links of rechts kijkt – een scholier gooit zijn stuur met kratje voorop om. Het gezin dat, wegens de drukte op het voetpad bij de molens afstapt – bijna in botsing met twee jongens op fatbikes. Het plukje meisjes dat een selfie probeert te maken midden op straat – de oudere mevrouw die, boodschappen achterop, duidelijk gewend „careful!” gilt.
De gemeente Zaandam wil minder overlast van toeristen en wil 17,50 euro toegang gaan vragen.
De Zaanse Schans was nooit bedoeld als toeristische attractie, maar ontstond in de jaren zestig als wijk om de Zaanse molens en architectuur te behouden. Zo’n twintig gezinnen wonen er, te midden van wat buitenlandse toeristen zien als ‘typisch Hollands’: groene weiden met koeien en schapen, slootjes met gele lisdodden en bruggetjes daarover. Er is een klompenmakerij, een kaasboerderij, je kunt er pannenkoeken eten of een ijsje, en natuurlijk de molens bezoeken.
Inmiddels is de Zaanse Schans na het Rijksmuseum en de Keukenhof de meest bezochte plek van Nederland, met afgelopen jaar 2,6 miljoen bezoekers.
Stonden ze meteen juichend tegenover de plannen? Nee, ook voor hen is het een verandering
Meebetalen
Of dat té druk is, hangt af van met wie je spreekt. Waar bewoners, de gemeente Zaanstad, de stichtingen die het monumentale molenerfgoed beheren en de ondernemers die de winkels op de Schans uitbaten het wél over eens zijn: de toeristen zouden moeten meebetalen. Aan het kostbare onderhoud van de molens en de houten huizen, en van de straten en bruggetjes die extra worden belast. Aan de infrastructuur die nodig is voor alle tourbussen, aan de wc-hokjes en de handhavers.
Nu dragen de gemeente, haar inwoners en de erfgoedstichtingen die kosten. De Zaanse Schans zelf is vrij toegankelijk. Alleen wie een molen of museum bezoekt, moet een kaartje kopen.
In Zaanse Schans fietsen veel omwonenden en scholieren over de openbare weg, tussen de talrijke toeristen.
Dat is ook de achtergrond van een recente stemming in de gemeenteraad van Zaanstad. Want áls de toeristen moeten gaan betalen (17,50 euro is het voorstel), dan moeten ze langs een kassa en moeten de straatjes in de wijk aan de openbaarheid worden onttrokken, zoals dat officieel heet, zodat de Zaanse Schans een afgesloten gebied kan worden. De Kalverringdijk is dan geen openbare weg meer, het college wil het fietspad verleggen. Tegelijk moet de wijk volgens het collegevoorstel wel gratis toegankelijk blijven voor Zaankanters. En alles moet liefst in 2026 zijn gerealiseerd.
„Er zijn duidelijk vergevorderde plannen, maar veel is nog onduidelijk”, zegt een van de bewoners. „Wordt het een virtueel hek om de wijk of wordt onze bewegingsvrijheid weggenomen? Wat gebeurt er als er familie op bezoek komt?” Ze wil niet met haar naam in de krant, zoals ook andere bewoners dat niet willen. Er is „redelijk wat gedoe” op de Zaanse Schans, zegt ze met gevoel voor understatement.
Verhit, emotioneel debat
Want de vier erfgoedstichtingen en ondernemers staan, zo bleek ook tijdens diverse gemeenteraadsvergaderingen, lijnrecht tegenover elkaar. Dat zorgt voor verhitte debatten en zelfs beschuldigingen over intimidatie. De stichtingen vinden kaartverkoop noodzakelijk omdat volgens hen het erfgoed alleen zo onderhouden kan worden en de molens kunnen blijven draaien. De ondernemers vrezen voor hun inkomsten omdat volgens hen toeristen naast een kaartje van 17,50 euro niet óók nog willen betalen voor demonstraties van oude ambachten of voor producten als kaas en souvenirs.
Een van de bewoners vertelt dat er vaak wordt gedacht dat de Zaanse Schans „een gouden mijntje” is voor ondernemers. In de zomer wel, zegt ze. In de winter kampt iedereen in de houten panden met hoge energiekosten en is er nauwelijks aanloop. De erfgoedstichtingen zeggen dat hun kapitaal vooral zit in de monumenten, en dat er naast het kostbare onderhoud te weinig geld over zou zijn om andere kosten te dragen.
„Er zijn verschillende belangen, de onderlinge verhoudingen zijn al tijden vertroebeld”, vertelt Jacob Spaander, oud-stadsdichter en muzikant op de Schans. Hij was een van de laatste insprekers na twee enkele uren durende inspreekavonden in de raadszaal, waar hij probeerde de gemoederen te sussen. Hij zegt dat „mensen elkaar dingen zijn gaan verwijten. Het gevaar is dat de beslissing van de gemeenteraad niet zal worden gedragen door alle partijen.”
Niet dat Spaander gerust is. „De Zaanse Schans wordt volgens de plannen semi-openbaar, als Zaankanter kan je er op, zegt de gemeente. Maar wat als dat niet werkt?” Hij vreest dat de wijk dan helemaal uit de openbaarheid wordt gehaald, een pretpark wordt.
De semi-openbaarheid baart bewoners ook zorgen. Een echtpaar vertelt dat het nu ’s avonds rustig is. Maar als een toegangskaartje alleen overdag gaat gelden, vrezen ze dat de toeristenstroom zich naar de avond verplaatst. Want waarom zouden touroperators dát dan niet aanbieden?
Molens, kaas en klompen
In Amsterdam verkopen die operators kaartjes voor een ritje langs de molens van de Zaanse Schans, de kaas in Edam en de klompen in Volendam. De grote bussen staan met draaiende motoren op het parkeerterrein voor het Zaanse Museum. Op een maandagmiddag is daar nog plek, op drukke dagen als het terrein vol is, ‘gooien’ ze hun passagiers op straat eruit. Automobilisten parkeren in bermen of in een nabijgelegen gehucht.
Toeristen en bewoners komen elkaar tegen op het fietspad.
Het was hier vroeger zo gemoedelijk. De opzet was om de molens te behouden, er was niets materialistisch aan
Daar wil de gemeente eveneens een einde aan maken. Ook daar lijkt overeenstemming over. De oplossing ligt volgens het college in spreiding door het jaar heen, in „betere parkeervoorzieningen, meer elektrisch vervoer en krachtiger handhaving”, in het aantrekkelijker maken van het openbaar vervoer en vervoer over water. Dat moet onder meer uit de toegangsprijs worden betaald.
Raymond Deijle vaart al toeristen rond over de Zaan, en vertelt zijn passagiers over de geschiedenis van de streek en de molens. Met zijn moeder en broer zit hij op een bankje. Zij zegt: „Het was hier vroeger zo gemoedelijk. De opzet was om de molens te behouden, er was niets materialistisch aan.” Zijn broer Chris zegt: „Als je nu om een uur of tien op het station bent, zit de trein al tjokvol.” Deijle wijst om zich heen naar de historische panden: „Als er minder toeristen komen, dan kan dit alles helemaal niet uit.”
Pannenkoek
Het college wil ook wel minder toeristen: met 1,8 miljoen bezoekers per jaar zou de Zaanse Schans met 17,50 euro per persoon rondkomen. Wethouder Wessel Breunesse (Openbare Ruimte en Cultuur, GroenLinks) wil vooral inzetten op toeristen die „langer verblijven, voor kwaliteit en voor de cultuurhistorie komen”, die dan ook „een pannenkoek eten”. Zij kunnen gelokt worden met „een gezamenlijk verhaal” van ondernemers en erfgoedstichtingen, denkt hij.
De raad heeft vooral veel vragen aan Breunesse. Zelfs de coalitie, die deze donderdag voor het voorstel zal gaan stemmen, zit vol vragen over de uitwerking. Want zijn de ondernemers wel tijdig en voldoende betrokken? Hoe wordt de toegang voor Zaankanters gegarandeerd? En maakt het uit of er meer dan de benodigde vijfhonderd handtekeningen zijn verzameld om een referendum over de openbaarheid van de Zaanse Schans te houden?
Breunesse zegt dat hij de bewoners „uiterst serieus” neemt. „Stonden ze meteen juichend tegenover de plannen? Nee, ook voor hen is het een verandering.” Hij wil ervoor zorgen dat er entree kan worden geheven „niet achter een hek maar op een natuurlijke manier”.
Hij zegt dat de raadsleden een principebesluit moeten nemen, en dat de uitwerking volgt. „Het fietspad is genoemd, de toegang voor Zaankanters. Ik realiseer me maar al te goed dat 2026 ambitieus is.” Volgens de wethouder draait het raadsbesluit donderdag ook maar om één vraag: „Gaan we de kosten voor de Zaanse Schans bij de belastingbetaler leggen of bij de toerist?”
Lees ook
Hoe het toerisme op de Zaanse Schans uit de hand liep
De foto’s na afloop van het ministerieel onderhoud in New Delhi ademen diplomatieke beleefdheid. Minister Ruben Brekelmans (VVD, Defensie) overhandigt zijn Indiase ambtgenoot Rajnath Singh een bord, zo te zien Delfts blauw. Volgens het persbericht van Defensie laat de ontmoeting, in maart tijdens een veiligheidsconferentie, zien dat „Nederland een bijdrage wil leveren aan veiligheid en stabiliteit in de Indo-Pacific”. Waarna een citaat volgt van Brekelmans: „Bij alle geopolitieke grimmigheid is het belangrijk de banden met ‘ongebonden’ India te versterken.”
Tussen alle beleefdheden bleef één gevoelig onderwerp onbesproken. Vrijwel meteen na de ontmoeting vond het echter via ‘bronnen’ een weg naar Indiase media. Het betrof de verkoop van militaire goederen door Nederland aan Pakistan: India’s aartsvijand. Volgens India helpt Nederland met die wapenexporten een land dat zich schuldig maakt aan terrorisme.
Nederland brengt zowel de veiligheid van India als de stabiliteit van de regio in gevaar
Ook heeft Pakistan volgens New Delhi banden met terroristische organisaties, bijvoorbeeld in Kasjmir, de betwiste regio die al decennialang voor spanningen en conflicten zorgt veroorzaakt tussen beide landen. In april laaide tien dagen het conflict op na een aanslag van moslim-extremisten in een toeristenoord in het door India gecontroleerde deel van Kasjmir. Daarbij kwamen 26 mensen om het leven. Ook dat was het werk van Pakistan, aldus New Delhi.
„Bewapen ‘terrorisme-sponsor’ Pakistan niet, vraagt India aan Nederland”, kopte de The Times of India op 19 maart. Nederland zou volgens defensieminister Rajnath Singh Pakistan „toerusten met technologie en defensiematerieel” waarmee het land zowel „de veiligheid van India als de stabiliteit van de regio in gevaar brengt”. Toen NRC navraag deed in zowel New Delhi als Den Haag, wilden Buitenlandse Zaken en Defensie in Den Haag hierover alleen het volgende kwijt: „We doen geen uitspraken over de inhoud van diplomatieke gesprekken met andere landen.” Ontkend werden de berichten niet.
Lees ook
Met het staakt-het-vuren zijn India en Pakistan terug bij de status quo. En dat is geen vrede
Legeroefeningen
Nederland kan het door de Indiase media gerapporteerde verzoek van Singh niet zomaar negeren. Den Haag wil heel graag de politieke en economische banden met India – zelfverklaard aanvoerder van het mondiale Zuiden – aanhalen. Er wordt gewerkt aan een ‘strategisch partnerschap’, dat moet leiden tot samenwerkingen op allerlei gebieden. Inmiddels wordt onder meer voorzichtig overlegd over gezamenlijke legeroefeningen.
Uitgerekend deze week zou over het partnerschap worden gesproken, tijdens het staatsbezoek van India’s premier Narendra Modi, inclusief staatsbanket met koning Willem-Alexander. Maar de nieuwste fase in het conflict rond Kasjmir gooide roet in het eten: Modi zegde het bezoek af. In plaats daarvan kwam de minister van Buitenlandse Zaken, Subrahmanyam Jaishankar, twee dagen naar Den Haag.
De berichten over Singhs verzoek aan Brekelmans om niet langer wapens naar Pakistan te exporteren, vestigen de aandacht op een voor Nederland ongemakkelijk onderwerp: de gegroeide militaire handel met Islamabad. Decennialang was Pakistan voor Den Haag een paria. Sinds het in de jaren tachtig met behulp van gestolen nucleaire technologie uit Nederland een atoombom bouwde, gold een wapenembargo. Dat veranderde stukje bij beetje de afgelopen tien jaar. Pakistan kroop uit zijn isolement.
Zo hielp Pakistans marine bijvoorbeeld Europese landen om piraten te weren die de (Nederlandse) koopvaardij bedreigen in de Golf van Aden.
Piek
Ook op andere vlakken groeide de samenwerking. In de periode 2020-2024 steeg Nederland in de rangorde van wapenleveranciers aan Pakistan. China voert die lijst weliswaar aan met meer dan 80 tachtig procent van alle leveranties van wapens (vliegtuigen, tanks, et cetera) en technologie. Nederland is echter een opvallende tweede met gemiddeld meer dan 5 procent en een piek in 2024, zo blijkt uit recente cijfers van onderzoekscentrum Sipri in Stockholm. De groei staat in contrast met de min of meer gelijkblijvende wapenhandel van Nederland met India. De lijst van wapenleveranciers daar wordt volledig gedomineerd door grote landen als de VS, Rusland en Frankrijk, aangevuld met Israël.
De militaire handel met Pakistan ging door na het aantreden van het kabinet-Schoof, vorig jaar juli. Nederland leeft „absoluut” de Europese afspraken voor wapenhandel na. Daarbij zijn er „voor Pakistan significant meer afwijzingen in vergelijking tot India”, zo benadrukte minister Caspar Veldkamp (Buitenlandse zaken, NSC) tegenover Indiase journalisten tijdens een recent bezoek aan New Delhi. Dat verschil blijkt ook uit cijfers (begin 2004-maart 2025) die zijn eigen ministerie verstrekte op verzoek van NRC. Wel is het aantal toegekende vergunningen vanaf 2004 hoger dan het aantal weigeringen voor Pakistan. Sinds juli vorig jaar waren er helemaal geen weigeringen.
Dat de wapenhandel onder het kabinet-Schoof doorging, is opmerkelijk. „Geen verkoop wapens aan islamitische landen”, stelde de PVV, nu de grootste coalitiepartij, toen nog vanuit de oppositie.
De twee patrouilleschepen van Damen zijn toegerust om behalve verkennende, ook aanvallende taken uit te voeren
Het was een standpunt dat PVV-Kamerlid Raymond de Roon actief uitdroeg tijdens behandelingen van de begroting van het ministerie van Buitenlandse Handel. Zowel partijleider Wilders, die vanuit Pakistan meermaals werd bedreigd vanwege zijn anti-islamstandpunt, als Van Roon stelden juni vorig jaar kritische vragen aan het kabinet. „Waarom gaat Nederland de banden aanhalen met een land waarvandaan dagelijks doodsbedreigingen worden afgevuurd op een Nederlandse volksvertegenwoordiger?”, luidde de eerste vraag.
De minister die sinds juli vorig jaar moet beslissen over de exportvergunningen voor wapenleveranties, is van PVV-huize. Reinette Klever (Buitenlandse Handel) heeft islamitische landen niet in de ban gedaan. Koploper is Golfstaat Qatar met de afname van pantservoertuigen (ter waarde van 2 miljoen euro) en radartechnologie (3 miljoen). Oman bestelde delen voor helikopters ter waarde van 1 miljoen.
De PNS Yamama 274 van de Pakistaanse marine tijdens een oefening georganiseerd door de Turkse marine.
Foto Sabri Kesen / Anadolu via Getty Images
Uitlaatgassystemen
Wat kocht Pakistan de laatste vijf jaar van Nederland waarover de Indiase defensieminister Singh zich zorgen maakt? In de excelbestanden van Buza duikt Pakistan sinds 2020 enkele keren op. Qua grotere orders gaat het om marineschepen en hieraan gekoppelde radartechnologie. Scheepsbouwer Damen leverde in totaal vier 100 meter lange patrouilleschepen voor de Pakistaanse marine, twee in 2020, en nog eens twee vanaf 2022. Daarna volgden orders die uit de levering van de militaire vaartuigen voortvloeien, zoals ‘watergekoelde uitlaatgassystemen voor patrouillevaartuigen’, geplaatst op 22 augustus vorig jaar.
Als gevolg van de – toen nog – grootscheepse bezuinigingen op de krijgsmacht deed Nederland in 2021 twee oude mijnenvegers van de hand. Voor een appel en een ei kocht Pakistan de Hr.Ms. Haarlem en Hr.Ms. Middelburg: maximaal 75.000 euro. aldus het overzicht. Marine-kenner Jaime Karremann verklaart het lage bedrag uit de onbruikbaarheid van de oude schepen. „Het ging waarschijnlijk niet om de schepen zelf maar alleen om nog bruikbare onderdelen”, zegt hij. „Die konden betrekkelijk eenvoudig worden overgezet naar andere mijnenvegers waarover Pakistan al beschikte.”
De wapenleveranties aan Pakistan doorstonden de gebruikelijke toetsen die Buitenlandse Zaken in Europees verband hanteert (worden ze gebruikt om mensenrechten te schenden, vergroten ze de spanningen in de regio, worden ze defensief of offensief gebruikt?). Bijzondere aandacht bij de toetsing is er voor Kasjmir. Zo schreef toenmalig minister van Buitenlandse Handel Sigrid Kaag (D66) in 2020 over de export van de twee patrouilleschepen van Damen: „Pakistan is verwikkeld in een territoriaal conflict met India over de regio Kasjmir. Ook kent Pakistan een ingewikkelde relatie met buurland Afghanistan. Beide regio’s zijn echter landlocked, waardoor de eindgebruiker van deze transactie, de Pakistaanse marine, geen rol speelt in deze regio’s.” De bestaande machtsbalans tussen Pakistan en India „wordt niet verstoord”, aldus Kaag in oktober 2020. Daar denkt de Indiase defensieminister Singh dus anders over.
De vraag is hoelang de benadering van Buitenlandse Zaken, zoals destijds verwoord door Kaag, is vol te houden, zegt wapenexport-deskundige Frank Slijper van vredesorganisatie Pax. Hij volgt het beleid van Nederland sinds jaar en dag kritisch. Tijdens de meest recente escalatie „zag je dat het conflict in Kasjmir niet beperkt blijft tot deze regio, maar trekken krijgt van een bredere krachtmeting”, zegt hij. „De marine van beide landen, waarbij die van India overigens vele malen groter en krachtiger is, speelt daar ook een rol in. Bovendien zijn de twee patrouilleschepen van Damen toegerust om behalve verkennende, ook aanvallende taken uit te voeren.” De schepen hebben faciliteiten voor snelvuurkanonnen en het afvuren van lichte raketten.
Lees ook
Wat betekent het vervolgen van Damen voor de Nederlandse defensie-industrie? En drie andere vragen
Vliegdekschip
De exportspecialist van Pax stuurt een bericht van een Amerikaanse militaire website door, over de spanningen tussen India en Pakistan. Het Indiaas opperbevel zou tijdens de laatste korte, beperkte oorlog met Pakistan, een grote marine-eenheid inclusief vliegdekschip naar het noorden van de Arabische Zee hebben gedirigeerd. Dat was dicht bij Pakistan, maar ver weg (1.500 kilometer) van Kasjmir. De marine-actie was op touw gezet „om Pakistan af te schrikken”, aldus het bericht. Het past in een nieuwe doctrine van India, schreef het Amerikaanse tijdschrift Foreign Policy op 13 mei. Dat komt met het nodige spierballenvertoon van de Indiase leider Modi, om Pakistan als ‘exporteur van terrorisme’ te intimideren.
Het onderscheid dat Nederland hanteert bij wapenverkopen tussen defensief en offensief gebruik, noemt Slijper, „kunstmatig”. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de radarapparatuur die aan Pakistan is geleverd, „zeer waarschijnlijk afkomstig van Thales in Hengelo” , zegt Slijper op basis van gegevens van het eerder genoemde Sipri in Stockholm. „Die radar kan meestal zowel voor defensieve, verkennende, als offensieve taken worden gebruikt om een aanvalsdoel te vinden.” Slijper zegt overigens geen aanwijzingen te hebben dat deze radartechnologieën een rol hebben gespeeld in het meest recente gewapend conflict.
Hoe ziet de toekomst van de wapenhandel met Pakistan eruit na de jongste gewelddadigheden in en om Kasjmir, in het licht van het strategisch partnerschap met India én weerstand bij de PVV? Aan scheepsbouwer Damen en de militaire machthebbers in Pakistan zal het niet liggen: zij zijn enthousiast en hopen op meer. Een woordvoerder van Damen zegt overigens dat er niets concreets aan nieuwe leveringen op stapel staat.
De vraag is wat er van de wensen van Damen en de Pakistaanse marine terechtkomt na de geuite zorgen van India tegenover Brekelmans. Die geven de toetsing van nieuwe exportaanvragen naar Pakistan hoe dan ook een extra lading. Een woordvoerder van Buitenlandse Zaken en Defensie wil daar niet op vooruitlopen. Wel zegt ze: „Bij de behandeling van aanvragen worden de recente ontwikkelingen in de relatie tussen Pakistan en India meegewogen.”
Lees ook
Feitelijke Pakistaanse machthebber vindt dat moslims in Indiase deel van Kasjmir bij Pakistan horen
De gearresteerde strafrechtadvocaat Vito Shukrula wordt door het Openbaar Ministerie tegengewerkt bij het overdragen van zijn praktijk aan twee collega’s. Op last van het OM heeft de penitentiaire inrichting waar Shukrula verblijft de toegang tot de nummers van deze advocaten geblokkeerd.
Per brief is het OM gesommeerd door de raadsman van Shukrula, Nico Meijering, om die blokkade op te heffen, omdat daarmee overleg over vertrouwelijke cliëntendossiers onmogelijk is geworden. Shukrula stapt naar de rechter indien het OM dat weigert. Meijering bevestigt dat een sommatiebrief is gestuurd, maar onthoudt zich verder van commentaar.
Na de arrestatie is Shukrula door de Nederlandse Orde van Advocaten – de toezichthouder op de advocatuur – geschorst in afwachting van het verloop van het onderzoek. Zolang dat boven de markt hangt, kan en mag hij niet werken als advocaat en moeten andere advocaten lopende dossiers overnemen.
Shukrula, die zelfstandig een kantoor runt, heeft Carlo Crince le Roy en Sultan Kat bereid gevonden om dat werk op zich te nemen. En daar heeft het OM naar het lijkt moeite mee. Het OM zou het contact tussen Shukrula en deze twee advocaten willen afluisteren.
Ook Kat heeft een sommatiebrief verstuurd en wacht de reactie van het OM af voordat ze verder commentaar geeft.
Lees ook
Aangehouden advocaat van Taghi snapt de straat. Dat trekt een bepaalde clientèle aan
Ontkennen
Vito Shukrula werd begin april vastgezet op verdenking van lidmaatschap van de criminele organisatie van zijn toenmalige cliënt Ridouan Taghi. Shukrula zou informatie van Taghi de Extra Beveiligde Inrichting in Vught uit hebben gesmokkeld. Een beschuldiging die zowel Shukrula als Taghi ontkent.
Shukrula verdedigde Taghi sinds november vorig jaar samen met de advocaten Crince le Roy en Kat, dezelfde raadslieden aan wie Shukrula andere klanten wil overdragen. In tegenstelling tot Shukrula werden Crince le Roy en Kat niet in staat van beschuldiging gesteld.
Shukrula kan nu alleen met collega’s overleggen via telefoonnummers die kunnen worden afgeluisterd
Toch vindt het OM dat Shukrula niet vertrouwelijk mag overleggen met zijn collega-advocaten. Alle strafrechtadvocaten in Nederland kunnen enkele telefoonnummers doorgeven die niet mogen worden afgeluisterd, in verband met het recht op vertrouwelijk contact met een advocaat. Zijn collega’s kan Shukrula op die nummers echter niet meer bereiken.
Praktisch gesproken kan Shukrula alleen nog met zijn collega’s overleggen via telefoonnummers die wel kunnen worden afgeluisterd. Of Crince le Roy en Kat moeten op regulier bezoek gaan in de gevangenis. Daar moeten ze dan in aanwezigheid van andere gedetineerden en hun bezoek vertrouwelijke dossiers bespreken. Of dat mag is de vraag. En vertrouwelijk overleg is onder die omstandigheden zeer lastig.
Zorgplicht
Voor Shukrula geldt ondanks de schorsing nog altijd een geheimhoudingsplicht, evenals voor Crince le Roy en Kat. Schending kan leiden tot sancties van de Orde van Advocaten.
Tegelijkertijd is het niet overdragen van cliëntendossiers ook een probleem. Advocaten hebben een zorgplicht en dat betekent dat ze verantwoordelijk dragen voor een ordentelijke afhandeling van strafzaken. Met zijn sommatie maakt Shukrula duidelijk dat dat onmogelijk is gemaakt door het OM.
Lees ook
Binnen de advocatuur weten ze nu: als je Taghi verdedigt dan ‘kruipt de AIVD in je telefoon’