Opnieuw ging Israël in de aanval, met een vorige week aangekondigd offensief om definitief nog meer grondgebied in Gaza te veroveren en de bevolking te verdrijven. „De volgende stap is genocide”, waarschuwde de Amsterdamse hoogleraar Göran Sluiter bij de NOS.
Als student internationale betrekkingen leer ik hoe het internationaal humanitair recht grenzen stelt aan oorlogsvoering. Maar in de praktijk blijkt die grens akelig verlegbaar. In Den Haag klonk vooral stilte – of nou ja: gefluister.
Minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp (NSC) trok een keurig potloodstreepje langs de rand van het EU-Israël-Associatieverdrag. Hij wil dat de EU gaat onderzoeken of Israël de voorwaarden voor het verdrag negeert, door mensenrechtenschendingen te plegen in Gaza. Als dat zo is, zal Nederland dwarsliggen bij nieuwe Europese samenwerkingen met Israël. Niet veel later haastte premier Dick Schoof zich om een en ander te verduidelijken: natuurlijk steunt hij zijn minister, maar Veldkamps onderzoekswens was „een signaal” en dat de kwestie nog besproken zou worden in de ministerraad. Schoof greep meteen naar de gum.
Nooit een besluit
Die Haagse potloodpolitiek heeft een voorspelbaar patroon. Eerst komt de ferme brief, dan het signaal en tenslotte het overleg dat nooit iets besluit. Minstens vijftigduizend doden, een verwoest land, vooraanstaande genocide-experts die unaniem vinden dat Israëls optreden op zijn minst genocidale trekken heeft – en toch blijft Nederland aarzelen.
Artikel 2 van het associatieakkoord met Israël is glashelder: respect voor mensenrechten is de voorwaarde voor handel. Toch wist Nederland, traditioneel een van Israëls trouwste bondgenoten in de EU, die toetsing jarenlang te blokkeren. Pas nu honger, uitbraken van infectieziekten en burgerdoden in Gaza dagelijks op de voorpagina staan, durft Den Haag een onderzoek te opperen – voorzien van sluiproutes om politieke kopzorgen thuis weg te nemen.
Zo kan de PVV het dreigement eenvoudig laten verdwijnen in een la. Geert Wilders vroeg op X of „alle ministers van alle partijen vooraf op de hoogte” waren van Veldkamps brief – en half Den Haag beefde. Het Haagse zwarte gat slokt elk moreel signaal op.
De selectieve verontwaardiging is geen toeval. Toen Rusland Oekraïne binnenviel, konden de sancties binnen enkele dagen worden afgetekend. Gas, betalingssysteem Swift, oligarchenjachten: het pakket lag klaar voordat de eerste tank de grens overstak. Voor Gaza geldt een andere calculatie. Nederland – nota bene gastland van het Internationaal Strafhof – heeft nog geen enkele sanctie aangekondigd tegen Israël. Juridisch bestaat er geen verschil; politiek is de prijs simpelweg hoger, want Israël is bondgenoot, handelspartner én splijtzwam in Den Haag.
Dat prijskaartje wordt intussen betaald in Gaza zelf. Het Israëlische leger controleert inmiddels grofweg 70 procent van de strook; ‘veilige zones’ worden gebombardeerd zodra Palestijnen zich verzamelen. Wie nu nog weigert de termen ‘genocide’ of ‘etnische zuivering’ te gebruiken, moet uitleggen hoe twee miljoen mensen kunnen overleven op een stukje land ter grootte van Texel zonder water, voedsel of bewegingsvrijheid.
Veldkamp noemde zijn brief „een streep in het zand”. Maar de wind waait, de golven spoelen en het zand verschuift. Een échte rode lijn is permanent – getrokken in inkt, niet in potlood en niet in het zand.
Verdrag opschorten
Dat vraagt om concrete stappen. Ten eerste moet Nederland zijn deelname aan het EU-associatieverdrag met Israël opschorten, zolang een onafhankelijke internationale commissie niet heeft vastgesteld dat Israël het humanitair recht naleeft en onbelemmerde humanitaire hulp toelaat.
Ten tweede moet Nederland alle militaire samenwerking bevriezen. Alle exportvergunningen voor wapens en wapenonderdelen (denk aan onderdelen voor F-35-straaljagers) moeten onmiddellijk worden ingetrokken.
Ten derde moet Nederland gerichte sancties instellen tegen verantwoordelijke politici, militairen en bedrijven. Bijvoorbeeld inreisverboden, bevriezing van banktegoeden en uitsluiting van overheidscontracten voor iedere persoon of bedrijf die meewerkt aan, of profiteert van oorlogsmisdaden.
Nederland moet meewerken aan arrestatiebevelen zoals dat tegen Netanyahu
Op de vierde plaats moet Nederland zijn best doen de humanitaire blokkade van Gaza te doorbreken. Alle diplomatieke slagkracht moet worden ingezet om onmiddellijke, vrije toegang van hulpgoederen af te dwingen. Daarnaast moet Nederland de bevroren financiering van VN-vluchtelingenorganisatie UNRWA hervatten.
En tot slot moet Nederland volledige politieke en logistieke steun verlenen aan het Internationaal Gerechtshof en het Internationaal Strafhof (ICC). Dat kan door mee te werken aan arrestatiebevelen zoals dat van het ICC tegen Benjamin Netanyahu, en door als ICC-gastheer andere staten aan te sporen actie te ondernemen.
Als vijftigduizend doden geen rode lijn zijn, wat dan wel? Het kabinet-Schoof gokt op electorale rust: een beetje rumoer voor de bühne, daarna weer business as usual. Maar de stilte is allang overstemd door het geronk van F-35’s boven Rafah.
Lees ook
De Nakba herdenken terwijl er een nieuwe ramp plaatsvindt. ‘Op hoeveel manieren moeten we nog sterven?’
