Watermanagers willen niemand bang maken, maar wéér zo’n droge zomer als in 2018? ‘Dan hoop ik dat we überhaupt nog water beschikbaar hebben’

Als het nog een maand niet regent, laten de eerste echt onaangename effecten van droogte zich gelden in het westen van het land: onvoldoende zoetwater voor boomkwekers en bollentelers, scheuren in veendijken. Om het tekort aan zoetwater aan te vullen, treedt dan een ingenieus systeem in werking: de klimaatbestendige wateraanvoer.

Afgelopen tien jaar werden op tien plaatsen in het gebied tussen Utrecht en Gouda maatregelen genomen die de aanvoer van water naar westelijk Nederland verdubbelen, van zeven naar vijftien kubieke meter water per seconde. „Dat is grofweg van één naar twee zwembaden per minuut”, zeggen de watermanagers van de twee betrokken hoogheemraadschappen, die van Rijnland en De Stichtse Rijnlanden. Deze week werden de werken voltooid.

Je kunt de watergangen nog twee keer zo breed maken, maar op den duur keert de wal het schip. We zullen moeten meebewegen

Jeroen Haan
dijkgraaf

Al meer dan dertig jaar schieten de waterschappen bij hevige droogte het westen te hulp, met water dat ze aftappen uit het Amsterdam-Rijnkanaal en de Lek. Via kanalen en riviertjes laten ze het naar dorstige gebieden stromen, vooral in Zuid-Holland, waar het water aan het verzilten slaat door oprukkend zeewater. Het watersysteem werd na het superdroge jaar 1976 aangelegd en ingezet in 1993, 2003, 2011, 2018 en 2022.

Dat gaat vermoedelijk dit jaar opnieuw gebeuren. Met meer water. Voor de verdubbeling van de capaciteit is onder meer de Hollandsche IJssel over ruim twintig kilometer verbreed en verdiept – tussen Nieuwegein en Oudewater – en over acht kilometer in de Lopikerwaard. Ook werden bruggen en sluizen verbouwd of vervangen.


Lees ook

Het is vroeg droog: waterbeheerders nemen nu al maatregelen

Het gemaal mr.dr.Th.F.J.A. Dolk, in de stijl van de Delftse School, is gebouwd in 1953 aan de Vliet in Leidschendam, vernoemd naar de toenmalige secretaris van de Unie van Waterschapsbonden.  Foto Walter Herfst

Schrik

De uitbreiding van de klimaatbestendige wateraanvoer is volgens watermanagers een sterk staaltje ingenieurswerk, het zoveelste bewijs van waterstaatkundig vernuft. Ook zou het blijk geven van een goed georganiseerde en samenwerkende waterwereld.

Tegelijkertijd, zeggen diezelfde managers, komen ook de grenzen van de technologie in zicht. Nederland moet zich voorbereiden op pijnlijke maatregelen. Deltacommissaris Co Verdaas: „Hier is een fantastisch resultaat geboekt. Maar er is een realiteit waar we óók naartoe werken. En ik wil mensen geen schrik aanjagen, maar als op dit voorjaar straks een droge zomer volgt zoals die van 2018, dan hoop ik dat we überhaupt nog water beschikbaar hebben. Dan gaan er zaken knellen op een manier die we ons nu nog nauwelijks kunnen voorstellen.”

Tien projecten voor extra zoetwater in De Stichtse Rijnlanden

Nederland beleeft dit jaar een neerslagtekort dat het record uit 1976 dreigt te breken. Verdaas: „Dat begint een realistisch perspectief te worden. En het verschil is dat we inmiddels vijf miljoen méér watergebruikers hebben.”

De inrichting van Nederland verandert door de droogte. Zoals dat in het westen over enige tijd een einde komt aan de bollenteelt. Dijkgraaf Rogier van de Sande van Hoogheemraadschap Rijnland: „We hebben met dit project opnieuw een overwinning op de natuur geboekt, maar alle scenario’s wijzen uit dat we tegen onze grenzen aan lopen. Uit studies blijkt dat over twintig tot veertig jaar in dit deel van Nederland geen bollenteelt meer mogelijk is. Er gaat onvermijdelijk iets veranderen. En als we dat niet tegen de mensen zeggen, hobbelen ze voort in de veronderstelling dat nooit iets verandert.”

Ongemakkelijk

Nederland kan komende decennia niet aan de vraag naar zoetwater voldoen. Aanpassen is dus vereist. Jeroen Haan, dijkgraaf van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en voorzitter van de Unie van Waterschappen: „De ongemakkelijke waarheid is dat we nu met techniek de problemen oplossen, maar dat dit ingewikkeld wordt in de toekomst.”

Water verdelen vergt „pijnlijke keuzes”, aldus Haan, bijvoorbeeld waar woningen kunnen worden gebouwd, waar ruimte voor water moet komen. „Soms kun je functies combineren. Maar niet alles kan slim worden opgelost. Je kunt de watergangen nog twee keer zo breed maken, maar op een gegeven moment keert de wal het schip. We zullen moeten meebewegen.”

Het record van het neerslagtekort uit 1976 begint een realistisch perspectief te worden

Co Verdaas
deltacommissaris

Ruimtelijke keuzes maken, dus. Zoals in de Bollenstreek. Haan: „We moeten de bollenboeren helpen. Met omschakelen naar andere bedrijfsvoeringen. Met hun bedrijf verplaatsen. Of door ze uit te kopen. Het is mooie bouwgrond. En we hebben nog wel wat te bouwen in Nederland.”

Ook Deltacommissaris Verdaas roept op tot aanpassing aan watertekorten, „door water slim te verdelen, de vraag terug te schroeven en voor een deel verzilting te accepteren”. Hij is „niet pessimistisch” over de kans dat Nederland zich erdoorheen slaat. „Ik heb al prachtige voorbeelden gezien van ondernemers die zich, bijvoorbeeld op Schouwen-Duiveland of in de Achterhoek, aanpassen aan verdroging.”

Boomkwekers

Voor die aanpassing is solidariteit onmisbaar. Een mooi voorbeeld is het verbreden en verdiepen van watergangen in de Lopikerwaard. Aanvankelijk voelden melkveehouders weinig voor het verkopen van een strook van hun weiland ten behoeve van bredere watergangen.

Peter Hesen van De Stichtse Rijnlanden, die het project acht van de tien jaar leidde: „We hebben toen boomkwekers uit Boskoop uitgenodigd om aan de veeboeren uit te leggen waarom het zo belangrijk was dat hun sloten werden verbreed. Want het kostte de veeboeren dan wel een stuk weiland – en minder weiland betekent minder koeien – maar zonder water zou in Boskoop alles doodgaan. Dat was een mooie ontmoeting. Ze begrepen elkaar. Als boeren. Als boerenfamilie.”


Lees ook

Het is erg droog. Deze hydroloog tipt: gebruik slootwater voor je tuin en sproei ’s avonds pas

Volkstuin op de grens van Bezuidenhout en Mariahoeve op de IJsclubweg van de  Amateur Tuindersvereniging Loolaan in Den Haag. Foto Olivier Middendorp