Al decennia doen India en Pakistan er alles aan hun militaire macht te vergroten – vooral ten opzichte van elkaar. Beide landen bereiden zich voor op een volgende fase in de oorlog die feitelijk al woedt sinds hun ontstaan, en nooit officieel eindigde.
Het zal geen verbazing wekken dat India – met ruim 1,4 miljard inwoners – economisch en militair superieur is aan Pakistan, dat volgens schattingen 252 miljoen inwoners telt. Tegelijkertijd beschikken beide landen sinds het einde van de jaren negentig officieel over kernwapens; de afschrikkende en verwoestende werking daarvan nuanceert voor een groot deel de grote verschillen in conventionele vuurkracht tussen India en Pakistan.
Vrijwel alle middelen die Pakistan inzet voor versterking van zijn defensie zijn bedoeld om zich India van het lijf te houden. In India ligt dat anders: als grote regionale macht is New Delhi zich in de loop van de jaren steeds meer gaan richten op China. De economische, geopolitieke en militaire grootmacht is ook een buurland waarmee India verschillende grensconflicten heeft, zowel in Kasjmir als in het noordoosten van het land.
Volgens cijfers van het Stockholm International Peace Research Institute (SIPRI) zijn de Indiase militaire uitgaven al jaren een veelvoud van wat Pakistan uitgeeft. Vorig jaar besteedde New Delhi 86 miljard dollar (76 miljard euro, of 2,3 procent van het bruto nationaal product) aan militaire middelen; daarmee is India nummer vijf van de wereld.
Grotere vijver
De Pakistaanse uitgaven bedroegen 10 miljard dollar (9 miljard euro, 2,7 procent van het bnp). Volgens de analisten van Global Firepower, dat de militaire capaciteiten van 145 landen bijhoudt, is India qua sterkte de vierde militaire macht ter wereld, achter de VS, Rusland en China. Pakistan staat volgens de meest recente index op de twaalfde plaats.
De verschillen zijn goed zichtbaar in de omvang van de strijdkrachten en de wapenarsenalen van beide landen. De Indiase strijdkrachten beschikken over een actieve macht van bijna 1,5 miljoen militairen. Daarnaast heeft het land een paramilitaire macht van 2,5 miljoen man en 1,1 miljoen reservisten.
India is de vierde militaire macht in de wereld, na de VS, Rusland en China
Pakistan moet het doen met een aanzienlijk kleinere krijgsmacht: 654.000 direct inzetbare militairen, een half miljoen paramilitairen en een half miljoen reservisten.
Hoewel India steeds meer eigen defensiematerieel produceert, was het land de afgelopen jaren een van de grootste importeurs ter wereld; alleen Oekraïne kocht tussen 2020- en 2024 meer wapens dan India. India koopt traditioneel de meeste van zijn wapens in Rusland, zoals Soechoj- en MiG-gevechtsvliegtuigen, tanks en radar- en luchtverdedigingssystemen. Maar New Delhi verlegt langzaam de aandacht naar landen als Frankrijk (Rafale- en Mirage-gevechtsvliegtuigen) en Israël (luchtverdediging, raketten en drones).
Pakistan importeerde in het verleden veel militair materieel vanuit de Verenigde Staten, zoals de inmiddels verouderde F-16’s, maar koopt de laatste jaren veruit zijn meeste wapens in China: 81 procent van zijn wapenimport in de afgelopen vier jaar:.vrijwel al het defensiemateriaal dat Pakistan nodig heeft, van gevechtsvliegtuigen en marineschepen tot tanks, drones en helikopters.
Puur in aantallen domineert India op alle fronten. De Indiase luchtmacht, met in totaal ruim 2.200 militaire toestellen, is bijna twee keer zo groot als die van Pakistan (1.400). India beschikt over ruim vijfhonderd gevechtsvliegtuigen en bijna duizend helikopters, de Pakistaanse luchtmacht kent zijn beperkingen met driehonderd gevechtsvliegtuigen en ruim vierhonderd helikopters.
Nucleair arsenaal
Op zee en op de grond is het numerieke Indiase overwicht niet veel minder. India heeft ruim 4,200 tanks en maar liefst 149.000 infanteriegevechtsvoertuigen; Pakistan bezit ruim 2.600 tanks en 17.000 gepantserde voertuigen voor de infanterie. In de afgelopen jaren bouwde India ook de macht op zee uit, onder meer om ook op zee met China te kunnen wedijveren. New Delhi zette in 2024 een grote vloot in tegen een heropleving van piraterij in de Rode Zee. De Indiase marine bevat inmiddels twee vliegdekschepen, en achttien onderzeeërs waaronder kernonderzeeërs. Pakistan blijft daar, zonder vliegdekschepen en met acht onderzeeboten, ver op achter.
Wat betreft nucleaire afschrikking ontlopen India en Pakistan elkaar nauwelijks iets. Het nucleaire arsenaal van India telde volgens een schatting van SIPRI in januari vorig jaar 172 kernkoppen, dat van Pakistan 170. India heeft de capaciteiten om een kernwapen te lanceren vanuit jachtbommenwerpers, vanaf de grond met verschillende ballistische Prithvi- en Agni-raketten, en vanaf zee door middel van ballistische raketten gelanceerd vanuit een onderzeeër.
Wat betreft de inzet van kernwapens ligt Pakistan vermoedelijk achter op India. De Pakistanen kunnen een nucleair wapen lanceren vanuit een bommenwerper en vanaf de grond met verschillende ballistische Hatf-raketten voor de korte en middellange afstand, maar lancering vanuit een onderzeeër lijkt op dit moment nog een brug te ver.
