Slechts een selecte groep wetenschappers kan pronken met de ontdekking van een element. Binnen dit illustere gezelschap is de Schotse scheikundige William Ramsay een extra bijzonder geval. Hij voegde niet een enkel element, maar een hele groep toe aan het periodiek systeem: de edelgassen. Dat leverde hem in 1904 een Nobelprijs op. Hij kwam de edelgassen op het spoor toen hij in 1894 het kleurloze, geurloze en nauwelijks reactieve argon ontdekte.
Argon is het meest voorkomende edelgas op aarde, doordat het ontstaat bij het radioactieve verval van kalium-40 in de aardkorst en -mantel. 1 procent van elke ademteug bestaat uit argon. Toch werd het edelgas pas eind negentiende eeuw ontdekt. Al zag de Brit Henry Cavendish in 1785 de eerste aanwijzingen.
Cavendish onderzocht de samenstelling van lucht. Hij merkte op dat als hij alle bekende gassen uit een luchtmonster had gehaald, er een kleine bel onbekend gas overbleef. Hij kon niet achterhalen waaruit dit raadselachtige restje bestond.
Ruim een eeuw later stortten Ramsay en de Britse Lord Rayleigh zich op een vergelijkbaar vraagstuk. Rayleigh had ontdekt dat stikstof uit de atmosfeer een hogere dichtheid had dan wanneer hij stikstof uit een chemische verbinding haalde. Hij vermoedde dat het atmosferische stikstof nog een gas bevat. Samen met Ramsay wist hij in 1894 dit mysterieuze gas te isoleren door atmosferisch stikstofgas herhaaldelijk over gloeiend heet magnesium te blazen, waardoor het stikstof bindt aan magnesium en neerslaat als magnesiumnitride.
In hun publicatie (uit 1895) beschrijven Ramsay en Rayleigh hoe ze uit alle macht hebben geprobeerd om het nieuw ontdekte gas een chemische reactie aan te laten gaan met een waslijst aan stoffen. Van zuurstof en waterstof tot roodgloeiend fosfor en kaliumnitraat; nergens reageerde het gas op of mee. Daarom stelden de twee de naam argon voor, naar het Griekse woord voor inactief of lui (argos).
Nauwelijks een jaar later ontdekte Ramsey dat ook heliumgas vrijwel niet reageert met andere stoffen. Dat motiveerde hem om een edelgassengroep toe te voegen aan het periodiek systeem van Mendelejev. Die groep breidde hij al snel uit met neon, krypton, xenon en later radon. Een tijdlang dachten sommige chemici dat deze edele gassen helemaal geen chemische reacties aangaan. Totdat het in de jaren zestig lukte om edelgassen enkele chemische verbindingen te laten vormen. Argon hield langer stand. De eerste argonverbinding (argonfluorohydride) kwam pas in 2000 tot stand – en alleen bij -265°C en onder invloed van uv-straling.
Voor een gas dat chemisch ‘lui’ is, heeft argon verrassend veel toepassingen. Dubbel glas isoleert nog beter als je de ruimte ertussen vult met argon, omdat het slecht warmte geleidt. Daarom wordt het soms ook gebruikt voor het opblazen van duikpakken. Oude documenten kun je beschermen tegen oxidatie door ze afgesloten te bewaren in het niet-reactieve argongas. En in gloeilampen gevuld met argon brandt de gloeidraad niet door.
Net als neon zendt argon helder licht uit als je er een elektrische stroom doorheen jaagt: puur argon kleurt paars, met kwik is het blauw. Blauwgroene argon-lasers worden gebruikt in de oogheelkunde en voor kankertherapie. Het ‘luie’ edelgas wordt dus flink aan het werk gezet.
Jozias van Aartsen valt een moment stil. Of hij soms wakker ligt van Gaza, wil NRC weten tijdens een gesprek in de zonnige binnentuin van een Haags café. Dan zegt hij: „Van deze ellende wel, ja. Ik vind het echt verschrikkelijk wat daar gebeurt. Je voelt je machteloos”.
Even daarvoor heeft de 77-jarige oud-minister van Buitenlandse Zaken, voormalig VVD-leider en burgemeester van Den Haag een brief uit de binnenzak van zijn crèmekleurige colbert gehaald en deze opengevouwen op tafel gelegd. Het betreft een open brief die vorige maand in Trouw werd gepubliceerd. Daarin roept de VVD’er met oud-ministers Jan Pronk (PvdA), Laurens Jan Brinkhorst (D66) en Bernard Bot (CDA) en voormalige ambassadeurs en diplomaten het kabinet-Schoof op Israël te trotseren om „de genocidale oorlog te stoppen”. „Na het eenzijdig beëindigen van de wapenstilstand heeft Israël alle schijn laten varen een beschaafd land te zijn”, schreven de oud-ministers.
Sinds de Hamas-aanval van 7 oktober 2023 heeft Israël in Gaza ruim 51.000 Palestijnen gedood. Het Nederlandse kabinet bleef zich lange tijd beroepen op Israëls ‘recht op zelfverdediging’. Nu de humanitaire situatie in Gaza steeds verder verslechtert, groeit de onvrede in de Nederlandse samenleving over dat standpunt, zo blijkt uit opinieonderzoek. Deze week zette minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp (NSC) een koerswijziging in: in een brief aan de Europese Commissie riep hij op te onderzoeken of Israël door de mensenrechtenschendingen in Gaza nog wel voldoet aan de voorwaarden van het Associatieverdrag met de EU.
Van Aartsen is „blij” dat Veldkamp „toch in actie is gekomen.”„Dit gaat verder dan we tot op heden hebben gehoord. Ik ben benieuwd of hij deze lijn doorzet, want dit gaat totaal de verkeerde kant op. En Schoof blijft magertjes reageren.”
Dat VVD’er Van Aartsen zich zo duidelijk uitspreekt, is bijzonder – in de VVD-kamerfractie was kritiek op Israël tot nu toe zeldzaam. En eerder weigerde Van Aartsen zelf ook om een gezamenlijke verklaring over Gaza te tekenen, omdat de aanslagen van Hamas daarin niet werden veroordeeld. „Ik vond dat wel gezegd moest worden waar de oorsprong van dit probleem lag, en dat is op 7 oktober. Zolang dat er niet in stond, deed ik niet mee.”
Waarom tekende u nu wél?
„Het geweld tegen Gazanen is nu zó disproportioneel. Zo beyond de verplichtingen die Israël heeft ten opzichte van het humanitair recht en de mensenrechten. Mijn oproep is: alsjeblieft houdt daarmee op Israël, want je schaadt je eigen positie.”
Minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken, NSC) heeft lang volgehouden dat het beter is om Israël achter de schermen aan te spreken.
„Ik heb het idee dat Veldkamp hetzelfde meemaakt als wat mij in mijn tijd als minister van Buitenlandse Zaken [1998 – 2002] is overkomen.
„Als minister reageerden mijn Israëlische collega’s wel als ik zei dat het geweld tegen de Palestijnen moest stoppen. Maar dat gebeurde vervolgens niet. We hebben allerlei overleg gehad, maar opgeschoten zijn we niet.”
Nederland had al wel de controle op wapenexport naar Israël aangescherpt.
„Ja, maar niet helemaal gestaakt. Zelf stoppen met het leveren van F-35-onderdelen [de Staat is in cassatie gegaan tegen een exportverbod van het Haags Gerechtshof] zou een directe daad zijn waarvan Israël misschien denkt: ‘verdorie, we hebben die onderdelen toch nodig’.”
Deze coalitie had nooit mogen ontstaan. Nu zien we op dit thema de gevolgen van die keuze
Wilders reageerde woedend op Veldkamps brief aan de EU. Kan een coalitie met de PVV wel doorbijten als het om Israël gaat?
„Deze coalitie had nooit mogen ontstaan. Dat heb ik anderhalf jaar geleden al helder gezegd. De samenstelling van deze coalitie [PVV, VVD, NSC en BBB] is een keuze. Nu zien we op dit thema de gevolgen van die keuze. Ook Veldkamp blijft erin zitten.”
Hebben sancties geen nadelige gevolgen voor Nederland, zoals een verslechterde verstandhouding met de VS?
„Nederland is een trouwe bondgenoot, dus dat zal heel erg meevallen. We moeten niet zo bang zijn om onze gevoelens voor Israël duidelijk te maken. Ongetwijfeld heeft het te maken met de druk die Wilders op het kabinet legt, maar verder kan ik echt niet begrijpen waarom we dat niet doen.”
VVD-fractievoorzitter Dilan Yesilgöz hoor je ook niet over het lot van Gazanen.
„Dat is heel teleurstellend. Laat ik het zo zeggen: de fractievoorzitter weet hoe ik erover denk. Ik weet niet wat de overwegingen zijn, maar het is duidelijk dat de VVD-Kamerfractie een grote afstand heeft tot degenen die zeggen dat wat in Gaza gebeurt niet kan en dat wij meer zouden moeten doen.
„Ik ben benieuwd wat haar [Yesilgöz] reactie is op de stellingname van het CDA [het kabinet moet zich duidelijker uitspreken tegen Israël, schreef het CDA in Trouw]. Voor de VVD is het verstandig dichter bij CDA en GroenLinks-PvdA te gaan staan. Ik heb het idee dat ze de laatste tijd meer contact met de middenpartijen zoeken op dit thema, net zoals bij de gezamenlijke steun voor Oekraïne.”
Is Gaza een kabinetsbreuk waard?
„Dat is een heel belangrijke gewetensvraag. Het hangt er ook van af hoe de discussie in de samenleving verder loopt. Nu ook het CDA een heel heldere positie inneemt, zal dat zeker tot politieke problemen kunnen leiden.
„Ik zie het schuiven. Het is noodzaak om het politieke midden elkaar weer te laten vinden.”
Heeft u Yesilgöz hier al over gebeld?
„Nee, dat doe ik alleen in heel zeldzame gevallen. Ik ben niet zo van de bemoeienis door oude VVD-types.”
De VVD zit in een coalitie die u niet zint en neemt over Israël een standpunt in dat u niet zint. Blijft u VVD-lid?
„Ja, er is geen enkele andere partij waarvan ik op dit moment lid zou willen zijn. Ik heb me altijd aan de vrijzinnig-democratische kant van de VVD bewogen. Zo zijn er meer. Ik heb wel het idee dat er binnen de VVD meer mensen zijn die zoals ik [over Israël] denken.”
Zichtbaar geëmotioneerd en soms met trillende stem sprak de Amerikaanse kardinaal Robert Prevost (69), geboren in Chicago en voormalig bisschop van Chiclayo, in Peru, donderdagavond zo’n 100.000 gelovigen en nieuwsgierigen toe op het volgestroomde Sint-Pietersplein in Rome, als de nieuwe paus en leider van de katholieke wereldkerk. Prevost volgt paus Franciscus op, die stierf op Tweede Paasdag, en wordt zo de 267ste paus in de geschiedenis.
De nieuwe paus, die de naam Leo XIV kiest, sprak de menigte in Rome toe in vlot Italiaans, en bracht een boodschap van Christus’ vrede. „Aan alle volkeren en aan de hele wereld, vrede zij met jullie! God houdt van jullie allemaal, en het kwade zal niet zegevieren.” Hij pleitte voor een „ontwapende en ontwapenende vrede” – een sterke vredesboodschap op een moment van verschillende grote gewapende conflicten in de wereld.
Voor het eerst komt de leider van bijna 1,4 miljard katholieken uit de Verenigde Staten, waar zo’n 20 procent van de bevolking zich als katholiek omschrijft.
Maar meer nog dan met het Westen wordt Prevost met Latijns-Amerika geassocieerd. Hij was jarenlang missionaris in Peru, waar wijlen paus Franciscus hem tijdens een bezoek in 2018 leerde kennen. Prevost oogstte van het Sint-Pietersplein een daverend applaus toen hij overschakelde op het Spaans, om een speciale groet aan Chiclayo, zijn oude bisdom in Peru te brengen.
Franciscus haalde hem naar het Vaticaan om het machtige dicasterie voor de bisschoppen te leiden
Sinds januari 2023 woont hij in Rome. Franciscus haalde hem naar het Vaticaan om het machtige dicasterie voor de bisschoppen te leiden. Zijn nieuwe functie maakte Prevost niet alleen vertrouwd met de werking van de Romeinse Curie, het bestuursapparaat van het Vaticaan, maar leverde hem ook brede naamsbekendheid op. Het dicasterie overziet veel bisschoppelijke benoemingen, en Prevost leerde zo veel kardinalen kennen. Ook vergezelde hij wijlen paus Franciscus op verschillende internationale reizen.
’Het hart van een missionaris’
Het is gebruikelijk dat een pas verkozen paus een nieuwe naam kiest. De naam Leo XIV wordt gezien als een verwijzing naar de voorganger met deze naam, paus Leo XIII. Die kerkleider schreef in 1891 de beroemde encycliek Rerum Novarum, die dieper inging op de situatie van de arbeidersklasse en onder meer ijverde voor een rechtvaardig loon en solidariteit met de zwakkeren.
„Behalve iemand die de sociale leer van de Kerk wil verspreiden, hecht de nieuwe paus Leo XIV ook veel belang aan synodaliteit, of horizontaal overleg binnen de Katholieke Kerk”, zegt theoloog en Vaticaan-kenner Emmanuel Van Lierde, die Robert Prevost in oktober 2023 nog sprak.
Prevost is lid van de Augustijnenorde, een eerder klassiek kloostergemeenschap, maar Van Lierde viel het op dat de Amerikaan bovenal het hart van een missionaris had. „Hij zei tijdens ons gesprek dat hij eerst leraar wilde worden, maar tegelijk ook zijn priesterroeping had”, zegt de theoloog. „Toen bleek dat de Augustijnen ook missionarissen uitstuurden, vormde dat voor Prevost de perfecte combinatie. Als missionaris in Peru kwam alles voor hem samen.”
Mensen reageren op de aankondiging van de verkiezing van kardinaal Robert Prevost tot paus.
Foto Amanda Perobelli/Reuters
Welke richting gaat het op met de katholieke Kerk, en waarom kozen de kardinalen voor hem? De Augustijnen staan niet bepaald bekend als uiterst progressief, maar hoewel Robert Prevost uit de Verenigde Staten komt, staat hij veraf van iemand als de uiterst conservatieve, pro-Trump-kardinaal Raymond Burke. In Chicago had Prevost volgens de krant La Repubblica een goed contact met kardinaal Blaise Cupich, die zeer ver staat van de Amerikaanse president.
Of het niettemin toch weer wat meer de conservatieve kant opgaat met Prevost, is nog afwachten, zegt Van Lierde. „Behalve wegens zijn bestuurskennis en zijn ervaring her en der in de wereld is het ook mogelijk dat de kardinalen in hem een compromisfiguur zien, die verschillende strekkingen kan verzoenen. Prevost is in ieder geval gematigder en rustiger dan Franciscus.”
Klacht in bisdom
Van zijn pauselijke voorgangers erft Leo XIV ook de gebrekkige aanpak van seksueel misbruik binnen de Kerk. Volgens The Pillar, een Amerikaanse website voor onderzoeksjournalistiek rond de katholieke Kerk, vonden drie zussen geen gehoor toen ze in 2022 misbruik in het bisdom van Chiclayo, in Peru, hadden gemeld. Het bisdom van Chiclayo reageerde dat Prevost de vrouwen in april 2022 had ontmoet en hen had aangespoord de zaak aan burgerlijke autoriteiten voor te leggen, terwijl hij een kerkrechtelijk onderzoek instelde.
Maar burgerrechtelijk werd aan de zaak geen gevolg gegeven, blijkbaar wegens onvoldoende bewijs en omdat de verjaringstermijn was verstreken. En het kerkelijke onderzoek was volgens de vrouwen niet ernstig of substantieel.
Ook de pas overleden paus Franciscus, vaak geprezen als een sociaal voelende kerkleider, slaagde er niet in het beleid van zero tolerance inzake misbruik echt af te dwingen bij de top van de Katholieke Kerk. Het is afwachten of paus Leo XIV wel een daadkrachtig antwoord op een in de Kerk wijdverspreid probleem zal formuleren.
‘Ja, nu we het erover hebben, denk ik: shit, nog maar drie dagen. Dan krijg je wel een beetje stress”, zegt Lina (16).
„Maar voor Éngels?”, zegt Isis (15).
Lina lacht. „Girl! Je weet nooit wat er op het examen komt.”
Isis: „Een lééstoets. Voor Éngels. Kom op! Daar kun je toch niet voor leren, dus dan ga ik ook niks doen.”
Het is de dinsdag voor het begin van de centrale eindexamens op vrijdag. Lina en Isis doen eindexamen op vmbo-t-niveau, dat Engels als eerste examen heeft. Voor het gesprek met NRC zitten ze in een sober wiskundelokaal op het Beatrix College in Tilburg, een school voor vmbo, havo en vwo. Thijmen (16) is er ook bij. Hij zit ook in de laatste klas van het vmbo-t.
Veel lokalen op de gang zijn leeg. Deze week hebben de examenklassen op het Beatrix geen officiële lessen meer, maar er zijn nog wel bijlesklasjes voor examenleerlingen. Lina heeft vandaag met een groepje vriendinnen een lokaal gereserveerd om examenstof te oefenen. Ze maken presentaties voor elkaar en quizzen. Lina heeft economie en geschiedenis voor haar rekening genomen.
„Soms is het echt chaos”, zegt Lina, die steeds met een lach in haar stem praat. „Bijvoorbeeld als we verschillende antwoorden geven. Dan zijn we in de war en dan vragen we ChatGPT om uitleg in kindertaal en dan snapt iemand het wel en die gaat het dan weer proberen uit te leggen aan de anderen.”
Toen dacht ik wel van: eigenlijk moet ik ook leren. Maar ik ging toch een film kijken. De motivatie is er niet
Die lichte examenspanning van het groepje lijkt uitzonderlijk op het vmbo van het Beatrix. „Ik heb gewoon echt nooit stress. Zelfs als ik niet heb geleerd voor een toets”, zegt Isis monter. Ze staat nu voor veel vakken ongeveer een 7. Zowel Isis als Thijmen moet deze dinsdag nog van start gaan met leren. „Ik denk dat ik daar nou wel zo’n beetje mee ga beginnen”, zegt Thijmen, een tikkeltje onderuitgezakt op zijn stoel. Ook hij staat er prima voor. Hun klasgenoten zijn over het algemeen ook relaxed onder de eindexamens, is hun indruk. In groepsapps wordt er niet eens over de examens gepraat. Thijmen: „Kijk, de helft van mijn vrienden heeft het gewoon opgegeven, omdat ze alleen maar tweeën staan. En de andere helft gaat het halen. En ja, dat weten ze gewoon.”
Prestatiedruk
Het heersende beeld in Nederland is dat de prestatiedruk onder scholieren de laatste jaren enorm is toegenomen en dat een steeds grotere groep er serieuze problemen door ervaart. Op het vmbo ligt dat nét even anders, ervaart Daan Hamann, teamleider vmbo van het Beatrix College. „Wij zien dat een grotere groep op het vmbo juist wat onverschilliger is geworden en dus ook niet zo’n druk ervaart”, vertelt hij die dinsdag in hetzelfde wiskundelokaal. „Daartegenover staat een groep die er juist wel erg mee bezig is. De verschillen zijn dus groter geworden en dat zien we ook in de cijfers die ze halen.” Hoe dat komt? „We hebben geen idee. We zagen wel dat het na corona een vlucht nam, maar de trend was daarvoor al ingezet.”
Uit een onderzoek naar prestatiedruk onder scholieren, in opdracht van het ministerie van Onderwijs, bleek in 2021 inderdaad dat die het minst hoog is onder vmbo-leerlingen. 30 procent gaf aan „druk” te ervaren „door de prestatiemaatschappij”. Onder havisten was dit bijna 60 procent. „We weten niet precies waar dat verschil vandaan komt”, zegt Romy Mondeel, projectmedewerker Toetsdruk bij het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS) en de VO-raad. „We denken dat het deels te maken heeft met het feit dat er op het vmbo projectmatiger wordt gewerkt dan op havo en vwo. Scholieren hebben dan meer ruimte voor hun leerontwikkeling, in plaats van alleen voor een cijfer te leren en de stof daarna weer te vergeten. Bovendien zien we dat op de havo de stress het hoogst is en dat dat onder andere komt doordat ouders hun kind druk opleggen door impliciet of expliciet duidelijk te maken dat ze niet naar het vmbo mogen.”
Laatst zag Isis op Snapchat dat Lina al aan het leren was voor de eindexamens. „Toen dacht ik wel van: eigenlijk moet ik ook leren. Maar ik ging toch een film kijken. De motivatie is er niet.” Ze denkt dat ze wel harder zou werken als ze er niet zo goed voor zou staan, want ze wil na het vmbo graag de havo doen.
Thijmen wil na een mbo-opleiding voor onderwijsassistent door naar een hbo-opleiding om geschiedenisdocent te worden. Lina wil na een mbo-studie evenementenmanagement ook naar het hbo. Waarom eigenlijk? Vinden ze het mbo niet ‘goed’ genoeg? „Ik kan hoger, dus waarom zou ik niet hoger gaan?”, zegt Thijmen. „En anders verdien ik heel weinig geld.” Ook voor Lina is dat belangrijk. „Ik denk dat iedereen wel geld wil verdienen, dus ik denk dat iedereen wel hoger wil.”
Worstelen met perfectionisme
Ondanks hun ambitie lijken deze drie leerlingen relatief weinig last te hebben van prestatiedruk en eindexamenstress. Orthopedagoog Tamara Luijer beaamt dat havisten en vwo’ers er over het algemeen het meeste last van hebben. Vorig jaar bracht ze het boek Perfectie en prestatiedruk uit, met handvatten voor leraren om leerlingen te helpen die daar last van hebben. En als therapeut behandelt ze kinderen en jongeren die worstelen met perfectionisme, angst- en piekerstoornissen. „De afgelopen dertig jaar is de prestatiedruk in onze maatschappij echt toegenomen, dus ook voor scholieren”, zegt ze aan de telefoon. „Op havo en vwo zie je dat de prestatiedrang onder meer voortkomt uit zorgen over of ze later wel een goede baan krijgen.”
Vroeger vergeleek je jezelf met iemand uit hetzelfde dorp en nu kun je jezelf vergelijken met de hele wereld
Vaak worden sociale media als verklaring genoemd voor de toegenomen druk. En ja, die spelen natuurlijk een rol, zegt Luijer. „Vroeger vergeleek je jezelf met iemand uit hetzelfde dorp en nu kun je jezelf vergelijken met de hele wereld.” Maar, zegt ze, als je het kinderen zelf vraagt, wijzen ze vooral op de verwachtingen van hun ouders en hun leerkrachten. Daarbij is het volgens Luijer belangrijk om te beseffen dat deze druk ook indirect kan zijn. Ouders en leraren zijn zich er lang niet altijd van bewust. „Ik heb nu bijvoorbeeld een cliënt die heel perfectionistisch is. Haar ouders zeiden dat ze het zo fijn zouden vinden als ze wat meer zou kunnen ontspannen. Nu gaat ze in de toetsweek ook met vrienden afspreken. Maar vervolgens zegt die vader tegen haar: ‘Houd er wel rekening mee dat je cijfers dan wat lager kunnen uitvallen’. Onbewust zijn ouders toch bezig met: ik wil dat mijn kind goed presteert.”
Op het vmbo is die druk vanuit ouders veel minder, ziet teamleider Daan Hamann van het Beatrix College. „Dat is vooral een havo- en vwo-ding, zien we hier. We hebben op het vmbo wel een groep betrokken ouders, maar die vertrouwt erop dat het allemaal wel goed komt.”
Thijmen, Isis en Lina gaan vol vertrouwen de eindexamens in.
Foto John van Hamond
Faalangst
Pascal Cuijpers is docent beeldende vorming op het Connect College Echt (Limburg) én geeft er al sinds 2008 trainingen tegen faalangst en examenstress. Hoewel het aantal aanmeldingen voor de trainingen door de jaren heen ongeveer gelijk is gebleven, ziet hij wel dat de druk behoorlijk is toegenomen. In ieder geval op het vwo; hij is mentor van een vwo-klas. „Dat komt bijvoorbeeld naar voren in gesprekken met ouders van leerlingen. Die vertellen dan dat hun kind zo gestrest is tijdens toetsweken.”
Daarbij werk ik vaak met ‘Weightless’ van Marconi Union, het meest rustgevende muziekstuk van de wereld
In zijn trainingen zet hij vooral in op positieve beeldvorming, bijvoorbeeld door het invullen van een G-schema (gebeurtenis, gedachte, gevoel, gedrag, gevolg), een bekende methode in de cognitieve gedragstherapie. „Je ziet bijvoorbeeld op tegen het eindexamen Duits, dan noteer je daar je gevoel bij en je belemmerende gedachtes en dan gaan we proberen die gedachtes om te buigen.” De kinderen leren ook om een goede planning te maken en oefenen met ontspannen. „Daarbij werk ik vaak met Weightless van Marconi Union, het meest rustgevende muziekstuk van de wereld. Zoek maar eens op. Dat zou je bloeddruk verlagen en ervoor zorgen dat je hartslag zich aanpast aan het ritme van de muziek.”
Het LAKS moedigt scholen aan om doordachter om te gaan met het toetsen van leerlingen en vooral de nadruk te leggen op feedback geven. Wat vinden de drie vmbo-leerlingen op het Beatrix daarvan? „Niet fijn, ik wil gewoon het cijfer”, zegt Lina. „Ik wil gewoon die 8”, lacht Isis. Lina: „Ja, als je feedback krijgt, vind ik dat slap ofzo.” Ze wil dus harder aangepakt worden? „Ja, dat zijn we gewend.”
Lees ook
Oefenen voor het eindexamen: ‘Juf, ik ben echt vet intelligent, ik kan dit gewoon’
De achternamen van de leerlingen zijn bekend bij de redactie.