Vrees voor verdere escalatie van conflict tussen India en Pakistan

„Jai Hind! Jai Hind!” In de nacht van dinsdag op woensdag stroomden bij menige Indiër de WhatsApp-groepen vol met berichten met die strijdkreet: „Lange leve India”, of „De overwinning aan India”. Journaals openden ermee en Indiase politici deelden de kreet op X, ter ondersteuning van de Indiase krijgsmacht, die een reeks aanvallen uitvoerde op Pakistaans grondgebied. Daarbij zijn volgens de Pakistaanse autoriteiten zeker 31 doden gevallen. Het Indiase ministerie van Defensie stelt dat in ‘Operatie Sindoor’ raketten zijn afgevuurd op doelwitten in het door Pakistan gecontroleerde deel van Kasjmir en de provincie Punjab. New Delhi bestempelt de doelen als „infrastructuur die is gebruikt door terroristen”. Het is de ernstigste militaire confrontatie van India en Pakistan sinds 1999, gevreesd wordt voor escalatie van het conflict tussen de twee kernmachten.

In een persconferentie woensdagochtend zei een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken dat de militaire actie was uitgevoerd in het kader van terreurbestrijding. Pakistan stelde vergelding in het vooruitschiet. Woensdag waren er de gehele dag vuurgevechten in het grensgebied. Aan Indiase zijde zijn daarbij volgens autoriteiten twaalf burgerdoden gevallen, meldt persbureau AP.

De Indiase aanvallen volgen na twee weken van hoogoplopende spanningen tussen de buurlanden, na een dodelijke aanslag in het door India gecontroleerde deel van Kasjmir. Op 22 april vielen in de stad Pahalgam 26 doden, voornamelijk toeristen. India houdt Pakistan verantwoordelijk voor het ondersteunen van en onderdak bieden aan militanten, Islamabad ontkent betrokkenheid.

De twee landen hebben elkaar sindsdien over en weer afgestraft: diplomatieke banden zijn afgeschaald, handel over de grens is gestopt en India annuleerde de visa van aldaar wonende Pakistanen. De Indiase premier Narendra Modi kondigde ook opschorting aan van het Indus-waterdelingsverdrag. Islamabad waarschuwde dat het dat ziet als „oorlogsdaad” – door de opschorting zit Pakistan zonder water uit de Indus en zijrivieren, dat gebruikt wordt voor irrigatie en waterkrachtcentrales.

Voor de Indiase premier Modi vormt Kasjmir een spil in zijn politieke agenda

Homogene staat

Ook werd de afgelopen weken het staakt-het-vuren langs de Line of Control, de bestandslijn tussen India en Pakistan die door de regio Kasjmir loopt, meermaals geschonden. Beide landen maken sinds de onafhankelijkheid in 1947 aanspraak op het gehele gebied en refereren aan de regio als „bezet” door de andere staat.

Een militaire actie door India werd als vrijwel onvermijdelijk gezien. Voor de Indiase premier Modi vormt Kasjmir een spil in zijn politieke agenda: hij wil een meer homogene, hindoeïstische staat. Zijn regering ontnam de regio, waar de meerderheid van de bevolking moslim is, de speciale status van beperkte autonomie en liet ook Indiërs van buiten Kasjmir land kopen, mogelijk een manier om de demografie van de regio te veranderen. De aanslag in april was een klap voor Modi, die zich laat voorstaan op de harde aanpak van terreur.


Lees ook

Decennia-oud conflict tussen India en Pakistan laait op – waarom gebeurt dat nu?

Medici brengen een gewonde toerist naar een ziekenhuis in Anantnag op 22 april nadat schutters in het door India bestuurde Kasjmir het vuur hadden geopend op een groep toeristen.

Moskeeën getroffen

New Delhi noemt de aanvallen steevast „niet-escalerend” – wat door Pakistan ongetwijfeld niet zo wordt gezien. Dat zal zich, gezien de omvang van de Indiase actie, genoodzaakt zien tot een militair antwoord, zegt Syed Ali Zia Jaffery van het in de Pakistaanse stad Lahore gevestigde Center for Security, Strategy and Policy Research. Hoewel India geen militaire doelwitten heeft getroffen, koos het locaties in Pakistaanse steden, waar zich terreurorganisaties of ondersteuners daarvan zouden ophouden. Opvallend is dat niet alleen Pakistaans Kasjmir werd bestookt, maar ook doelen in steden in de Pakistaanse provincie Punjab. Dat behoort tot onbetwist Pakistaans grondgebied. Jaffrey: „Stel dat Pakistan nu niet reageert, dan zou dat in wezen betekenen dat Pakistan toeliet dat India aanvallen uitvoerde op zijn grondgebied, waarbij burgerdoden zijn gevallen.”

Bij de aanval op een moskee in Bahalwapur vielen dertien doden; ook in Muridke werd een moskee geraakt. Beide gebouwen werden ooit gebruikt door militante groeperingen die strijden voor een ‘vrij Kashmir’ en die volgens Pakistaanse autoriteiten inmiddels verboden zijn. Islamabad stelt dat civiele infrastructuur is geraakt, namelijk een waterkrachtcentrale.

Aanhangers van een islamitische partij verbranden een op een pop bevestigde foto van de Indiase premier Narendra Modi op straat in Hyderabad, Pakistan.

Over de toedracht van de Indiase aanval blijven veel vragen. Zo is onduidelijk of gevechtsvliegtuigen zijn ingezet, waarschijnlijk vooral bij de aanvallen in Punjab. Het Pakistaanse leger stelde meerdere Indiase gevechtsvliegtuigen en een drone te hebben neergeschoten. Die berichten konden woensdag niet worden geverifieerd; van de Indiase autoriteiten kwam geen bevestiging. Ook uit Islamabad kreeg NRC bij navraag geen verduidelijking.

Misinformatie en propaganda waren er wel. In de Pakistaanse nationale media was de stemming „agressief”, vertelde een burger NRC. Jaffrey wijst erop dat in Pakistan „evenzeer als in India” interne politieke en maatschappelijke druk meespeelt in beslissingen over de militaire tegenactie.

Deze woensdag stonden in heel India civiele drills gepland: oefeningen ter voorbereiding op een oorlogsscenario. Onderwijl beraadde de Pakistaanse nationale veiligheidsraad zich op een militair antwoord.

Meer over de spanningen tussen India en Pakistan pagina 6-7