Mijn nichtje werkt in een penitentiaire inrichting. In het kader van de reclassering wordt men voorbereid op een leven buiten de inrichting. Verantwoordelijk zijn voor anderen hoort daar ook bij. En dus mag men zonder begeleiding inkopen doen voor de gezamenlijke avondmaaltijd die men ook moet bereiden. Hiervoor krijgt men ‘kookgeld’ mee. De eerste persoon die op pad wordt gestuurd komt pas na enkele uren terug zonder boodschappen maar onmiskenbaar high. Hij dacht dat hij ‘cokegeld’ had meegekregen.
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
De Ieren lobbyen binnen de EU om sociale mediaplatformen verplicht te gaan laten checken of adverteerders wel echt bestaan. In het Ierse voorstel zouden de platformen waarop wordt geadverteerd (denk Instagram, Facebook, TikTok, X, et cetera) moeten checken of de adverteerder wel een legitiem bedrijf is. Dat meldde de Irish Times gisteren, die het voorstel heeft ingezien, en wordt vandaag ook in de FTbesproken.
Het gaat om een amendement op een door de Europese Commissie voorgestelde regulering voor financiële transacties. Volgens dat voorstel moeten banken en andere betaaldienstverleners klanten die in dit soort scams zijn getrapt onder voorwaarden hun geld teruggeven.
Ik kan niet direct beoordelen hoe kansrijk de Ierse lobby én de voorgestelde methode zijn, maar het debat is interessant en relevant. Wie heeft welke verantwoordelijkheid bij het bestrijden van de enorme hoeveelheid nepadvertenties, nepbedrijven, nepbeleggingssites en ‘testimonials’ van bekende mensen die daar in werkelijkheid niets mee te maken hebben?
Natuurlijk moeten internetgebruikers alert en voorzichtig zijn, zeker als het transacties en beleggingen betreft, maar met de steeds geraffineerdere trucs (dank AI!) kun je het mensen ook amper kwalijk nemen dat de criminelen soms succesvol zijn. Misschien niet gek om dan ook te kijken naar andere partijen die de fraude onbedoeld helpen uitvoeren.
Die ándere befaamde zwemmer is al niet meer te vinden in de Chinese rivier de Yangtze. De witte rivierdolfijn, ook wel baiji genoemd, werd in 2006 al officieel uitgestorven verklaard. Maar in het troebele, zoete Yangtzewater zwemt nog wel de rugvinloze bruinvis Neophocaena asiaeorientalis. Met de nadruk op ‘nog’, want ook het leefgebied van deze kleine tandwalvis is door de tijd heen sterk geslonken. Om precies te zijn: met zeker 65 procent gedurende de afgelopen 1.400 jaar, schrijven Chinese biologen in Current Biology.
De wetenschappers baseren zich daarbij op een wel heel bijzondere bron: ze lazen 724 oude Chinese gedichten waarin de bruinvissen figureren, en konden aan de hand van specifieke locatiebeschrijvingen (die voorhanden waren in bijna de helft van de gedichten) achterhalen wáár in het stroomgebied van de 6.300 kilometer lange Yangtzerivier de dieren voorkwamen. Die gegevens hebben ze vervolgens vergeleken met huidige data.
De verspreiding van de bruinvissen in de zijrivieren en de bijbehorende meren is sinds de Tang-dynastie (in de jaren 619-907) met maar liefst 91 procent afgenomen, concluderen de auteurs. De aanleg van dammen in de jaren vijftig van de vorige eeuw heeft die afname vermoedelijk versterkt. In de hoofdrivier is het leefgebied geslonken met 33 procent.
Gedicht met illustratie uit een verzameling die in het begin van de zeventiende eeuw is samengesteld.
Dat juist bruinvissen veelvuldig figureerden in de Chinese gedichten heeft volgens de biologen te maken met het feit dat ze, in tegenstelling tot bijvoorbeeld vissen, relatief zichtbaar zijn: ze komen geregeld met hun kop boven water om adem te halen. Ook werden bruinvissen vaak aanbeden omdat gedacht werd dat ze als ‘riviergeesten’ het weer en de visstanden konden voorspellen.
Hoewel er wel wat valt af te dingen op de methode (het kan natuurlijk best zo zijn dat er in een deel van de poëzie sprake was van dichterlijke vrijheid) noemen de wetenschappers hun methode zelf een waardevolle aanvulling op gegevens die worden verkregen uit fossielen, dna en populatietellingen. Ze pleiten ervoor kunst serieus te nemen als bron in biodiversiteits- en klimaatonderzoek. Aan het eind van hun artikel citeren ze uit een gedicht van keizer Qianlong (1711-1799): „Porpoises chased moonlight on silvered tides.”
‘Ik wist helemaal niets over hout voor dit avontuur”, bekent start-upoprichter Tom Clement. „Als ik nu met mijn vriendin ga wandelen in het bos, betrapt ze me erop dat ik soms even stil sta en aandachtig naar een boom kijk. ‘Is het weer zo ver’, vraagt ze dan?” Een paar jaar terug werkte Clement nog als softwareondernemer, maar na een master bio-informatica gooide hij het roer om. „De biotechnologie is op een punt gekomen dat het ontwerpende wetenschap is in plaats van vooral beschrijvende, zoals de biologie. Dat ontwerpen is waarom ik aanvankelijk verliefd werd op software schrijven. Met biotechnologie komt daar ook nog iets uit wat je kunt vasthouden.”
Clement (31) kweekt hout in zijn laboratorium, uit echte plantencellen, zonder bomen. Het idee ontstond tijdens zijn studie. Met zijn medestudenten verbaasde hij zich erover dat we nog steeds vierkante balken en planken zagen uit ronde boomstammen. Kon dat niet slimmer? „Eerst dachten we aan een vierkant harnas om een boom in te laten groeien, maar dat zou je elk jaar moeten vervangen door een groter exemplaar. Je bent zestig jaar bezig voor je een volgroeide boom hebt.” Langzaam ontstond bij Clement een ander idee: niet een hele boom laten groeien, maar alleen het hout.
Dat is probeert hij nu sinds twee jaar met zijn bedrijf New Dawn Bio. Met plantcelbioloog Ruben van Spoordonk (34), die er een jaar geleden bij kwam, onderzoekt hij hoe je uit losse cellen planken kunt maken. Dit doen ze vanuit een piepklein kantoortje in het midden van een verdieping, op een bedrijventerrein in Wageningen, met een laboratorium dat ze delen met andere jonge biotechnologiebedrijven. Financiële steun krijgen ze via een fonds van de provincie Gelderland, vorig jaar ontvingen ze een ton, en van enkele investeerders.
Vaten of vezels kiezen
Trots laat Clement het eerste gekweekte stukje hout zien. „Wat je nu vast hebt is het allereerste labgekweekte hout in de wereld.” Een echte plank is het nog niet te noemen. Geklemd tussen twee plakjes glas zit het stukje hout, ter grootte van één achtste postzegel, zoals Clement de afmeting zelf omschrijft.
Eerst even terug naar wat hout eigenlijk is. Hout bestaat uit houtvaten (de holle rietjes die het water uit de wortels naar boven brengen) en houtvezels (die vooral stevigheid geven). Allebei zijn het dode cellen, de levende cel maakt eerst de stevige buitenkant, waarna de binnenkant sterft. Samen geven ze ook het patroon van jaarringen. In het voorjaar maken bomen relatief grote houtvaten, in de zomer juist kleinere vaten. „Dat kunnen we namaken in het lab. Onze vraag is wel: moeten we dat willen? We kunnen kiezen of we vooral grote houtvaten maken voor lichter hout of vooral vezels, voor steviger hout.” Zo hoopt hij hout opnieuw te ontwerpen. Sneller ook, verwacht hij. Je kunt het hele jaar rond doorkweken.
Plastic emmer
Clement keek het trucje af van de farmaceutische sector. Plantencelkweek bestaat daar al sinds de jaren vijftig, om medicinale stoffen door die plantcellen te laten maken en eruit te isoleren. Niet met de volledige plant, maar uit losse cellen in een vloeistof. Het begin van houtproductie in het laboratorium is niet anders. In een klimaatkast, een soort koelkast die verwarmt en waarbij het licht overdag steeds aan is, liggen stukjes blad in doorzichtige, ronde bakjes op een gelatine-achtig laagje. Aan de rand groeien klompen nieuwe cellen. „Dat zijn de stamcellen van de planten die vrij eenvoudig tot specifieke cellen kunnen uitgroeien”, zegt Clement. Met suikerwater, de juiste verhouding van plantenhormonen, signaalstoffen en vitamines kunnen de onderzoekers het proces aansturen.
Van de klompjes cellen maken de onderzoekers weer losse cellen. Als een zandkoekje vallen ze kruimelig uiteen. In een schudmachine in het lab dwarrelen de losse cellen in erlenmeyers met suikerwater, met ruimte om weer nieuwe cellen te maken. Hoe donkerder de substantie, hoe meer cellen erin zitten.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="In het laboratorium van New Dawn Bio.
Olivier Middendorp
” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="In het laboratorium van New Dawn Bio.
Na die eerste fase is er een groot verschil tussen het bekende proces van de farmaceutische industrie en de methode van New Dawn Bio, in het voordeel van die laatste. Farmaceuten halen maar een heel klein beetje materiaal uit een cel, ongeveer 0,01 procent van het gewicht. De cellen moet je optimaal ‘vertroetelen’ om zoveel mogelijk energie naar het maken van de medicinale stoffen te laten gaan en dat moet vervolgens zorgvuldig worden opgezuiverd. Clement: „Ons proces is veel minder gevoelig. De cellen groeien spreekwoordelijk ook gelukkig in een plastic emmer met suikerwater. Wij willen gewoon dikke, stevige cellen die aan elkaar plakken en het zit in hun dna ingebakken dat ze na de groei vanzelf sterven. Je hoeft niets op te zuiveren.”
Wereldwijd zijn er een paar andere laboratoria die ook houtkweek uit losse plantcellen ontwikkelen. Maar er is een belangrijk verschil, de andere laboratoria maken losse vezels en plakken die in de juiste vorm aan elkaar met een 3D-printer. New Dawn Bio ontwikkelde een andere methode, waarbij de cellen zelf zorgen dat ze aan elkaar plakken. Hoe dat werkt? Clement glimlacht. „Er loopt een patentaanvraag voor onze methode. Onze techniek hou ik voorlopig geheim.”
Hoogleraar plantengenetica Remko Offringa van de Universiteit Leiden kent de start-up, maar is er niet aan verbonden. Hij onderzocht en vond de genen die een cel aanzetten om een houtcel te worden. „Daardoor is het inderdaad mogelijk om losse cellen aan te zetten tot houtvorming. Het is heel knap dat ze nu een stukje hout gekweekt hebben in een schaaltje. Of het ook de kwaliteit van echt goed hout zal hebben, kan ik nu niet zeggen. Er zitten nog veel stappen tussen.”
Het is voor ons slim om in het duurdere segment te beginnen
Het droomdoel van New Dawn Bio is al het gezaagde hout in de wereld via gekweekt hout leveren, zodat bossen ongestoord CO2 uit de lucht kunnen blijven vastleggen. „Nu eindigt maar 5 procent van het gekapte hout in een verzaagd product. De rest gaat verloren aan afgezaagde takken, hout voor papier, als biobrandstof, zaagverlies. Houtverwerkers gaan wel inventief om met de resten, maar die belanden al snel weer in de verbrandingsoven.” Daarnaast worden bomen die je niet kapt veel ouder. „En juist relatief oude bomen nemen veel CO2 op.”
Om te onderzoeken hoe duurzaam zijn hout kan worden, dook Clement ook de suikerproductie in. Labhout groeit zonder bladeren, waardoor de cellen niet hun eigen voedsel kunnen maken. Dat gebeurt normaal gesproken in de bladgroenkorrels van de bladeren. Uit CO2 en water ontstaat met zonlicht suiker en zuurstof. De losse cellen krijgen nu suiker via het water waarin ze drijven. Minder hout uit het bos betekent dat er meer suiker nodig is. Om al het gezaagde hardhout dat de wereld gebruikt te kweken, is ongeveer 400 megaton suiker nodig, berekende Clement. „Dan zouden we ongeveer drie keer zoveel suiker moeten produceren. Dat klinkt veel. Aan de andere kant, nu is het areaal van suiker op alle landbouwgrond nog geen half procent.”
Zeldzame tropische soorten
Hoewel het eerste stukje hout nog heel klein is, denkt Clement al in grote projecten. Goed, de eerstvolgende stap is nog een onderzetter, hij heeft ondertussen al bedacht waar zijn eerste markt zit. „Het is voor ons slim om in het duurdere segment te beginnen, denk bijvoorbeeld aan zeldzame tropische houtsoorten. Daar doen we nu proeven mee.” Een spannend idee is het namaken van Fichtenholz voor violen. „Dat is vurenhout dat hoog in de Alpen heel langzaam en constant groeit. Het geeft een prachtige klank. Er bestaat een wachtlijst van tien jaar om aan dat hout te komen.” Ook heel praktische projecten staan op de wensenlijst, zoals houten tafels met ronde hoeken en gaten voor tafelpoten er al in. Kweekhout kun je direct in de juiste vorm laten groeien.
Het lijkt een grote stap, van kleine fragment hout naar hele tafels. Maar, zegt Clement, opschalen is op celniveau niet zo moeilijk. „Of we nu een onderzetter maken of een vleugel voor een Boeing, het is hetzelfde trucje. Natuurlijk moeten we dan wel een fabriek bouwen waarin dat kan. „De uitdaging is vooral om hout te maken dat mooi en indrukwekkend is.” Maar makkelijk is het natuurlijk niet. „Anders was het al wel gedaan.”