Oekraïense soldaten hebben even rust in een skioord in de Karpaten. ‘Maar echt ontspannen kan ik niet’

Na een tocht via slingerende wegen door naaldbossen en langs inwoners die aan de weg paddestoelen en zelfgemaakte kazen verkopen, doemt hoogt in het Karpaten-gebergte hét skioord van Oekraïne op: Boekovel. De eerste skilift moest begin deze eeuw nog gebouwd worden, maar nu verrijst in het bergdorp het ene luxe hotel na het andere. Naast luxe biedt Boekovel vooral rust: er klinkt geen luchtalarm, er vallen geen raketten. De dichtstbijzijnde frontlinie ligt zo’n 1.000 kilometer verderop. Boekovel is een toevluchtsoord voor Oekraïners die zich even veilig willen voelen en willen ontsnappen aan de oorlog.

Die rust geldt ook voor soldaten die vechten aan het front. Een paar maanden na de Russische invasie in Oekraïne in 2022 nodigde het resort soldaten en hun families uit om een weekje bij te komen. Het verblijf, drie dagelijkse maaltijden en verschillende activiteiten zijn voor hen gratis. De afgelopen tweeënhalf jaar bezochten zo’n 21.000 militairen en hun gezinsleden Boekovel. Er is plek voor zo’n 100 gezinnen per week.

Een aantal van raakte ernstig gewond aan de frontlinie, zoals de 32-jarige soldaat Vitali (die vanwege veiligheidsredenen niet met zijn achternaam in de krant wil). Anderen krijgen de kans om voor het eerst sinds het uitbreken van de oorlog wat langere tijd met hun gezin door te brengen, zoals de 42-jarige Jevheni Zabolotny. Dit is hun verhaal, en dat van hun partners.

Jevheni Zabolotny (42), infanteriesoldaat, uit Sjakhtarska ‘Wat er van mij moet worden na de oorlog? Dat weet ik niet’

Jevheni Zabolotny zit op een bankje voor zijn vakantiehuisje en begint aan een stuk door te vertellen. „Op het moment dat Rusland Oekraïne binnenviel, lag ik net op bed na een nachtdienst in de kolenmijn waar ik werkte. Vroeg in de ochtend wekte mijn vrouw Svitlana mij en zei dat de Russen de grens al waren overgestoken. Ik keek meteen op mijn telefoon en zag filmpjes van raketaanvallen, explosies en bombardementen. Verschrikkelijk. Ook belandden er raketten op Dnipro, vlakbij mijn woonplaats. Toen ik in juni een oproep kreeg van het leger om me aan te melden, twijfelde ik geen moment. Met het gezin heb ik niet overlegd. Het was een vanzelfsprekende keuze.”

Svitlana (44), naast hem, krijgt tranen in haar ogen.

Jevheni: „We kregen twaalf dagen training en werden meteen naar het front gestuurd om loopgraven te verdedigen. We kwamen aan in de nacht, moesten door een mijnenveld manoeuvreren en bij aankomst rook het naar lijken. Een verschrikkelijke stank. Even daarvoor waren er Russen gesneuveld, hun lichamen waren begraven tegen de stank.

„We werden aangevallen door Russisch artillerie en moesten ondertussen de loopgraven uitdiepen. Toen we aankwamen waren ze een halve meter diep, al snel hadden we ze uitgegraven tot twee meter diepte. Drie dagen vochten we in de loopgraven en drie dagen rustten we uit achter het front – dat gingen maanden zo door.

„Daarna ging mijn brigade naar Bachmoet [de Oekraïense stad die de Russen met behulp van de paramilitaire Wagnergroep een jaar lang belegerden en die uiteindelijk in 2023 viel – totaal verwoest]. Daar vochten we hard en hadden we veel gevallen van ‘200’ [de legerterm voor gesneuvelde soldaten]. Eén gesneuvelde collega moest ik evacueren, van zijn lichaam was weinig over. Dat droeg ik anderhalve kilometer door de open velden, waar mortiergranaten op mij werden afgevuurd. Ik werd geraakt door kleine granaatscherven en moest ook naar het ziekenhuis. Wacht, ik laat je een filmpje zien van de gevechten.”

Ihor (23), zijn zoon, luistert naar zijn vader. Hij lacht vriendelijk. Zijn dochter Inna (19) kijkt weg. Jevheni laat een filmpje zien van hevige vuurgevechten in verwoeste gebouwen. Verschillende lijken liggen op de grond. „Kijk dat ben ik”, wijst hij naar een schietende soldaat. Hij vertelt over dagenlange gevechten („vier dagen zonder slaap”), het in zijn eentje aanvallen van Russische stellingen („angst had ik niet”) en de twee onderscheidingen die hij heeft gekregen dankzij zijn heldhaftige optreden. Soms hakkelt hij. Dat komt door drie hersenschuddingen die hij tijdens de gevechten opliep.

„Hier in Boekovel kan ik eindelijk tijd doorbrengen met mijn hele gezin. Eens in de zoveel maanden, als ik toevallig in de buurt ben, zie ik ze een dag of een paar uur. Dit is de eerste keer sinds de oorlog uitbrak dat we met het hele gezin samen zijn, want mijn kinderen wonen niet meer thuis. Maar echt ontspannen kan ik niet. Bij elke auto die voorbijrijdt, elke deur die dichtklapt, schrik ik op. Ik ben continu op mijn hoede. Het is wat het is.

Militair Jevheni Zabolotny met zijn vrouw Svitlana, dochter Inna en zoon Ihor in Boekovel.

Foto’s Kostyantyn Chernichkin

Svitlana vertelt: „We zijn al 23 jaar samen en sinds de oorlog is hij een totaal ander persoon geworden.”

Jevheni kijkt weg, glimlacht flauwtjes, en steekt de ene na de andere sigaret op. Svitlana: „Als hij bij ons is proberen we ons zo goed mogelijk aan hem aan te passen. Ik houd mijn gevoelens voor me, probeer hem geen stress te geven en zeg niks over problemen thuis. Praten over de oorlog is taboe. Van de kleinste dingen kan hij opeens agressief worden. Dan explodeert hij. Hij wil geen alcohol drinken want hij is bang dat het hem kwaad zal doen. Dat hij daardoor mentale problemen krijgt. Ik ken mijn man en zie dat hij last heeft van zijn oorlogservaringen.

„Ik krijg om de drie dagen een telefoontje van hem – de drie achtereenvolgende dagen dat hij aan het front vecht hoor ik niks. Die stress van het wachten is heel zwaar. Maar ik ondersteun mijn man, ik bid en denk voortdurend aan hem. Ze zeggen dat het denken emotionele kracht geeft – zelfs op afstand. Hij zegt dat het werkt, dat hij voelt dat iemand aan hem denkt terwijl hij vecht.”

Jevheni steekt nog een sigaret op en kijkt meteen om zodra hij een passerende auto hoort. „Ik weet niet hoeveel tijd ik nodig zal hebben na de oorlog om te kalmeren. Waarschijnlijk jaren. En wat er van mij moet worden na de oorlog? Ook dat weet ik niet.”

Het weekje Boekovel doet hem goed. „Maar het is moeilijk om weer terug te keren naar het front. Daar blijven is makkelijker dan een week rust nemen en terugkeren.”

Over twee dagen meldt Jevhenizich weer bij het leger.

Vitali (32) – nom de guerre ‘de Fransman’, veldartillerie, uit Poltava ‘Ik vind het ongemakkelijk om hier rond te lopen terwijl zij daar vechten’

Buiten, aan een picknicktafel van een traditioneel Oekraïens restaurant, zitten Vitali (32) en Diana (28). Ze kussen, lachen en houden elkaars handen vast in de miezerregen die op Boekovel valt.

Eenmaal binnen in het restaurant begint Vitali te vertellen: „Ik mocht Boekovel bezoeken vanwege mijn revalidatie. Zo’n anderhalve maand geleden raakte ik ernstig gewond. We reden in een gepantserde wagen en moesten uitgeschakelde voertuigen evacueren. Opeens klonk een explosie bij een van de deuren van de wagen. Ik herinner me alleen dat de jongens schreeuwden.”

Hij pakt een plastic zakje uit zijn tas met daarin een stukje metaal, opgevouwen in een zakdoekje, zo groot als een erwt. Dat stukje metaal verwondde zijn buik. „De dokter zei dat als deze scherf twee millimeter verder was gekomen, ik nu dood was.”

Vitali, die eerder als kok werkte, zat toen pas een jaar bij het leger. Daarvoor zorgde hij voor zijn 84-jarige opa in een dorp in het noordoosten van Oekraïne. „Mijn hele familie was naar het buitenland gevlucht en ik was de enige die voor mijn grootvader kon zorgen. „Ondertussen bereidde ik me mentaal voor op het leger, zodat ik klaar zou zijn als ik zou worden gemobiliseerd.”

Militair Vitali en zijn vriendin Diana in Boekovel.
Foto Kostyantyn Chernichkin

De relatie met Diana is pas vier maanden oud. Na twee maanden raakte hij gewond en sindsdien volgde Diana hem naar drie verschillende ziekenhuizen. Daardoor konden ze ondanks de oorlog veel tijd samen doorbrengen. „Zolang het mocht bleef ik in zijn ziekenhuiskamer”, zegt Diana, die bij de klantenservice van een it-bedrijf werkt.

Daarvoor hadden ze alleen online contact. Zij durfde hem tijdens die videogesprekken niet te vertellen dat ze hem meer dan alleen leuk vond, en hij was bang dat hij de ene dag nog leefde en de andere dood zou zijn. „Uiteindelijk vond ik het juiste moment en spraken we uit dat we verkering wilden”, zegt Diana, terwijl ze met de ene hand een slok van haar thee neemt en met de andere hand die van Vitali vasthoudt. „Door de oorlog besef je welke dingen echt belangrijk zijn in het leven.”

Ze genieten van de tijd samen in Boekovel, maar het zit Vitali ook dwars dat hij niet aan het front is. „Ik heb continu contact met de jongens in het leger. Ik wil naar ze terug. Ik vind het ongemakkelijk om hier rond te lopen terwijl zij daar vechten.

„Ook na deze oorlog wil ik in het leger dienen. Want het zal een kwestie van tijd zijn voordat er een nieuwe begint. Ik wil vechten voor onze vrienden, familie en Oekraïne.”

Diana wrijft met haar vingers over Vitali’s hand en zegt met tranen in haar ogen dat ze het niet eens is met zijn keuzes: „Ik begrijp dat hij nodig is voor het land. Maar ik heb ook mijn eigen belangen in het leven en ik vind het niet leuk dat hij terug moet naar het leger. Ik heb eindelijk iemand gevonden die belangrijk is voor mij. Maar straks moet ik met de angst leven dat ik op een gegeven moment nooit meer word gebeld. Dat er misschien nooit meer iemand thuiskomt.”

Vitali is nog een week vrij. Samen gaan ze naar Odesa, de stad waar Diana woont. Om daarna, na twee maanden afwezigheid, terug te keren naar het front.

De eerste skilift moest begin deze eeuw nog gebouwd worden, maar nu verrijst in het bergdorp het ene luxe hotel na het andere.
Foto Kostyantyn Chernichkin