Steeds meer buurten gaan zelf aan de slag met groene energie

Midden op het Wilhelmina Gasthuisterrein in Amsterdam-West staat het ‘Toekomsthuis’. Het is een ecologisch buurthuis waar omwonenden mee kunnen praten over de aanleg van een ondergronds warmtenet. „Openheid en transparantie zijn heel belangrijk bij zo’n buurtproject als dit”, zegt mede-initiatiefnemer Annette Schermer (64), voorzitter van burgercollectief KetelhuisWG.

De maquette bij het raam laat zien hoe het warmtesysteem werkt. In de zomer wordt het water in een nabijgelegen kanaal door de zon opgewarmd. Een gemaal haalt de warmte eruit, en slaat die 150 meter onder de grond op. Daar blijft het opgewarmde water op temperatuur. In de winter wordt dit opgepompt, en verder opgewarmd tot 70 graden met grote warmtewisselaars voor cv-installaties en kraanwater.

Vanaf 2026 worden de eerste woningen op deze ‘buurtwarmte’ aangesloten. Het warmtenet heeft in totaal plek voor 1.500 woningen en kan worden aangelegd door de uitgereikte 7,7 miljoen euro rijkssubsidie voor aardgasvrije wijken.

KetelhuisWG is een van de vele, uiteenlopende ‘burgerenergiecoöperaties’ in Nederland: lokale initiatieven van bewoners om hun energieverbruik te verduurzamen. In de West-Betuwe bijvoorbeeld heeft coöperatie Betuwewind zeven windmolens langs de A15 bij Tiel en Geldermalsen. De windmolens zijn goed voor 60 procent van de lokale stroomvoorziening in de regio. Of neem het BuurtKlusBedrijf Spijkerkwartier in Arnhem, dat aan huis helpt met isoleren door bijvoorbeeld het plaatsen van radiatorfolie.


Lees ook

De bewoners van het WG-terrein willen van het gas af, dus leggen ze nu hun eigen warmtenet aan

Eileen Velthuis, een van de woordvoerders van de energiecoöperatie KetelhuisWG: „Dankzij dit initiatief hebben buren elkaar weer leren kennen.”

Groei burgerinitiatieven

Er komen steeds meer van dit soort burgerenergiecoöperaties, blijkt uit cijfers van Klimaatstichting HIER. In tien jaar tijd is hun aantal gegroeid van 174 naar ruim 700 vorig jaar. „Die groei komt vooral door de onzekerheid over de gasprijzen, en omdat bewoners zelf eigenaar willen zijn van hun energiesysteem”, denkt directeur Gijs Termeer van HIER..

Burgercollectieven spelen geen hoofdrol in de energietransitie, maar met hun enthousiasme en inzet geven ze wel een goed voorbeeld

Martien Visser
Hanzehogeschool Groningen

Het groeiende aantal burgercollectieven speelt „geen hoofdrol” in de hele energietransitie, merkt Martien Visser, lector energietransitie aan de Hanzehogeschool in Groningen op. „Maar ze geven met hun enthousiasme en inzet wel een goed voorbeeld.”

Zelf loopt de overheid achter op het doel van een klimaatneutraal Nederland in 2050. Plannen voor windenergie op land stuiten bijvoorbeeld op politieke weerstand van de huidige, rechtse coalitie. Het overbelaste stroomnet en uitstel van nieuwe milieunormen vertragen de aanleg van zonne- en windparken.

„Burgerenergiecoöperaties verdienen dan ook alle steun uit Den Haag”, vindt lector Visser. Maar in de praktijk lopen ze regelmatig tegen belemmeringen bij de overheid aan.

Bij KetelhuisWG in Amsterdam bijvoorbeeld vinden ze dat Den Haag meer haast mag maken met invoering van de nieuwe Warmtewet, bedoelt om de tarieven van stadsverwarming beter te regelen. Op dit moment zijn die tarieven voor duurzame warmte namelijk nog gekoppeld aan de gasprijs: als aardgas duurder wordt, stijgen de tarieven voor duurzame warmte mee. „Heel krom”, vindt voorzitter Annette Schermer dat. „Nederland wil juist loskomen van de fossiele brandstoffen.”

Op zijn bakfiets rijdt Richard de Waal van BuurtKlusBedrijf Spijkerwartier van huis naar huis.

Foto Bram Petraeus

Dit moet beter worden geregeld in de Warmtewet, maar die is al meerdere keren uitgesteld (nu tot 2026), onder meer door bezwaren van gemeenten en provincies, die meer regie willen bij de aanleg van lokale en regionele warmtenetten.

Besluit windmolens blijft uit

Een ander probleem is het uitblijven van een besluit over landelijke milieunormen voor windmolens. Tot die tijd mogen energiecoöperaties zoals Betuwewind, samen met gemeenten eigen normen stellen voor onder meer geluid, slagschaduw en afstand tussen windmolens en andere bebouwing.

Betuwewind begon in 2012 en heeft inmiddels honderden leden, vertelt mede-oprichter Hans Adams (54). Maar door de onzekerheid over landelijke milieunormen is de komst van drie nieuwe windmolens uitgesteld. Den Haag mag zich best met hoofdlijnen „bemoeien”, vindt Adams, maar als het gaat om specifieke zaken zoals afstandsnormen, stelt Betuwewind vast dat lokaal maatwerk beter is.

Aanbestedingen door overheden kunnen ook een obstakel zijn, zegt mede-initiatiefnemer Patrick Hoogenbosch (58) van BuurtKlusBedrijf Spijkerkwartier. Zo huren veel gemeenten externe bureaus met een „procesmatige aanpak” in om huishoudens te verduurzamen. Die kennen de bewoners vaak niet, en ook hun problemen niet, zoals armoede, en dat kan vertragen.

De coöperatie van Hoogenbosch heeft een netwerk van handige klussers uit de buurt zelf. Zij kennen de buurt en krijgen sneller het vertrouwen om over de drempel te komen. Zo helpt de cursus ‘cv-optimalisatie’ de buurtklussers met de goede afstelling voor cv-installaties.

Inmiddels heeft het BuurtKlusBedrijf samen met stichting Energiebank Regio Arnhem, sinds 2021 ruim zesduizend huishoudens geholpen. Energiebesparende maatregelen kunnen huishoudens honderden euro’s per jaar besparen – en helpt daarnaast ook een klein beetje om de klimaatdoelen van 2050 dichterbij te brengen, vertelt Hoogenbosch: „Het aanjagen van de energietransitie in de buurt levert ook een bijdrage voor een duurzame planeet.”