Hét boek over het wezen van oorlog en dictatuur blijft Vasili Grossmans ‘Leven en lot’

Recensie

Boeken

Vasili Grossman In zijn magnum opus Leven en lot komt alles samen wat met oorlog, dictatuur, repressie, genocide en volgzaamheid te maken heeft.

De Slag om Stalingrad Foto Fine Art Images/Heritage Images/Getty Images
De Slag om Stalingrad Foto Fine Art Images/Heritage Images/Getty Images

Als één roman uit de wereldliteratuur iets zegt over oorlog, onderdrukking en het dagelijkse leven in een totalitaire staat, dan is het Leven en lot van de Russische schrijver Vasili Grossman (1905-1961). Behalve een aangrijpend relaas over de Sovjet-Unie tijdens de Tweede Wereldoorlog, met als hoogtepunt de Slag om Stalingrad, is het ook een filosofisch traktaat over goed en kwaad, over de angsten van de mens in tijden van crisis, over de overeenkomsten tussen totalitaire ideologieën van links en rechts, over verraad in alle soorten en maten. Daarbij spelen ook moed en fatsoen, eigenschappen die voor maar weinigen zijn weggelegd, een grote rol.

Leven en lot kent helden in de meest uiteenlopende gedaantes. Bijvoorbeeld in de persoon van Krymov, een politiek commissaris van het Rode Leger, die ten prooi valt aan de Stalin-terreur. Of neem de oude bolsjewiek Mostovskoj, die in een Duits krijgsgevangenenkamp discussies voert met de nihilistische Gestapo-officier Liss en je doet beseffen dat de ene dictatuur in weinig verschilt van de andere. En dan is er de Joodse arts Sofja Levinton, die zich in een Duits vernietigingskamp ontfermt over een weesjongetje en samen met hem haar lot in de gaskamer tegemoet gaat. Het levert even gruwelijke als onvergetelijke scènes op, die iedere antisemiet zou moeten lezen om te beseffen dat hij verderfelijke onzin verkondigt.


Lees ook de column van Michel Krielaars over Leven en lot: Geen beter boek om het kwaad te begrijpen

Bij elkaar genomen vormen ze maar een greep uit de kleine tweehonderd personages, van sympathiek tot hufterig, die Grossman in deze omvangrijke roman opvoert. Door die verscheidenheid aan mensen en hun afzonderlijke emoties waan je je soms in een duizelingwekkende en door de huidige oorlog in Oekraïne actueel geworden nachtmerrie. En juist dat maakt zijn boek zo fascinerend.

Joodse kernfysicus

De hoofdpersoon van Leven en lot is professor Viktor Strum, een kernfysicus die door de nazi’s voor het eerst in zijn leven met zijn Joodse afkomst wordt geconfronteerd. Dat laatste geldt ook voor zijn moeder, die niet op tijd weg uit Oekraïne is gevlucht en in een getto wordt gedreven. Aan haar dramatische lot wijdt Grossman misschien wel de indrukwekkendste passages uit zijn roman. Hun kracht ontlenen ze onder meer aan het feit dat Grossmans eigen moeder model voor haar heeft gestaan. Daardoor kan hij je een op waarheid gebaseerd inkijkje geven in de quasi-nonchalante manier waarop de Joodse bevolking van een stadje door de nazi’s afgezonderd wordt van de niet-Joden. Die laatsten kan dat overigens weinig schelen. Wel maken ze van de gelegenheid gretig gebruik om de huizen van hun voormalige Joodse buren te plunderen en hen tijdens hun uiteindelijke deportatie van hun bezittingen te beroven.

Vasili Grossman in Stalingrad. Foto uitgever

Strum is het alter ego van Grossman. Als hij een belangrijke ontdekking doet die de bouw van een atoombom dichterbij brengt, valt hij echter bij Stalin in ongenade. Zijn vondst zou on-Russisch en anti-materialistisch zijn. Ineens is antisemitisme ook Stalin niet vreemd.

Fascinerend is het om te lezen hoe Strums collega’s op het laboratorium waar ze aan de ontwikkeling van de atoombom werken hem van de ene op de andere dag laten vallen.


Lees ook de recensie van twee andere boeken van Grossman: Zonder menselijkheid dreigt de hel

Met hun door angst en lethargie ingegeven volgzaamheid onthult Grossman het wezen van een repressief systeem. Hij doet daar nog een schepje bovenop door Strum na een poos weer door Stalin in genade te laten aannemen. Het is een gewiekste manier om iemand te corrumperen. Dat besef je als de baas van Strums laboratorium, die hem tot voor kort nog zo minzaam heeft behandeld, hem vervolgens vraagt een open brief mede te ondertekenen waarin indirect Joodse artsen en schrijvers ter dood worden veroordeeld. Gedwee voldoet hij aan dat verzoek van zijn meerderen, ook al weet hij dat de in die brief genoemden onschuldig zijn. Maar hij wil nu eenmaal niet opnieuw uit de gratie raken en bang hoeven te zijn om gearresteerd te worden. Die situatie van een in een hoek gedreven mens herken je moeiteloos in willekeurig welke hedendaagse dictatuur, of het nu die van Xi Jinping is, of die van Poetin of de Taliban.

In beslag genomen

Dat Grossman met zijn roman het wezen van de communistische dictatuur had geraakt, bleek toen hij zijn manuscript ter publicatie inleverde en het meteen door de KGB in beslag werd genomen. Zelfs zijn aantekeningen en het lint van zijn typemachine werden in beslag genomen. Want als dit boek in de Sovjet-Unie zou verschijnen, zou het volgens Stalins ideoloog Soeslov een atoombom onder het regime leggen. Grossman kwijnde nadien weg van teleurstelling. Gelukkig had hij nog een kopie van zijn manuscript bij een vriend in bewaring gegeven. Met hulp van de dissidente natuurkundige Andrej Sacharov en de schrijver Vladimir Vojnovitsj werd het in de jaren zeventig naar het Westen gesmokkeld, waar het in 1974 verscheen. Als Grossman toen nog had geleefd, zou hij er vrijwel zeker de Nobelprijs voor hebben gekregen.