Het kabinet-Schoof wil wéér veehouders uitkopen. Het is de belangrijkste concrete actie uit het vrijdag gepresenteerde stikstofplan van de ministeriële commissie die Nederland ‘van het slot’ moet halen. Dit jaar besteedt het ministerie van Landbouw nog eens 750 miljoen euro aan een opkoopregeling, gericht op veehouders met „de meest urgente stikstofproblematiek”.
De afgelopen jaren stak de rijksoverheid al 3 miljard euro in twee grote uitkoopregelingen voor de landbouwsector. Aan zogenoemde ‘piekbelasters’, de drieduizend veehouderijen die het meest bijdragen aan de stikstofproblematiek, bood de staat 120 procent van de bedrijfswaarde. Kleinere uitstoters konden zich laten uitkopen voor 100 procent van de waarde.
De interesse was groot – er moest geld bij om aan de vraag te voldoen. Daarom stelt het kabinet nu weer voor boeren uit te kopen, zei premier Dick Schoof na afloop van de ministerraad op vrijdag: „Er wordt massaal op ingetekend – en dat budget is ook snel op. Ik denk dat het een heel nuttig instrument is.”
Ondanks de grote interesse – zo’n 1.600 boeren hebben zich inderdaad aangemeld – viel de stikstofopbrengst tegen. Onlangs stuurde minister Femke Wiersma (Landbouw, BBB), de eerste resultaten naar de Kamer. Er zal gemiddeld zo’n 35 mol stikstof per hectare per jaar worden gereduceerd, ongeveer 7 procent van wat gemiddeld nodig is.
„Uitkoopregelingen zijn helemaal niet effectief om de stikstofdepositie in grote mate terug te dringen”, zegt Jan Willem Erisman, hoogleraar milieu en duurzaamheid aan de Universiteit van Leiden. Hens Runhaar, hoogleraar beleid en sturing voor duurzame voedselsystemen aan de Universiteit van Utrecht, noemt de opkoopregelingen „veel geld voor een beperkte reductie”. „Je kunt het geld veel beter gebruiken.”
De nieuwe uitkoopregeling levert waarschijnlijk nog minder op. Daan Boezeman van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) deed onderzoek naar 25 jaar uitkoopregelingen in de landbouwsector. Door stapeling van dergelijke regelingen wordt het steeds moeilijker veehouders te verleiden hun bedrijf te staken, zegt hij. „Je houdt de economisch rendabele bedrijven over.” Die bedrijven staan er nu zelfs beter voor, doordat andere zijn gestopt, stelt Boezeman. „De kosten om mest af te zetten gaan naar beneden en hun onderhandelingspositie ten opzichte van leveranciers verbetert.” Deze bedrijven zullen zich niet snel laten uitkopen.
‘Perspectief’
Of de opbrengst van de vorige uitkoopregelingen mee- of tegenvalt, wil minister Wiersma desgevraagd niet zeggen: „Ik stuur niet op een bepaald percentage of aantal boeren dat moet stoppen – sterker nog, ik wil juist zoveel mogelijk boeren perspectief bieden, zodat zij door kunnen met het mooie werk dat zij doen.” Voormalig minister Christianne van der Wal (VVD) had wel de „inspanningsverplichting” om het landelijke stikstofoverschot met gemiddeld 20 procent te laten dalen. Wiersma noemde dat in een Kamerdebat een „ambitie van het vorige kabinet”.
Dat de vorige uitkoopregeling minder reductie opleverde dan verwacht, komt voor een groot deel door het vrijwillige karakter, zegt Runhaar. Het maakt voor de stikstofwinst veel uit wélke boerenbedrijven uitgekocht worden, want de impact op de natuur hangt af van de omvang van het bedrijf en de nabijheid van kwetsbare natuurgebieden. Een minder gerichte regeling is „schieten met hagel”, zegt Runhaar.
Commissievoorzitter Johan Remkes stelde in 2022 voor om de vijf- tot zeshonderd grootste piekbelasters aan te pakken – dan zouden zo min mogelijk bedrijven geraakt worden. Het ministerie van Financiën rekende uit dat álle Nederlandse stikstofdoelen behaald kunnen worden door heel doelgericht vijfduizend veebedrijven op te kopen.
Maar vrijwilligheid is voor dit kabinet een „fundamenteel uitgangspunt”, stelt het ministerie van Landbouw. Een woordvoerder: „Vrijwilligheid maakt snellere uitvoering mogelijk dan verplichte maatregelen, die vaak tot lange juridische procedures leiden en waar veel geld mee gemoeid kan zijn.”
Ook de nieuwe uitkoopregeling is vrijwillig, benadrukt Wiersma. Welke boeren in aanmerking komen voor de nieuwe regeling is niet exact duidelijk: de regeling richt zich „op gebieden met de meest urgente stikstofproblematiek”.
Door de vrijwillige en minder gerichte aanpak legde de overheid in het verleden soms enorme bedragen op tafel om relatief kleine hoeveelheden stikstof te reduceren. Zo betaalde de overheid zo’n 20 miljoen euro om een stal met 18.500 varkens in Grubbenvorst, Limburg, te sluiten , bleek uit onderzoek van NRC en Follow The Money. Het ministerie van Landbouw wilde de vraag of dit bedrag doelmatig besteed is niet beantwoorden. „We kunnen geen informatie delen over een individuele aanvraag.”
Lees ook
Lees ook: Drie keer de goudprijs voor een gram minder stikstof – hoe duur het kan zijn om een varkensboer uit te kopen
Boezeman van het PBL ziet ook een ander probleem. „Het lukt wel om aantrekkelijke uitkoopregelingen op te tuigen, maar ander beleid komt heel moeizaam van de grond”, zegt hij. Als er samen met de uitkoopregeling strengere regels waren aangekondigd had de uitkoopregeling meer kunnen opleveren, denkt Boezeman. „Dan moet een veehouder kiezen: of het bedrijf aanpassen, of meedoen aan de uitkoopregeling.”
Het kabinet stelt nu voor om elk bedrijf een specifiek uitstootdoel op te leggen. Het is onduidelijk hoe hard dit doel wordt, en of het gehandhaafd gaat worden. Het kan bovendien jaren duren voor dat plan is uitgewerkt.
Een uitkoopregeling uitvoeren kost ook veel tijd, stelt Boezeman. De Europese Commissie moet deze vorm van staatssteun eerst goedkeuren. „Bedrijven moeten zich eerst inschrijven, die aanvragen moeten beoordeeld worden, dan moet er nog gestopt worden. Vergis je niet hoe lang dat allemaal duurt, je bent al snel in 2030.”
Premier Schoof denkt dat Nederland „dit jaar nog geleidelijk van het slot gaat”. Schoof: „We blijven hard aan de slag, in de wetenschap dat we de zaak vandaag echt niet hebben afgerond.”
