Premier Dick Schoof brengt deze week een tweedaags bezoek aan Japan, tegen de achtergrond van toenemende spanningen in de wereldwijde chipindustrie. Hij werd er opgewacht door het orkest van de Japanse erewacht dat het Wilhelmus uitvoerde. Het bezoek kwam op een moment dat zowel Nederland als Japan zich zorgen maakt over mogelijke nieuwe Amerikaanse importheffingen. De regering-Trump overweegt extra heffingen op onder meer chips, chipmachines en consumentenelektronica waarin chips zijn verwerkt.
„Over importtarieven zijn Japan en Nederland het eens”, zegt Schoof tegen NRC, direct na zijn ontmoeting met de Japanse premier Shigeru Ishiba. „Die moeten zo laag mogelijk en daar zullen we zowel vanuit de EU als vanuit Japan vooral de onderhandelingen met Amerika over voeren.” Ishiba benadrukte deze boodschap tijdens het gesprek met de Nederlandse delegatie, en ook het belang van samenwerking: „Als een van de grootste investeerders in Japan is Nederland een sleutelpartner. Alleen door samen te werken kunnen we de nieuwste generatie chips maken.”
Nederland en Japan spelen een beide belangrijke rol bij de productie van geavanceerde chiptechnologie. Ze proberen greep te krijgen op de situatie. „Een handelsoorlog kunnen we op dit moment niet gebruiken. Dat is het zwartste scenario”, zegt Schoof. De onzekerheid over de inhoud en timing van de Amerikaanse maatregelen maakt het echter lastig om vooruit te plannen, volgens president Trump zouden die vorige week worden aangekondigd, volgens zijn minister van Economische Zaken komen de nieuwe maatregelen ergens in de komende twee maanden.
Mede vanwege de grote belangen in de chipindustrie ging Schoof dinsdag naar het noordelijke Hokkaido, waar hij de nieuwe Rapidus-chipfabriek bezocht – een belangrijk onderdeel van de Japanse strategie om weer een grotere rol te spelen in de mondiale chipsector.
In de jaren tachtig en negentig was het land toonaangevend in de productie van halfgeleiders, met efficiënte chipfabrieken en geheugenchips die beter waren dan die van de Amerikaanse concurrenten. Die voorsprong – Japan leverde in de hoogtijdagen de helft van alle chips ter wereld – was zo’n grote bedreiging voor de Amerikaanse economie dat de VS een handelsoorlog tegen Japan begonnen, net zoals nu de Chinese chipindustrie gedwarsboomd wordt met heffingen en exportrestricties.
Lees ook
Coalitie van EU-landen maakt zich sterk voor onafhankelijke chipindustrie
Concurrentie
Uiteindelijk namen twee andere Aziatische landen, Zuid-Korea en Taiwan, de technologische leiding over. Alhoewel Japan nog steeds een leidende rol in de halfgeleidersector speelt, met een wereldwijd marktaandeel van 35 procent in productiemachines en 50 procent in halfgeleidermaterialen, levert het nu nog maar 10 procent van alle halfgeleiders ter wereld.
Met 67 miljard dollar staatssteun wil Japan weer een plek in de eredivisie veroveren, met behulp van buitenlandse expertise. Dat geld gaat grotendeels naar twee projecten: JASM, een samenwerking met het Taiwanese TSMC voor de productie van chips voor de autosector en industriële toepassingen, en Rapidus, dat samen met het Amerikaanse IBM zeer geavanceerde chips gaat maken voor AI-toepassingen en snelle processors voor telefoons.
Over importtarieven zijn Japan en Nederland het eens. Die moeten zo laag mogelijk
Het Rapidus-project moet Japan weer laten concurreren met de allersnelste chips die het Koreaanse Samsung en TSMC momenteel produceren. In getallen: de lijntjes op de chip hebben een fijnmazigheid van 2 nanometer (twee miljoenste van een millimeter) en hoe dunner de lijntjes, des te meer schakelingen er op een chip passen. Dat levert meer rekenkracht en minder energieverbruik op. Met deze technologie wil Japan een aanvulling of alternatief voor de Taiwanese marktleider TSMC zijn.
Die grote sprong voorwaarts is risicovol, omdat deze productietechniek veel moderner is dan die Japanse chipfabrikanten tot nu toe gebruikten. Zo’n haasje-over-strategie pakt vaak verkeerd uit, omdat de halfgeleiderwereld juist innoveert op basis van opgebouwde ervaring. Om meer zekerheid te krijgen gebruikt Rapidus lithografiemachines van ASML met een bewezen staat van dienst.
Alternatief voor Taiwan
Bij zijn bezoek werd Schoof opgewacht door tientallen journalisten, de topmannen van Rapidus en de directeur van ASML Japan, Hiroshi Fujiwara. „Het is niet alsof ASML een bewuste strategie voert om te reageren op deze geopolitieke omstandigheden”, vertelt Fujijwara. „Op dit moment is de productie van geavanceerde halfgeleiders, zoals die voor AI-toepassingen, voor meer dan 90 procent afhankelijk van Taiwan. Vanuit veiligheidsperspectief is dat problematisch, en daarom wordt er in veel landen nagedacht over hoe dat anders kan.”
Voor ASML is de Japanse markt van oudsher lastig. Japanse chipfabrikanten hadden altijd een sterke voorkeur voor chipmachines van eigen bodem, zoals ASMLs concurrenten Nikon en Canon. Hoewel de machines van ASML technisch superieur waren, duurde het lang voordat Japanse chipfabrikanten kozen voor Nederlandse lithografiesystemen.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131163581-930282.jpg|https://images.nrc.nl/spZhOVK7jqrOeKeEpCjRBwJo-RA=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131163581-930282.jpg|https://images.nrc.nl/lHkhJsqa6ayBgwGgxiZA1MG9JQ0=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131163581-930282.jpg)
Foto FRANCK ROBICHON/AFP
„Het draaide in Japan tot nu toe vaak om het leveren van het perfecte eindproduct”, zegt Yoshiaki Takayama, halfgeleideranalist bij het Japan Institute of International Affairs. Maar om consistent de nieuwste chiptechnologie te kunnen ontwikkelen is ervaring nodig, legt hij uit. „Alleen de bedrijven die daarin mee konden gaan, hebben hun positie behouden en domineren nog steeds. Degenen die die omslag niet konden maken, zijn weggezakt.” Mede omdat ASML nu het monopolie op de geavanceerde EUV-lithografiemachines heeft, moet Rapidus wel op deze buitenlandse expertise vertrouwen.
Apparatuur blijven aanpassen
„Japan móét mee veranderen”, vindt ASML-topman Fujiwara. „De vooruitgang in halfgeleiders gaat razendsnel. Daarom beginnen ze nu in te zien dat het juist een voordeel is om flexibel te kunnen blijven, om systemen te kunnen upgraden en mee te evolueren met de technologie”, vertelt hij. „Een belangrijk punt is dat onze apparatuur na levering bij de klant ook op locatie verder kan worden geüpgraded. Daardoor kunnen ze hun investering langer benutten.”
Uiteindelijk wil Japan weer 30 procent van de wereldmarkt veroveren, inclusief die voor geavanceerde chips. „Maar de productie van Rapidus is voorlopig beperkt en de eerste testresultaten worden pas in de zomer verwacht. Een tiental bedrijven heeft interesse getoond in hun chips, en er zijn gesprekken gaande. Maar het bedrijf moet snel en massaal chips produceren om in leven te blijven”, vertelt expert Takayama. „Dat blijft een zwakke plek.”
Andere potentiële afnemers voor Rapidus zijn techreuzen als Google, Microsoft en Amazon. Die nemen voor datacenters nu nog massaal dure AI-chips af van Nvidia, die de productie uitbesteedt aan TSMC. Deze Amerikaanse bedrijven ontwerpen ook hun eigen AI-chips, die ze, in kleinere hoeveelheden, zouden kunnen laten produceren door andere chipmakers zoals Rapidus. Het is geen toeval dat op de dag waarop Schoof en Ishiba elkaar ontmoetten, ook Nvidia’s topman Jensen Huang de Japanse premier bezocht.
Net als in de jaren tachtig
Toch kan de Japanse chipindustrie opnieuw de dupe worden van Amerikaanse handelsrestricties, net als in de jaren tachtig, vertelt onderzoeker Takayama. En niet alleen door importheffingen. „De VS hebben regels zoals de ‘Foreign Direct Product Rule’. Als een product of dienst ook maar een klein deel Amerikaanse technologie bevat, dan kan de overheid eisen dat voor export een vergunning nodig is. En zulke regels leggen ze eenzijdig op.”
„Geopolitieke belemmeringen maken Japan dus extra kwetsbaar”, volgens de chipexpert. Daarom is het belangrijk dat landen als Japan en Nederland hun krachten bundelen in bredere samenwerkingsverbanden: „De wereldwijde halfgeleiderketen is sterk met elkaar verbonden. Alleen door gecoördineerd op te treden kun je stabiliteit creëren.”
Volgens Schoof biedt de samenwerking met Japan daarom kansen om de Nederlandse positie te versterken. Het samenwerkingsplan dat hij maandag ondertekende met Japan staat daar symbool voor, aldus de premier. „We bouwen voort op reeds bestaande samenwerking. Maar het nieuwe plan is echt geënt op deze tijd en gericht op de komende tien jaar, op de toekomst.”
