Vergeleken met andere landen in Europa zijn Nederlanders het meest tevreden over hun huidige woonsituatie. Dat blijkt uit onderzoek van onderzoeksbureau Opinium, in opdracht van internationaal makelaarsbedrijf RE/MAX Europe.
Opvallend, want het aantal Nederlanders dat wil verhuizen groeit tegelijkertijd. Vorig jaar wilden ongeveer 3,6 miljoen Nederlanders verhuizen, ongeveer een half miljoen meer dan drie jaar geleden. Ongeveer de helft daarvan, ruim 1,4 miljoen mensen, kan geen woning vinden ondanks een actieve zoektocht. Dat maakte het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) deze week bekend.
Opinium vroeg twintigduizend Europeanen uit 21 landen ook hoe zij hun kansen op hun lokale woningmarkt inschatten. Ongeveer duizend deelnemers per land maakten de enquête, wat volgens de onderzoekers genoeg is voor een representatief beeld van alle inwoners.
Nederlandse woningen zijn goed onderhouden vergeleken met die in andere Europese landen
Schimmel
In Nederland is meer dan 80 procent van de inwoners tevreden over hun huidige woonsituatie volgens het onderzoek. „Nederlandse woningen zijn goed onderhouden vergeleken met die in andere Europese landen”, zegt Joost Nieuwenhuijzen, directeur van het Europese netwerk voor woningcorporaties European Federation for Living (EFL). „Dat komt deels omdat het woningbezit in Nederland relatief hoog is, en de eigenaren zelf veel in hun huizen investeren.”
Bovendien heeft Nederland relatief veel sociale woningbouw die wordt verduurzaamd en gerenoveerd, waarbij de huur betrekkelijk weinig wordt verhoogd. Daardoor blijven die huizen redelijk betaalbaar, legt Nieuwenhuijzen uit.
Dat geldt niet voor alle huurwoningen in Nederland. Nieuwenhuijzen: „Huisjesmelkers in de private verhuur investeren minder in de kwaliteit van hun woningen, omdat ze bijvoorbeeld een paar jaar willen verhuren en er daarna weer mee ophouden.” Uit het Woononderzoek van het CBS bleek onlangs dat de vocht- en schimmelproblemen van Nederlandse huizen toenemen, vooral in huurwoningen.
Lees ook
Waarom de verhuisdrift in Nederland groeit – en het aantal woningen met vocht- en schimmelproblemen ook
Maar over het algemeen zijn ventilatieproblemen weinig aanwezig en is de private huursector in Nederland klein. Zeker op Europees niveau, ziet Nieuwenhuijzen van EFL. „Kijk bijvoorbeeld naar het Verenigd Koninkrijk of Duitsland”, zegt Nieuwenhuizen. „Daar worden huizen slechter onderhouden, met slechte ventilatie en een hogere energierekening als gevolg.” Ook heeft Nederland een „behoorlijk sterke huurbescherming” vergeleken met andere Europese landen.
Verhuiswens
De deelnemers die aangeven niet te kunnen verhuizen terwijl ze dat wel wilden, geven de hoge prijzen als voornaamste reden. In Nederland ervaart 57 procent dit probleem. Daarmee staat Nederland op de 17de plek van de 21 deelnemende landen.
Nederlanders ervaren volgens het onderzoek wel de meeste problemen bij de verhuizing doordat de beschikbare huizen niet naar wens zijn. Ongeveer 35 procent van de Nederlanders vindt de locatie van een beschikbaar huis niet bevredigend, of vindt de indeling, staat van het huis of grootte niet goed genoeg.
Toch is er een groeiende groep Nederlanders die wil verhuizen en groeit het aantal mensen dat geen huis kan vinden, ondanks een actieve zoektocht.
Het gaat vooral om jongvolwassenen die nog bij hun ouders wonen en alleenwonende huurders die willen verhuizen. De meesten zochten, tevergeefs, al zeker een half jaar actief naar een woning. De cijfers over 2024 komen uit het driejaarlijkse WoON-onderzoek van het CBS.
„Dat kun je interpreteren als: ‘de huizenmarkt zit voor een toenemend aantal mensen op slot’”, zegt Tanja Traag, hoofdsocioloog van het CBS. Dat zoveel mensen een onvervulde verhuiswens hebben, is niet eerder voorgekomen sinds het CBS dit onderzoek startte in 2012.
Een mogelijke verklaring, naast de krapte en prijzen op de woningmarkt, is een veranderende woonwens van jongeren, zegt Traag. „Steeds meer jongeren zoeken een koophuis en willen niet naar een klein appartementje met een hoge huur. En als je echt iets wil hebben dat niet haalbaar is, ben je langer op zoek.” Ook ziet Traag dat meer mensen in hun buurt willen blijven wonen.
Middelbare school
De groeiende onvervulde verhuiswens van jongeren is „een typisch Nederlands probleem”, ziet EFL-directeur Nieuwenhuijzen. Ten eerste is „de onbetaalbaarheid van woningen in Nederland sterk uitvergroot”, zegt hij. Met name omdat Nederland „gewoon een klein land is”. „De meeste Europese landen zijn veel groter, waardoor de krapte op de huizenmarkt vaker lokale dan landelijke problemen zijn.
Zo snel mogelijk uit huis na de middelbare school is bovendien uniek voor de Nederlandse cultuur, ziet Nieuwenhuijzen. „In Zuid-Europa, zoals Spanje of Italië, blijven mensen veel langer thuis wonen. Vaak tot ze een partner vinden en daarmee een huis kopen.” Dat jongeren in Nederland zo veel problemen op de huizenmarkt ervaren is daarom mogelijk te wijten aan die cultuurverschillen.
Tegenwoordig zijn de Nederlandse huizenprijzen zo hoog, dat starters moeilijk een eerste huis kunnen bemachtigen zonder een groot eigen vermogen of een schenking van familie te ontvangen. Sinds de jubelton in 2023 werd afgeschaft stijgt het aantal starters met zo’n schenking. Bovendien worden die bedragen steeds hoger, zo meldde ING vrijdag. Mede daardoor worden de huizenprijzen opgedreven en de markt nog schever getrokken.
Kopen zonder overbieden is op de Nederlandse huizenmarkt bijna onmogelijk, blijkt ook uit de meest recente cijfers van de NVM, de grootste makelaarsvereniging van Nederland, bleek dat er de afgelopen drie maanden bij meer dan tweederde (68 procent) van alle verkochte NVM-woningen werd overboden. Bij tussenwoningen was dat zelfs 80 procent. Gemiddeld werd een huis voor 4,4 procent boven de vraagprijs verkocht.
Vergelijkbare problemen spelen ook in Oostenrijk. Op Europees niveau achten Oostenrijkers de kans dat zij binnen twaalf maanden kunnen verhuizen het kleinst, blijkt uit het onderzoek. Logisch, vindt Nieuwenhuijzen. Ook daar geldt: weinig om uit te kiezen en hoge prijzen, zeker in grotere steden. „Er is veel sociale woningbouw, maar met lange wachtlijsten. Net zoals in Nederland zijn mensen daardoor gedwongen tot de particuliere sector, die duurder is.”
