„Wat een mooie en nachtelijke strijd om de bestaanszekerheid van mensen!”, schreef NSC-onderhandelaar Nicolien van Vroonhoven woensdagochtend op X. Vlak ervoor hadden de vier onderhandelende coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB een akkoord bereikt over de voorjaarsnota, na ruim 24 uur onafgebroken onderhandelen. Op de selfie die zij plaatste, samen met medeonderhandelaar Folkert Idsinga, kijken ze lachend maar duidelijk vermoeid de lens in.
Voor een politicus heeft het vaak iets heroïsch: onderhandelen tot diep in de nacht. Tot het uiterste gaan voor jóuw achterban, de tegenstander tergen met details, scherp blijven terwijl de ander slaperig begint te worden. Ook voor de buitenwereld zit er „een element van romantiek” in politieke ‘Nachten’, zegt politiek historicus Anne Bos, verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen. „Daarom herinneren zo veel mensen zich de Nacht van Schmelzer [1966] of de Nacht van Wiegel [1999] nog.” In beide nachten viel het kabinet (tijdelijk).
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data130957210-f290a8.jpg|https://images.nrc.nl/5HXCRFHU28AF2v1GJcry0yMRlOo=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data130957210-f290a8.jpg|https://images.nrc.nl/oE9auaBGupVZfW-kNO3odYa-J20=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data130957210-f290a8.jpg)
Foto Phil Nijhuis/Hollandse Hoogte
Maar juist die nachten, met hun dramatische afloop, bewijzen dat het na middernacht kan spoken in Den Haag. En dat het heel onverstandig is door te praten als de vermoeidheid toeslaat. Onderhandelaars worden moe, ze willen naar huis. Ze worden grillig, sneller emotioneel. Ze kunnen zich niet meer concentreren, gaan fouten maken. „Dit is gekkenwerk!”, riep Kamerlid Wttewaall van Stoetwegen (CHU) in 1970 uit, na een zoveelste nachtelijke sessie.
Sfeer van wantrouwen
Psycholoog en onderhandelingsexpert Tim Masselink zag de afgelopen weken met verbazing „hoe onprofessioneel het eraan toe ging” in Den Haag. „Goede onderhandelaars laten het nooit op het laatste moment aankomen.” De fractievoorzitters hadden weken om een akkoord te bereiken over de voorjaarsnota, maar wachtten met onderhandelen tot het laatste moment. Een reden van dat uitstelgedrag: de onderlinge sfeer is slecht, de partijleiders wantrouwen elkaar. Daarbij, zegt Masselink: écht goede onderhandelaars zijn zeldzaam in de politiek. „Politici zijn meestal goed in debatteren. Ik zit goed en jij zit fout. Maar goed onderhandelen betekent: samen iets voor elkaar krijgen.”
Hoe lang je doorpraat en wanneer je de broodjes laat komen, worden ineens strategische keuzes
Hoe politici de onderhandelingen doorkomen, verschilt van persoon tot persoon. De één kan slechter tegen weinig slaap dan de ander, of krijgt eerder trek. Toenmalig premier Mark Rutte (VVD, 2010-2023) noemde dat ‘onderhandelingsfitheid’, zegt Tim Masselink. „Hoe lang je doorpraat, en wanneer je de broodjes laat komen, worden dan ineens strategische keuzes”, zegt hij.
Slaapgebrek is een badge of honour in de politiek. Politici scheppen er graag over op. Napoleon, Winston Churchill en Bill Clinton stonden erom bekend dat ze met weinig nachtrust konden werken.
Maar sociaal-psychologisch onderzoek laat zien dat factoren die ingrijpen op de motivatie om informatie te verwerken een sterk negatieve invloed hebben op onderhandelingen. Bianca Beersma, hoogleraar organisatiewetenschappen aan de Vrije Universiteit verwijst naar hoe onderzoek laat zien dat zulke factoren – zoals tijdsdruk en slaaptekort – het vermogen om complexe informatie te verwerken en de ander te begrijpen, doen afnemen. Er gebeurt, kort gezegd, van alles tegelijk: het cognitieve niveau van het individu neemt af, de politicus vergeet cijfers, haalt jaartallen door elkaar, komt niet op woorden, of, erger: vergeet waarom hij of zij er ook alweer zat.
Ook, en dat is cruciaal in de politiek, nemen de sociale vaardigheden en het vermogen van een ander te leren snel af. Politici hebben de neiging veel sneller toe te geven, of juist koppig vast te houden aan een onhoudbaar standpunt. Daardoor wordt het moeilijker een compromis te bereiken. De Duitse sociaal-psycholoog Jan Häusser (Göttingen) deed in een wetenschappelijk artikel over slaapgebrek in 2017 een oproep aan kiezers: „Onderzoek waarom een politiek besluit in de nacht is genomen. Was er echt een objectieve noodzaak, of was het meer een boodschap aan ú?”
Het Ayaan-debat
Een berucht voorbeeld was de Nacht van Ayaan, van 28 op 29 juni 2006. Minister Rita Verdonk (VVD) wankelde in een Kamerdebat dat zich uur na uur voortsleepte, omdat zij het Nederlandse paspoort van Kamerlid en partijgenoot Ayaan Hirsi Ali wilde afnemen. Verdonk leek te overleven door een sussende verklaring waarin Hirsi Ali spijt betuigde over de kwestie. Diep in de nacht maakte premier Balkenende (CDA), geen nachtmens, een grote fout. Hij zei over de verklaring dat die zo was opgesteld dat Verdonk „ermee kon leven”. Coalitiepartij D66 was zo kwaad dat het de steun aan het tweede kabinet-Balkenende introk. Een dag later was het kabinet gevallen.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data130957157-16c4ac.jpg|https://images.nrc.nl/RLuqH7TFJE6cDAgo_mwEDe6Wskk=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data130957157-16c4ac.jpg|https://images.nrc.nl/IDDVKDEWp9H5iDnnjQlTmo50c9c=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data130957157-16c4ac.jpg)
Foto VINCENT JANNINK/ANP
„In de nacht gebeuren de grootste politieke ongelukken”, zegt oud-Tweede Kamerlid en -journalist Jan Schinkelshoek (CDA). „Daarom komen nachtelijke onderhandelingen de laatste jaren steeds minder vaak voor.” Dat de coalitiepartijen van het kabinet-Schoof er toch voor kozen, kan volgens Schinkelshoek aan twee dingen liggen: uitstelgedrag door de slechte verhoudingen, of „puur politiek theater” voor de achterban.
Tot het ‘ochtendkrieken’
Hoe dan ook, zegt Schinkelshoek, is het onverstandig. „In de tijd van premier Joop den Uyl [1973-1977] gebeurde het voortdurend. Den Uyl functioneerde goed in de nacht, en gebruikte het als politiek wapen. Hij ging door tot het ochtendkrieken, als ministers Ruud Lubbers en Jan Pronk op de grond lagen van vermoeidheid. Dan kon hij toeslaan en zijn zin krijgen.”
Maar ook Den Uyl merkte al snel de nadelen. De formatie van zijn tweede kabinet mislukte in 1977, onder meer doordat de verhoudingen met het CDA in de nachtelijke uren ontspoorden. Schinkelshoek: „Het was een totale uitputtingsslag. Wij journalisten zagen de onderhandelaars in de ochtend met doodvermoeide gezichten uitleggen waarom het mislukt was. De gesprekken hadden diepe sporen getrokken. Ze waren helemaal op elkaar uitgekeken.”
Als premier (tussen 1982 en 1994) wilde Lubbers nooit tot laat vergaderen. Ook zijn opvolgers Kok en Balkenende hadden er een hekel aan.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data130957092-78cc1a.jpg|https://images.nrc.nl/IRV5D3cCM8SiNTiZlSx_K2BgjpA=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data130957092-78cc1a.jpg|https://images.nrc.nl/wSJs6Sr4MRlou7xCBn0ZeO0UiVk=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data130957092-78cc1a.jpg)
Foto Bart Maat
Mark Rutte gebruikte zijn onderhandelingsfitheid juist als wapen.
Hoe instabieler de coalitie, des te groter de kans op nachtelijke vergaderingen, zegt politiek historicus Anne Bos. „Dat is een parallel tussen nu en het tijdperk-Den Uyl. Er zijn weinig afspraken vooraf gemaakt, het coalitieakkoord van deze vier partijen is niet strak. De partijen moeten nog altijd grote afstanden overbruggen. We kijken naar een uitgestelde kabinetsformatie.”
Lees ook
Coalitie bereikt na lange onderhandelingen akkoord over Voorjaarsnota
