Ruim een half jaar wonen ze al elders. Veel bewoners van de wijk Pathmos dachten dat ze na de schade door een fabelachtige hoosbui van vorig jaar binnenkort zouden kunnen terugkeren naar hun huis. Op 21 juli 2024 viel in een van de laagst gelegen delen van de stad in een dag 70 millimeter regen, waarvan 55 millimeter in één uur. Zesenzestig huurwoningen raakten zo doordrenkt met regen en rioolwater, dat ze onbewoonbaar zijn verklaard.
Twee weken geleden verscheen over het herstel van de huizen een rapport, van adviesbureau Arcadis. Herstel van 66 dichtgespijkerde huurwoningen biedt „geen oplossing”, concludeerde de gemeente uit het rapport. „Terugkeer van bewoners naar deze woningen is daarmee niet mogelijk en starten met herstel ook niet.” Het is ook de vraag of de andere woningen in de ruim honderd jaar oude wijk behouden kunnen blijven. Vermoedelijk niet. Tenzij ze ingrijpend verbouwd worden, of gesloopt en herbouwd. Ooit, is de huurders voorgehouden, kunnen ze misschien weer terugkeren.
Riolen liepen vol
Enschede lijdt onder de gevolgen van klimaatverandering. De stad is kwetsbaar bij hevige regen. Enschede is op een stuwwal gebouwd, en er ligt een enorme kleilaag in de bodem die maakt dat het water niet gemakkelijk de diepe ondergrond in zijgt.
Ook op 12 juli vorig jaar regende het pijpenstelen en liepen de riolen vol. „We waren toen ontzettend blij dat alle systemen bleken te werken”, zegt teamleider openbare ruime Peter Dijkstra, verantwoordelijk voor klimaatadaptatie in Enschede. De gemeente heeft in de voorafgaande tien jaar „70 tot 80 miljoen euro” geïnvesteerd in maatregelen om overtollig water te bergen en af te voeren. Toen die eerste enorme bui halverwege juli viel, bleef de schade beperkt. „We bleken 40 tot 55 millimeter regen in anderhalf uur aan te kunnen.”
Maar negen dagen later, op 21 juli, ging het toch mis. Dijkstra: „Toen die bui viel, was de grond al helemaal verzadigd en dat heeft voor veel meer schade gezorgd dan we hadden voorzien.” Het water trok een spoor van vernieling door de huizen.
Een advies dat de GGD een week na de hoosbui opstelde, wijst op de schadelijke effecten van het vocht en het verdunde rioolwater dat in vloeren en muren trok. De huidige situatie is voor de bewoners „fysiek en mentaal zeer belastend”. Zeker voor bewoners met een kwetsbare gezondheid is de situatie „niet houdbaar”, aldus de GGD. „De woningen zijn dermate vochtig dat deze situatie nog langere tijd zal blijven bestaan.”

Huis verwoest
Gemeentelijk teamleider Dijkstra leeft mee met de bewoners: „Alles wat je hebt opgebouwd is in een half uur verdwenen. Dat doet veel met mensen. Ze zijn nog steeds in tranen. Het is heftig. Je kunt het vergelijken met een brand. Je huis is verwoest.”
Het rapport van Arcadis laat zien dat de volkswijk Pathmos voorlopig niet te redden is. „Geen enkele” van achttien onderzochte maatregelen, die elk tussen de 30 en 105 miljoen euro zouden kosten, kunnen de woningen voldoende bescherming bieden bij een extreme regenbui.
Dijkstra: „De resultaten hebben ons geschokt. We dachten aanvankelijk dat we bassins konden bouwen om water op te vangen. Maar dan nog, zo bleek uit dit onderzoek, zou het water in de kuil die deze wijk is, blijven stromen.” Dijkstra herinnert zich een daaropvolgende bijeenkomst voor bewoners. „Daar kreeg je buikpijn van. Bij het binnenkomen vroegen de mensen wanneer ze terug naar huis konden, en wat wij precies zouden doen. Die moesten we vertellen dat het niet ging lukken. Ze konden hun oren niet geloven.”
Koikarpers en parkieten
De huurders van woningbouwcorporatie De Woonplaats komen soms meerdere keren per dag naar hun afgesloten woningen in de fraai gebouwde wijk Pathmos, die geldt als beschermd stadsgezicht. Om hun koikarpers of bomen te verzorgen. Of, zoals in het geval van Krista Hansen, om parkieten en een enkele kwartel in de gaten te houden, in de volière van de tuin van haar dichtgespijkerde en onbewoonbaar verklaarde woning. Hansen (46) herinnert zich de hoosbui van vorig jaar maar al te goed. „We waren bij de overburen. We zaten te barbecueën toen we onze voeten omhoog moesten trekken om niet nat te worden. Mijn man en mijn zoon hebben vuilniszakken gevuld met zand uit de groenstrook voor de deur, om de deuren mee te barricaderen. Ik liep naar binnen en moest janken, ik zag het water in de kelderkamer omhoog komen, en in de hal en de keuken. We zijn thuis gebleven. We hebben boven geslapen.”
Twee passerende vrouwen proberen Hansens aandacht te trekken. Een van hen woonde tot een half jaar geleden in een straat verderop en spreekt geen Nederlands. Ze laat de andere vrouw vragen wanneer ze weer naar huis terug kan. „Ik weet bijna zeker dat u niet terug kunt”, antwoordt Krista Hansen. „We hebben hier geleefd en veel plezier gehad, maar bij de gemeente zeggen ze dat er op z’n vroegst over acht jaar misschien weer huizen staan.” De vrouw schrikt, ze weet van niets.


Foto Eric Brinkhorst
Chronisch verkouden
Andere huurders wonen nog in de wijk. Bianca Bosch (36), moeder van vier kinderen, heeft geen water in huis gehad, vertelt ze met een chihuahua in haar armen. „Maar als de huizen niet meer te herstellen zijn en er gesloopt gaat worden, denk ik niet dat ik hier als enige kan blijven. En ik wil een volgende ramp voor zijn.”
In de voortuin van een ruime woning zit een stel dat het vorig jaar eveneens op het nippertje droog hield, maar graag zou verhuizen. Shirley en Kevin Eggens hebben twee kinderen van zes en vijf jaar oud, en kijken uit op een rij dichtgetimmerde huizen. Shirley (29): „Drie jaar geleden bleek uit metingen van de GGD dat hier wonen ongezond is, door alle vocht en schimmel. En de regenbui van vorig jaar heeft de situatie niet beter gemaakt. Het weer van nu is niet meer het weer van toen wij hier zeven jaar geleden kwamen wonen. Maar zie maar eens een woning te vinden met evenveel ruimte als deze.”
Kevin (29) is hier geboren, maar wil graag weg. „Dit is een mooie volksbuurt, waar je in de voortuin zit en praatjes maakt met mensen die langslopen. Maar onze gezondheid gaat voor. Sinds we hier wonen, zijn we chronisch verkouden. We vechten tegen het water.” Zoals veel bewoners vertellen ze dat deze buurt veertig meter lager ligt dan andere delen van Enschede, als het ware in een kuil. Ooit stroomden er veel beken door het gebied, met water dat door de textielindustrie van weleer werd gebruikt. De beken zijn verdwenen. Kevin: „En vergeet niet dat vroeger iedereen een boom in z’n tuin had staan. Kijk eens om je heen. Hoeveel bomen zie je hier nog?”

Huis is onverkoopbaar
Schuin tegenover de familie Eggens woont Henriëtte Schallenberg (53) met man en kind. Zeven maanden heeft ze elders gewoond. Met haar man heeft ze de woning tien jaar geleden van de woningbouwcorporatie kunnen kopen. Twee weken geleden hoorde ze dat de wijk vermoedelijk niet meer te redden is . Ze pakt het advies van Arcadis erbij en wijst op een passage over haar straat. „Slopen benodigd”, staat er. „Dit hadden wij niet verwacht. Wij hebben eerder de gemeente gevraagd of het zin had om de schade te herstellen. Jazeker, zeiden ze, de bewoners komen terug. Dus heeft de verzekering 80.000 euro in dit huis geïnvesteerd, en wij zelf 12.000 euro.”
Ze verwacht niet dat haar huis kan blijven staan als belendende panden worden gesloopt. „Ons huis is onverkoopbaar. We kunnen hier niet blijven als de andere huizen leeg staan en het vocht deze kant op trekt. Maar er is ons wel gezegd dat men ons niet in de kou wil laten staan.”
Schallenberg is verknocht aan dit huis. „Hier ligt mijn hart.” Ze kwam hier na een scheiding wonen, aanvankelijk alleen. Haar vader heeft destijds nog het complete huis geschilderd. „Het was prachtig geworden.” Ze loopt de achtertuin in, toont een rozenstruik. „Honderd jaar oud.” De roos was ooit van haar overgrootvader. „Toen ik hier kwam wonen, heb ik die van mijn vader gekregen.”

