Een lezer uit Heemstede las op 5 april met instemming het uitgebreide artikelDesignlamp bleek namaakprul dat ook op AliExpress staat over schimmige webwinkels. In het laatste deel van dat verhaal ging het over ‘namaakdesign’: producten die sprekend lijken op bestaande, beroemde ontwerpen, maar daar in enkele details van verschillen en zo juridische maatregelen trachten te ontlopen.
Elders in het economiekatern stond een advertentie voor de zogenoemde ‘weekdeals’ van de NRC Webwinkel, met daarin een ‘Vince Design koffietafel Eileen Grey’ voor € 99,– (om teleurstellingen te voorkomen: de week is voorbij, de tafeltjes zijn op). De afbeelding deed de lezer sterk denken aan de bekende bijzettafel E-1027 uit 1926 van de Ierse ontwerpster Eileen Gray (1878-1976). Maakte de webwinkel – inclusief a-e-wisseling – zich hier niet schuldig aan wat elders in de krant aan de kaak werd gesteld? De lezer zag er een bevestiging in van zijn gedachte dat het maken van een kwaliteitskrant niet te verenigen is met het bestieren van een winkel.
Die laatste opmerking – E-1027 zetten we even opzij, ik kom er zo op terug – past bij de dubbele wijze waarop nogal wat NRC-lezers zich tot de webwinkel verhouden. Aan de ene kant zijn de cijfers helder: men koopt er graag, omzet en assortiment groeien snel. De opbrengst is belangrijk voor de financiering van de journalistiek. Verder zijn die twee gescheiden. De redactie opereert onafhankelijk van de webwinkel en vice versa.
Tegelijkertijd wordt de winkel zeer kritisch gevolgd. Veel abonnees, in dit geval zou je ze ook best leden kunnen noemen, identificeren zich in hoge mate met NRC. Dat leidt tot hoge verwachtingen en kritische zin, die zich automatisch uitbreidt tot de winkel en dan zeker bij ethische kwesties die nu eenmaal met consumptie verbonden zijn. Dan richt men zich graag tot de ombudsman. De laatste jaren gaat het vaak om reizen die worden aangeboden, vanwege de schade die vliegverkeer toebrengt aan het klimaat – in versterkte vorm gold dat bezwaar voor de cruises die NRC tot enkele jaren geleden organiseerde. Met verwante argumenten vragen lezers zich af wat de noodzaak is van de vele luxe-producten in het assortiment.
Maar lezers beperken zich niet tot kritiek van principiële of planeetomvattende aard. De afgelopen weken meldden ze zich juist met meer gedetailleerde observaties over de spullen die de webwinkel verkoopt, zoals een door Frederik Roijé ontworpen nestkastje voor vogels. Dat is gemaakt van cortenstaal en gebruik ervan zou volgens een lezeres neerkomen op het stoven van de erin nestelende mussen. Bij nadere inspectie lijkt dat risico mee te vallen: in het metalen omhulsel zit een houten ‘binnenhuisje’ dat lang niet zo heet wordt als metaal. (Bovendien wordt toch al aangeraden om nestkastjes niet in de volle zon of wind te hangen; invliegopening bij voorkeur op het noordoosten, wegens de dominante westenwinden.)
Een andere lezer meldde zich aangaande de „eerlijke fabrieken en circulaire productie” van de als ‘Duurzaam Denim’ aangeprezen MUD spijkerbroeken die hij bij de webwinkel had aangeschaft. In Vrij Nederland had hij een uitgebreid artikel gelezen over een fabriek in Tunesië waar die broeken werden gemaakt. De lokale bevolking klaagde over vervuiling, watertekorten en onwil bij de autoriteiten om maatregelen te nemen. De duurzaamheidsclaims van de jeansfabrikant leidden in de plaatselijke horeca tot „hoongelach”. Naar aanleiding van de brief is navraag gedaan bij de leverancier, zegt Emma Jeras van de NRC Webwinkel. Die stuurde de bevindingen van een onafhankelijk onderzoek, waaruit bleek dat de fabriek „niet perfect” was, maar dat er voldaan wordt aan „de belangrijkste milieu- en sociale eisen”. Dat blijkt inderdaad uit de samenvatting (die ik ook las), maar die vaststelling is op zich nog geen weging van de duurzaamheidsclaims van de fabriek.
Precieze reproductie
Dan het bijzettafeltje. Wat de webwinkel verkoopt, is volgens de leverancier niet een aangepaste versie van het oorspronkelijke ontwerp van het type dat in het verhaal in het economiekatern werd genoemd. Het is een precieze reproductie van de tafel zoals die in 1926 werd ontworpen. Dat ontwerp bevindt zich volgens de leverancier inmiddels in het publieke domein en dus mag iedereen de tafels produceren en verkopen. Desalniettemin stelt het bedrijf Classicon op de eigen site licentiehouder van het werk van Gray te zijn, waarop de webwinkel om meer uitleg vroeg. Zonder een al te diepe duik in het auteursrecht te nemen: voor de duur ervan maakt het uit waar een bepaald ontwerp is ontstaan (de tafel van Gray komt uit de door haar ontworpen villa in Roquebrune-Cap-Martin, Frankrijk) en vervolgens ook nog hoe de wetgeving precies is in het land waar het object wordt verkocht. Contact met Classicon leidde, aldus de leverancier, jaren geleden tot de conclusie dat hun reproductie van E-1027 zonder problemen kan worden verkocht in de Benelux. Dat gebeurt inmiddels al een jaar of tien zonder juridische complicaties.
Jeras erkent dat de benaming ‘Eileen Grey’ in de advertentie de indruk wekt van bijna-echt en dat is niet de bedoeling: „NRC Webwinkel staat voor kwaliteit, betrouwbaarheid en zorgvuldige selectie. Wij zijn trots op de samenwerkingen die wij hebben met onze leveranciers en partners. We hebben nooit de intentie om lezers of klanten te misleiden, maar we begrijpen dat sommige commerciële productomschrijvingen of advertentieteksten – die nu eenmaal zijn bedoeld om producten aantrekkelijk te presenteren – anders kunnen worden opgevat dan bedoeld. Dus houden we ze geregeld tegen het licht.” De bedoelde tafel zal bij een eventuele terugkeer in het aanbod niet meer onder de noemer ‘Eileen Grey’ worden verkocht.
Arjen Fortuin
Reacties: ombudsman@nrc.nl
Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement.
Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.
Bewoners van sociale huurwoningen kregen voor de uitkomst van de Voorjaarsnota nog een brief op de deurmat met een aankondiging van toekomstige huurstijgingen. Dat moet elk jaar vóór 1 mei. Maar die verhogingen gaan nu niet meer door, omdat de coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB tijdens de onderhandelingen van de Voorjaarsnota besloten de sociale huren voor dit en komend jaar te bevriezen.
Het kabinet kan huurders en corporaties nog geen duidelijkheid geven over de precieze uitwerking van dit plan, bleek woensdagavond uit een woondebat over de huurbevriezing. Zo is er nog niet besloten voor welke huurders de bevriezing precies gaat gelden. De coalitie kon niet zeggen of dit alleen voor huurders van woningcorporaties gaat gelden, of ook voor de 400.000 mensen in een sociale huurwoning van particuliere verhuurders.
Woningcorporaties waarschuwden dat de bouw van nieuwe huurwoningen stil kan komen te liggen door een verminderde investeringscapaciteit. Het kabinet kondigde daarop een compensatie van 1,1 miljard euro aan, maar ook dat is nog geen voldongen feit. Bovendien zal dat niet genoeg zijn, stellen corporaties.
‘Huurbevriezing is bouwbevriezing’
Vorige week besloten de coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB in de Voorjaarsnota om de sociale huur voor dit en komend jaar niet te laten stijgen. Ook wil de coalitie de Wet betaalbare huur versoepelen. Die wet ging vorig jaar in om een maximum te stellen aan de huurprijzen voor middelhoge huurwoningen in de particuliere huursector. Met de huurbevriezing worden de lasten voor sociale huurders verlicht, is het idee erachter.
Mogelijk is hier sprake van een politieke ruil tussen de VVD en PVV. De PVV wil graag de huren verlagen en de VVD wil de huurmarkt niet begrenzen. Maar verantwoordelijk minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting (BBB) is sceptisch over de huurbevriezing, zei ze woensdag in het debat. De compensatieregeling van 1,1 miljard die door de coalitiepartijen op tafel is gelegd, noemt ze „zeer beperkt” en onvoldoende om de investeringscapaciteit van corporaties te compenseren.
Zelf was Keijzer niet aanwezig bij onderhandelingen over de Voorjaarsnota, daar discussieerden partijleiders van de coalitie, maar als woonminister zal ze de komende weken wél die duidelijkheid moeten bieden. ,,Had ik dit liever anders gezien? Ja natuurlijk, maar dat is niet de vraag die voorligt”, zei Keijzer na de uitkomst van de Voorjaarsnota.
Opvallend is dat Merlien Welzijn, NSC-Kamerlid en woordvoerder van wonen voor haar partij, zich kritisch uitlaat over de huurbevriezing. Zij meldde zich afgelopen week ziek en uitte donderdagochtend in een bericht via Linked haar onvrede over de maatregel. Ze is „met stomheid en verbazing geslagen”, zegt ze daar. „Immers, huurbevriezing is bouwbevriezing.”
Oppositiepartijen vinden de compensatieregeling veel te mager en stellen dat de woningbouw hiermee op slot raakt. Ze wijzen in het debat herhaaldelijk op de eerder gemaakte afspraken van het kabinet tijdens de Woontop in december. Daar is toen afgesproken jaarlijks zeker 100.000 woningen te bouwen tot 2030.
Maar de coalitiepartijen stelden niet te geloven in de „rampscenario’s” die de oppositie schetst. VVD-Kamerlid Peter de Groot zei dat corporaties „misschien nog wel 70 tot 80 miljard” in de kas hebben. „Dus er kan echt nog wel wat.” De Groot verwees naar de overgebleven investeringscapaciteit van de woningbouwcorporaties voor de komende tien jaar, die de vereniging van woningcorporaties Aedes bekendmaakte.
Leencapaciteit
Maar woningcorporaties hebben weinig financiële beweegruimte volgens Johan Conijn, emeritus-hoogleraar woningmarkt aan de Universiteit van Amsterdam en directeur bij financieel adviesbureau Finance Ideas. Er klopt „helemaal niets” van de stelling dat corporaties nog wel 70 tot 80 miljard euro als reserves hebben, zegt hij.
Voor nieuwbouw is er volgens hem überhaupt te weinig geld. Om te bouwen moeten corporaties alles lenen, stelt Conijn. Corporaties gebruiken huurinkomsten voor onderhoud, woningverbetering en om belastingen en rente op leningen te dekken. Maar als die inkomsten te laag zijn, mogen corporaties geen nieuwe leningen afsluiten voor toekomstige projecten, legt hij uit. En dan komt de bouw stil te liggen, is de grote angst van woningcorporaties. Dat terwijl die afgelopen december nog aangaven maximaal te willen lenen om te bouwen om de woningcrisis aan te pakken.
De effecten van de huurbevriezing zullen corporaties vanaf 2027 pas in hun kas gaan merken, maar de huurbevriezing heeft nu wel degelijk consequenties voor hun bouwplannen, zegt Conijn. Door de huurbevriezing komen woningcorporaties vanaf 2027 jaarlijks ruim 1 miljard euro te kort. Met die kennis kunnen corporaties nu al geen toekomstige leningen afsluiten, zegt hij.
Omdat corporaties jaarlijks ruim 1 miljard euro mislopen, daalt hun investeringscapaciteit met 49 miljard euro, maakte Aedes deze week bekend. „Dat is het totale bedrag dat corporaties de komende tien jaar niet meer kunnen lenen”, zegt Conijn. De huurbevriezing heeft dus nu al consequenties, want leningen voor de toekomst mogen niet meer afgesloten worden. Conijn: „De schaduwen worden meteen vooruit geworpen.” Daardoor verwacht Aedes dat zeker 170.000 van de geplande 254.000 woningen de komende tien jaar niet gebouwd kunnen worden.
Volgens branchevereniging Aedes kunnen 170.000 van de geplande 254.000 woningen de komende tien jaar niet gebouwd worden
Bij het uitblijven van duidelijkheid sloegen woningcorporaties deze week zelf aan het rekenen. Zo verwacht overkoepelende woningcorporatie Vereniging Sociaal Verhuurders Haaglanden (SVH) de komende tien jaar nog maar zeven- tot achtduizend huizen te kunnen bouwen onder meer in Den Haag en Delft, in plaats van de geplande vijftienduizend, zegt voorzitter Zakaria El Khetabi. „We zaten financieel al knel, dus het nieuws over de huurbevriezing viel bij ons in als een bom.”
Woningcorporatie DeltaWonen schetst een zelfde soort scenario. De corporatie maakt deel uit van een samenwerkingsverband met andere corporaties in dat van de achtduizend woningen die volgens plan gebouwd zouden worden in West-Overijssel de helft niet zal doorgaan.
Onduidelijkheid
Minister Keijzer stelde woensdagavond in het debat „heel gemotiveerd” te zijn om zo snel mogelijk de consequenties van de huurbevriezing in kaart te brengen. Hierbij gaat ze onderzoeken of de beoogde 1,1 miljard aan compensatie wel voldoende is.
De Woonbond meldde donderdag overspoeld te worden door vragen van huurders uit de sociale sector over de plotselinge huurbevriezing. Die onzekerheid herkent Martijn Sweitser, directeur wonen van DeltaWonen: de woningcorporatie had al een groot deel van haar huurders bericht over de aankomende huurstijgingen. „Huurders snappen niet waar ze aan toe zijn”, zegt Sweitser, „en wij kunnen hen ook geen uitsluitsel bieden.”
Je ziet ze niet, je hoort ze niet, je ruikt ze wel. De lucht is strakblauw en de wind waait de haren van Eugenie Dings de lucht in. „Wat ruik je nu eigenlijk?”, vraagt ze hardop. Dings woont haar hele leven al tussen de veehouders en haar ouders hielden ook varkens. De geur doet haar denken aan haar jeugd, de kleren van haar moeder. „Dit ruikt niet naar varken”, zegt ze. „Dit is een rottende geur.”
Tegenover haar huis in Grubbenvorst, aan de overkant van de straat, staat een joekel van een stal, wellicht de grootste varkensstal van Nederland. Verdeeld over twee verdiepingen huisvest deze ‘etagestal’ 19.000 vleesvarkens. De gemiddelde varkensboer houdt er 4.700.
De geur valt vandaag eigenlijk nog wel mee, zegt Marc Vergeldt, de man van Eugenie Dings. „Voor mijn gevoel is dit 20 à 30 procent van wat het kán zijn.” Als de wind in de richting van hun huis waait moeten de deuren en ramen dicht. „Als ik dan in de tuin werk, heb ik binnen de kortste keren een droge mond. Dan proef ik de ammoniak”, vertelt Vergeldt. Ze hebben, net als alle buren, een airco laten inbouwen zodat in de zomer de ramen niet open hoeven.
Aan het eind van dit jaar kunnen Dings en Vergeldt opgelucht ademhalen. Dan zal de gloednieuwe stal, gebouwd in 2019, leegstaan. De varkenshouder krijgt 20 miljoen euro om hem te slopen, blijkt uit onderzoek van NRC en Follow the Money. Zo veel geld is de overheid bereid te betalen voor terugdringing van de stikstofuitstoot van varkens.
Als ik in de tuin werk, krijg ik een droge mond en proef ik de ammoniak
Dit is een verhaal over schaalvergroting, kostenbesparing en het zo efficiënt mogelijk produceren van vlees. Over een leefomgeving die steeds luider piept en kraakt, door stankoverlast, zorgen over dierenwelzijn en stikstofneerslag. En over de tientallen miljoenen die het kost om kleine beetjes stikstof kwijt te raken.
‘Gewoon varkenslucht’
De eigenaar van de megastal in Grubbenvorst is de Houbensteyn Groep, van oorsprong gevestigd in het dorp Ysselsteyn in Venray, dé varkensgemeente van Nederland. In 2018 telde Venray 650.000 varkens – zo’n vijftien stuks per inwoner. Het zijn er nu nog altijd meer dan een half miljoen. Houbensteyn Groep is er de grootste varkenshouder.
Ysselsteyn is vernoemd naar Landbouw-minister Hendrik Albert van IJsselsteyn, die rond 1920 opdracht gaf dit deel van De Peel te ontginnen. In de jaren zestig nam Jan Houben er de boerderij van zijn schoonvader over. Het was een gemengd bedrijf, zoals gebruikelijk in die tijd: met akkerbouw, maar ook vleesvarkens en pluimvee. Houben richtte zich al snel op varkens, en bouwde het bedrijf in rap tempo uit. „Zaken zijn net kruiwagens; ze staan stil als men ze niet voortduwt” viel te lezen op de muur van zijn kantoor.
Jan Houben was de heer van Houbensteyn, dorpelingen keken tegen hem op. Al in de jaren tachtig hield hij op een computer de productiviteit van de zeugen bij. „Een slechte zeug is de dievegge van de portemonnaire van het bedrijf”, zegt Houben in 1983 tegen het Limburgsch Dagblad.
In die tijd wordt de veehouderij geen strobreed in de weg gelegd. Over omwonenden hoeft Houben zich geen zorgen te maken: over de stank klaagt niemand. „Het is gewoon varkenslucht”, zegt een omwonende eind jaren 80 tegen NRC Handelsblad in een reportage vanuit „de aars van Nederland”. Boerenpartij CDA is oppermachtig in de gemeente. Jan Houben zelf zit voor die partij een tijdlang in de Provinciale Staten.
Maar waar het vlees van de varkens van Ysselsteyn te gelde wordt gemaakt op de wereldmarkt, overschrijden de tonnen mest die de mestvarkens produceren de draagkracht van het hele gebied. Het stikstofoverschot uitte zich in jaren tachtig in zure regen, en nu in de bedreiging van kwetsbare plant- en diersoorten in natuurgebieden.
Carnaval
Als Martin Houben eind jaren negentig de Houbensteyn Groep overneemt van zijn vader, beginnen de omstandigheden te veranderen. De druk op de intensieve veehouderij neemt toe. In Ysselsteyn is daar aanvankelijk weinig van te merken – CDA-wethouder Jan Loonen noemt in 2012 iedere stal nog „een zegen”. Maar ook in de gemeente Venray is de partij niet langer oppermachtig. Venray Lokaal, inmiddels de grootste partij, wil de intensieve veehouderij inperken.
Martin Houben kan met iedereen praten. Hij gaat het gesprek aan met buurtbewoners die hem aanspreken op de stank van zijn bedrijven. Ze doen dat voorzichtig, met „gesprekken aan de keukentafel”. Kritiek op overlast van veehouders ligt gevoelig – ook familie en vrienden werken vaak in de veehouderij. Houben snapt hun klachten wel, zegt een van hen. „Hij vindt het niet fijn dat wij er last van hebben, maar wil er pas wat aan doen als hij er ook wat aan heeft.” Met carnaval drinkt een van de buurtbewoners gewoon een pint met Houben.
De etagestal in Grubbenvorst (achter oude stallen) die voor 20 miljoen euro wordt gesloten. Varkensstallen van Houbensteyn in Ysselsteyn, waar je door een raam naar de varkens kunt kijken
Foto’s John van Hamond
Ook politieke tegenstanders kunnen met Houben door één deur. André van Maarschalkerwaard, die in de gemeente Venray GroenLinks oprichtte, komt hem weleens tegen. „Ik kan best goed met hem praten. Als ik hem hoor, denk ik: als ondernemer snap ik jou wel.” De veehouder is een „echte zakenman, een handige rekenaar”, zegt Van Maarschalkerwaard. Hij ziet hem in het dorp rondrijden in een bedrijfswagentje, niet in dure auto’s zoals sommige andere veehouders.
Houben zit in de dorpsraad en stopt het verenigingsleven van Ysselsteyn regelmatig wat geld toe. Houbensteyn is sponsor van sv Ysselsteyn; de naam staat op de shirts van korfbalvereniging De Peelkorf; Houbensteyn geeft geld aan muziekvereniging De Peelklank, aan punkfestival Jera on Air en aan het jaarlijkse wandelevenement. Een burgerinitiatief dat glasvezel in de dorpen rond Venray wil aanleggen, wordt getrokken door Houben.
Insectenhotel
Houben heeft ook een antwoord op de aanzwellende maatschappelijke kritiek op de industriële veehouderij.
‘Vaerkes kieke’, staat op een groot bord aan de kant van de weg bij een van zijn stallen aan de Ysselsteynseweg, en ‘Beleef de varkenshouderij’. Houben vroeg een bedrijf gespecialiseerd in wildlife and environment solutions om de biodiversiteit op het perceel te verbeteren. Een informatiebord vertelt over nestkasten voor vogels, broedkorven, een insectenhotel en een huiszwaluwtil.
Binnen kan iedereen zien hoe Houben zijn varkens houdt. Achter een dikke ruit scharrelen enkele tientallen biggen rond. Er ligt een bezoekersboek, waarin bezoekers hun handtekening hebben gezet. „Ze zijn al slachtrijp”, schreef iemand. „Zielig dat die biggen dag en nacht in de stront moeten leven”, schreef een ander. Op de gevel hangt, boven de vleermuiskasten, een groot bord met een vrolijk roze biggetje. „Het ware verhaal” valt via een QR-code te lezen op thepigstory.nl.
„Het varken is het ultieme kringloopdier omdat het spijsverteringskanaal heel erg lijkt op dat van de mens”, vertelt Houben op de website. Varkens krijgen daarom restproducten uit de levensmiddelenindustrie te eten, zoals bierbostel van brouwerijen of de schillen van frietfabrikanten. „Mijn dieren krijgen elke dag friet, gebak en bier”, zegt Houben. Hij heeft „een kok” in dienst, die de „maaltijden” voor de varkens bereidt. De mest gaat in een mestvergister, dat levert energie op. De kringloop, claimt Houben, is zo gesloten. Milieuvriendelijker kan niet – per kilo vlees komt er op die manier veel minder broeikasgas vrij dan in de gemiddelde varkenshouderij, liet Houben eens berekenen.
De varkens krijgen ook elke dag een flesje yakult, stelt Houben op de Facebookpagina van het bedrijf. Dat is goed voor „de weerstand”, en zou helpen tegen winderigheid.
Weegschaal in de vloer
De etagestal in Grubbenvorst moet de productie van varkensvlees nog grootschaliger én nog milieuvriendelijker maken. Sinds 2004 probeert Martin Houben die droom te verwezenlijken. Het idee: álles verzamelen, niet in dezelfde straat, maar op hetzelfde bedrijventerrein: zeugen, biggen, varkens en mestverwerking. De stal moet vol met technische snufjes komen te zitten: een weegschaal in de vloer die het gewicht van de varkens monitort, sensoren die ammoniak en CO2-uitstoot bijhouden, een koelsysteem dat de lucht in de zomer fris houdt.
Mijn dieren krijgen elke dag friet, gebak en bier
Kippen zijn ook onderdeel van dit ‘Nieuw Gemengd Bedrijf’. Een kippenboer, Marcel Kuijpers, heeft hetzelfde idee als Houben – de 1,1 miljoen kippen die dit pluimveebedrijf van de toekomst zou moeten gaan tellen, worden op dezelfde plek geslacht als waar ze uit het ei zijn gekomen. Het aantal kippen is zo groot, staat in een brochure uit 2016, dat de slachterij dagelijks 32.000 kippen kan verwerken. Luchtwassers moeten de uitstoot van ammoniak en stank reduceren.
De megastal krijgt de handen op elkaar in Den Haag. Topambtenaren noemen het Nieuw Gemengd Bedrijf als voorbeeld van „innovatieve ideeën” in de landbouwsector, staat in een advies uit 2007 aan het kabinet over megastallen. Het ministerie en de provincie geven ruim twee miljoen euro subsidie. Henk Bleker, destijds staatssecretaris van Landbouw voor het CDA, noemt het in 2012 „een heel interessant concept”, dat „dierenwelzijn, milieu, mestverwerking … allemaal tip-top voor mekaar” had.
Ook de vakpers volgt de ontwikkeling op de voet – onder wie BBB-leider Caroline van der Plas, destijds redacteur voor Pig Business en Nieuwe Oogst. „In totaal zullen er 1,1 miljoen kippen en 30.000 varkens op duurzame en diervriendelijke wijze op verschillende locaties worden gehouden”, schrijft Van der Plas in 2013.
Illustratie Roland Blokhuizen
Met de mest van hun twee veebedrijven kunnen Houben en Kuijpers gezamenlijk een mestvergister draaiende houden. Daarin wordt met de mest biogas en warmte opgewekt voor in de stallen en voor naburige tuinders. Om de mest bij de vergister te krijgen, zouden er leidingen in de grond aangelegd moeten worden. Bleker past er de Meststoffenwet voor aan.
Het Nieuw Gemengd Bedrijf komt nooit helemaal van het papier af. De bouw raakt jaren vertraagd. Er staan veel minder dieren dan de bedoeling was, de tuinders die het gas zouden afnemen trekken zich terug. De vergister is er nooit gekomen.
Remkes-proof
Eugenie Dings heeft wel een vermoeden waarom er tienduizend varkens minder tegenover haar huis staan dan Houben wilde. Een extra stal voor biggen is er nooit gekomen, de vergunning is nog niet rond. „Dat komt door onze rechtszaken.”
Waar in Ysselsteyn doorgaans op zachte toon geklaagd wordt over de stank, stappen Eugenie Dings en Marc Vergeldt snel naar de rechter. Valentijn Wösten, de advocaat van milieuorganisatie MOB, staat hen bij.
Toch kan in 2019 de schop in de grond. Binnen een paar maanden staan er twee gloednieuwe stallen, met 250.000 kippen en 20.000 varkens. Kuijpers en Houben zijn vol zelfvertrouwen als de stallen worden geopend. „Ze komen vanuit het hele buitenland kijken wat we hier aan het doen zijn”, zegt Houben tegen journalisten. Het is een paar maanden na de uitspraak van de Raad van State die de stikstofcrisis ontketende, Johan Remkes heeft net zijn eerste advies naar het ministerie van Landbouw gestuurd. Remkes adviseert in zijn rapport Niet alles kan om in te grijpen in de veestapel. Maar deze stallen, zeggen Kuijpers en Houben tegen het FD, zijn „Remkes-proof”.
Desondanks stapelen de procedures zich op. Houben moet van de rechter geurmetingen laten uitvoeren. De uitbreiding met 5.000 zeugen en 10.000 biggen komt er nooit. Het aantal varkens moet op last van de rechter zelfs met 1.000 worden verlaagd. Houben laat een expert kijken naar de luchtwassers, die minder stank blijken te reduceren dan wordt beweerd. „Je moet Houben nageven: hij probeerde er in elk geval wat aan te doen”, zegt Vergeldt. Onder de streep verandert er weinig. „Houben zegt: ik vind die buren belangrijk. Maar ik heb ook een vergunning. En ik ben niet van plan om meer te doen dan de letter van de wet mij voorschrijft.”
Want er valt heus wel wat te doen aan de geuroverlast, zegt geurexpert Hugo van Belois. De luchtwassers van Houben zijn „vrij doorsnee”, zegt hij. „Er wordt geclaimd dat ze 85 procent van de ammoniak-uitstoot reduceren, maar gemiddeld gaat het maar om 45 procent, blijkt uit onderzoek. In Duitsland worden veel betere luchtwassers gebruikt.” Houben kan ook een hoge schoorsteen op de stal zetten, suggereert Van Belois. „In de industrie is het verplicht om een schoorsteen van tientallen meters te plaatsen. In het geval van Houben zou het zomaar een factor 4, 5 kunnen schelen in de geuroverlast.”
Houben begint zich af te vragen in hoeverre zijn vergunningen straks houdbaar zijn. Het leidt ertoe dat hij een ingrijpende beslissing neemt: hij gaat gebruikmaken van de uitkoopregeling voor piekbelasters en stopt met het houden van varkens. Het bedrag dat hij ervoor kan krijgen, is goed genoeg.
‘Woest aantrekkelijk’
Martin Houben is er open over: hij stopt vanwege het geld – en omdat Nederland volgens hem niet meer zit te wachten op grootschalige veehouderij. Liever was hij gewoon doorgegaan. „Ze zeggen wel eens: je moet je hart volgen. Dat hebben wij niet gedaan. Ik moet nu mijn levenswerk afbreken”, zegt hij in een kort telefoongesprek. Daarna wil hij alleen nog schriftelijk reageren.
Het stankprobleem was volgens Houben oplosbaar, met betere luchtwassers. Maar die kosten veel geld, en er moeten nieuwe vergunningen voor worden aangevraagd. „Onzekere processen”, noemt hij het. Juist daar heeft hij genoeg van. In zijn schriftelijke reactie aan NRC en Follow The Money verwijst hij naar het steeds veranderende landbouwbeleid, dat hij „een last voor ondernemers” noemt. „We worden als een zware milieubelaster weggezet. Dat heeft mij enorm geraakt.” Maar, zegt hij: „Zakelijk is het gewoon een goed besluit.”
De overheid betaalt ook goed. Voormalig stikstofminister Christianne van der Wal (VVD) noemde het bod „woest aantrekkelijk”: boeren die meedoen, krijgen 120 procent van de bedrijfswaarde. Ook de sloopkosten worden vergoed. In totaal is er 1,8 miljard euro voor uitgetrokken. De regeling is sinds december gesloten.
Bij varkensstal van Houbensteyn in Ysselsteyn.
Foto John van Hamond
Het animo is boven verwachting, vindt het ministerie van Landbouw: 917 boeren wilden aan de uitkoopregeling meedoen. 54 aanvragen werden afgewezen, en 151 boeren trokken zich uiteindelijk tochterug. Enkele tientallen aanvragen zijn nog in behandeling.
Gemiddeld wordt er dus zo’n 2,5 miljoen euro per bedrijf betaald. Maar voor de megastal van Houben heeft de staat een veel groter bedrag over: ongeveer 20 miljoen euro, blijkt uit berekeningen met de rekentool van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, die de uitkoopregeling afhandelt. De stal is gloednieuw én groot – daar betaalt het ministerie het meest voor.
Dat wil niet zeggen dat de stal ook veel stikstofwinst oplevert. Als Houben stopt, landt er zo’n 4.300 mol minder stikstof op kwetsbare natuur binnen een straal van 25 kilometer – zo’n 60 kilogram. Dat betekent dat de overheid bijna 330 euro per gram stikstof betaalt. Dat is meer dan drie keer de goudprijs – die momenteel met zo’n 94 euro per gram al recordhoogtes bereikt.
Houben laat bovendien ál zijn varkenshouderijen uitkopen, want al zijn negen locaties zijn piekbelasters. Hij krijgt daar, bovenop de 20 miljoen voor de stal in Grubbenvorst, nog eens ongeveer 30 miljoen euro voor.
Rentenieren
Houben vindt het terecht dat de overheid flink de portemonnee trekt. „Wij hebben veel grote locaties, en hebben grote vermogensschade. Ik zie het niet als euro’s per gram ammoniak, maar als een schadevergoeding voor het stoppen van mijn bedrijf.”
Waarschijnlijk kan hij stoppen met werken. Maar daarvoor hoefde hij het niet te doen, want hij kón al rentenieren, blijkt uit jaarrekeningen: in 2023 maakte zijn bedrijf 4,3 miljoen euro winst.
De bijna 50 miljoen euro die de staat, als alles goed gaat, betaalt, komt niet linea recta in de portemonnee van Houben terecht. Ongeveer 5 miljoen euro is een vergoeding voor de sloopkosten. Hij heeft ook een schuld van zo’n 20 miljoen aan leningen open staan, onder meer voor de bouw van de stal in Grubbenvorst. Ook komt er een flinke aanslag van de Belastingdienst – in principe moet Houben de helft van wat overblijft na aftrek van de kosten afdragen aan de fiscus, al zijn er constructies waarbij er minder betaald hoeft te worden.
Illustratie Roland Blokhuizen
Wat Houben met de miljoenen die overblijven gaat doen, wil hij niet zeggen. „Ik blijft ondernemen”, zegt hij in het korte telefoongesprek. „We zijn op zoek naar andere projecten. Daarin gaan we het geld investeren.” Hij hoopt, zegt hij, dat zijn besluit de sector lucht geeft. „Ik hoop dat andere varkenshouders met rust gelaten worden.”
Zijn besluit komt onder varkenshouders hard aan. „Ongelofelijk, onwerkelijk”, reageert Linda Verriet, voorzitter van de belangengroep voor varkenshouders, op Facebook. „Ik word hier zo enorm moedeloos van. De mooiste bedrijven, beste ondernemers en meest duurzame locaties stoppen.”
Ammonia Avenue
„Hier links liggen nog wat hopen zand, daar zijn al stallen weg. En de stallen rechts gaan ook weg.” Oud-raadslid André van Maarschalkerwaard rijdt met zijn auto door het buitengebied van Ysselsteyn, langs de ene na de andere stal die verdwijnt.
In de gemeente Venray was de interesse in de uitkoopregelingen het grootst: 72 veehouders deden een aanvraag. Nu rijdt Van Maarschalkerwaard elke dag langs stallen met stapels dakplaten en spanten in het buitengebied van Ysselsteyn. Hij wijst op een stal waar de lichtkoepels uit het dak gesloopt zijn. „Alles wat waarde heeft, wordt nog verkocht, soms zelfs de buitengevels.”
Ik word hier zo enorm moedeloos van. De beste ondernemers en meest duurzame locaties stoppen
„Lange tijd was het buitengebied een no-goarea”, zegt Van Maarschalkerwaard. „Het is hartstikke mooi dat zoveel veehouders stoppen. Maar we moeten niet vergeten dat Venray decennialang koploper is geweest in het aantal varkens per hoofd van de bevolking. Het duurt nog wel even tot de balans hersteld is.”
De rit gaat verder, over de Ysselsteynseweg – soms spottend Ammonia Avenue genoemd. Hier staan de stallen van Houben nog trots overeind. Aan de straatkant staan borden met het logo van Houbensteyn. Binnenkort liggen ook hier hopen zand en dakplaten. Binnen staat de laatste generatie vleesvarkens.
Bij haar aantreden kreeg de woning van Tjarda Struik een veiligheidsscan. Haar sociale media werden doorgenomen, ze ontving foldertjes met handreikingen voor wat te doen als ze te maken zou krijgen met agressie of bedreiging. Risico’s waarvan ze wist dat die bij de ambtsketen zouden komen kijken.
Waar het bij de introductie níét over was gegaan, is de vorm van intimidatie waar een groeiend aantal bestuurders en politici de laatste jaren mee te maken kreeg. Waarvan Struik bij haar aantreden als burgemeester van Leiderdorp, bijna anderhalf jaar geleden, heus had gehoord, maar niet had kunnen bedenken dat het háár zou overkomen.
Tot haar woordvoerder op 27 maart een telefoontje kreeg. Een bekende had in een WhatsApp-groep een video langs zien komen. Het eerste deel kwam uit een filmpje dat Struik (39) zelf op TikTok had gezet. Het fragment dat daarop volgde was een seksfilmpje, waarop de burgemeester te zien lijkt.
Niet dat mensen niet vaker aan de haal gaan met de filmpjes die ze deelt op TikTok, waar Struik haar ruim 200.000 volgers op ludieke wijze meeneemt in haar leven als „Tjarda, de bijna blinde burgemeester van Leiderdorp”, zoals ze haar video’s steevast opent. Struik heeft een visuele beperking en ziet slechts 5 procent.
Met regelmaat worden haar TikToks door anderen verknipt of verwerkt tot memes. En Struik, die zelfspot in haar eigen video’s niet schuwt, kan daar zelf vaak nog best om lachen, zegt ze aan een ronde tafel in haar werkkamer in het gemeentehuis van Leiderdorp, pal langs de A4. „Maar dit vond ik echt wel over de schreef gaan.”
Wat dacht u toen u het hoorde?
„Eerst dacht ik: oh, dat is vast zoiets als wat ik al eerder gezien heb. Ik moest er nog een beetje om lachen. Tot mijn woordvoerder in niet mis te verstane bewoordingen aangaf dat dit wel heel serieus was. Toen ze vervolgens het filmpje liet zien, met een omschrijving van wat er gebeurde, schrok ik wel.”
Wat doet zoiets met u?
„Het is heel onsmakelijk. Het was nog geeneens de beste manipulatievideo die ik me zou kunnen voorstellen, maar als je mij niet goed kent zou je kunnen denken dat het mijn stem is. En ineens bedacht ik: dit gaat niet alleen over mij. Want nu ben ik het, volgende week is het iemand anders die in de picture staat.”
Struik hoort het als burgemeester vaker: met name jongeren die zichzelf terugzien in beelden die ze niet zelf hebben gemaakt. Op internet is een wildgroei aan gemanipuleerde pornovideo’s. In veel gevallen gaat het om bestaand beeldmateriaal dat met deepfake-technologie wordt bewerkt, door bijvoorbeeld stemmen of gezichten te vervangen.
„Voor mensen die kiezen voor een publieke functie”, zegt Struik, „is het vervelend. Maar ik vind het nog tien keer vervelender voor al die jonge mensen die er helemaal niet voor kiezen om hun kop boven het maaiveld uit te steken. Heb je één keer een ruzie op het schoolplein, ben je vervolgens onderwerp van zo’n video. Iedereen kan zoiets maken.”
Op pornosites doken vorig jaar deepfakebeelden op van tientallen bekende Nederlanders. Onder de slachtoffers waren Tweede Kamerleden als Caroline van der Plas (BBB), Mirjam Bikker (ChristenUnie) en Eline Vedder (CDA). Ook de Utrechtse burgemeester Sharon Dijksma en leden van het Koninklijk Huis waren te zien, aldus het AD.
In het geval van Struik gaat het om een gemanipuleerde video die volgens de burgemeester rondgaat in „verschillende” WhatsApp-groepen. Om wat voor appgroepen het gaat, kan Struik niet zeggen. Zowel de burgemeester zelf als de gemeente Leiderdorp heeft aangifte gedaan.
„Ik ken het fenomeen waarbij er een filmpje op een website wordt gepubliceerd”, zegt Struik. „Maar dit concept, waarbij het circuleert, is nog ingewikkelder. Je moet maar net het geluk hebben dat iemand zoiets in een groep voorbij ziet komen.” En dan nog: „Ik kan het filmpje wel op één telefoon verwijderen, maar dan staat het al overal.”
Ziet u het als persoonlijke intimidatie?
„In eerste instantie zag ik het niet zo, hoewel dit wel een van de manieren is als je iemand wil schaden. Door wat ik hiervoor heb gedaan [als influencer] heb ik een iets dikkere huid gekregen. Maar het gaat niet alleen over mij als persoon, ik zie het als een belediging van het ambt. Niet alleen van dat van mij, maar ook van mijn collega’s.”
Het overkomt opvallend veel bestuurders en politici.
„Ik vind dat dat niet kan. Eerst klaagden we dat burgemeesters een steeds groter pakket van verantwoordelijkheden kregen. Toen kwam erbij dat je er als bestuurder rekening mee moet houden dat er mensen voor je deur zouden kunnen staan. En nu is het online, daar moet je dan óók nog even rekening mee houden.”
Uw mannelijke ambtsgenoten hoeven dat, als het om dit fenomeen gaat, niet.
„Ik merk sowieso dat je als vrouwelijke bestuurder soms veel harder wordt aangepakt om hoe je eruitziet.”
Wanneer merkt u dat?
„Als vrouw moet je soms net wat harder met je vuist op tafel slaan om respect af te dwingen. Dan kijk ik een raadsvergadering van een collega-burgemeester terug en dan is hun lage stem soms al genoeg om ervoor te zorgen dat er geluisterd wordt. Dat heeft niet alleen met mijn vrouw-zijn te maken, maar ook met dat ik relatief jong ben.”
„Zo’n filmpje”, voegt Struik eraan toe, „helpt dan al helemaal niet. Waarom overkomt dit alleen vrouwelijke politici?”
„Waarom overkomt dit alleen vrouwelijke politici?”
Struik heeft een atypisch profiel voor een burgemeester. Niet in de laatste plaats omdat ze als ‘blindfluencer’ miljoenen views trok met humoristische filmpjes over hoe je als slechtziende een zwembad instapt, een glas wijn inschenkt of een achtbaanrit beleeft. Het idee: laten zien dat ze ondanks haar beperking vooral ook veel wél kan.
In haar kindertijd werd ze gediagnostiseerd met een progressieve oogaandoening, waarna haar zicht geleidelijk is verslechterd. Een gesprek met oud-Tweede Kamervoorzitter Gerdi Verbeet inspireerde haar politiek actief te worden. Na vijf jaar VVD-raadslid te zijn geweest in Zeist, werd ze de eerste vrouwelijke slechtziende burgemeester.
Haar werkkamer geeft een indruk van hoe dat in de praktijk gaat. De glazen deur op de eerste verdieping is beplakt met gekleurd folie, om te voorkomen dat Struik er tegenaan botst. Dossiers en raadsbrieven neemt ze tot zich met hulp van een ingebouwde beeldschermloep en een spraakcomputer, die op het gewenste tempo voorleest.
Is het met het verschijnen van deze video door uw hoofd geschoten: waar ben ik aan begonnen?
„Niet voor mezelf. Maar voor mijn kinderen van vijf en zeven denk ik dat weleens. Voor hen vind ik dit nog tien keer erger. Wat als zij hier op het schoolplein door vriendjes en vriendinnetjes over worden aangesproken? Ik heb ook meteen contact gezocht met mijn ex, dat we hier wel met de kinderen over gaan praten.”
Twijfelt u weleens over het burgemeesterschap?
„Ik denk er de laatste tijd wel veel meer over na. Ik ga door, ik wil burgemeester zijn. Ik heb het gevoel dat ik nog iets te brengen heb. Dit had ik alleen gewoon niet verwacht. Zoiets kun je niet voorspellen. Natuurlijk gaat het dan weleens door je hoofd: ik weet niet of ik dit nog wel wil. Daar heb je dan thuis wel gesprekken over.”
Foto Hedayatullah Amid
Hoe hebt u dit uw kinderen uitgelegd?
„Ze kennen mijn filmpjes, die vinden ze altijd wel grappig. Maar we hebben ze ook verteld dat er filmpjes zijn die líjken op mama, maar die niet echt zijn. Kinderen denken: je ziet het, dus het is echt. Dat was natuurlijk ook heel lang zo. Maar zo werkt het niet meer.”
De vermenging van echt en nep baart Struik al langer zorgen. „Voorheen werd gezegd: deel geen foto’s waar je net wat te bloot op staat. Maar nu maakt het eigenlijk niet meer uit. Ze kunnen het gewoon namaken. Ik denk dat we onze kinderen daarvoor moeten behoeden. We kunnen het niet voorkomen, maar je kunt ze er wel bewust van maken.”
Het helpt, zegt Struik, dat ze als influencer zelf als geen ander weet hoe de online wereld van haar kinderen in elkaar steekt. „Ik kan me voorstellen dat veel ouders de positieve en negatieve kanten niet goed kennen, omdat ze zelf niet op sociale media zitten. Ik kan mijn kinderen erover vertellen. Dat vond ik ook wel weer leerzaam.”
Hoe doet u dat?
„Vragen stellen. Als ik toevallig een onschuldig AI-gegenereerd filmpje voorbij zie komen, leg ik hen voor: wat denk je, is dit echt of niet? Het is heel belangrijk dat we kinderen leren dat onderscheid te maken. Dat kan al heel jong, met vijf of zeven jaar. Dat doe ik niet om ze bang te maken, maar wel zodat ze er over na gaan denken.”
Waarom is dat van belang?
„Het is het enige wat we kunnen doen: jongeren weerbaar maken. Bewuster maken. Het ís er nou eenmaal. Je kunt het niet wegpoetsen. Ik weet niet wanneer er weer een nieuw filmpje van mij verschijnt. Ik ben helemaal geen doemdenker, maar het wordt gewoon erger. Deepfake wordt alleen maar beter.”
Wat bedoelt u met weerbaar maken?
„Dat ze leren hoe ze ermee om moeten gaan. Dat is iets voor scholen, maar juist ook als ouder heb je een rol om je kinderen hierin te begeleiden. Ik hoop door me uit te spreken dat hier meer aandacht voor komt. Dat ik kan vertellen: meld het. Ook al heb je het gevoel dat het geen zin heeft.”
Hééft het zin?
„Zonder aangifte lijkt er geen probleem. En kan de politie haar werk niet doen. Ik hoop vooral dat slachtoffers zich niet schamen. Het filmpje kun je dan misschien niet weghalen, maar práát erover. Dit is een maatschappelijk probleem, dat om aandacht vraagt. Vroeger deden we zelfverdediging. Dit is online zelfverdediging.”