Chimamanda Ngozi Adichie schreef een weergaloze roman waarin al haar ideeën samenkomen

‘Een boek over Congo en de worstelingen die de mensen daar doormaken zou nu echt goed aanslaan”, zegt de Amerikaanse uitgever tegen de reisschrijver Chiamaka, wanneer deze hoopt door te breken met haar reisverhalen onder de titel De niet-avontuurlijke avonturen van een Afrikaanse vrouw. De uitgever legt daarbij uit dat het er niet om gaat dat mensen je boek echt lezen. Het voordeel van een boek over verkrachtingen in Congo – waarbij „Somalië of Soedan ook zouden kunnen werken” – is dat mensen zo’n boek kopen „om te laten zien dat ze het aangrijpt, weet je wel?”

Het is een wrange en ijzersterke passage in Dream Count van Chimamanda Ngozi Adichie. In deze volle, gelaagde roman vertelt ze het verhaal van vier vrouwen, van wie er drie welgesteld in Nigeria opgegroeid zijn en (deels) in Amerika wonen, en één een vluchteling uit Guinee is. De vier vrouwen – naast de schrijver Chiamaka ook haar vriendin Zikora, nicht Omelogor, en de vluchteling Kadiatou – voldoen niet aan de normen die de buitenwereld oplegt. Ze zijn ongetrouwd, kinderloos en zelfstandig en, zoals in het geval van Kadiatou, geen dankbare heilige in het nieuwe land.

De cynische opmerking van de uitgever is niet alleen een last voor de reisverhalen van Chiamaka, maar vooral voor Kadiatou. Wanneer zij de kamer moet schoonmaken van een op voormalig IMF-directeur Dominique Strauss-Kahn gebaseerd personage „Witte naakte man”, die haar vervolgens verkracht, is er geen enkele Amerikaan die dat aangrijpt.

Na twee eerdere romans die beide in Nigeria spelen en een indrukwekkende verhalenbundel Het ding om je hals, brak Adichie in 2013 door met haar migratieroman Americanah. In 2009 had ze al een spraakmakende Ted Talk gehouden, waarin ze de eenduidige visie op „Afrikaanse romans” hekelde en de te beperkte blik op het continent als het koloniale verleden zou blijven overheersen. Ze presenteerde zich geestig als feminist door zichzelf te typeren als „Gelukkige Afrikaanse Feministe Die Mannen Niet Haat En Die Graag Lipgloss Opdoet En Hoge Hakken Draagt Voor Zichzelf En Niet Voor Mannen.” Ze herhaalde haar boodschap nog eens in We moeten allemaal feminist zijn (2014). Dat essay werd een inspiratiebron voor Beyoncé die Adichie’s lezing gebruikte in haar nummer ***Flawless. Ook werd Adichie het gezicht van een make-up merk. Sommigen vonden dat gek omdat feminisme en make-up niet samen zouden gaan, waarmee maar weer werd aangetoond hoe hardnekkig vooroordelen rondom vrouwen met eigen ideeën zijn.

Opgedragen aan haar moeder

Na Americanah kwam er een tijd geen roman meer. Ze schreef kortere essays en een boek over rouw nadat haar vader was overleden, ze kreeg kinderen en verloor ook haar moeder aan wie Dream Count nu is opgedragen. Het was alsof zich een writers block voor fictie manifesteerde. Aan het slot van het verhaal over de rouw om haar vader nam ze zich wel voor zijn verhalen vast te leggen, en ook het verhaal over haar grootvader die was ontkomen aan de slavernij dankzij aan zweer aan zijn been, maar het leek bij dat voornemen te blijven.

Nu is ze dus terug met een geweldige roman over vier vrouwen. Ze worden begeerd of uitgehuwelijkt, beoordeeld en veroordeeld omdat ze zelf nadenken of hun mond open doen. De angst voor Covid, en alle maatregelen rond lockdowns, vormen de rode draad die door hun levens lopen. Dat geldt ook voor de rol van mannen die hun macht willen tonen. Het verhaal van de grootvader komt zijdelings, maar schitterend verteld aan bod.

Adichie ontziet net als in Americanah niets en niemand. Zowel Amerikanen als Fransen moeten het ontgelden, zowel de Democraten, die met hun open mind superieur discrimineren, als de misogyne rednecks. De Europeanen die zichzelf graag als held van het verhaal presenteren, krijgen er even hard van langs als de Nigeriaanse CEO’s en politici die miljoenen wegsluizen voor eigen gewin. De Nigeriaanse vrouwen die anderen de maat nemen wanneer ze man- en/of kinderloos blijven, worden ook niet gespaard.

De vrouwen in Dream Count hebben door hun ongebondenheid de blik van de observerende buitenstaander, waardoor ze niet alleen de wereld scherper zien dan anderen, maar ook geestige vragen stellen: „Waarom moeten Amerikanen eigenlijk altijd ‘enjoy it’ zeggen met eten? Ik bepaal zelf wel of ik er van geniet of niet. Het heeft zo iets dwingends. Typisch dat verwaande wereldbeeld van ze.” Of: „Waarom deden Europeanen dat toch? Ze noemden hun steden prachtig, op zo’n manier dat er geen mogelijkheid was om ertegen in te gaan. Ik vond Nigeria prima, maar dat verwachtte ik niet automatisch van anderen, daarom kon ik geen begrip opbrengen voor die Europese verwaandheid.”

Destructieve mannen

Mannen maken veel kapot door hun dwingende wereldbeeld. Moeders en tantes stellen dat een leven zonder kinderen leeg is, een klasgenoot constateert venijnig op sociale media dat het mooiste meisje van de klas op haar veertigste nog steeds ongetrouwd is. Er komt een stoet aan vriendjes en echtgenoten langs die elk op hun manier beslag denken te kunnen leggen op een van de vrouwen.

Briljant is de passage waarin Omelogor tijdens een schrijfcursus aan een Amerikaanse universiteit vertelt hoe haar oom als christelijke Igbo is vermoord tijdens de Biafra-oorlog en hoe een dorpsgenoot wordt gespiest nadat zijn vrouw de billen van haar baby zou hebben afgeveegd met een pagina uit het „Heilige Boek”. De enige reactie erop is: „‘Er heerst al zoveel islamofobie in de wereld; daar moet je niet nóg meer aan bijdragen. Je zet het verlies van je familie in als wapen en dat is problematisch.’” De docent zegt niets, maar tikt alleen wat met haar Apple-pen op haar bureau. Omelogor durft niet de vraag te stellen: „Voel je dan niets anders? Heb je echt geen ruimte meer in je hart?”

Kadiatou staat symbool voor het kamermeisje Nafissatou Diallo die in 2011 het lef had om aangifte te doen tegen de Franse politicus Strauss-Kahn voor aanranding en poging tot verkrachting. Hoewel de bewijzen onomstotelijk waren, staat hij uiteindelijk niet terecht. Bij haar asielaanvraag zou ze namelijk gelogen hebben over haar verleden. Het was nog lang voor Gisèle Pelicot, waarbij de schaamte kwam te liggen bij de dader in plaats van het slachtoffer; een tijd waarin het ‘ja, maar zij is ook geen heilige’ relevanter werd gevonden dan empathie met het slachtoffer.

Adichie geeft Diallo, in de vorm van het personage Kadiatou, een verleden, en een gezicht dat je niet meer vergeet. Je gaat je met terugwerkende kracht schamen voor de publieke opinie in 2011 en de rol van de media hierin. Als lezer word je je bewust van de vooroordelen waarin je indertijd bent meegegaan door te geloven dat Diallo misschien haar verhalen had aangezet om Amerika binnen te komen. Verhalen die ons – om met de Amerikaanse uitgever te spreken – „aangrijpen”, maar die we ook ongemakkelijk vonden. Adichie zet al dat ongemak om in een weergaloze, scherpe en pijnlijke roman.