
Eindelijk een venijnige aanval op het beleid van president Trump door een icoon van de Democratische Partij, Hillary Clinton. De NRC-lezers konden in hun krant van 3 april een Nederlandse vertaling van haar artikel in The New York Times lezen onder de kop: ‘Sterk zijn in plaats van slim. Hoe dom wil je het hebben?’
„How much dumber will this get?”, schreef Hillary. Ze gebruikt het woord ‘dumb’ nog enkele malen en vervangt het in de beginzin door ‘stupidity’, wat op hetzelfde neerkomt.
Dat veelvuldige gebruik door Hillary van ‘dom’ voor rechts, trumpiaans beleid deed me sterk denken aan het begrip ‘domrechts’, in Nederland gemunt door de journalist Peter Breedveld en verbreid door columnist Sander Schimmelpenninck van de Volkskrant. Schimmelpenninck wordt daar telkens op aangevallen door rechtse tegenstanders die hem verwijten dat hij op „gewone mensen” neerkijkt. Nee, reageert Schimmelpenninck dan, het gaat hem niet om onintelligente of laagopgeleide mensen, maar „om mensen met politieke (en sociale-) mediamacht die zich van de domme houden, domheid veinzen of zich opzettelijk onwetend houden”.
Hij bedoelt, als ik het vrij mag vertalen, vooral de mensen die het beleid bepalen en beïnvloeden, niet zozeer de mensen die dat beleid moeten ondergaan. Ik twijfel niet aan zijn goede bedoelingen, en hij moet vooral doorgaan met zijn scherpe kritiek op radicaal-rechts en extreem-rechts, maar bij zowel Hillary als Schimmelpenninck zie je dat de toevoeging van het woordje ‘dom’ hun tegenstanders aan munitie helpt. Daarom verbaast het me dat Hillary er in haar artikel mee blijft doorgaan; nogal wat lezers straffen dat dan ook in hun reactie af.
Hillary heeft nota bene zelf later vastgesteld dat haar gebruik van de term ‘deplorables’ (sneue types) voor de helft van Trumps aanhang heeft bijgedragen aan haar verkiezingsnederlaag in 2016 tegen Trump. Destijds probeerde ze de schade te beperken met het excuus dat ze niet „de helft” had mogen zeggen; ze had er immers juist op gewezen dat veel mensen zich terecht niet gehoord voelden. Het hielp niet, Trump kon het woord ‘deplorables ’ uit zijn context lichten en tegen haar blijven gebruiken.
Ik begrijp dat het verleidelijk is het woord ‘dom’ te gebruiken voor Trump en zijn beleid. Als u het niet aan hem en zijn aanhang doorvertelt, wil ik best bekennen dat Trump ook op mij een dommige indruk maakt met zijn onsamenhangende, slecht verwoorde en half voltooide beweringen, maar het lijkt me niet verstandig daar met dat neerbuigende woordje ‘dom’ publiekelijk steeds de nadruk op te leggen.
Hoe we het dan moeten noemen? ‘Ondoordacht’ en ‘onverstandig’ zijn goede alternatieven, al besef ik dat „How much dumber will this get?” veel lekkerder bekt dan „How much more unwise will this get?”
Zou Hillary dit alles niet beseft hebben toen ze haar artikel schreef? Vast wel, maar ik vermoed dat haar zeer invoelbare zucht naar vergelding de overhand kreeg, terwijl ze weer eens gedwongen werd aan haar doodsvijand te denken. Hoe kon ze „die halve gare” het best te grazen nemen? Gewoon, door hem te noemen zoals ze hem altijd genoemd had: dumb.
„Zal ik het doen?”, zal ze Bill nog gevraagd hebben. „Ik zou het niet doen”, zuchtte hij, „maar doe wat je niet laten kunt.”
