Nederlands vrouwenelftal wint van Oostenrijk, maar mist schwung, scherpte en vorm

Een kleine drie maanden voor de start van het EK in Zwitserland heeft het Nederlands vrouwenelftal nog lang niet de schwung, de scherpte en de vorm die nodig is om te bereiken wat het wil bereiken: de Europese titel. Terwijl bondscoach Andries Jonker na maandenlang blessureleed onder zijn speelsters inmiddels wel weer over een (vrijwel) fitte selectie kan beschikken, lijkt hij evenmin precies te weten hoe hij wil spelen en met wie.

Dat bleek de afgelopen dagen bij twee ontmoetingen met Oostenrijk in het toernooi om de Nations League. Beide wedstrijden werden weliswaar met 3-1 gewonnen – vrijdag thuis in Almelo; dinsdagavond uit in Altach – maar de Oranjevrouwen speelden niet het dominante, aanvallende en aantrekkelijke spel dat Jonker van hen verlangt. Het spel zag er over het algemeen slordig uit; de speelsters leken niet goed op elkaar ingespeeld. Te vaak, zei de bondscoach Jonker vrijdag geïrriteerd, speelden zij de bal „naar de verkeerde kleur”.

Dat zal in grote mate te maken hebben met de voortdurende wisselingen die Jonker zelf in zijn ploeg doorvoert, zowel in de (basis)opstelling als in het spelsysteem. In de uitwedstrijd tegen Oostenrijk stonden er slechts vier speelsters in de basis die afgelopen vrijdag ook bij de aftrap aantraden. Ervaren krachten die normaal gesproken vaste keuze voor Jonker zijn zaten dit keer op de bank – waaronder topscorer Vivianne Miedema (97 doelpunten inmiddels in 123 interlands).

Spitse recordinternational

Daarbij is Jonker nog aan het zoeken naar de ideale samenstelling van zijn team, met name in de verdediging. Sinds het najaar, in een viertal oefenwedstrijden, probeerde hij daar een aantal debutanten uit, waaronder Veerle Buurman van PSV. Het pas 18-jarige talent wisselt Jonker in het hart van zijn verdediging voortdurend af met de zestien jaar oudere Sherida Spitse.

Vrijdag stond Buurman in de basis – en speelde een ongelukkige wedstrijd. Dinsdag mocht Spitse weer beginnen, waardoor de ervaren aanvoerder Europees recordinternational werd met nu 241 interlands achter haar naam. Ook in spelsysteem laat de coach zijn elftal geregeld iets anders uitproberen.

De Oranjevrouwen speelden niet het dominante, aanvallende en aantrekkelijke spel dat de bondscoach van hen verlangt

Gevraagd naar de beweegredenen van zijn wisselende tactieken vermijdt de bondscoach het werkwoord ‘experimenteren’. „Ik wil graag nog wat dingen zien”, zei hij dinsdag kort voor de wedstrijd tegen de NOS. In een online persconferentie een dag eerder legde Jonker uit dat de ruimte voor uitproberen kleiner wordt naarmate het EK dichterbij komt en dat hij de uiteindelijke groep die hij wil meenemen naar Zwitserland min of meer al in zijn hoofd heeft. „Deze groep bestaat uit speelsters van wie ik overtuigd ben dat ze in aanmerking komen. Buiten deze groep zijn er nog een paar die meedingen, maar dit is wel de kern.”

Danielle van de Donk, de ervaren middenvelder van Olympique Lyon, zag het vrijdagavond net wat anders. „Ik weet niet of Andries al een vast team in gedachten heeft”, zei ze over haar coach.

‘Gebrek aan concentratie’

Oranje liet de afgelopen dagen slordig en wisselvallig spel zien: momenten van goed combinatievoetbal die werden afgewisseld met onnodig balverlies, die volgens de bondscoach kwamen door „gebrek aan concentratie”. Vooral de verdediging was onrustig vrijdag en konden lastig omgaan met de druk vanuit Oostenrijk. „Als je Europees kampioen wilt worden moet je beter voetballen dan vanavond”, gaf de bondscoach vrijdag na de wedstrijd tegen Oostenrijk tijdens de persconferentie aan.

Door de wisselende samenstellingen lukt het nog niet om een stabiele verdedigingslijn te vormen. De samenwerking tussen routinier Dominique Janssen en de jonge Buurman is een voorbeeld van de zoektocht naar balans. Janssen: „Hoe meer je samen speelt, hoe beter je elkaar leert begrijpen.”

Dinsdagavond wilde de bondscoach het anders doen en zelf „de wedstrijd gaan bepalen”. Maar in de eerste helft was dit nog ver te zoeken. Nederland speelde wederom vaak op eigen helft, onder druk van Oostenrijk en kwam moeilijk tot aanvallen. Oostenrijk opende de score door een misverstand tussen Esmee Brugts en Victoria Pelova, maar Oranje reageerde snel met een doelpunt van Wieke Kaptein na de aftrap.

De rest van de eerste helft was slordig, vooral in de verdediging, waar Brugts meerdere keren fouten maakte. In de tweede helft kwam Nederland sterk uit de kleedkamer en dwong Oostenrijk tot verdedigen. Na een schot op de paal van Pelova kopte Van de Donk de bal binnen. Bondscoach Jonker was na afloop tevreden over het vertoonde spel. „We beten van ons af en speelden gewapend dit keer”, aldus Jonker na de wedstrijd tegen de media. „Ik heb bij vlagen voortreffelijk voetbal gezien. Het was veel beter dan in Almelo.”

Nieuwe domper Miedema

Twintig minuten voor tijd bepaalde invaller Miedema de eindstand met een prachtig schot langs keeper Manuela Zinsberger. Een vrolijk moment voor de spits van Manchester City die vorig jaar lang geblesseerd was en moeite had om in Oranje haar oude niveau te halen. Ze kon er niet lang van genieten want Miedema viel even later opnieuw met een blessure uit – ze greep naar haar hamstring en moest het veld verlaten.

Een grote domper voor bondscoach Jonker in de verdere voorbereiding op het EK. Afgelopen vrijdag was ook vaste keeper Daphne van Domselaar al geblesseerd geraakt. „Ik maak me zorgen”, zei Jonker veelzeggend.

Met de zes behaalde punten uit twee wedstrijden heeft Nederland de volgende ronde van de Nations League bereikt – in het jaar van het EK een niet erg relevant toernooi.