N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Rechterlijke macht Rechters en officieren stellen de minister een ultimatum en dreigen met acties.
Rechters en officieren van justitie kondigen werkonderbrekingen aan als minister Weerwind (Rechtsbescherming, D66) vóór 10 maart niet op hun eisen ingaat. Woensdag stuurde de belangenorganisatie NVvR „met tegenzin” een ultimatum aan de minister.
Voorzitter Marc Fierstra, raadsheer in de Hoge Raad, schrijft dat bij de acties de „openbare orde en veiligheid niet in het geding komt”. Maar burgers en bedrijven zullen wel „hinder en schade” ondervinden. Het ministerie van Justitie en Veiligheid laat weten dat minister Weerwind „begrip heeft voor de zorgen” en de brief „zorgvuldig zal bestuderen”. De woordvoerder wijst er op dat het kabinet 155 miljoen beschikbaar heeft gesteld voor het aannemen en opleiden van nieuwe rechters – en dat de „capaciteit dus is vergroot”.
Het ultimatum volgt op het opschorten van de cao-overleg in december waarbij bleek dat het bod van de minister een netto achteruitgang van het salaris inhield. Sindsdien hield de NVvR bij gerechten in het land peilingen naar de actiebereidheid. Die bleek groot.
De cao-onderhandelingen werden onder meer gestaakt omdat het kabinet een belastingvrije onkostenvergoeding voor rechters en officieren introk. Fierstra noemt dat „onbespreekbaar en onbegrijpelijk”. De grootste ergernis ligt daarnaast bij het ontbreken van compensatie voor de inflatie.
Personeelstekort
Dat er geen concreet uitzicht is op een einde aan de overbelasting van het personeel lijkt echter de grootste grief. Op de eisen van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak kwam het departement met „niks, noppes, nada aan tegenvoorstellen”, zo zegt Fierstra in een videoboodschap. Daarin zegt hij ook dat met het ultimatum „een lijn in het zand is getrokken”. De werkdruk is nu zo gestegen dat „ongelukken onvermijdelijk” zijn. Hij becijfert het personeelstekort nu op „duizend toga’s”, zo’n achthonderd rechters en tweehonderd officieren. Het intern oplossen van de tekorten is „onbegonnen werk”. Er liggen „panklare zaken te wachten” op behandeling, waar geen personeel voor is. Er is sprake van weekenddiensten voor officieren waar een volle werkweek op volgt. De grens van het toelaatbare zou overschreden zijn. Fierstra: „Zowel de kwaliteit van het werk als de gezondheid van de magistraat is daarbij in het geding. En dus de staat van de rechtstaat.”
De houding van het departement schetst de NVvR als „wegkijken van groot onheil”. Werkweken van zestig uur zijn geen uitzondering meer. Rechters en officieren die weekenden vrij willen, voelen zich nu genoodzaakt hun werklast te beperken door in deeltijd te gaan werken. De arbeidsvoorwaarden zijn volgens Fierstra inmiddels zo verslechterd, dat ervaren praktijkjuristen niet langer bereid zijn de gebruikelijke salarisachteruitgang te accepteren voor een baan als magistraat.