N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Verkiezingen Tijdens de verkiezingscampagne een zogenaamde tweestrijd tussen VVD en links? En daarna weer samenwerken zeker? Jouke Huijzer roept linkse partijen op zich niet te voegen naar rechts.
Premier Rutte heeft zich voor de komende verkiezingen genereus opgesteld tegenover links. Waar de VVD-leider in het verleden meestal de confrontatie met radicaal-rechts zocht, waarschuwde hij nu in een interview in De Telegraaf voor de „linkse wolk”. Dat is hoopgevend, want het zou voor het eerst sinds 2012 zijn dat het dominante politieke conflict weer tussen rechts en links zou gaan en meestal is dat goed nieuws voor de partijen die centraal staan in dat conflict. De VVD heeft al sweaters laten drukken met de weinig overtuigende slogan ‘met groen en rood betaalt werkend Nederland zich blauw’, terwijl de rood-groene alliantie natuurlijk direct de term ‘linkse wolk’ als geuzennaam omarmde.
Maar hoe overtuigend is een tweestrijd tussen links en rechts deze keer? Is een clash tussen VVD en GroenLinks-PvdA echt geloofwaardig? Of is het meer voor de bühne, een periodieke polarisatie in verkiezingstijd, om daarna weer samen compromissen te zoeken; zoals je bij het bereiden van een soufflé ook het eiwit tijdelijk van de dooiers scheidt, maar ze uiteindelijk allebei weer gebruikt. Met andere woorden, wat zal een tweestrijd tijdens verkiezingstijd betekenen voor de opstelling daarna?
Nodeloze bezuinigingen
De traditioneel ‘grote’ linkse partijen hebben inmiddels een aardige reputatie opgebouwd als het gaat om steun verlenen aan VVD-beleid zonder daar al te veel voor terug te krijgen. De PvdA deed dat vooral tijdens Rutte II (2012-2017). Nodeloze bezuinigingen van achttien miljard, het opheffen van de sociale werkplaatsen, het instellen van het ‘sociaal’ leenstelsel voor studenten, het verhogen van het eigen risico en het verlagen van het persoonsgebonden budget in de zorg; om maar een greep te doen uit het gevoerde beleid. En wat kreeg de partij ervoor terug?
Dat er nadien weinig veranderd is bij de PvdA bewijst de recente opstelling tegenover handelsverdrag CETA. In de Eerste Kamer was het verleden jaar mogelijk om dit vrijhandelsakkoord tussen de EU en Canada tegen te houden maar de PvdA-senaatsfractie leverde toch steun. De GroenLinks-fractie, waar de PvdA-senatoren zich inmiddels mee hadden verloofd, hield wel haar rug recht.
Toch probeert ook GroenLinks zich al langer te profileren als ‘constructieve oppositie’. Van de steun aan de Kunduz-missie in Afghanistan (2011) tot het eerdergenoemde leenstelsel (2015) en van het bezuinigingspakket in 2012 tot de nagenoeg gratuite steun aan de begroting van Rutte III in 2019.
Vanuit de SP klinkt geregeld kritiek op deze compromisbereidheid, maar de partij verleende zelf ook steun aan het stikstofakkoord. Bovendien probeert de SP ook vaak rechtse kiezers te paaien door zich in stevige bewoordingen over arbeidsmigratie uit te laten, waardoor de andere partijen haar linkse credentials in twijfel kunnen trekken.
Linkse voorwaarden
Dus wat stelt die linkse wolk eigenlijk voor? Is die nou zo’n bedreiging voor Ruttes snode plannen met Nederland? Was het maar waar. Veel te lang hebben linkse partijen zich constructief opgesteld tegenover destructief-rechtse voornemens. Mogelijk om over te komen als verantwoordelijke (toekomstige) coalitiepartners, maar ook om steeds te ontdekken dat de bereidheid tot samenwerking maar van één kant kwam. Ook na afgelopen Tweede Kamerverkiezingen maakte Rutte maar al te duidelijk dat hij met niet meer dan één linkse partij wilde regeren, hoe constructief zij zich ook opstelden.
Linkse partijen moeten geloofwaardig maken dat ze zich niet wéér in de luren laten leggen door Rutte
Wordt het spektakelstuk van de komende verkiezingen een tweestrijd tussen de coalitie en de ‘linkse wolk’? Ik verwacht niet dat veel mensen het geloven. Want om kiezers te winnen moeten linkse partijen vooral geloofwaardig maken dat ze zich niet wéér in de luren laten leggen door Rutte. Dat er een einde wordt gemaakt aan tekortschietende compromissen en er een duurzaam antwoord komt op de vele crises die mede door het gevoerde beleid zijn veroorzaakt. Dat doe je niet door je ‘constructief op te stellen’, maar door duidelijk te maken dat de voorwaarden voor samenwerking voortaan door links worden gesteld – en anders door stevige oppositie te voeren.
Want zo langzamerhand hebben we genoeg van de ineenzakkende soufflés die in Den Haag worden gebakken en vooral door de elite worden geconsumeerd. Veel mensen kunnen zelfs hun brood niet meer betalen terwijl supermarkten woekerwinsten boeken. We betalen ons al blauw, en dat is precies omdat elk rood tegenwicht ontbreekt.
We hebben geen linkse wolk nodig, maar een linkse donderwolk. Want de partij die de grootste plensbui aan kritiek over het kabinet stort, weet zich van mijn steun verzekerd. Laat het maar eens goed bliksemen.
Praat mee over dit onderwerp en stuur een brief!
Wilt u reageren op een artikel? Stuur via dit formulier een brief (maximaal 250 woorden) naar de opinieredactie van NRC.
Als uw brief gepubliceerd wordt, dan nemen we per e-mail contact met u op. Anonieme brieven en brieven die aan verschillende media zijn gestuurd, plaatsen wij niet. De opinieredactie kan uit uw brief citeren in de zaterdagrubriek ‘Inbox van de redactie’.
De Israëlische aanval op Zuid-Libanon is drie dagen aan de gang. ‘569 Libanese staatsburgers gedood’, staat groot onderaan het scherm bij Al Jazeera English. Door eerdere, vruchteloze invasies van Libanon is Israël wijzer geworden, zegt de vaste politieke analist Marwan Bishara woensdagavond in de uitzending. „Ze kiezen voor meer asymmetrische methodes van oorlogsvoering”, zegt Bishara. „Zoals terreur.”
NRC volgde afgelopen dagen de berichtgeving van Al Jazeera, de belangrijkste Arabische nieuwszender met (bijna) 24-uurs berichtgeving over de oorlog tussen Israël en Hamas en Hezbollah. Vorige week zondag werd het kantoor van de zender op de bezette Westelijk Jordaanoever gesloten door Israëlische militairen. De juridische basis vormt een afgelopen mei ingevoerde noodwet, die eerder al tot sluiting van Al Jazeera in Oost-Jeruzalem leidde.
Hoewel Ramallah onder de Palestijnse Autoriteit valt, dwongen Israëlische soldaten Al Jazeera-personeel tot sluiting van het kantoor. Onder meer vanwege vermeend aanzetten tot terreur, zonder daarvoor bewijs te leveren. „Een aanval op het recht om te weten”, stelt de voice-over in een clipje dat elk half uur op het Engelstalige Al Jazeera te zien is.
Skyline van Beiroet
Op de Arabische zender van Al Jazeera splitst een raster het scherm op in een mozaïek aan verschillende beelden. Gewonde kinderen in een Libanees ziekenhuis, huilende ouders in Gaza. Maar ook beelden van de Israëlische raketafweer of stationaire camera’s die de Libanees-Israëlische grens of de skyline van Beiroet in beeld brengen, zonder dat er veel lijkt te gebeuren.
De Arabische Al Jazeera – niet de Engelse – spreekt consequent van „martelaren” in plaats van doden. Dat zijn zowel burgers als militanten, zowel Gazanen als Libanezen. Het Israëlische leger is het leger van de „bezettingsmacht” en zowel Hamas als Hezbollah is „het verzet.”
Deze woordkeuze stuit op weerstand in Israël, waar de autoriteiten het gebruik van de Arabische term voor martelaar – ‘shahid’ – op sociale media kunnen bestempelen als „opruiend” en een overtreding van de wet. Voor veel Israëliërs is dit synoniem voor „terrorist”.
Al Jazeera hanteerde de term eerder in de context van de ‘Arabische Lente’, de Syrische burgeroorlog of voor de eigen in oorlogsgebieden omgekomen correspondenten. In 2022 schoot een Israëlische militair sterverslaggever Shireen Abu Akhleh dood. De Israëlische belegering van Gaza kostte al aan meerdere journalisten van Al Jazeera het leven, terwijl correspondent Wael Dahdoud familieleden verloor.
Tv-gasten kleuren het gesprek
Het zijn de gastsprekers die de uitzending het meest ideologisch kleuren. Zij verschijnen rechtsboven in het raster en duiden het oorlogsgeweld dat zich in vijfvoud op de rest van het scherm afspeelt.
Het zijn veel (voormalige) militairen, politiek-analisten en Israël- en Hezbollah-kenners. Allemaal mannen. Zo belt Mohammed Samadi, „militair en strategisch expert”, regelmatig in vanuit Jordanië om vanuit het perspectief van Hezbollah naar de oorlog te kijken. „Nu is misschien het juiste moment voor mogelijke vrijwilligers uit Irak, Jemen en Syrië om het noorden van het bezette land [Israël, red.] binnen te vallen.” Dit zou de druk vergroten op „het bezettingsleger” van Israël.
Analyses van de gasten zijn voor de kijker goed te scheiden van het ‘harde nieuws’, dat door de presentator en de correspondenten wordt gebracht. Journalisten in het veld zijn wel geregeld vrouwelijk. Zij staan bijvoorbeeld met helm en scherfvest in Zuid-Libanon of de Bekaa-vallei, in het oosten van Libanon. Ergens tussen nieuws en gekleurde duiding zitten de strategische besprekingen van operaties van de Al-Qassam Brigade, de gewapende tak van Hamas. Met behulp van bodycambeelden en kaarten met bewegende pijltjes en stippellijnen zien we hoe Hamas-militanten in Gaza Israëlische tanks en jeeps in een hinderlaag laten lopen.
Osama Bin Laden
Al Jazeera is een door Qatar gefinancierde zender, in 1996 opgericht en wereldwijd te ontvangen. Wel is de zender in delen van de Arabische wereld geblokkeerd, wegens onwelgevallige berichtgeving. Het station verkreeg onder meer bekendheid in het Westen door het uitzenden van boodschappen van Osama bin Laden, het brein achter de aanslagen van 11 september 2001. In 2006 richtte Al Jazeera een Engelse zender op, die de westerse wereld een venster bood op de ‘Arabische Lente’ van 2011.
Abdou Bouzerda, VPRO-journalist van Bureau Buitenland, hekelt het beeld dat bij de Arabische Al Jazeera „de bloedspetters van het scherm spatten”. Wel is het zo dat de zender er „vaak live bij is”. Als een cameraploeg bij een gebombardeerd gebouw staat, kan er een lijk in beeld verschijnen. Dat wordt in herhalingen vervolgens geblurd – of ze waarschuwen voor schokkende beelden, zegt Bouzerda. „Al Jazeera overweldigde het Arabische publiek, dat alleen maar staatsmedia gewend was.” De slogan van Al Jazeera is, vrij vertaald, ‘de ene kijk, en de andere kijk’.
Volgens Bouzerda doet Al Jazeera Arabia in het conflict tussen Israël en Hamas (en nu Hezbollah) enige afbreuk aan zijn slogan. Bijvoorbeeld als Hamas een tank opblaast „en een defensie-analist zegt: ‘Kijk hoe dapper het verzet is.’” Hij mist daar tegenover ruimte voor de analyses van de Israëlische kant, die nu vooral beperkt zijn tot „een toespraak van Netanyahu of de Israëlische stafchef”.
Gruwelen in beeld
Op beide zenders, Engels en Arabisch, balanceert de verslaggeving tussen slachtofferschap van de bevolking en strijdbaarheid van milities. De Engelse Al Jazeera heeft daarbij wel een rustigere aanblik. Onderaan het scherm rollen de nieuwskoppen over het scherm in een ticker, afgewisseld met de grimmige statistieken van de oorlog, zoals het aantal Palestijnse slachtoffers. Maar ook het slachtofferaantal van de Hamas-terreur op 7 oktober.
Ook hier komen gruwelen in beeld. Terwijl Biden spreekt op de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties zien we in een schermpje naast hem een kinderlichaampje liggen op de vloer van een ziekenhuis. Verslaggever Tareq Aub Azzoum in Deir Al Balah in de Gazastrook vertelt over mensen die „in stukken” aankomen bij het ziekenhuis. Hij heeft het over de „lastige keuzes die chirurgen moeten maken over wie het eerste te behandelen” en dat ze „gedwongen zijn te opereren zonder verdoving”.
Maandagochtend 23 september is de belegering van Zuid-Libanon begonnen, een kleine week nadat Hezbollah zwaar geraakt is door een serie van exploderende piepers en walkietalkies. Het Israëlische leger maant tienduizenden Libanezen per sms-bericht te vertrekken als ze in de buurt van een wapendepot van Hezbollah wonen. „Dat is bespottelijk, toch?”, vraagt Al Jazeera-presentator Maleen Saeed aan de verslaggever ter plaatse. Die beaamt dit. Zelfs eenheden van Hezbollah weten niet van elkaar waar wapens zijn opgeslagen, zegt hij.
Het beeld schakelt naar journalist Zeina Kahdr, die tussen de hectische taferelen in Zuid-Libanon verslag doet. „Net als in Gaza kiest Israël ervoor burgers in de vuurlinie te leggen.” Al snel loopt het dodental aan Libanese zijde in de honderden.
Dagelijks wordt Al Jazeera’s analist Marwan Bishara om duiding gevraagd. Direct na de speech van Joe Biden bij de VN, dinsdag, hekelt die de manier waarop de Amerikaanse president als veteraan van de Koude Oorlog Rusland en China „demoniseert”. Biden „propageert bondgenootschappen die verdeeldheid zaaien”, zegt Bishara, „zoals de NAVO”. En intussen „bewapent hij Netanyahu terwijl die de regio naar de rand van de afgrond brengt”.
‘Maffiamilitie’
Tussen de anti-Israël-analyses valt één interview op, dinsdagochtend. Dan Perry, voormalig redactiechef van persbureau Associated Press, bekritiseert de verslaggeving van Al Jazeera, als zou Israël het eerst schot hebben gelost en nu burgers bewust in het vizier nemen. Anchor Saeed valt hem direct in de rede: „De vijftig omgekomen kinderen, dat zijn toch geen strijders?” Perry brengt in dat het Hezbollah was dat na 7 oktober direct besloot om raketten af te vuren op Israël. Hij betreurt het burgerleed, maar deze „rampzalige situatie” is een direct gevolg van „de agressie van de Iraanse proxy-maffia-militie”, Hezbollah. „Na een jaar ben ik niet verrast dat het geduld op is.”
Desgevraagd wil Perry tegenover NRC kwijt dat Al Jazeera English „in ieder geval probeert contraire opvattingen ruimte te geven”, wat hij „een belangrijke stap vindt in de Arabische wereld”, waar amper persvrijheid is. „Al zijn mijn verwachtingen laag.”
De Arabische Al Jazeera noemt hij „ronduit propagandistisch en dienstbaar aan politiek islamisme in de regio.” Wel noemt hij het „lastig” voor Al Jazeera, „omdat het publiek een politiek perspectief verwacht.” Dat de zender spreekt van genocide in Gaza als gegeven „strookt simpelweg niet met de VN-definitie”, zegt Perry. „Genocide betekent niet: heel veel doden.”
Het schaadt Al Jazeera volgens Perry niet dat Netanyahu’s regering de zender verdere beperkingen heeft opgelegd bij het berichten vanuit Israël. „Het is van een bijna komische stupiditeit: dat beetje aandacht dat de zender schonk aan het Israëlische perspectief is nu afgeknepen”, aldus Perry. „Typische rechts-extremistische idioterie. Iets doen wat goed klinkt, maar slecht is. Dit is de taal van autoritarisme.”
Vrijdagmiddag speecht Netanyahu voor de Algemene Vergadering van de VN, die hij een „moeras van antisemitisch gal” en „een anti-Israëlische ‘flat earth society’” noemt. In Israëls „nobele strijd” wordt volgens de premier „alle moeite getroost onschuldigen te sparen”.
Direct na afloop, in de studio van Al Jazeera, vraagt de presentator hoe die speech „rijmt met de realiteit” waarin Israël „Palestijnen al decennia het recht op burgerschap ontzegt en [hun] land bezet”. Vanuit Londen schudt analist Marwan Bishara het hoofd. „Zonder die onvoorwaardelijke, blinde, dwaze steun van de VS”, zegt hij „zaten we nu niet te luisteren naar een oorlogsmisdadiger die de wereld de les leest over hypocrisie en mensenrechten.”
Hebben bedrijven de afgelopen jaren onredelijk geprofiteerd van de stijgende prijzen? In deze aflevering onderzoeken Maarten en Marike wie de prijs van inflatie betaalt, en wie er juist bij wint.
Maar om dat te doen moeten ze eerst de „monetaire kosmos” in: wat is inflatie precies? Hoe meet je het? Is de inflatie op dit moment echt zo uitzonderlijk hoog? En moeten de lonen dan niet omhoog?
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze ombudsman via [email protected].
Rusland heeft zaterdag met twee drone-aanvallen op een medische instelling in Soemy zes Oekraïners gedood, schrijft de Oekraïense minister van Binnenlandse Zaken Ihor Klymenko op Telegram.
„Als gevolg van de eerste aanval overleed één persoon. Ook beschadigden de Russen de plafonds van verschillende verdiepingen van het ziekenhuis. De evacuatie van patiënten en personeel ging van start. Toen viel de vijand weer aan. Op dit moment weten we dat zeker zes mensen zijn omgekomen”, schrijft Klymenko.
Soemy is een regio in het noordoosten van Oekraïne. De gelijknamige provinciale hoofdstad ligt op zo’n 30 kilometer afstand van de grens met Rusland. Russische aanvallen op de grensregio zijn sinds de Oekraïense inval in het Russische Koersk steeds frequenter geworden.