Soms worden misdaden niet opgelost door uitmuntend speurwerk, maar door dom geluk. Ten minste, zo ging het in juli 1996, toen een vader en zoon tijdens het vissen, kilometers van de kust van Devon in Engeland, een lichaam vinden. Ze twijfelen even: zullen ze de politie bellen? Dan kunnen ze hun vangst wel weggooien. Maar nog erger is een moeder die niet weet waar haar kind is, zegt de vader, en dus komt de politie het lichaam halen. De Rolex om de arm van de dode verraadt zijn identiteit. In een zoektocht naar het verhaal van deze Ronald Platt, en de reden voor zijn dood, klopt de politie aan bij een goede vriend. Ten minste, door stom toeval belt de agent aan bij het verkeerde huis en leert zo van de buren dat de betreffende vriend zichzélf Ron Platt noemt. Hoe kan dit? Een crimepodcast, met oneindig veel plotwendingen, maar dan eentje met échte antwoorden aan het eind. Wel zo bevredigend.
De melding komt maandagochtend rond 08.00 uur bij de politie binnen. Twee kinderen, zes en elf jaar, broer en zus, zijn vermist. Ze zijn voor het laatst gezien op het station van Dalfsen. Een kleine zes uur later worden ruim twee miljoen Nederlanders via Burgernet ingelicht over de vermissing van de kinderen, hun foto is overal te zien. Dinsdag, in alle vroegte, volgt een update: „Beide kinderen zijn in goede gezondheid aangetroffen. We bedanken iedereen voor het uitkijken.”
Elke dag raken in Nederland kinderen zoek, maar een Amber Alert verstuurt de politie alleen bij hoge uitzondering. Hooguit een paar keer per jaar gaat er een oproep uit die binnen tien minuten honderdduizenden telefoons, televisies, radio’s, matrixborden, beeldschermen in stations, supermarkten, tankstations en bioscopen bereikt, en soms zelfs op pinautomaten verschijnt. Burgers worden opgeroepen informatie over een mogelijke verblijfplaats, over voertuigen of betrokkenen bij de vermissing te delen. „Dit is ons allerzwaarste middel”, laat een politiewoordvoerder weten. Het wordt alleen ingezet als een kind mogelijk in levensgevaar is.
De politie schat in via een Amber Alert in een klap zo’n twaalf miljoen mensen te kunnen bereiken. Overal waar je communicatie ziet, kan de oproep worden getoond, zei landelijk coördinator Vermiste personen Izanne de Wit er eerder over. „Met twee woorden kun je direct aan het publiek duidelijk maken: dit is serieus. Daarnaast geef je meteen een handelingsperspectief mee. Je zegt: ‘Kijk mee en help ons!’”
Waarschuwingssysteem
Amber Alert dankt zijn naam aan een Amerikaans meisje. In 1996 werd de negenjarige Amber Hagerman in Texas dood aangetroffen, enkele dagen eerder was ze tijdens het buitenspelen ontvoerd. Na deze gebeurtenis drongen inwoners van de staat aan op een snel en effectief waarschuwingssysteem, zodat burgers beter zouden kunnen meehelpen bij toekomstige vermissingen. Wat begon met meldingen op de lokale radio groeide uit tot een landelijk initiatief met de naam AMBER: America’s Missing: Broadcast Emergency Response.
In Nederland bestaat Amber Alert sinds 2008. Twee mannen, IT’er Frank Hoen en oud-politieman Carlo Schippers, bundelden hun krachten om een vergelijkbaar systeem op te zetten als in de Verenigde Staten. Ze zagen kansen in de opkomst van sociale netwerken zoals Hyves, vertelde Hoen bij het tienjarig jubileum aan het AD. Met steun van diverse partijen ontwikkelden ze software die niet alleen massaal sms-berichten kon versturen, maar ook gekoppeld kon worden aan systemen van bijvoorbeeld Rijkswaterstaat en de NS. De veelbesproken verdwijning van de Britse peuter Madeleine McCann in 2007 versterkte de behoefte aan een Nederlands Amber Alert. Niet lang daarna besloot de overheid Netpresenter, het bedrijf van Hoen en Schippers, in te huren.
De eerste Amber Alert was meteen succesvol. Op 14 februari 2009 raakte de vierjarige Lorenzo zoek in het centrum van Rotterdam. Binnen twee uur werd hij gevonden: medewerkers van de McDonald’s hadden hem op televisie gezien en in de ballenbak herkend.
Waar burgers toen nog via sms werden ingelicht, gebeurt dat sinds 2021 met een app. Nadat de aanbesteding van Amber Alert werd betwist, verhuisde de dienst naar Burgernet: het platform waarop burgers, politie en gemeenten samenwerken. De politie kocht de merknaam voor 1,8 miljoen euro, onthulde Vrij Nederland. Het opsporingsmiddel werd een overheidsdienst.
Als een vermissing is opgelost, wordt een Amber Alert weer ingetrokken. Hoe vaak de oproep succesvol is, is volgens de politie moeilijk uit te drukken: „Die extra ogen van de burger zijn voor ons heel waardevol, maar het middel staat nooit op zichzelf.” Er is altijd een landelijke meldkamer betrokken waar „24/7” beslissingen worden genomen over de inzet van opsporingsmethodes als speurhonden, een helikopter of het checken van telefoongegevens.
De zoektocht naar de broer en zus uit Dalfsen leidde maandag naar een huis in het midden van België. Daar werden de kinderen ’s nachts gevonden, samen met hun biologische ouders. Die zijn aangehouden op verdenking van het onttrekken van de kinderen – die in een pleeggezin zitten – aan het wettelijk gezag.
De politie deed al gauw een „dringend verzoek” aan iedereen de foto’s te verwijderen en de namen van de betrokkenen niet verder te delen. Vanwege de privacy deelt de politie bij een Amber Alert ook bewust geen achternamen. „Informatie kan nog lang rondgaan op het internet.”
Als een F-35 vertrekt, zie je dat niet alleen. Je hoort het enorme kabaal, voelt de grond trillen en ruikt de kerosine. Elke keer dat op vliegbasis Leeuwarden het belletje rinkelt, stijgt er deze maandagmiddag weer een straaljager op. Daarop schieten tientallen camera’s de lucht in. Honderden vliegtuigspotters uit Nederland, België, Duitsland, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk zijn maandag naar de ‘spottersbult’ bij het Friese Marsum gekomen.
Van 31 maart tot 11 april vindt op vliegbasis Leeuwarden de internationale oefening Ramstein Flag plaats. In Leeuwarden wordt elk jaar de oefening Frisian Flag gehouden, ditmaal heeft de NAVO de oefening overgenomen. Achttien NAVO-landen oefenen samen de reactie van de NAVO als een van de lidstaten wordt aangevallen. Er doen zo’n honderd vliegtuigen aan mee.
Voor Defensie is het een kans om „realistisch te trainen en met onze bondgenoten tactieken af te stemmen”, zegt een woordvoerder. „De situatie in de wereld laat zien hoe belangrijk het is voor onze mensen om goed getraind en inzetgereed te zijn.” Er wordt vooral ’s avonds gevlogen, omdat „optreden bij duisternis het meest realistisch is”. Dat gebeurt van half vijf in de middag tot half twaalf ’s avonds.
Zaterdag 5 april organiseren tegenstanders van de oefening een protestmars. Ze lopen vanaf het centrum van Leeuwarden naar de vliegbasis. „Wij demonstreren voor menselijkheid en tegen militarisme. Deze oefening leidt tot gigantische uitstoot van broeikasgassen en draagt bij aan het verhogen van de oorlogsdreiging in Europa en in de wereld”, schrijft de actiegroep ‘Geen ruimte voor defensie’ op Instagram. De groep is een samenwerkingsverband van Socialisten Noord, ROOD Leeuwarden, Extinction Rebellion Fryslân, Vliegop!, Friesland for Palestine en CJB Fryslân.
Verrekijkers
Anderen zijn juist voor de vliegtuigen naar Friesland gekomen. Al ver voor de eerste straaljagers maandagmiddag opstijgen zijn de eerste spotters er al, verrekijker in de hand, geluidsbeschermers om de nek, campingstoeltje om op te zitten en trappen om op te staan en goed te kunnen fotograferen. Een weiland vóór de spottersbult is beschikbaar gesteld als parkeerterrein – verkeersregelaars staan bij de ingang. Omwonenden en het naastgelegen tuincentrum zijn er blij mee: zo staat niet het dorp en het parkeerterrein van het tuincentrum vol met auto’s.
Een snackkraam op het terrein staat klaar om patat aan bezoekers te verkopen. Defensie is aanwezig met een truck waar patches van de oefening worden verkocht en een trailer waarin belangstellenden een kijkje kunnen nemen. Er staat ook een recruiter klaar. ‘Stap in en ontdek wat je kan bij Defensie’, staat op de bus.
Voor het hek bij het vliegveld verkoopt een militair van de Duitse luchtmacht vanuit een fiets met een kar erachter patches van andere oefeningen. Onder het hek door schuift hij de patches naar de spotters. Die schuiven een tientje terug.
Jayden Des Vignes (13) draagt op zijn rugzak al verschillende patches van andere oefeningen. Ook van deze oefening koopt hij er een. Met een grote camera staat hij klaar op de bult. Hij wil F-35-piloot worden en als dat niet lukt onderhoudsmonteur van het toestel. „Ik vind het leuk om vliegtuigen te spotten en vandaag komen hier straaljagers die ik nog nooit gezien heb. Er staan nu Duitse vliegtuigen klaar, die herken ik aan de staart.’’
Hij is met zijn moeder Nienke (38) en broertje Jonathan (11) én de hond vanuit Deventer naar Friesland gekomen. „Ik heb wekenlang gehoord dat hij naar de oefening wilde”, vertelt zijn moeder. „Hij heeft mazzel, vandaag is er een verkort lesrooster op school waardoor we hierheen kunnen. Jayden weet precies welke straaljagers er zijn en hoe laat ze komen.”
Nummertjes scoren
Aan de oefening doen onder andere de Verenigde Staten, Duitsland, Griekenland en Zweden mee. Veel vliegtuigspotters hebben een geprint lijstje in de hand, waarop ze afvinken welke vliegtuigen ze hebben gezien. „Voor veel mensen gaat het om nummertjes scoren. Hier komen vliegtuigen die je niet vaak ziet, zoals Griekse F-16’s”, zegt Mark Broersma (40). Hij draagt een camouflagejas.
Broersma kijkt samen met Ramon Faber (25), die vlak bij de basis woont. Ze kennen elkaar van het vliegtuigspotten. Allebei hebben ze een scanner in de hand, waarmee ze de communicatie tussen de vliegers en de verkeerstoren kunnen volgen.
De meeste vliegtuigen hebben ze vorige week al op de foto gezet. Faber en Broersma komen geregeld bij de basis kijken, maar vandaag is het anders. „Ik sta hier vaak in mijn eentje, maar nu is het vechten om een plekje”, zegt Faber. „Absoluut machtig”, vindt hij het „om in deze tijd te kunnen laten zien wat je in huis hebt. Als je hier staat, voel je je krachtiger. Dit zijn allemaal NAVO-partners die samenwerken.”
De jaarlijkse oefening van de Koninklijke Luchtmacht, die normaal gesproken Frisian Flag heet, wordt dit jaar voor de NAVO georganiseerd.
Foto’s Siese Veenstra
Herrie
Het geluid van de opstijgende en landende vliegtuigen hoort Faber vanaf zijn huis, maar last heeft hij er niet van. Omwonenden van de vliegbasis zijn wel wat gewend, zegt ook Geert Verf van Dorpsbelang Marsum. Maar de oefening die nu plaatsvindt, noemt hij van een andere orde. Verf heeft dinsdagochtend, een dag na de start, contact gehad met ouders met jonge kinderen uit het dorp. „De kinderen slapen er slecht van”, zegt hij aan de telefoon. Ook Verf zelf kwam niet in slaap. „Dat lukt pas als alle vliegtuigen weer geland zijn. De laatste kwam maandag om 23.40 uur binnen.”
Verf woont al bijna zijn hele leven in Marsum, in 1959 verhuisde hij er als driejarige met zijn ouders naartoe. Hij groeide op met de vliegbasis. Maar tegen deze oefening zag hij op. „Het is echt een klereherrie. Het geluid dringt lang door, je voelt de trillingen. De decibelmeter bij het vliegveld gaf maandag bij landing 110 decibel aan. In huis kwam het tot 70 decibel.”
Inwoners van Marsum begrijpen het belang van de oefening, benadrukt Verf. „Dat staat buiten kijf. Maar we willen voorkomen dat het vaker zo gaat. We willen dat het stijgen en landen beter verspreid wordt over vliegvelden in Europa. Dat gebeurt gelukkig al wel, maar er stijgen en landen voor deze oefening veel vliegtuigen vanaf Leeuwarden. Maandag kwamen er 4 voor elf uur ’s avonds binnen en nog 26 daarna.”
Het dorp past zich aan de oefening aan. De bootcamptrainingen buiten, waar zo’n tachtig inwoners aan meedoen, worden verplaatst. De eerste straaljagers vliegen van 16.30 uur tot 18.30 uur. Daarna wordt van 21.00 tot 23.30 uur gevlogen. In de tijd daartussen wordt buiten gesport. Voor de pupillen van de voetbalclub in het dorp Cornjum, aan de andere kant van de basis, werd dat te laat, zegt Verf. Die wijken uit naar de velden van het dorp Hallum. Verf is „blij als het weer voorbij is.”
Geluidsruimte
De Leeuwarder Courant schreef eind februari dat er na Ramstein Flag nog amper vanaf vliegbasis Leeuwarden gevlogen kan worden, omdat een groot deel van de beschikbare geluidsruimte aan de oefening opgaat. Staatssecretaris Gijs Tuinman (Defensie, BBB) zegt ook in een antwoord op Kamervragen dat „een grote oefening als Ramstein Flag waarbij ook ’s avonds wordt gevlogen een groot aandeel heeft in de geluidsbelasting. Defensie plant en spreidt binnen het jaar de oefeningen en trainingen om binnen de geluidsruimte blijven.”
Defensie wil het aantal jachtvliegtuigactiviteiten in Nederland uitbreiden. In het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie geeft het aan extra ruimte voor de luchtmacht te zoeken. Er is nu ruimte voor 5200 sorties – militaire vluchten met één start en één landing – per jaar, waarvan 2700 vanaf Leeuwarden. Defensie wil het aantal sorties met nog eens 2300 uitbreiden. Daarvoor zijn Lelystad Airport, Groningen Airport Eelde, Twente Airport, vliegbasis De Peel en vliegbasis Woensdrecht nog in beeld – vliegbasis Leeuwarden wordt niet meer als voorkeur gezien, tot opluchting van de inwoners. Staatssecretaris Tuinman wil de Tweede Kamer eind mei verder informeren over de plannen.
Maandagavond ging Geert Verf ook even kijken bij de spottersbult. „Je moet alle kanten van het verhaal kennen, vind ik. Hier zijn veel liefhebbers die het mooi vinden. Het is een gigantisch stuk power, die opstijgende straaljagers. Ik begrijp dat mensen daarnaar kijken. Maar om eronder te wonen, dat is een maatje te veel.”
Het Franse hof van beroep denkt in het hoger beroep van Marine Le Pen in de zomer van 2026 een uitspraak te kunnen doen. Dit betekent dat er een kans bestaat dat ze alsnog mee zal kunnen doen aan de presidentsverkiezingen van 2027. Dat melden Franse media dinsdag.
Eerder leek die mogelijkheid uitgesloten. Le Pen kreeg maandag vier jaar cel (waarvan twee voorwaardelijk en twee met een enkelband uit te zitten) en een vijfjarig verbod op verkiesbaarheid opgelegd wegens het verduisteren van Europees geld.
Omdat het verbod op verkiesbaarheid gelijk inging, zou Le Pen hoogstwaarschijnlijk niet mee kunnen doen aan de presidentsverkiezingen van 2027, omdat er breed vanuit werd gegaan dat een hoger beroep niet voor die tijd afgerond zou zijn.
Nu het hof bekend heeft gemaakt in de zomer van 2026 uitspraak te willen doen, kan de onverkiesbaarheid van Le Pen enkele maanden voor de presidentsverkiezingen nog van tafel geveegd worden. Dat is alleen het geval als de rechter in hoger beroep besluit Le Pen een andere straf op te leggen.
Ondertussen blijft het bewijs tegen Le Pen ook in hoger beroep even omvangrijk, wat vrijspraak onwaarschijnlijk maakt. Wel is het denkbaar dat de rechter in hoger beroep het verbod op verkiesbaarheid in stand houdt, maar dat niet onmiddellijk laat ingaan. Dan zou Le Pen enkele maanden voor de verkiezingen tegen de uitspraak in cassatie kunnen gaan bij de hoogste rechter. Zolang die zaak dan loopt, kan zij in 2027 op het stembiljet staan.
Mocht ze daarna president worden, kan ze volgens Frans recht tijdens haar ambtstermijn zelfs niet meer worden veroordeeld. Die immuniteit eindigt volgens de Franse grondwet een maand na afloop van een presidentstermijn.