Rechters willen „zo spoedig mogelijk indringend overleg” met het Openbaar Ministerie over het justitiële voornemen meer verdachten van misdrijven niet meer via de rechter te vervolgen, maar zelf te bestraffen via een zogenoemde strafbeschikking. Verdachten krijgen in die gevallen door de officier van justitie een taakstraf of geldboete opgelegd.
Tijdens een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer woensdag zei Henk Naves, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, dat rechters grote moeite hebben met „de Alleingang” van het Openbaar Ministerie bij het afdoen van strafzaken. Het steekt de rechters dat het OM zonder overleg met de rechters heeft besloten tot een volgens Naves „fundamentele koerswijziging” bij de vervolging van verdachten.
Om de verstopping van de strafrechtketen tegen te gaan, is vorige maand de nieuwe interne ‘instructie intensivering strafbeschikking’ – zonder er ruchtbaarheid aan te geven – van kracht geworden. De tekst lekte uit via NRC. In de instructie staat dat officieren van justitie delicten als diefstal, oplichting, heling en nog enkele vermogensdelicten voortaan zelf via een strafbeschikking afdoen.
De strafbeschikking wordt niet alleen bij vermogensdelicten de standaard. Nagenoeg álle strafzaken waar een maximale gevangenisstraf van zes jaar op staat, wil het OM in de nabije toekomst zelfstandig afhandelen. In „het komende tijdvak”, zo meldt het college van procureurs-generaal, de leiding van het OM, op het eigen intranet, zal het aantal delicten „gefaseerd worden uitgebreid totdat het doel van zo min mogelijk dagvaardingen voor feiten met een strafmaximum van zes jaar of minder is bereikt”. Met andere woorden: strafbare feiten met een straf tot zes jaar worden zo veel mogelijk door de officier van justitie afgehandeld.
Lees ook
Rechtspraak keert zich tegen nieuw bestraffingsbeleid Openbaar Ministerie. ‘Dit gaat rol van OM te boven’
Weghouden van de rechter
Naves zei woensdag in de Tweede Kamer dat „het erop lijkt dat we op weg zijn naar een situatie waarin kortdurende celstraffen niet meer worden uitgevoerd. De intensivering van de strafbeschikking zal ertoe leiden dat strafzaken blijvend worden weggehouden van de rechter. Dat is een ondergraving van de positie van de rechter.”
De voorzitter van het college van procureurs-generaal Rinus Otte zei dat het vaker afdoen van strafzaken met een strafbeschikking onvermijdelijk is. „Zonder die maatregel staan veel slachtoffers lang in de kou en gaan daders vrijuit.” Otte zei ook dat de bevoegdheid strafbeschikkingen op te leggen wettelijk is toegestaan. Hij vindt overleg met rechters over deze zaak onwenselijk.
De OM-topman relativeerde de spanningen tussen aanklagers en rechters. „Het Openbaar Ministerie en de zittende rechterlijke macht zijn als broer en zus. Die verhouding mag best af en toe schuren. Dat is goed zo.”
Rechters hebben er ook moeite mee dat de ‘OM-zittingen’ waar de strafbeschikkingen worden opgelegd, niet openbaar zijn. „Als een groot deel van de zaken verschuift van rechtspraak naar OM, betekent dit dus dat deze zaken aan het zicht van de samenleving worden onttrokken. Nu kunnen slachtoffers, belangstellende burgers en journalisten komen kijken hoe recht wordt gedaan. Straks is dat voor de betreffende zaken niet meer mogelijk. Een verlies aan openbaarheid is een verlies aan controleerbaarheid”, aldus Naves.
De Tweede Kamer bespreekt op 8 april met minister David van Weel (Justitie en veiligheid, VVD) het nieuwe OM-beleid. De opvattingen zijn in het parlement sterk verdeeld.
Lees ook
Landelijke inspecties vrezen voor hun onafhankelijkheid door nieuwe wet: ‘Dit is een flinke stap terug’
