Kennis- en expertisecentrum Rutgers voor seksualiteit zegt de ultraconservatieve katholieke stichting Civitas Christiana maandag te gaan dagvaarden vanwege „aanhoudende leugens en laster” over de Week van de Lentekriebels.
De projectweek op basisscholen, een initiatief vanuit Rutgers en de GGD, werd de afgelopen jaren mikpunt van kritiek uit conservatieve hoek. Kinderen zouden bijvoorbeeld ‘leren masturberen’. Civitas Christiana is volgens Rutgers een van de aanjagers van deze desinformatie. De conservatieve stichting stelt maandag nog op haar website dat kinderen „naast pro-abortuspropaganda ook te maken [krijgen] met zelfbevredigingslessen, zeer expliciete naaktbeelden en lhbt-indoctrinatie”.
Lees ook
Tegen alle revoluties, voor Christus en Zwarte Piet
In de praktijk krijgen kinderen tijdens de Lentekriebels-week, die dit jaar op 31 maart begint, les over relaties, seksualiteit en weerbaarheid. „Met leugens, laster en desinformatie staat deze extreem-conservatieve stichting de veilige, gezonde en gelukkige ontwikkeling van kinderen en jongeren in de weg”, stelt adjunct-directeur Luc Lauwers van Rutgers. „Met deze voorlopige dagvaarding willen we de leraren en scholen ondersteunen die tegenwind ervaren vanuit ouders, door de aanhoudende desinformatie. […] De leugens van Civitas zijn gevaarlijk en moeten stoppen.”
Rutgers eist dat Civitas Christiana voor deze dinsdagmiddag 13.00 uur aan de vorderingen uit de conceptdagvaarding voldoet, onder meer door eerdere berichten te rectificeren. Doet de stichting dat niet, dan spant Rutgers een kort geding aan.
Lees ook
Blootplaatjes in de klas? Gender in groep 2? Dilemma’s in lesmethodes
Correctie (25 maart 2025 om 09.33 uur): In een eerdere versie van dit artikel stond dat Rutgers stichting Civitas Christiana al had gedagvaard. Dit stelde Rutgers in haar eigen persbericht, maar dit klopt niet. Het gaat nog om een conceptdagvaarding. Dat is hierboven aangepast.
De Amerikaanse president Donald Trump is een grillige gastheer, en de spanning voorafgaand aan het bezoek van de Duitse kanselier Friedrich Merz in het Oval Office was dan ook aanzienlijk. Er zijn veel onderwerpen die een bron van conflict kunnen zijn tussen Duitsland en de VS: sancties voor Rusland (waaraan de VS niet meewerkt), Amerikaanse importheffingen, en de steun van het MAGA-kamp aan de radicaal-rechtse Alternative für Deutschland (AfD).
Maar bij de ontmoeting in het Oval Office las Trump Merz niet de les, hij zette hem ook niet voor schut, zoals toen hij toenmalig kanselier Angela Merkel weigerde de hand te schudden bij haar bezoek in 2017. Merz kon zich evenmin presenteren als de belangrijke leider in Europa die toezeggingen afdwingt van Trump. Voor de draaiende camera’s hield Trump lange monologen over vooral binnenlandse onderwerpen, en speelde de Duitse kanselier naast hem een enigszins marginale rol.
Trump sprak het grootste deel van de tijd over het „grootste schandaal in dit land de afgelopen honderd jaar” , namelijk de „autopen”, de ondertekenmachine van zijn voorganger Joe Biden. Ook ging het over Elon Musk en diens kritiek op de belastinghervorming van Trump. „Ik ben erg teleurgesteld in Elon”, aldus Trump. „Om eerlijk te zijn denk ik dat hij deze plek mist. Sommige mensen worden vijandig als ze op een dag wakker worden en de glamour weg is.” Andere belangrijke thema’s waren het telefoongesprek met Xi Jinping eerder op donderdag en het nieuwe inreisverbod. Volgens Trump had dat te maken met alle „slechte mensen”. Tegen Merz: „Jij hebt hetzelfde probleem, maar dat is niet jouw schuld. Ik heb haar [Angela Merkel, red.] gewaarschuwd”, doelend op de tolerante vluchtelingenpolitiek van Merkel in 2015.
Vleierij en klare taal
Voor Merz was het belangrijkste onderwerp bij zijn bezoek aan Trump de Amerikaanse steun aan Oekraïne. Meermaals probeerde Merz de kwestie aan te snijden, en Trump ertoe te bewegen om zich tegen Rusland uit te spreken. Maar Trump vergeleek de twee landen met twee vechtende kinderen, die soms moeten uitrazen om weer met elkaar door één deur te kunnen. Dezelfde analogie zei Trump ook in zijn telefoongesprek met de Russische president Vladimir Poetin te hebben gebruikt.
„Ze zeggen dat ik een vriend van Rusland ben”, aldus Trump. „Maar ik ben niemands vriend. Ik wil het beste voor de mensheid”. Trump betreurde satellietbeelden uit Oekraïne die „losse armen, benen, hoofden all over the place” laten zien. Merz, tussendoor: „Oekraïne neemt alleen militaire doelen in het vizier.”
Merz’ omgang met Trump en zijn entourage was tot nu toe een mix van vleierij en klare taal. Sinds Merz’ aantreden belde hij een aantal keer met Trump. In het eerste gesprek nodigde Merz Trump uit om samen Bad Dürkheim te bezoeken, de plaats in Rijnland-Palts waar Trumps grootouders vandaan komen, en die Merz zegt goed te kennen omdat hij militaire dienst deed in de regio. In het Witte Huis overhandigde Merz de geboorte-oorkonde van Trumps grootvader. Merz: „Die heette ook Friedrich, dat is een hele Duitse naam”.
Lees ook
Lees ook: Duitsland gaat langeafstandsraketten in Oekraïne financieren, belooft Merz in Berlijn aan Zelensky
Eerder nam Merz duidelijk afstand van de steunbetuigingen van het Trump-kamp voor de radicaal-rechtse Alternative für Deutschland. Nadat de Duitse binnenlandse veiligheidsdienst de AfD had bestempeld als een ‘extremistische organisatie’ noemde de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio Duitsland een „verkapte tirannie”. Merz zei daarop dat de Amerikaanse regering „absurde beelden” van Duitsland verspreidt en dat ze zich „erbuiten moeten houden”. In februari veroordeelde Merz de „inmenging” in binnenlandse aangelegenheden van J.D. Vance, toen die het over „censuur” had in Duitsland. Vance en Rubio zaten bij het bezoek van Merz naast Trump op een bank – maar lieten die kwesties rusten.
Als een vader de bal voor de training tien meter de lucht in schiet, laat Anouar die eerst even rustig stuiteren. „Kop jij wel eens?”, vraagt zijn moeder Nadia omdat NRC dat graag wil weten. „Alleen tijdens de wedstrijd”, zegt Anouar, met een fris opgeschoren koppie na een kappersbezoek. En hij rent het veld weer op. „Dat koppie heb je nog nodig, hè”, zegt zijn moeder. „Rekenen kan hij ook goed.”
Bij de training donderdag van de Onder-8 pupillen van de Amsterdamse voetbalclub Real Sranang is de conclusie van de Gezondheidsraad zeker niet het gesprek van de namiddag. Koppen verhoogt de kans op hersenletsel en specifiek bij kinderen is waakzaamheid geboden. Enkele ouders aan de zijlijn op sportpark Middenmeer hebben het gezien in het nieuws. Maar koppen deden hun kinderen van rond de acht jaar toch al niet.
Lees ook
Het staat nu écht vast: koppen bij voetbal verhoogt de kans op dementie. Treft de KNVB ook maatregelen?
Anouar, Thomas en Damine zijn allemaal al gescout door jeugdopleidingen van profclubs. Wie weet hoe ver ze het zullen schoppen. Als het aan de huidige richtlijnen van de KNVB ligt, zullen ze gaandeweg leren koppen. De voetbalbond is voorstander van beperking, maar ook van leren hoe je technisch beheerst een bal kopt.
‘Afschaffen’
De vraag is hoe de Sportraad Nederland het onderzoek van de Gezondheidsraad vertaalt naar een advies aan de overheid. Hersenprofessor Erik Scherder, lid van dit adviesorgaan, wil aan de telefoon niets toelichten. „Het zou niet goed zijn als ik daar nu tussendoor iets over ga zeggen.”
„Voor mijn part schaffen ze koppen af”, zegt Onder 8-trainer Germain Beudeker van de club in Amsterdam-Oost. „Of dat je het alleen bij de profs en hogere amateurs houdt. Het is een spelletje, toch?” Hij was er zelf ook niet goed in, koppen. „Het mocht niet van mijn moeder, die had al in de gaten dat het niet goed voor je is.” Hoe dan? „Ik denk door boksverhalen. Zie wat er gebeurd is met Muhammad Ali.” De bokslegende leed sinds de jaren tachtig aan Parkinson, voor hij overleed in 2016.
Onder-8 pupillen van de Amsterdamse voetbalclub Real Sranang koppen eigenlijk nooit.
Foto’s Olivier Middendorp
Ouders langs de lijn maken wel degelijk onderscheid tussen voetbal en boksen of kickboksen. „Dat is wel even een tandje heftiger”, zegt Mark de Goede. „Zag je dat?”, zegt hij als voetballertje Thomas een hoge bal aan zich voorbij laat gaan. Moeder Morgana zag het ook. „Hij kon koppen, maar koos ervoor om dat niet te doen.” Zij legt uit hoe Thomas afgelopen oktober, „het was winterkoud”, een bal hard op zijn hoofd kreeg. Nog steeds vindt hij het spannend, vermoeden zijn ouders.
Ahmed Chalile, de vader van Damine, maakt zich geen zorgen. Zijn zoon is een handig dribbelaartje, die na een stage bij Feyenoord volgend seizoen instroomt in de jeugdopleiding in Rotterdam. Het ziet er niet naar uit dat hij een veelkoppende spits wordt of een bonkige verdediger die heerst in het luchtruim. „Ik zou wel waakzaam zijn als hij ineens veel kopduels aan moet gaan”, zegt Chalile. Maar alle jeugdopleidingen zijn gebonden aan de KNVB-richtlijnen, weet hij.
Drie keer per uur
Van trainer Germain mogen de pupillen drie keer per uur koppen. Maar in de praktijk koppen ze „nooit”, zegt hij. Natuurlijk, hoe ouder en sterker spelertjes worden, hoe vaker de bal de lucht in gaat. „Ze mogen ook gewoon de handen voor hun hoofd houden”, zegt Anouars moeder Nadia, die liever haar achternaam niet in de krant wil. „Af en toe hoor je dan een hele serieuze ertussen die dan roept: hands!”
Je moet wel met je kop in het zand hebben gezeten als je nu nog van deze conclusies schrikt
Buurclub Zeeburgia, ook op sportpark Middenmeer, is een nog grotere kweekvijver van talent. Ook hier wordt niet specifiek op koppen getraind in de jeugd. Verzorgd voetbal staat voorop, hoge ballen horen daar eigenlijk niet bij, zegt voorzitter André Bonvanie aan de telefoon. En hoekschoppen dan? „Daarbij train je op scoren, op positioneren. Niet specifiek op koppen.”
Dat de Gezondheidsraad nu eerdere onderzoeken op een rij heeft gezet, maakt op hem niet veel indruk. „Jij en ik zijn verloren”, zegt Bonvanie „Maar spelers die nu worden opgeleid, trainen al anders. Iedereen vindt het nu weer even spannend, wij niet. En je moet wel met je kop in het zand hebben gezeten als je nu nog van deze conclusies schrikt.”
Lees ook
Kopballen verbieden: spelersvakbond is voor, sportartsen nog niet
Na de val van het kabinet is voor Mauk Bresser één ding duidelijk: met Wilders regeren is geen optie meer. In aanloop naar het VVD-congres op 14 juni vertelt de voorzitter van de Jongerenorganisatie Vrijheid en Democratie (JOVD, verbonden aan de VVD) waarom de partij zich moet richten op de échte problemen — economie, klimaat en veiligheid — in plaats van asiel. Ook samenwerking met GroenLinks-PvdA is wat hem betreft bespreekbaar, zolang de partij zich committeert aan randvoorwaarden die de veiligheid van het land garanderen.
Wat vond u van de houding van partijleider Dilan Yesilgöz in het debat van afgelopen woensdag?
„Het verhaal was besluiteloos. Geen daadkracht, terwijl dit hét moment was om richting te geven. Dit kabinet is geboren op het asieldossier en gevallen omdat de PVV niet leverde: geen capabele bewindspersonen, geen samenwerking. Dan ben je geen betrouwbare partner. Wilders liep weg toen het moeilijk werd, en Dilan weigerde dat te benoemen. Ze had moeten zeggen: ‘Geert, je hebt je kans gehad. Dit werkt niet.’ Maar ze durfde geen keuze te maken. En dit land heeft keuzes nodig.”
Toch wees ze erop dat je twee miljoen PVV-kiezers niet zomaar kunt uitsluiten.
„Daarom hebben wij ook gezegd: geef ze een kans. Maar Wilders is nu weggelopen voor de problemen. Hij was niet in staat om te leveren. Je moet wel iets doen met de zorgen van die mensen over asiel, maar niet meer met de PVV.”
Yesilgöz blijft asiel een van de grootste problemen van Nederland noemen. Is dat volgens u terecht?
„Asiel is belangrijk, maar andere kwesties zijn op dit moment nóg urgenter. De wereld staat in de fik. Er is oorlog in Europa, we moeten keuzes maken om onze veiligheid te garanderen en onze begroting op orde brengen – rekening houdend met de nieuwe NAVO-norm. Als we niets doen aan economie of klimaat, wordt de asielinstroom alleen maar groter.
„Het idee dat je het asielprobleem oplost door de grenzen te sluiten klopt van geen kant. Je moet zorgen dat het hele systeem werkt. Als we een grote economische speler willen blijven, moeten we nú keuzes maken. Dossiers als wonen, stikstof en energie dulden geen uitstel meer. Dáár zit de echte urgentie.”
Als u het hebt over internationale veiligheid en klimaat, zit u meer op één lijn met GroenLinks-PvdA. Moet de VVD met hen samen regeren?
„Wij sluiten GroenLinks-PvdA niet uit. Als de partij zich in hun verkiezingsprogramma wil committeren aan veiligheid — bijvoorbeeld door wettelijk vast te leggen dat 3,5 tot 5 procent van het bbp naar defensie gaat — dan kunnen we met GroenLinks-PvdA regeren. Daarbij hoort ook een duidelijke inzet op investeren in de economie van de toekomst, zonder bedrijven kapot te belasten. Als ze zich daaraan committeren dan kunnen we met GroenLinks-PvdA in zee – én met het CDA.”
Hoe leg je dat uit aan de anti-Timmermansflank van de VVD?
„Ik denk dat die groep zich uiteindelijk ook realiseert dat er echt iets aan de hand is in de wereld. Met middenpartijen kunnen we de grote problemen aanpakken, en lossen we óók het dossier op waar die rechterflank zich zorgen over maakt: asiel. Gemakzuchtig roepen dat ‘we het leger erop af sturen, grenzen dicht’ werkt niet, want we hebben defensie zó uitgekleed dat die capaciteit er simpelweg niet meer is.”
Waarom zou de VVD nú al naar het midden bewegen, terwijl er nog een Kamermeerderheid is om asielwetgeving erdoor te krijgen?
„De VVD moet de asielportefeuille claimen en zorgen dat een kundige VVD’er de asielwetten van Faber door de Kamer loodst vóór de verkiezingen. Gebruik die meerderheid die er nog is. Als Wilders dan niet meestemt, weet iedereen wie blokkeert.”
Yesilgöz liet de afgelopen dagen blijken dat ze zo veel mogelijk wil bereiken met dit rechtse kabinet. Is zij nog wel de juiste leider om de VVD een middenkoers te laten varen?
„Wat we hebben geleerd van de afgelopen jaren is dat eindeloos leiders wisselen geen zin heeft. Dilan was wat ons betreft de juiste kandidaat om een liberaal verhaal te vertellen, en dat is ze nog steeds. Maar eerlijk gezegd vind ik de lading daarachter — de mensen, hoe de partij aan de slag gaat — interessanter.”
Lees ook
‘Ze beloofden een extraparlementair kabinet, maar we kregen extra racistisch’