Terwijl voor het parlementsgebouw in Jakarta honderden studenten en activisten luidkeels protesteren tegen een terugkeer van een Indonesische militair regime, stemmen parlementariërs voor een wetswijziging die de macht van het leger in de Indonesische samenleving vergroot. Militairen mogen nu op meer maatschappelijke posities worden benoemd, zoals bij het Openbaar Ministerie en bij het bureau dat de rijstvoorraden beheert.
„Roekeloos,” stelt studentenleider Satria Naufal. Al ruim een week is er door prominente mensenrechtenactivisten felle kritiek geuit op de wet. „De wetswijziging is een enorme terugval in het democratiseringsproces,” stelt een coalitie van prominente Indonesische arbeiders- en mensenrechtenorganisaties in een verklaring.
„De wet brengt ons terug naar de tijden van het Soeharto-regime, de tijden waarin politieke partijen waren gecompromitteerd, de pers gemuilkorfd en burgerorganisaties onder strikte controle werden gesteld,” reageert Andreas Harsono, directeur van Human Rights Watch, via Whatsapp. „De haast waarmee het kabinet dit wetsvoorstel erdoor heeft gejaagd, staat haaks op achting voor maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het is slecht nieuws voor de mensenrechten en democratie van Indonesië.”
De wet is donderdag unaniem aangenomen. „Geheel in overeenstemming met democratische principes en mensenrechten,” aldus parlementsvoorzitter Puan Maharani, de kleindochter van de eerste president van Indonesië, Soekarno.
„Al dertig jaar, sinds ik in mijn studententijd tegen het regime van Soeharto streed, vecht ik voor een burgermaatschappij zonder het leger,” reageert Harsono via Whatsapp. „Dat lukte in 1998. Toen viel Soeharto. Het doet pijn om te zien hoe de huidige politici en generaals de opgebouwde democratie verraden.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data129614642-25450f.jpg|https://images.nrc.nl/5ZM3x-Tq41foICJ80vu0E-Mu1PY=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data129614642-25450f.jpg|https://images.nrc.nl/q2r7b-DnxUaJAEtYj2j6asJIANo=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data129614642-25450f.jpg)
Na de val van Soeharto in 1998 zijn de nauwe banden tussen de burgermaatschappij en het leger, dwifungsi genoemd, zo scherp mogelijk doorgesneden. Het aangenomen wetsvoorstel breidt de aanwezigheid van het leger in maatschappelijke sectoren juist weer uit. Hiermee is de rol van het leger steeds meer zoals hij was tijdens het regime van autocraat Soeharto. De Soeharto-periode (1965-1998) kende ernstige repressie. Zijn regime, dat de Nieuwe Orde wordt genoemd, wordt gezien als een van de meest corrupte ter wereld.
Rijstverdeling
In veertien overheidsinstituten zijn leidinggevende posities vrijgemaakt waarin officieren, veelal na hun actieve diensttijd, benoemd kunnen worden, zoals bij het Bureau van Rampenbestrijding, het Drugsbestrijdingsbureau, de ministeries van Staatsbedrijven, Landbouw, Mijnbouw en het Bureau van de Logistiek, dat onder andere de nationale rijstvoorraden regelt.
Critici vrezen toename van corruptie, omdat in dergelijke constructies controle ontbreekt en de verleiding toeneemt om geld in eigen zak te steken, zoals in de tijd van Soeharto veelvuldig gebeurde. Daarbij neemt het aantal leidinggevenden zonder de juiste kennis in allerlei sectoren toe. Ook is de invloed van het leger op het rechtssysteem versterkt. Zo zijn er benoemingen mogelijk gemaakt in het Bureau van de Officier van Justitie en bij het Constitutioneel Hof. En zullen militairen, ook voor niet-militaire overtredingen, worden berecht in een apart militair hof en niet in een burgerrechtbank.
Door opportunistisch manoeuvreren hebben president Prabowo en zijn partij Gerindra steun van een coalitie waarin bijna alle partijen deelnemen. Sinds zijn aantreden is het leger stap voor stap teruggebracht in het maatschappelijke domein. Zo werden de kersverse kabinetsleden bij de aanvang van hun termijn getrakteerd op een militaire bootcamp. En loyalisten worden beloond met belangrijke posities.
Lees ook
Opinie: Pas op voor Prabowo’s mondiale ambitie
President Prabowo, generaal en ex-schoonzoon van Soeharto, werd in oktober gekozen na een campagne die werd gedomineerd door misinformatie, verspreid via cybertroepen, waarin hij werd neergezet als goedmoedige, dansende opa. Zijn verleden als generaal tijdens het Soeharto-regime werd witgewassen. Ook werd zijn rol in de ontvoering en vermissing van activisten tijdens de val van Soeharto in 1998 naar de achtergrond gedrongen. Volgens mensenrechtenorganisaties kregen enkele militairen die destijds een rol speelden bij de ontvoeringen door Prabowo overheidsfuncties toegewezen. Ook de huidige minister van Defensie, Sjafrie Sjamsoeddin, was in de jaren negentig betrokken bij de repressie van activisten. Sjamsoeddin wordt, evenals president Prabowo, verdacht van oorlogsmisdaden tijdens de bezetting van Oost-Timor in 1999.
Eerste verzet
President Prabowo ging van start als populaire doener. De eerste omslag in de publieke opinie was in februari tijdens studentenprotesten tegen ‘Donker Indonesië’ (Indonesia Gelap). Die protesten waren een reactie op Prabowo’s verkiezingsbelofte van Gouden Tijden, economische voorspoed die in 2045 bereikt zal worden. Hoewel Indonesië zeer rijk is aan grondstoffen, gingen studenten de straat op, omdat ze begonnen te twijfelen of die rijkdommen wel terecht komen bij kleinere ondernemers, het onderwijs en ziekenhuizen – en niet blijft hangen bij een elite, zoals in de tijden van Soeharto.
Indonesië was onder Soeharto een militaristische, cliëntelistische samenleving, waarin een kleine elite alle geld en macht had. Recente bezuinigingen op onderwijs, zorgen over afkalving van de democratie en populistisch economisch beleid, zoals een gratis lunchprogramma en de grootschalige voedselvoorzieningsplannen, wakkerden dit wantrouwen aan.
Activisten waarschuwen al maanden voor terugkeer van een militaire orde. Afgelopen zondag kregen enkele activisten lucht van een geheime parlementaire vergadering over de wetswijziging. De bijeenkomst vond plaats onder leiding van de staatssecretaris van Defensie in het luxehotel Fairmont in het hart van Jakarta. Een handvol activisten van de Indonesische mensenrechtenorganisatie Kontras stormden met protestborden de zaal binnen. Via Instagram gingen beelden van hun protest in rap tempo rond. De demonstranten zijn inmiddels aangeklaagd voor ordeverstoring. De organisatie Kontras meldde dat drie onbekende personen zondagavond hun kantoor probeerden binnen te dringen. Ze vrezen een terugkeer van intimidatietactieken uit de tijd van Soeharto.
Aandelen kelderden
Na een storm van kritiek van prominente activisten en studenten werden dinsdag enkele vertegenwoordigers van mensenrechtenorganisaties toegelaten tot het parlement om hun kritiek op het wetsvoorstel toe te lichten. Maar aan de voornaamste oproep, om niet in te stemmen met de wijziging, werd dus geen gehoor gegeven.
Deze week kreeg de politieke onrust tevens een economische dimensie. Dinsdag kelderde de Indonesische aandelenmarkt zo diep, dat de aandelenhandel een half uur werd stilgelegd. Aanleiding was een gerucht dat Sri Mulyani, de minister van Financiën, ontslag zou nemen wegens onvrede over het economische beleid. Zij wordt gezien als een kundig econoom die de populistische plannen van Prabowo enigszins zou kunnen stroomlijnen.
Indonesië heeft sinds het aantreden van Prabowo te kampen met toenemende werkeloosheid. Ook zijn er zorgen over het overheidsinvesteringsfonds Danantara, dat Prabowo in februari heeft opgezet. Dit fonds bevat momenteel 20 miljard Amerikaanse dollar (18,4 miljard euro) aan Indonesische staatsgelden en moet met behulp van buitenlandse investeringen uiteindelijk 900 miljard Amerikaanse dollar gaan bedragen.
Deze regering heeft de neiging om eerst dingen door te voeren en vervolgens de praktijk te legaliseren door een wetswijziging
Het geld zal worden ingezet voor grote staatsprojecten, die economische voorspoed zouden moeten brengen. Maar er zijn grote zorgen over de controle op de geldstromen. Supervisie van het fonds zal namelijk worden uitgevoerd door het ministerie van Staatsbedrijven. Dit ministerie wordt geleid door Prabowo-getrouwe Erick Thohir. En Thohir zal direct aan Prabowo verantwoording afleggen.
Usman Hamid, directeur van Amnesty International Indonesia, was dinsdag bij de ontmoeting om met parlementariërs te praten over de wet. Hij maakt zich grote zorgen. „Het was vanaf dag één duidelijk dat Prabowo een ‘military style’-regering wil”, vertelt hij aan de telefoon. „Deze regering heeft de neiging om eerst dingen door te voeren en vervolgens de praktijk te legaliseren door een wetswijziging. Ja, we konden dinsdag alsnog onze kritiek uiten, maar onze invloed is geminimaliseerd. Op de internationale index van democratie worden we nu al geen democratie meer genoemd maar een ‘electorale autocratie’. We koersen af op de democratische bodem. Maar daar onder op de grond zijn wij nog springlevend.”
Om protesten te minimaliseren zijn wegen rond het parlement geblokkeerd. Een handvol demonstranten heeft in tenten voor het parlement overnacht. Samen met een honderdtal studenten en activisten protesteren ze tegen de wet. Politie en legereenheden zijn in de stad. Ook in andere steden zijn er protesten. Vooralsnog zijn er geen berichten van rellen of gewelddadig ingrijpen.
