De rechtbank in Amsterdam heeft woensdagochtend vier mannen veroordeeld tot celstraffen van maximaal twaalf weken voor hun betrokkenheid bij de rellen rond Ajax–Maccabi Tel Aviv, vorig jaar november. De mannen hebben Israëlische fans geslagen, riepen in een groepsapp op te gaan rellen of hadden een „slaande beweging” gemaakt met een riem. Ook maakten ze zich schuldig aan belediging van Joden en bagatelliseerden ze de Holocaust.
Rond de wedstrijd Ajax–Maccabi op 7 november werden Israëlische fans door groepjes mannen opgejaagd en mishandeld in het centrum van Amsterdam. Een dag eerder liep het ook al uit de hand in het centrum, onder meer nadat Maccabi-fans een Amsterdamse taxi hadden belaagd en een Palestijnse vlag van een gevel hadden getrokken.
De hoogste straf is voor Cenk D., die wordt veroordeeld voor openlijke geweldpleging. Ook zou hij in een appgroep locaties hebben doorgegeven waar „die Joden” zich bevonden. De rechter neemt hem kwalijk dat D. wist dat het delen van die informatie tot geweld kon leiden. D. is daarnaast veroordeeld voor groepsbelediging. Hij liet zich volgens de rechter „uiterst kwetsend en beledigend” uit over Joden, waarbij hij ook verwees naar de Holocaust. Zo plaatste hij foto’s van Adolf Hitler met de tekst „kzeg gas erop” en deelde hij een foto van Anne Frank met de tekst „lachgas is voor losers. Ik gebruik Zyklon B”.
„De vergoelijking en bagatellisering van de Holocaust brengen niet alleen persoonlijk leed teweeg bij Joden, maar kunnen daarnaast bijdragen aan gevoelens van onveiligheid en onrust in de maatschappij”, aldus de rechter.
Locaties in appgroep
Ook een van de beheerders van de groepsapp waarin locaties van Maccabi-fans werden gedeeld en waarin werd opgeroepen tot geweld tegen hen is woensdag veroordeeld. Beheerder Mounir M., een voormalig taxichauffeur, hitste ook zelf mensen op. „Eropaf”, schreef hij bijvoorbeeld toen in de groep een hotel werd gemeld waar Maccabi-fans zouden zitten. Toen iemand vroeg of „die eerste trein met Joden” al was gearriveerd, antwoordde M.: „Nee vertraging Hitler heeft speciale laten komen met gas erin”. M. is veroordeeld tot zes weken celstraf, met aftrek van de 26 dagen die hij al in voorarrest zat.
De 22-jarige Kamal L. is veroordeeld tot een gevangenisstraf van een maand omdat hij in de appgroep locaties deelde waar Maccabi-fans zich bevonden. Ook riep hij anderen op om naar verschillende locaties in Amsterdam te gaan. Daarmee hielp hij volgens de rechter bij de geweldplegingen in de stad. Een vierde man, Mohammed B., is veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig dagen. Samen met een andere man achtervolgde hij een Maccabi-fan, waarna hij een slaande beweging met een riem maakte. Hij hoeft niet opnieuw de cel in, omdat de straf gelijk is aan het aantal dagen dat hij al in voorarrest zat.
122 verdachten
In totaal zijn nu zestien mensen gestraft voor het geweld rond de voetbalwedstrijd. Eind vorig jaar kregen vijf mannen al celstraffen tot zes maanden. Dat was lager dan het OM had geëist. Daarnaast hebben zeven mensen een strafbeschikking van het OM geaccepteerd, een manier om zonder tussenkomst van de rechter een zaak af te doen.
Het aantal veroordeelden kan de komende tijd verder oplopen, want politie en OM doen nog onderzoek naar de rellen. Woensdagochtend maakte het OM bekend dat na het bestuderen van „tienduizenden uren” aan videobeelden” in totaal 122 verdachten in beeld zijn, van wie de meesten nog niet geïdentificeerd zijn. Onder hen zijn zo’n tien Maccabi-fans, van wie er recent met behulp van de Israëlische politie één is geïdentificeerd.
Lees ook
Hoe Amsterdam even strijdtoneel werd van de Gaza-oorlog
Componist Hawar Tawfiq is geboren in Iraaks Koerdistan en verkreeg twaalf jaar geleden de Nederlandse nationaliteit, vijftien jaar nadat hij hier was aangekomen. Op een mistige herfstdag in 1998 zag hij Amsterdam voor het eerst. De overweldigende, labyrintische impressie die de stad bij hem achterliet heeft hij gevangen in zijn nieuwste werk. Tawfiq schreef rIJks voor groot orkest ter gelegenheid van het 750-jarig bestaan van Amsterdam. In de NTR ZaterdagMatinee was de wereldpremière, door het Radio Philharmonisch Orkest en chef Karina Canellakis, in een programma met ook Ravels Pianoconcert in G en Bartóks De houten prins.
Tawfiq, opgegroeid in de westerse klassieke traditie, maakte de afgelopen jaren indruk met zijn orkestwerken. Hij heeft een aantrekkelijk, kleurrijk en veelzijdig idioom, waarin ook invloeden van Koerdische volksmuziek doorklinken. Die Koerdische liedjes leerde hij trouwens pas in Nederland kennen. De combinatie van complexe compositietechnieken en volksmuziekmelodieën heeft Tawfiq gemeen met Bartók en ook met de vroege Stravinsky van de Ballet Russes, waar rIJks bij vlagen aan doet denken.
Gewaagde solo werkt
De merkwaardige typografie is een samensmelting van begin- en eindpunt van de Amsterdamse wandeling die Tawfiq in zijn werk verklankt. Van de mist en de schepen op het IJ lopen we naar het Rijksmuseum, dat symbool staat voor cultuur en geschiedenis. Het is echte programmamuziek: de mysterieus aanzwellende en afnemende openingsakkoorden doen denken aan mist en golfslag, daarna vertolkt een schitterende uitgesponnen altfluitsolo de eenzame, overweldigde wandelaar. Deze solo beslaat zowat een derde van de totale duur van nog geen kwartier: best gewaagd, maar het werkt. Het samengaan van orkestratievernuft en opvallende solo’s tekende ook eerder werk van Tawfiq, zoals zijn Bosch Requiem en M.C. Escher’s Imagination voor het KCO.
Er volgden meer mooie solo’s, onder meer van hoorn en basklarinet, terwijl het orkestapparaat herhaaldelijk met zijn spierballen rolde, maar dan toch weer gas terugnam: de drukke stad als dynamisch en veelkleurig, maar ook dreigend organisme. Pas helemaal aan het slot ging de rem eraf, met beukende stravinskiaanse ritmes en een daverende ‘klap van verbazing’ bij het Rijks. Zo overtuigde Tawfiq opnieuw met prachtige klankschildering en een originele klare vorm.
Bliksemsnelle patroontjes
Vervolgens trad Cédric Tiberghien aan om te soleren in Ravels heerlijke Pianoconcert in G. Het secure mechaniek van bliksemsnelle patroontjes in het openingsdeel tintelde, de subtiele dissonanten prikkelden, de afstemming met het orkest was top. Sowieso hadden Tiberghien en Canellakis duidelijk een klik, die leidde tot een perfect gebalanceerd klankbeeld waarin Tiberghiens heldere, volle toon prachtig tot zijn recht kwam. Al was het mooist toch de onbegeleide pianosolo aan het begin van het adagio – alsof we in de muisstille zaal opeens bij een intiem recital zaten.
Die sfeer creëerde Tiberghien ook in zijn toegift, met Debussy’s geliefde La cathédrale engloutie. Ik heb dedie prelude nog nooit zo schitterend gehoord. Tiberghien toverde de verzonken kathedraal langzaam in volle glorie tevoorschijn, compleet met zuivere klok, en dekte hem weer teder toe met kabbelende golfjes: een adembenemend hoogtepunt van de middag. Na zoveel compacte schoonheid deed de balletmuziek De houten prins van Bartók, hoewel die ook veel mooie momenten heeft, toch wat langdradig aan.
Bij de actualiteitenraad in het Rotterdamse stadhuis kwam het gevoeligste agendapunt donderdag als laatst. Dit keer was het een containerschip in de Rotterdamse haven, met volgens activisten Israëlische wapenonderdelen aan boord, dat het oorlogsgeweld in de Gazastrook de raadszaal binnentrok.
„Als dit kabinet ervoor kiest weg te kijken, betekent dat niet dat wij dat als gemeenteraad ook moeten doen”, zei raadslid Serkan Soytekin (Denk).
Sarah Reitema (PvdA): „Wat je rol ook is: jezelf uitspreken tegen onrecht is het minste wat je kunt doen.”
Een „totaal kuldebat”, vond Simon Ceulemans, fractievoorzitter van Leefbaar Rotterdam, die herhaalde wat de grootste raadsfractie bij elk Gaza-debat naar voren brengt: dat raad en college zich druk hebben te maken om gemééntelijke kwesties, in plaats van „internationale problemen naar de stad te importeren”.
Uitzondering
Een week eerder sprak een nipte meerderheid van de gemeenteraad zich in een motie uit tegen „mensenrechtenschendingen in Gaza”. Daarmee voegde Rotterdam zich bij een groeiende groep gemeenten die zich geroepen voelt een uitzondering te maken op de gewoonte zich niet uit te laten over internationale kwesties.
Een aantal van die gemeenten keert zich zelfs nadrukkelijk tegen het buitenlandbeleid van het kabinet. Een oproep van burgemeester Femke Halsema (GroenLinks) van Amsterdam aan het kabinet om Israël tot de orde te roepen, kon in steden door het hele land rekenen op navolging, aldus Nieuwsuur na een rondgang.
Lees ook
In Gaza is sprake van genocidaal geweld, zegt de directeur van het NIOD
Een kleine greep uit de afgelopen dagen: Den Haag wil dat het kabinet het optreden van Israël veroordeelt. In Coevorden roept de lokale volksvertegenwoordiging het college op eveneens stelling te nemen. Utrecht moet van de gemeenteraad voortaan spreken van genocide. In Meijerijstad werd dat gezien en kwam er al gauw een soortgelijk voorstel.
Negenhonderd woorden
Diemen ging niet over één nacht ijs. In een zorgvuldig opgestelde verklaring van ruim negenhonderd woorden zette het college deze week uiteen waarom het een „morele plicht” voelt om zich uit te spreken en het kabinet op te roepen tot het „duidelijker veroordelen van militaire acties die disproportioneel veel burgerslachtoffers eisen”.
„Het is een heel gevoelig verhaal”, aldus burgemeester Erik Boog (D66). „We wilden op evenwichtige wijze reageren, in plaats van snel ad hoc een reactie te plaatsen. Het is een complexe kwestie met een enorme geschiedenis en allerlei invalshoeken. Dat afdoen met drie zinnetjes, vonden wij niet verstandig.”
Het conflict heeft volgens Boog „direct gevolg voor onze inwoners”. „Diemen is een hele diverse gemeente, we weten hoe sterk het leeft. Een gemeentebestuur heeft de plicht daar oog voor te hebben. We hebben daarnaast de plicht op te komen voor fundamentele waarden. En mensenrechten houden niet op bij lands- of gemeentegrenzen.”
In het Gelderse Westervoort wil de partijloze burgemeester Arend van Hout de oproep die hij deze week op persoonlijke titel deed aan het kabinet juist „niet groter maken dan het is”. Hij kon zich niet langer stilhouden. „Het gaat van kwaad tot erger”, zegt hij met verwijzing naar bombardementen op ziekenhuizen en de inzet van honger als wapen.
De onvrede over het Israël-standpunt van het kabinet-Schoof neemt gestaag toe. Nog slechts 15 procent van de Nederlanders steunt het beleid van Buitenlandse Zaken
Nee, zegt hij er zelf bij: het buitenlandbeleid is geen zaak van lokale bestuurders. „Het zou wat vermoeiend zijn als ik me als burgemeester elke week uit zou laten over een internationale kwestie. Maar wat hier gebeurt, tart elke beschrijving en is buiten alle proporties. Daar kon ik mijn mond niet over houden.”
Ventiel
De onvrede over het Israël-standpunt van het kabinet-Schoof neemt gestaag toe. Nog slechts 15 procent van de Nederlanders steunt het beleid van Buitenlandse Zaken, terwijl dat aan het begin van de oorlog nog 29 procent was, zo bleek onlangs uit het vierde Gaza-onderzoek van peilingbureau Ipsos I&O.
Het maatschappelijk onbehagen dat daarmee gepaard gaat dringt volgens Geerten Boogaard, hoogleraar Decentrale Overheden aan de Universiteit Leiden, onvermijdelijk door tot de raadszaal. Hij spreekt van een „ventielfunctie”. „De gemeente destilleert dingen die in de samenleving spelen en beweegt vervolgens mee.”
Het komt volgens hem wel vaker voor dat op lokaal niveau wordt afgeweken van de door Den Haag gestelde lijn. „Ik zou het gek vinden als dat niet gebeurt. Dat zou suggereren dat een gemeente geen volwaardige democratie is. Dat lokale overheden niet voldoende gedecentraliseerd zijn om een eigen opvatting te hebben.”
Want, zegt de hoogleraar, gemeenten zijn geen „filialen van de Rijksoverheid”. „Als een regiokantoor van het UWV in Noord-Holland zegt: wij willen ook iets vinden, zou dat raarder zijn dan wanneer de gemeenteraad van Amsterdam hier een mening over heeft. En als er genoeg aanleiding voor is, uit zich die mening in een statement.”
Kruisraketten
Het is „heel uitzonderlijk” dat lokale overheden zich bezighouden met internationale zaken, benadrukt Pieter Jeroense van VNG International, die promoveert op de internationalisering van Nederlandse gemeenten. Gemeenten weten volgens hem „dondersgoed” dat buitenlandpolitiek niet hun domein is.
Toch zijn er wel voorbeelden te noemen. Zo namen gemeenten op het hoogtepunt van de Koude Oorlog stelling tegen de stationering van kruisraketten. Zo’n honderd gemeenten verklaarden zich volgens Jeroense ‘kernwapenvrij’. Hellevoetsluis paste zelfs de plaatselijke gemeentelijke verordening aan. Dat ging het Rijk een stap te ver.
In dezelfde jaren tachtig ging het in de raad over het apartheidsregime in Zuid-Afrika. Sommige gemeenten riepen het kabinet op zich uit te spreken, anderen namen zelf maatregelen: zo wilde Hilversum geen zaken doen met bedrijven die actief zijn in Zuid-Afrika en weigerde Deventer nog producten uit dat land aan te schaffen.
De afgelopen decennia zijn gemeenten de blik meer naar buiten gaan richten, zij het vooral met een economische bril op. Kijkt men over landsgrenzen heen, dan dient dat volgens Jeroense vrijwel altijd het eigenbelang. „Elk internationaal beleidsplan begint met: dit doen we om iets voor onze eigen inwoners of bedrijven voor elkaar te krijgen.”
Gevoeligheid
Dat het in menig gemeentehuis nu gaat over Gaza, laat zien hoezeer het conflict lokaal zijn weerslag heeft. Met name de steden, waar de betrokkenheid onder inwoners vaak groter is, kunnen er simpelweg niet omheen. Soms blijft het bij een motie in de gemeenteraad, elders spreekt ook de burgemeester of het volledige college zich uit.
De gevoeligheid van het conflict maakt dat gemeenten en bestuurders hun woorden wegen, vaak door de aandacht te vestigen op het menselijk leed. Kerkrade spreekt „geen oordeel uit over geopolitieke verhoudingen”, maar wil zich wel uitspreken „voor menselijkheid”. Diemen heeft het over „erkenning van leed aan alle zijden”.
Daarna komt dan vaak een oproep tot verdraagzaamheid. Zo roept Groningen haar inwoners op, „welke meningsverschillen er ook mogen bestaan, elkaar te blijven respecteren”. Gouda gaat specifiek in op de zorgen van Joodse inwoners, die soms „worden aangesproken op geweld waar ze niet verantwoordelijk voor zijn”.
Er zijn ook gemeenten die er bewust voor kiezen niet zo ver te gaan als Halsema. „In die discussie wil ik niet terechtkomen”, aldus de burgemeester van Den Bosch volgens het Brabants Dagblad. Venlo beschouwt een „standpuntinname en een daarbij mogelijk horende oproep” niet als haar rol, net als bijvoorbeeld Zwolle en Ede.
Het is een illusie om het voor iedereen goed te kunnen doen, weet de burgemeester van Diemen. „Voor de ene persoon gaat een verklaring nooit ver genoeg. De ander zegt: belachelijk dat jullie je hiermee bezighouden.”
Diplomatentaal
Welke impact het alles zal hebben, vindt promovendus Pieter Jeroense lastig in te schatten. Wel ziet hij, ook door demonstraties zoals vorige week zondag in Den Haag, de druk voor het kabinet oplopen. „Als honderdduizend mensen de straat op gaan, als burgemeesters zich namens zoveel inwoners uitspreken, is dat een krachtig signaal.”
Hoogleraar Geerten Boogaard wijst erop dat minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp heeft aangegeven Halsema te zullen bellen naar aanleiding van haar oproep. „Hij had ook kunnen zeggen: succes ermee. Dat hij in publieke statements zegt de telefoon op te willen pakken, is diplomatentaal voor dat hij het serieus neemt.”
Wat de burgemeesters die NRC sprak zeggen: zie het niet als een politieke uiting „Ik heb op geen enkele manier partij willen kiezen”, aldus Wim Hillenaar (CDA) van Maastricht. „Het gaat hier over oorlogsrecht en humanitaire spelregels. Dat zijn elementaire zaken die voor vriend en vrijheid zouden moeten gelden.”
„Het zou gek zijn als je als burgemeester je neutrale positie verliest door slechts te verwijzen naar het humanitair oorlogsrecht”, vindt ook Van Hout, burgemeester van Westervoort. „In welke situatie zou je je als burgemeester dan wél mogen uitspreken? Als dit al geen aanleiding is, blijft er weinig meer over.”
Eén taak had Barry Madlener de afgelopen week. De minister van Infrastructuur en Waterstaat (PVV) moest politieke steun regelen voor vakantievliegveld annex luchtmachtbasis Lelystad Airport. Niet alleen voor iedereen die in de toekomst graag op vliegvakantie wil. Maar ook voor de uitbreidingsplannen van Defensie, in het bijzonder een basis voor de F-35-straaljagers. Want zonder vakantievluchten, geen gevechtsvliegtuigen, zeggen provincie Flevoland en gemeente Lelystad.
VVD en PVV hoefde Madlener niet te overtuigen. Dat zijn de enige partijen in de Tweede Kamer die nog vóór vakantievluchten op Lelystad Airport (LA) zijn. Gesprekken met NSC en BBB – Madlener zou onder meer zijn langs geweest bij Caroline van der Plas – bleven echter vruchteloos, bleek vrijdag na de ministerraad. De twee coalitiepartijen blijven tegen opening van Lelystad Airport voor commercieel passagiersverkeer.
BBB wil niet dat de luchtvaart wél en boeren níet worden geholpen met hun stikstofproblemen. Saillant is dat de BBB-fractie tegen LA is, maar partijgenoot Gijs Tuinman als staatssecretaris van Defensie luchthaven Lelystad graag open wil voor gedeeld militair en civiel gebruik. Dat schrijft hij in het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD) dat hij vrijdag presenteerde.
De fractie van NSC twijfelt of openen van een extra vliegveld überhaupt wel kan vanwege klimaatverandering en de roep om geluidsreductie. Bovendien zijn burgers en bestuurders in ‘overvlieg-provincies’ Overijssel en Gelderland tegen de opening van LA. Gelderland en Overijssel vrezen geluidshinder op onder meer de Veluwe. En daar is juist de machtsbasis van de partij.
Voorkeurslocatie
En zo stond minister-president Dick Schoof vrijdagmiddag met halflege handen: wel straaljagers, maar (nog) geen vakantievluchten op Lelystad. Tijdens de persconferentie na de ministerraad kon Schoof bevestigen dat Lelystad Airport de enige ‘voorkeurslocatie’ van Defensie is voor een vliegbasis voor de Nederlandse F-35’s. Naast Leeuwarden en Volkel zou dat de derde basis zijn. Op het vliegveld zouden (vanaf 2035-2040) zeventien F-35’s moeten worden gestationeerd.
Maar, stelde Schoof: „Er is vandaag geen besluit genomen over het civiele deel van het vliegveld.” Daar was „de tijd nog niet rijp voor”. „Wij hopen dat minister Madlener op korte termijn een besluit aan de ministerraad kan voorleggen.”
Wat doet het kabinet, vroeg een journalist vrijdag aan Schoof, als dat niet lukt? Neemt de staat dan Lelystad Airport over van Schiphol? „Een creatieve gedachte”, wuifde Schoof het weg. Ook al brengt de overname van een vliegveld de Nederlandse defensie-investeringen een stuk dichter bij de NAVO-norm.
Madlener vertelde na afloop van de ministerraad aan de verzamelde pers dat hij de premier heeft beloofd om „zorgvuldig” aan het politieke draagvlak voor het vakantievliegveld verder te werken. „Ik hoop dat we dit jaar tot besluitvorming kunnen overgaan.”
En zo zouden gemeente Lelystad en provincie Flevoland voorlopig alleen de lasten krijgen en niet de lusten, zoals beide overheden het de afgelopen maanden altijd hebben genoemd. De F-35’s zijn de lasten, weet iedereen die wel eens in Leeuwarden of Volkel naar het gebulder van de straaljagers heeft geluisterd. De lusten zijn volgens de regionale politici de vakantievluchten, want die zouden werkgelegenheid scheppen.
Het lijkt er voorlopig op dat het kabinet vooral aankoerst op een bestemming als luchtmachtbasis. Als dat inderdaad de uitkomst wordt van het politieke proces, zullen veel partijen hun verwachtingen moeten bijstellen én is nog een flinke verbouwing nodig. Dat bleek ook uit de ‘Ruimte voor Defensie’-nota.
Tuinman noemt nog allerlei zaken die moeten worden opgelost voordat zijn straaljagers kunnen gebruikmaken van Lelystad Airport. Zo zoekt hij nog 60 tot 90 hectare ruimte voor de benodigde militaire infrastructuur (Lelystad is nu 35 hectare groot).
Waar het op neer komt: het hele vliegveld moet op de schop. Voor F-35’s zijn speciale hangars, betere beveiliging, de aanvoer van andere kerosine en nog meer aangepaste infrastructuur nodig. De huidige baanlengte (2,4 km) is mogelijk onvoldoende bij maximale belading.
Dertien woningen
De politieke prioriteitsverschuiving tekende zich vanaf eind 2024 af. Toen werd bekend dat Defensie Lelystad Airport – nu alleen nog in gebruik door hobbyvliegers en zakenjets – ziet zitten als een mogelijke basis. Ook de Peel was in beeld, maar daar vreesde het kabinet grote weerstand. En Groningen Airport Eelde viel af vanwege de ‘ereschuld’ die de regering voelt naar de provincie door de gevolgen van de gaswinning.
Rond Lelystad Airport, had Tuinman laten uitrekenen, wonen en werken de minste mensen die geluidshinder van het vliegveld zouden ervaren. Als de straaljagers naar LA zouden komen, zouden dertien woningen of bedrijven moeten worden uitgekocht, meldde Defensie.
Provincie en gemeente koppelden al in december de komst van de F-35’s aan het lot van het vakantievliegveld. De opening daarvan is al zeker vijf keer uitgesteld in de afgelopen jaren. The sound of freedom, het geluid van de straaljagers, willen de overheden accepteren als ook Boeing 737 Max-en en A321neo’s van maatschappijen als Transavia, Ryanair en Wizz Air op LA mogen starten en landen.
Flevoland en Lelystad hopen dat het vakantievliegveld banen oplevert. Nu werkt iets meer dan de helft van de beroepsbevolking van Flevoland buiten de provincie. Die banen houden ze graag binnen de provincie. Goed voor de lokale leefbaarheid en tegen de dagelijkse files naar de Randstad. Bij 10.000 vluchten zijn circa 400 tot 500 banen op Lelystad Airport te verwachten. Ter vergelijking: Eindhoven Airport verwerkt 42.000 vluchten per jaar en heeft 1.700 medewerkers. Hoeveel werk de F-35’s geven is niet bekend.
Lucratief medegebruik
De koerswijziging kan grote impact hebben op alle partijen die tot nu toe betrokken waren bij de ontwikkeling van LA en die dat puur deden omdat Schiphol uit zijn voegen barst en ze meer vakantievluchten willen verwerken.
De Schipholgroep, sinds 1993 volledig eigenaar van LA, heeft altijd gesteld dat zij weinig heil ziet in enkel de komst van de F-35’s. Waarom zou Schiphol een vliegveld beheren dat alleen militair gebruikt mag worden? De groep lijdt jaarlijks een verlies van 10 miljoen euro op Lelystad Airport. De luchthaven investeerde de afgelopen jaren – samen met de overheid – bijna 250 miljoen euro in Lelystad Airport. Volgens de LA-directie kan het vliegveld binnen drie jaar rendabel zijn bij 10.000 vluchten per jaar. Op termijn wil LA groeien naar 45.000.
Tegenstanders van het vliegveld vinden dit economisch wensdenken. Lelystad Airport zou veel te hoge inkomsten begroten uit havengelden (wat luchtvaartmaatschappijen een vliegveld betalen per passagier voor bagageafhandeling, beveiliging, schoonmaak).
Medegebruik door Defensie maakt het rekensommetje een stuk positiever. Dan delen de Schipholgroep en het ministerie de kosten voor bijvoorbeeld brandweer, baanonderhoud en overige faciliteiten en is LA eerder winstgevend.
Natuurvergunning
Schiphol, de LA-directie en politici van VVD en PVV stellen al jaren dat het vliegveld helemaal klaar is om vakantievluchten te ontvangen. Een handtekening van de minister onder het zogeheten ‘luchthavenbesluit’ en de eerste vluchten naar de zon kunnen er vertrekken. Maar dat klopt niet.
Het belangrijkste bezwaar: het vliegveld heeft geen natuurvergunning. Die is verplicht voor elke activiteit, bijvoorbeeld de luchtvaart, die een negatief effect heeft op nabijgelegen natuur. Schiphol heeft de vergunning voor LA aangevraagd in 2020. Dat was voor 10.000, niet voor 45.000 vliegbewegingen. Bovendien zouden hier op termijn nog de vluchten van de F-35’s bijkomen. Dat zouden 5.400 vliegbewegingen per jaar zijn.
Staatssecretaris Jean Rummenie (Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur; ook BBB) stelde vorige week: „Ik snap de wens van de Schipholgroep om Lelystad Airport te kunnen openen maar de Raad van State heeft eind 2024 beoordeeld dat er meer maatregelen nodig zijn voor natuurherstel.”
De Raad van State stelde destijds, simpel gesteld, dat er strengere regels moeten komen als een bedrijf emissierechten overneemt van agrarische ondernemers. Schiphol kocht stikstofruimte van drie boeren, maar het is onduidelijk of dat voldoende is voor een natuurvergunning voor LA.
Laagvliegroutes
Ook het probleem met de zogenoemde laagvliegroutes van en naar Lelystad Airport zijn nog steeds niet opgelost. Het Lelystadse vliegverkeer mag het verkeer van en naar Schiphol niet hinderen. Daarom zouden de vakantievluchten laag, onder de Schipholroutes, moeten vliegen. Dat geeft extra overlast. Met name de route over Lemelerveld in Overijssel kreeg veel aandacht. Die route is technisch gezien te omzeilen, maar daarmee zijn de problemen met de laagvliegroutes niet opgelost, stellen onder meer Samenwerkende Actiegroepen Tegen Laagvliegen (SATL).
Het probeem van de vliegroutes is sowieso ingewikkeld. Zeker als ook de F-35’s moeten worden ingepast. Al enkele jaren studeren Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL), luchtmacht, ministerie van Infrastructuur en andere betrokken op een herziening van het Nederlandse luchtruim. Die puzzel is nog lang niet gelegd.
Buitengewoon ontstemd
Gemeente en provincie reageerden vrijdag teleurgesteld op het nieuws dat het besluit over de vakantievluchten weer is uitgesteld. Burgemeester Mieke Baltus (Lelystad) in een schriftelijke reactie: „Na vijftien jaar wachten laat ook de huidige politiek in Den Haag zich kennen als onbetrouwbare partner.”
De gemeente is „buitengewoon ontstemd en diep verontwaardigd”. „Voor Lelystad is het onbespreekbaar en onaanvaardbaar dat er alleen jachtvliegtuigen komen, zonder maatschappelijk en economisch rendement voor de omgeving.”
Arjen Gerritsen, commissaris van de Koning, noemde het uitstel vrijdag „onbegrijpelijk”. Volgens hem wordt de regio „economische kansen onthouden zolang er geen vakantievluchten mogen komen”. „Alleen onder deze voorwaarde kunnen wij aan medegebruik door Defensie meewerken.”