Stephan Rutten (27)‘Het is naïef om te denken dat je technologie alleen mag worden ingezet voor verdediging’
De oorlog in Oekraïne veranderde alles voor Stephan Rutten (27) en zijn bedrijf Lobster Robotics (zestien werknemers, omzet onbekend), dat hij in 2021 begon met vijf compagnons in Delft. Het bedrijf produceert onderzeerobots, autonomie robots in de vorm van een torpedo die tot driehonderd meter diepte de zeebodem in kaart brengen. Tot dan toe waren die robots nog bedoeld voor grote baggerbedrijven als Boskalis en Van Oord, of voor de wetenschap. Maar sinds de oorlog is ineens ook het leger in beeld als klant.
Lobster Robotics neemt deel aan het Diana-programma van de NAVO, dat samenwerkingen opzet tussen jonge tech-bedrijven en defensie. „De vraag waar we nu voor staan: wil je ook iets teruggeven voor de waarden waar je je hele leven van geprofiteerd hebt en die nu bedreigd worden? Met onze technologie kunnen we bijdragen aan het verdedigen van de Europese grenzen”, zegt Rutten. „Pacifisme is een privilege.”

Rutten is blij dat Europa stevig inzet op investeringen in eigen defensietechnologie, zegt hij. „Het gevaar is dat we anders te afhankelijk worden van Amerika.” Ook in Nederland voelt hij de urgentie, zegt Rutten. „We zijn bezig met een contract met de Nederlandse marine. Je ziet dat er daar nu ineens meer ruimte is voor snelheid en experiment.”
Defensie zou de onderwaterrobots van Rutten kunnen inzetten om bijvoorbeeld zeekabels te beveiligen, of onderwatermijnen op te sporen. Al is het, in potentie, ook mogelijk om zijn robots om te bouwen tot offensieve wapens, om bijvoorbeeld onderzeeboten aan te vallen. Dat leidt intern binnen zijn bedrijf tot gesprekken over hoe daarmee om te gaan, vertelt hij.
„Het is naïef om te denken dat je technologie alleen mag worden gebruikt voor verdediging”, zegt Rutten. „Voor de helderheid: wapens zullen wij zelf nooit maken. Maar het kan zijn dat er misschien ooit een punt komt dat we zelf geen controle hebben over hoe onze technologie wordt ingezet.”



De robots van Lobster Robotics waren oorspronkelijk bedoeld om de zeebodem in kaart te brengen voor commercieel gebruik, zoals bij de aanleg van windparken. Sinds kort is ook Defensie in beeld als klant.
Foto’s Bart Maat
Rob Verbruggen (40)‘We mogen wel wat meer kijken naar wat we hier zelf kunnen ontwikkelen’
In 2018 begon Rob Verbruggen (40) met het ontwikkelen en bouwen van zijn eerste quads (een motorrijtuig met vier wielen), samen met oud-klasgenoot Mattijs Tweehuysen. Binnen vijf jaar ontwierp zijn bedrijf REEQ (Range Extended Electrical Quad) uit Hilversum prototypes van quads, buggy’s, 6×6-voertuigen en, meer recent, volledig autonoom rijdende voertuigen, om bijvoorbeeld militairen te vervoeren of bevoorradingen te kunnen doen. Zijn „hart ligt nu eenmaal in offroad”, zegt Verbruggen, die werkbouwkunde en autotechniek studeerde en zijn bedrijf ziet als een uit de hand gelopen hobby.
Verbruggens quads zijn stil, wendbaar en rijden deels op benzine en deels elektrisch. Ze doen ook dienst als mobiele stroombron, om bijvoorbeeld een militaire commandopost van energie te voorzien. REEQ werd vorig jaar overgenomen door de Duitse wapenfabrikant en auto-onderdelenleverancier Rheinmetall, waar Verbruggen nieuwe prototypes ontwerpt. Met name naar Verbruggens autonome voertuigen is de vraag de laatste tijd sterk toegenomen, vertelt hij. „Onze voertuigen kun je zo programmeren dat ze uit zichzelf rijden en obstakels kunnen ontwijken. En er zit geen persoon aan boord die eventueel gevaar loopt.”
Verbruggen vindt het goed dat Europese landen waaronder Nederland nu zo fors in defensie investeren, zegt hij. „Onze technologie verdwijnt over de grens. Het enige echt grote dat we nog hebben is ASML”, zegt hij. „We mogen wel wat meer kijken naar wat we hier zelf kunnen ontwikkelen. Ik heb altijd alles zelf gebouwd en gefinancierd.”
Dat hij nu voor een defensiebedrijf werkt, had Verbruggen vroeger niet kunnen vermoeden. „Ik ben eigenlijk helemaal niet van wapens en geweld”, zegt hij. „Mijn voertuigen zijn oorspronkelijk bedoeld om gewoon spullen van A naar B te vervoeren.” En dat zijn ontwerpen uiteindelijk toch kunnen worden gebruikt in conflictsituaties, ziet hij niet als zijn verantwoordelijkheid. „Ik wil gewoon leuke voertuigen ontwerpen”, zegt Verbruggen. „Wat iemand daar vervolgens mee doet, is niet aan mij.”
Thomas Parry (34)‘Vroeger was ik erg anti-defensie, maar ik heb mijn principes bijgesteld’
Ervoor zorgen dat satellieten van commerciële satellietbouwers langer meegaan en niet eindigen als ruimtepuin. Door onderhoudsvrije chips te ontwerpen die extreme omstandigheden in de ruimte kunnen overleven. Dat wilde Thomas Parry (34) in eerste instantie met zijn ruimtebedrijf Spherical („omzet kan ik niet delen”) in Noordwijk, dat in 2022 werd opgericht en vijftien werknemers telt. Maar zijn robuuste elektronische systemen voor satellieten zijn door de oorlog in Oekraïne ook interessanter geworden voor defensie.
„We zien een enorme toename van klanten die onze technologie willen gebruiken voor militaire toepassingen”, zegt hij. „En investeerders melden zich, op zoek naar start-ups die kunnen bouwen voor defensie.”
Voor zijn bedrijf is dat in principe een prettige situatie, zegt Parry. „Al had ik ook liever geen oorlog gehad.” Als tiener was hij „erg anti-defensie”, vertelt Parry, die opgroeide in Schotland. „Maar ik heb mijn principes bijgesteld. Onze manier van leven staat zwaar onder druk. Daar kunnen we nu iets aan doen.”
Niet dat aan het leger leveren zo eenvoudig is. Het aantal klanten – landen – is beperkt, producten moeten aan hoge standaarden voldoen en compleet worden aangeleverd. „Een ministerie wil liefst een complete satelliet kopen die gelijk klaar is voor gebruik, niet alleen het elektronische systeem dat wij leveren”, zegt hij. „Om dat te kunnen, moeten we partners zoeken om mee te werken.”
De chips van Spherical kunnen eventueel worden gebruikt voor satellieten die drones helpen om hun doelen te identificeren. Aanvallen die regelmatig leiden tot burgerslachtoffers. „Je moet realistisch zijn. Als je je technologie aan een overheid verkoopt, heb je geen invloed op wat ze daarmee doen”, zegt Parry. „Die controle moet je opgeven.”
Aan bepaalde landen, zoals Rusland, mag Spherical wegens internationale regelgeving zijn technologie sowieso niet verkopen. En hoe zit dat met de Verenigde Staten, die een steeds meer pro-Russische koers innemen? „De Amerikaanse ruimte-industrie is tien keer zo groot als die van Europa, dus aan commerciële partijen in de VS blijven we zeker leveren”, zegt Parry. Voor het Amerikaanse leger is dat nog maar de vraag, zegt hij. „Door alles wat er nu gebeurt weten we even niet zo goed wat we daarmee moeten.”
Maurits Korthals Altes (29)‘De kaalslag bij defensie heeft mij heel erg geraakt’
De voorliefde voor defensie kwam al vroeg bij Maurits Korthals Altes (29). Tijdens zijn opleiding werktuigbouwkunde aan de TU Delft (2017-2021) werkte hij als werkstudent bij de 13 Lichte Brigade van de Koninklijke Landmacht, in het net opgerichte team voor robotica en autonome systemen.
Daar ontwikkelde Korthals Altes een plan voor een ‘dronezwerm’, een groep drones die gezamenlijk zelfstandig opstijgt, landt en surveilleert. Dat werkte hij uit tot zijn bedrijf Avalor AI (dertig werknemers, omzet onbekend), dat in samenwerking met het ministerie van Defensie software ontwerpt die drones in staat stelt om zo veel mogelijk zonder tussenkomst van mensen te kunnen vliegen.
Korthals Altes zag in zijn tijd bij Defensie dat het Nederlandse leger niet voldoende toegerust was om oorlog te voeren. „Er heeft een kaalslag plaatsgevonden. Dat heeft mij toen heel erg geraakt”, zegt hij. „Ik dacht: als er dan toch iets gebeurt, wil ik niet weggekeken hebben. Het is eigenlijk immoreel om niks te doen.”
Avalors technologie wordt op dit moment gebruikt tijdens militaire oefeningen en getest in Oekraïne, waar drones worden gebruikt om troepen op de grond te ondersteunen. De technologie van Avalor AI is „heel dicht bij” het moment om te kunnen worden ingezet op het slagveld, zegt Korthals Altes.
De laatste weken lijkt Europa echt „wakker geschud”, volgens Korthals Altes. „Tot voor kort hing elke investering in defensie samen met de steun voor Oekraïne. Maar je ziet dat de intentie is om nu echt voor langere termijn te investeren.” Dat brengt volgens hem ook risico’s met zich mee. „Iedereen wil nu dezelfde spullen bestellen. Er moeten mensen worden aangenomen. De kenniscentra en trainingsinstituten lopen over. Als je militaire capaciteit nodig hebt, dan is het eigenlijk al te laat.”

