Het verkorten van de tandartsenopleiding van zes naar vijf jaar gaat toch niet door. Dat schrijven de ministers Fleur Agema (Zorg, PVV) en Eppo Bruins (Onderwijs, NSC) aan de Tweede Kamer. Het omstreden plan, afkomstig van het vorige kabinet, stuitte op veel weerstand van de opleidingen en de tandartsen. Die vrezen dat het voorstel ten koste gaat van de kwaliteit.
In hun brief schrijven de bewindslieden dat „de verkorting van de opleidingsduur pas op een veel later moment leidt tot extra opleidingsplaatsen” en daarmee niet past bij de „urgentie” van het vorige kabinet om snel meer tandartsen op te leiden.
Het verkorten van de opleiding was bedoeld om geld vrij te maken om extra tandartsen op te leiden en zo het tandartsentekort tegen te gaan. Nederland telt nu zo’n 10.200 tandartsen. Over tien jaar is 42 procent gestopt: gemiddeld 428 per jaar. De meesten gaan met pensioen.
Eerst zou de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek moeten worden gewijzigd, waarna dan pas in het studiejaar 2033-2034 extra plekken op de opleidingen mogelijk worden.
Lees ook
Steeds meer tandartsen voeren een patiëntenstop in: ‘Mensen kunnen nergens terecht’
Gratis
Nu al hebben veel tandartsen een patiëntenstop ingevoerd, dat zal komende jaren alleen maar meer gebeuren. Pas afgestudeerde tandartsen willen vaak parttime werken. Tegelijkertijd neemt de vraag juist toe. De bevolking groeit, oudere mensen houden langer hun eigen gebit, de aandacht voor tandzorg voor kinderen is toegenomen – die komen dus ook vaker langs. Tot achttien jaar is de tandarts gratis.
Het vorige kabinet wilde het aantal opleidingsplekken laten stijgen van 259 naar 345, dat worden er nu 290. Het Capaciteitsorgaan, dat het kabinet adviseert over de benodigde opleidingsplekken tandheelkunde, had die 345 als minimum geadviseerd. Eind 2025 komt het Capaciteitsorgaan met een nieuwe raming, dan wordt gekeken of het aantal plaatsen moet worden uitgebreid. In de brief roepen ministers Agema en Bruins de opleidingen op tot dat moment mee te denken over het oplossen van het tekort.
Met het besluit van Agema en Bruins lijkt ook de komst van een extra tandartsenopleiding bij het Rotterdamse Erasmus MC van de baan. Er is minimaal een vijftigtal plekken nodig voor een levensvatbare opleiding, terwijl dat aantal nu blijft steken op 31. Nieuwe studenten onderbrengen bij bestaande opleidingen is dan goedkoper.
Lees ook
Steeds meer tandartsen voeren een patiëntenstop in: ‘Mensen kunnen nergens terecht’
Hoe de Wilhelminatoren in Valkenburg heeft kunnen instorten is nog niet opgehelderd. „Uit de subsidieaanvraag die in 2022 bij het Rijk ten behoeve van de Wilhelminatoren is gedaan bleek geen groot achterstallig onderhoud”, laat minister Eppo Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, NSC) weten. Wel was sprake van betonrot in het uitkijkplatform op de zesde verdieping. Om die reden zou de verdieping worden gerenoveerd, maar de vergunning daarvoor werd pas vorig jaar door de gemeente Valkenburg afgegeven. Een verband tussen de betonrot en de instorting is vooralsnog niet aangetoond.
De Wilhelminatoren, eigendom van de familie Geenen uit Valkenburg, is een van de bijna 62.000 rijksmonumenten in Nederland, variërend van kerken, historische buitenplaatsen en kastelen tot boerderijen, woonhuizen en molens. Ongeveer de helft daarvan is geen woonhuis. De vraag is hoe het gesteld is met de staat van deze monumenten. Zijn ze veilig?
Lees ook
Zomaar opeens heeft Valkenburg er met het instorten van de Wilhelminatoren nog een ruïne bij
„We weten dat ongeveer 14 procent van alle gebouwde niet-woonhuismonumenten qua monumentale waarden in matige of slechte staat verkeert”, aldus minister Bruins. „Wat overigens niet betekent dat ze op instorten staan. Dat is meer dan we wenselijk vinden. Het percentage daalt al enkele jaren, maar in het bijzonder bij grote monumenten is er een knelpunt.”
Uit onderzoek van het ministerie blijkt dat er de komende tien jaar minimaal 2,2 miljard euro nodig is om die monumenten in een goede staat te brengen, en 700 miljoen euro om het percentage van ruim 14 procent te reduceren tot 10 procent, zoals sinds de jaren negentig als beleidsdoel geldt. Maar vermoedelijk zijn de kosten veel hoger, aangezien de beoordeling van de rijksmonumenten veelal gebeurt door een schouw van buitenaf. „De kosten voor bijvoorbeeld funderingsherstel, herstel van interne bouwdelen en interieurs blijven daardoor buiten beeld. Zeker bij grote objecten kan dit om aanzienlijke bedragen gaan”, schrijven de onderzoekers. De totale kosten belopen om die reden „ten minste 2,5 miljard”.
Frustraties over sloop
De eigenaar van een rijksmonument is verantwoordelijk voor de fysieke staat van het gebouw. Het Rijk ondersteunt deze eigenaren met subsidies en leningen met een lage rente. De gemeenten ten slotte, moeten zorgen voor naleving van de zogenoemde Erfgoedwet. Niet duidelijk is of dit altijd zorgvuldig gebeurt. Wel is er de afgelopen decennia meer aandacht bij gemeenten voor erfgoed ontstaan. „Er is frustratie over de sloop van monumenten in de jaren zeventig en tachtig. Gemeenten beseffen steeds vaker dat monumentaal erfgoed waardevol is en ook publiek trekt”, zegt Aryan Klein, directeur-bestuurder van de Stichting Monumentenwacht Limburg in Maastricht.
Monumentenwachten adviseren eigenaren over onderhoud en maken hen wegwijs bij het aanvragen van subsidies. Maar of gemeenten voortdurend in de weer zijn hun rijksmonumenten te controleren? „Durven gemeenten eigenaren aan te schrijven? En hebben ze inzicht of er sprake is van achterstallig onderhoud?”, vraagt Eefje van Duin, directeur-bestuurder van de Monumentenwacht in Drenthe, Flevoland, Friesland en Overijssel en tevens voorzitter van de Federatie Instandhouding Monumenten (FIM). „Als een monument verloedert, ligt het voor de hand om als gemeente de eigenaar daarop aan te spreken, maar dat is niet overal even gemakkelijk. Gemeenten hebben er ook niet altijd de capaciteit voor.”
Inspectie
Dat een gemeente ingrijpt, blijft bovendien niet altijd zonder gevolgen. Zo is de gemeente Wassenaar in een juridisch geschil verwikkeld met de eigenaar van de ernstig verwaarloosde villa Huize Ivecke, nadat de gemeente kosten had gemaakt voor de instandhouding en deze kosten verhaalde op de eigenaar. „Ik ben heel benieuwd welke kosten de rechter straks noodzakelijk acht voor de instandhouding van dit rijksmonument”, zegt Van Duin. „Vindt de rechter bijvoorbeeld enkele verflagen noodzakelijk of had een kloddertje ook wel volstaan?”
Een ander voorbeeld van actief ingrijpen, eind vorig jaar, was de onmiddellijke sluiting van de bibliotheek in het zeventiende-eeuwse Arsenaal in Coevorden. Dit nadat er grote scheuren in het pand waren aangetroffen bij een inspectie door de Monumentenwacht. De gemeente heeft herstelwerk laten uitvoeren en doet nu nader onderzoek.
Hoe moet een grote kerk een restauratie van 20 miljoen euro ophoesten als die 1 miljoen subsidie krijgt?
Kerk kan geld niet ophoesten
Gemeenten moeten dus toezien op naleving van de Erfgoedwet, maar periodieke inspecties zijn voor eigenaren niet verplicht. Wel kunnen de eigenaren zich abonneren op de Monumentenwacht en tegen gereduceerd tarief inspecties laten uitvoeren. Ook stellen provincies, die de subsidieregelingen uitvoeren, een inspectie veelal als voorwaarde om voor subsidies in aanmerking te komen. Maar zelfs met subsidies zijn sommige restauraties niet te betalen. Vooral niet, zegt Aryan Klein van de Limburgse Monumentenwacht, als een gebouw leeg staat. „Dat is het ergste wat een monument kan overkomen.”
Gebrek aan inkomsten speelt onderhoud en restauratie parten. Eefje van Duin: „Monumenten zijn belangrijk voor de identiteit van Nederland. Ze vertellen het verhaal van ons land. Maar hoe moet bijvoorbeeld een grote kerk een noodzakelijke restauratie van 20 miljoen euro ophoesten als zo’n kerk 1 miljoen subsidie krijgt?”
Jaarlijks besteedt Nederland ongeveer 200 miljoen euro aan erfgoed en monumentenzorg. Daarnaast wordt er voor een kleine 600 miljoen euro aan leningen met een lage rente uitgekeerd. Ook zijn er incidentele subsidieregelingen. Maar veel subsidieregelingen worden „overvraagd”, stelt Van Duin. Er loopt onderzoek naar de financiële tekorten bij onderhoud en restauratie van rijksmonumenten. „Afhankelijk van deze uitkomsten zullen we de politiek erop wijzen hoeveel meer geld er in de subsidiepotten zou moeten zitten.”
Lees ook
Rijksmonumenten bedreigd door verkrotting. ‘De eigenaar is officieel nooit op zijn vingers getikt’
„Zijn hier geen geheim agenten van de Keniaanse regering aanwezig?”, vraagt een schichtige jongere vlak voor het gesprek met koning Willem-Alexander en koningin Máxima. Maar in de ontspannen ambiance van de woonkamer van de Nederlandse ambassadeur in de Keniaanse hoofdstad Nairobi, waar dinsdagochtend tien jongeren het koninklijk paar ontmoeten, verdampt de spanning snel.
„Mijn stem spreekt redelijkheid uit, geen hoogverraad”, begint woordkunstenaar Steve Biko (33). „De heersers van Kenia die ons behoren te beschermen, vermoorden ons. Maar we hebben geen vrees meer.”
We proberen jongeren te activeren tegen de regering, misschien vormen we later een politieke partij en neemt Gen Z de macht over
De koning maakte er geen geheim van dat zijn bezoek omstreden is. „We weten dat er twintigduizend petities zijn verstuurd om ons bezoek af te gelasten. Maar dit is een staatsbezoek, van het ene aan het andere land. Als je niet komt, keer je Kenia de rug toe.” Waarna Máxima beloofde de woorden van de tien jongeren te zullen overbrengen aan de Keniaanse autoriteiten.
Joshua Okayo (29) liet de uitnodiging van de Nederlandse ambassade voor een ontmoeting met het koninklijke paar aan zich voorbijgaan. „Het staatsbezoek legitimeert de schending van mensenrechten in Kenia”, zegt hij. „De koning schudt de hand van de Keniaanse president William Ruto en daar kleeft bloed aan. Sommigen van ons noemen degenen die wel met de koning spraken verraders.”
Willem-Alexander tijdens de welkomstceremonie bij State House.Foto Remko de Waal / ANP
Aalsmeer
Okayo is een van de meest zichtbare leiders van Gen Z, de aanduiding van zowel een generatie (geboren tussen 1995 en 2010), als van een protestbeweging in Kenia. Hij werd daags na een massabijeenkomst van Gen Z in juni ontvoerd en gemarteld door een nationale veiligheidsdienst. Meer dan zestig betogers werden geveld door politiekogels.
Die repressie brengt de koning in een spagaat. Hij arriveerde met een handelsdelegatie van vijftig zakenlieden en drie ministers; Nederland is de grootste handelspartner van Kenia in de EU, vooral vanwege de bloemen die dagelijks uit het land naar Aalsmeer worden gevlogen. „Dit bezoek gaat om geld verdienen, niet om mensenrechten”, sniert Okayo. „Een halfuurtje met jongeren praten is slechts een dekmantel.”
In Kenia is met de opkomst van Gen Z een nieuw hoofdstuk in zijn politieke geschiedenis geopend. Gen Z verscheen vorig jaar in beeld met een demonstratie waar tienduizenden mensen aan deelnamen, niet alleen in Nairobi maar door het hele land. Aangevoerd door creatieve digital natives protesteerden de jongeren tegen hogere belastingen en hekelden ze de corruptie van de politieke klasse die schaamteloos zichzelf verrijkt. De jongeren organiseren zich niet op basis van tribale afkomst, zoals gebruikelijk in de Keniaanse politiek. Ze zijn partijloos en opereren zonder leiders.
De regering van president William Ruto wist aanvankelijk geen raad met dit nieuwe verschijnsel. Ze stuurde het leger de straten op en huurde relschoppers in om bijeenkomsten van Gen Z te verstoren. Toen de golf van jeugdig verzet aanhield, begon de regering kopstukken te ontvoeren, te doden en te martelen. Ontvoeringen vinden inmiddels niet meer plaats, maar een aantal jongeren is nog steeds zoek.
De koning en koningin brachten op uitnodiging van president Ruto een driedaags staatsbezoek aan Kenia.Foto Remko de Waal / ANP
Democratie
Gen Z is niet de eerste generatie die ageert tegen machtsmisbruik. Kenia is een relatief vrij land, maar geen goed ontwikkelde democratie. Willy Mutunga (1947), voormalig activist en opperrechter, spreekt over een terreurbewind in Kenia. „Sinds de onafhankelijkheid in 1963 vinden hier schendingen van de mensenrechten plaats. Dat is niets nieuws”, zegt hij. Onder vorige dictaturen arresteerden de machthebbers politici en activisten en, hoewel onder valse voorwendselen, brachten ze hun met aanklachten voor de rechters. „Voor Ruto is de grondwet een ongemak, hij houdt zich niet aan uitspraken van gerechtshoven. Door de ontvoeringen maakt hij duidelijk aan Gen Z dat als ze nog een keer een opstand beginnen, ze worden gedood.”
Ze waren jong, onbevreesd en overal. Maar onder druk van de repressie protesteren de Gen Z-leiders sinds enkele maanden weer vooral van achter hun computers. Hoe wijdverbreid de roep voor afgelasting van het koninklijke bezoek precies is, valt daarom moeilijk in te schatten. De jongeren zetten hun verzet tegen Ruto voort in kleine gemeenschappen. „Ons actiemodel noemen we bullshit politiek”, vertelt activist Okayo. „We bezetten kantoren van corrupte volksvertegenwoordigers en laten hun telefoons vollopen met berichten. Zo proberen we jongeren te activeren tegen de regering, misschien vormen we later wel een politieke partij en neemt Gen Z de macht over in Kenia.”
Gen Z is deel van de opkomende middenklasse, met heel andere belangen dan het overgrote straatarme deel van de jeugd
Andere jongeren hebben zich afgekeerd van Gen Z. „Het zijn verwende kinderen”, schampert de sociaal werker Robert Ochola, zelf van de generatie van vóór de eeuwwisseling. „Je kunt mensen niet onderverdelen op basis van hun leeftijdsgroep, maar wel op basis van klasse. En Gen Z is deel van de opkomende middenklasse, met heel andere belangen dan het overgrote deel van de jeugd dat straatarm is. Je ziet nu al dat sommigen van Gen Z zich laten omkopen door de corrupte politieke klasse. Zo is het altijd gegaan in Kenia.”
De tien jongeren komen opgelucht en tevreden van het gesprek met het koninklijke paar. „We zijn geen verraders geworden door dit gesprek met de koning. We doen het voor ons vaderland”, zegt een van de jongeren. Maar in de vijandige omgeving van de Keniaanse politiek voelen ze weer angst. „We maken ons zorgen wat er met onze aanbevelingen voor beter bestuur gaat gebeuren.”
Koning Willem-Alexander bezoekt Thogoto Forest en maakt onder meer kennis met deze Keniaanse.Foto Remko de Waal / ANP
Lees ook
Keniaanse influencers grijpen staatsbezoek Willem-Alexander aan als politiek drukmiddel
Het verkorten van de tandartsenopleiding van zes naar vijf jaar gaat toch niet door. Dat schrijven de ministers Fleur Agema (Zorg, PVV) en Eppo Bruins (Onderwijs, NSC) aan de Tweede Kamer. Het omstreden plan, afkomstig van het vorige kabinet, stuitte op veel weerstand van de opleidingen en de tandartsen. Die vrezen dat het voorstel ten koste gaat van de kwaliteit.
In hun brief schrijven de bewindslieden dat „de verkorting van de opleidingsduur pas op een veel later moment leidt tot extra opleidingsplaatsen” en daarmee niet past bij de „urgentie” van het vorige kabinet om snel meer tandartsen op te leiden.
Het verkorten van de opleiding was bedoeld om geld vrij te maken om extra tandartsen op te leiden en zo het tandartsentekort tegen te gaan. Nederland telt nu zo’n 10.200 tandartsen. Over tien jaar is 42 procent gestopt: gemiddeld 428 per jaar. De meesten gaan met pensioen.
Eerst zou de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek moeten worden gewijzigd, waarna dan pas in het studiejaar 2033-2034 extra plekken op de opleidingen mogelijk worden.
Lees ook
Steeds meer tandartsen voeren een patiëntenstop in: ‘Mensen kunnen nergens terecht’
Gratis
Nu al hebben veel tandartsen een patiëntenstop ingevoerd, dat zal komende jaren alleen maar meer gebeuren. Pas afgestudeerde tandartsen willen vaak parttime werken. Tegelijkertijd neemt de vraag juist toe. De bevolking groeit, oudere mensen houden langer hun eigen gebit, de aandacht voor tandzorg voor kinderen is toegenomen – die komen dus ook vaker langs. Tot achttien jaar is de tandarts gratis.
Het vorige kabinet wilde het aantal opleidingsplekken laten stijgen van 259 naar 345, dat worden er nu 290. Het Capaciteitsorgaan, dat het kabinet adviseert over de benodigde opleidingsplekken tandheelkunde, had die 345 als minimum geadviseerd. Eind 2025 komt het Capaciteitsorgaan met een nieuwe raming, dan wordt gekeken of het aantal plaatsen moet worden uitgebreid. In de brief roepen ministers Agema en Bruins de opleidingen op tot dat moment mee te denken over het oplossen van het tekort.
Met het besluit van Agema en Bruins lijkt ook de komst van een extra tandartsenopleiding bij het Rotterdamse Erasmus MC van de baan. Er is minimaal een vijftigtal plekken nodig voor een levensvatbare opleiding, terwijl dat aantal nu blijft steken op 31. Nieuwe studenten onderbrengen bij bestaande opleidingen is dan goedkoper.
Lees ook
Steeds meer tandartsen voeren een patiëntenstop in: ‘Mensen kunnen nergens terecht’