Moshtag B. heeft „enorm veel spijt” van de brand en explosie aan het Haagse Tarwekamp eind vorig jaar. Dat er zes doden vielen, dat een achtjarig jongetje zijn vader, moeder en zus verloor en dat een deel van een appartementencomplex instortte en een ander deel tot de dag van vandaag onbewoonbaar is, het was allemaal niet de bedoeling. „Het is volledig uit de hand gelopen”, zei B. vrijdagmiddag tijdens de eerste zitting van de strafzaak tegen hem en drie andere verdachten. „Ik hoop”, zei hij, dat de nabestaanden „me op den duur willen vergeven”.
Tijdens de pro-formazitting bleek dat B. heeft bekend dat hij opdracht gaf om de bruidswinkel van zijn ex-vriendin in Den Haag in brand te steken. Hij zou wraak hebben willen nemen omdat ze volgens hem zou zijn vreemdgegaan. De twee mannen die hij daarvoor inhuurde zouden volgens het Openbaar Ministerie (OM) bijna tweehonderd liter brandstof door de winkel hebben uitgegoten. Dat staken ze vervolgens aan met zwaar vuurwerk.
Een van de brandstichters beroept zich op zijn zwijgrecht, maar zal later wel een verklaring afleggen
De dampen van de brandstof en het vuurwerk zouden vervolgens voor zó’n grote druk hebben gezorgd, dat om kwart over zes ’s ochtends een explosie volgde en het pand instortte. Direct ontstond een grote vuurzee. Een van de eerste politieagenten die de straat in kwam rijden zag „hevige rook”, las de officier van justitie diens verklaring voor. „De straat lag bezaaid met brokstukken en brandjes.”
„Dat het zo erg uit de hand zou lopen” was niet de bedoeling, zei een van de mannen die er door het OM van wordt verdacht de brand te hebben aangestoken. „Het is heel erg wat er is gebeurd”, aldus deze Ilias B. Hij is naar eigen zeggen nog steeds „geshockeerd”. De andere man die de brand zou hebben aangestoken was niet aanwezig. Hij beroept zich vooralsnog op zijn zwijgrecht, maar zal volgens zijn advocaat later wel een verklaring afleggen.
Jerrycans
Een derde aanwezige verdachte had gehoopt vrijdag vrij te komen, maar blijft net als de anderen in voorlopige hechtenis. Adil A. was volgens het OM betrokken bij de voorbereidingen van de aanslag. Om de ex-vriendin van Moshtag B. te raken, had hij bruidsjurken willen stelen en doorverkopen, aldus zijn advocaat. „Hij wilde niet kapotmaken, maar verdienen.”
Toen het plan bleek om de zaak in brand te steken, waar hij 1.500 euro voor zou krijgen, trok hij zich terug. Op zaterdag 1 december stonden de andere uitvoerders tevergeefs op Adil A. te wachten. Agenten hielden de twee staande en troffen in hun bus onder meer veertien jerrycans met benzine en zwaar vuurwerk aan. Ze kwamen weer vrij en reden een week later alsnog naar de Tarwekamp.
Wat daar vervolgens gebeurde, is moord, aldus het OM in de verdenking: het met voorbedachten rade doden van mensen. Onder de aanwezige advocaten van de verdachten klonk vrijdag verbazing over die verdenking, omdat de verdachten alleen de winkel zouden hebben willen raken.
Het duurt nog even voordat de rechter tot een conclusie komt: het onderzoek naar de brand en de explosie wordt naar verwachting in de zomer afgerond, waarna in het najaar de inhoudelijke behandeling van de strafzaak begint.
Lees ook
Na de explosies slapen sommige bewoners van de Tarwekamp nog met hun kleding aan
In Oud-IJsselmonde kijken de bewoners er al niet meer van op. Forenzen die op de vouwfiets of elektrische step de wijk binnenrijden, daar hun vervoersmiddel in de auto laden en wegrijden. Om het tafereel later op de dag te herhalen, dan in de omgekeerde richting. En wederom zonder langs een parkeermeter te hoeven.
Sinds in december aan de andere kant van de snelweg, onder de tunnel door, betaald parkeren is ingevoerd, ziet Anneke Janssen auto’s voor de deur die ze niet kan thuisbrengen. „Van mensen die dáár wonen en hier hun auto neerzetten. Of schoonmaakbusjes die opeens in de straat staan. Ik snap het wel”, zegt ze, „maar wij zijn er de dupe van.”
De betaalgrens deelt de Koninginneweg in Rotterdam-Zuid – een kilometerlange straat waar de Feyenoordvlaggen voor de ramen hangen – in tweeën. De gemeente voert overal binnen de ring betaald parkeren in. Deze buurt – verscholen achter een van de drukste stukjes snelweg van Nederland, de A16 bij de Van Brienenoordbrug – valt daar net buiten.
Wonder
En dus gebeurt daar precies wat de bewoners hadden voorzien. Het loopt op deze vrijdag tegen het eind van de middag en de auto’s staan op de stoep, in de voortuinen en op het pleintje bij de glasbak.
Janssen heeft haar Ford Focus zojuist achteruit een doodlopend straatje ingestoken. Ze heeft haar dochter opgehaald van de kinderopvang. „Het is volgens mij geen officiële parkeerplek, maar er staat geen bord dat het niet mag. In mijn eigen straat kan ik ’m niet meer kwijt.”
Geen wonder dat het hier drukker is geworden, vindt de buurtbewoonster. „Er is gewoon een lijn getrokken. Die kant wel, deze kant niet. Ze hadden het beter in de hele straat kunnen invoeren.”
Waterbedeffect
Het aantal betaalde parkeerzones in Nederland neemt een vlucht. In twee jaar tijd nam het aantal plekken waarvoor je moet betalen met een kwart toe, blijkt uit cijfers die EenVandaag opvroeg. Daarbij gaat het allang niet meer alleen om stadscentra en winkelgebieden, maar ook steeds meer om woonwijken aan stadsranden en in middelgrote gemeenten.
Gemeenten kunnen niet anders, menen ze. In minder dan tien jaar tijd kreeg Nederland ruim een miljoen auto’s erbij. Ruimte is schaars en zonder regulering slibben steden dicht. „Het draait altijd om het beheersbaar houden van gebieden”, zegt Giuliano Mingardo, stedelijk onderzoeker aan de Erasmus Universiteit. „Als het te druk wordt, moet je ingrijpen.”
Vrijwel overal gaat de invoering van betaald parkeren gepaard met een zogenoemd waterbedeffect. Automobilisten wijken uit naar aanpalende buurten waar ze wél gratis kunnen parkeren, waardoor daar de parkeerdruk oploopt. Tot bewoners gaan klagen, het gemeentebestuur besluit te handelen en ook in díé wijk betaald parkeren invoert.
Opzadelen
In Oud-IJsselmonde is men niet eensgezind. Enkele bewoners begonnen een petitie om de wijk bij de betaalde parkeerzone te voegen. „Vervelend dat het nodig is, maar ik heb ’m wel ondertekend”, zegt een man die niet met naam in de krant wil – in de buurtapp kan het volgens hem „best onvriendelijk worden”.
„Rond Feyenoord-wedstrijden stond de wijk ook altijd vol”, zegt hij. „Dat vind ik dan nog wel lollig. Maar als het de hele week door is, is het niet leuk meer.” En dus kan hij wel leven met parkeermeters. „Die paar tientjes vind ik het wel waard om niet iedere dag te hoeven zoeken waar ik mijn auto kwijt kan.”
Daar denken buurtgenoten anders over. Een tegenpetitie, die zich uitspreekt tégen betaald parkeren, heeft de andere petitie inmiddels ingehaald. De overlast is weliswaar verergerd, zeggen die ondertekenaars, maar er was altijd al te weinig parkeerplek. Hier ook betaald parkeren invoeren, zou bewoners alleen maar opzadelen met de kosten.
Het oude terrein van de Keilewerf langs de Keileweg en de Vierhavensstraat in Rotterdam ligt precies langs de grens tussen betaald of gratis parkeren. Foto Folkert Koelewijn
Melkkoe
De parkeermaatregel is, op z’n zachtst gezegd, niet populair. Bij raadgevende referenda in onder meer Amersfoort en Haarlem werd met grote meerderheden tegengestemd. „Niemand vindt het leuk om opeens te moeten betalen, dat is logisch”, zegt Mingardo. „Maar gemeenten doen het niet om mensen te pesten.”
Betaald parkeren is volgens hoogleraar transportbeleid Bert van Wee (TU Delft) voornamelijk gericht op de bezoeker. De bewoners zelf kunnen meestal voor een paar tientjes per maand een parkeervergunning aanschaffen. „Vergeleken met de prijs die anderen betalen, is dat niks. Je hebt het er met een paar uurtjes uit.”
Dat sommige automobilisten alsnog liever uitwijken, is volgens Mingardo onontkoombaar. „Als mensen hier moeten betalen, gaan ze nou eenmaal naar de straat erachter.” En, zegt hij, parkeerbeleid „is ook geen exacte wetenschap. Het blijft een beetje trial-and-error. Je kunt het nooit helemaal dicht regelen”.
Als het te druk wordt, moet je ingrijpen
Doorgaans is het een kwestie van tijd voor het beleid vruchten afwerpt, zegt Van Wee. „Van tevoren zien mensen vooral de nadelen. Daarna, blijkt uit alle onderzoeken, gaan mensen ook de andere kanten zien: er komen minder auto’s, het wordt leefbaarder. Dan worden mensen vaak veel positiever.”
In IJsselmonde is men nog niet overtuigd. „Ik merk zelf geen voordeel”, zegt Jan Slootweg vanuit de deuropening van zijn huis, pal aan de ‘verkeerde’ kant van de snelweg. „We zijn nu drie maanden onderweg en de parkeerdruk is niet afgenomen. Je straat regelmatig een paar straten verderop. Alleen moet je er nu voor betalen.”
Het oude terrein van de Keilewerf ligt precies langs de grens tussen betaald of gratis parkeren. Veel auto’s worden hier voor lange duur geparkeerd.Foto Folkert Koelewijn
In het Rotterdamse Schiebroek-Zuid bezuinigt een jonge moeder op vlees en cornflakes, terwijl een antroposofische postbode in de Archipelbuurt in Den Haag nooit met vliegvakantie gaat, om de dure boodschappen te kunnen betalen. In het Zeeuwse Kwadendamme laten kinderen de lolly’s liggen, en in Amersfoort-Vathorst ontdekt een man na een hartinfarct dat gezonde voeding duur is.
Dat we minder boodschappen krijgen voor hetzelfde geld, merkten de mensen die NRC sprak allemaal. Maar de concessies die zij doen verschillen.
NRC volgt in 2025 drie stadswijken en een dorp die min of meer representatief zijn voor Nederland. We worden kind aan huis in een negentiende-eeuwse wijk in Den Haag, een Vinex-wijk in Amersfoort, een dorp in Zeeland en een kwetsbare buurt in Rotterdam.
In januari vroegen we inwoners naar hun verwachtingen voor het nieuwe jaar en in februari naar hun noodpakket. Nu willen we weten: welke boodschappen doen mensen nu de prijzen nog altijd stijgen?
RotterdamSchiebroek-Zuid
Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger: 36.400 euro Koopwoningen: 47 procent Gemiddelde woningwaarde: 249.000 euro Grootste leeftijdsgroep: 25- tot 45-jarigen (29 procent van de inwoners)
In een rechte lijn loopt Clenise Mendes (28) naar een schap achterin. Ze grijpt een pak met twee rollen keukenpapier van de onderste plank. „Servetten”, zegt ze. „Die gaan bij mij altijd heel snel op.” Een paar stappen verder de flessen oranje sap op diezelfde plank, twee stuks. „Tropical. De kleine is daar dol op. Je kan het aanmaken met water.” Rikelme is vijf jaar. Alleen nog blikjes tonijn voor in de spaghetti, dan staat ze bij de kassa.
Eerst deed Clenise haar boodschappen eens per week, de hele stad ging ze ervoor af. Bij de „Afrikaanse winkeltjes” rond het Kruisplein in het centrum van Rotterdam kocht ze zonnebloemolie, rijst en melkpoeder. Nu ze zwanger is, winkelt ze in de straat waar ze woont. Bij supermarkt Mediteranee, „lekker dichtbij en ook niet duur”. Ze haalt alleen wat ze echt nodig heeft.
Foto Hedayatullah Amid
De cornflakes die Rikelme het liefst voor zijn ontbijt heeft, koopt ze niet meer. Ze ontbijten met boterhammen en thee. Voor het slapengaan drinken ze warme melk, gemaakt van de poeder. Geen toetjes meer, bijna geen vlees. Wel nog kip, maar minder. Alles werd duurder. „Ik kocht altijd van die kippenpootjes, nu alleen nog hele kip.” Afgelopen zondag kookte ze pasta met kip en tomatensaus. Maandag aten ze daar ook van en dinsdag kon het nog voor lunch. Ze heeft een uitkering en ook haar man heeft nu even geen werk. „Hij is net thuisgekomen uit Kaapverdië.” Voor de voedselbank komen ze niet in aanmerking, hoorde ze. „We komen wel rond hoor.”
Sinds woensdag vast ze, maar niet zoals veel mensen in supermarkt Mediteranee vanwege ramadan. Ze is van huis uit rooms-katholiek en toen ze op zichzelf ging wonen heeft ze zich erin verdiept. „We vasten veertig dagen. Doordeweeks eten we geen vlees, op vrijdag niets en in het weekend mag je het zelf weten. Daarna is het Pasen.” Ze bezoeken de Onze Lieve Vrouw van de Vrede-parochie, een plek waar Portugees sprekende katholieken samenkomen.
Hun huis is op driehoog, de woonkamer is licht en ruim, er zijn twee slaapkamers. Met sokken in slippers zit zij nu ontspannen op de bank, haar zoon springt vrolijk door het huis. Clenise ging jong het huis uit. „Ik had problemen thuis, dat was niet goed voor mijn mentale gezondheid.” Onder begeleiding leerde ze in een woning in Rotterdam-Zuid op eigen benen staan. Toen ze tijdens haar mbo-studie (helpende zorg en welzijn) zwanger raakte, kreeg ze een woning in Schiebroek-Zuid.
Blijft ze hier wonen, met haar man en kinderen? Als de baby een jongen is, wel. Dan deelt hij een kamer met Rikelme. Als het een meisje is, „kan je ze moeilijk bij elkaar leggen”. Ze zag woningen een paar metrohaltes verderop. Die zijn praktischer ingedeeld, zegt ze. En het is er rustig, „daar houd ik van”.
Den HaagArchipelbuurt
Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger: 72.400 euro Koopwoningen: 54 procent Gemiddelde woningwaarde: 639.000 euro Grootste leeftijdsgroep: 45- tot 64-jarigen (30 procent)
Postbode Antoon Bekken (62) is klaar met zijn dagelijkse ronde in de Archipelbuurt in Den Haag en nu doet hij boodschappen bij Odin in de Bankastraat, de biologische foodcoop. Er gaan winterwortelen in zijn karretje, koolrapen, uien, knoflook, allemaal onverpakt en op biologisch-dynamische wijze geproduceerd door boeren uit de buurt. Hé, de melk is bijna over datum, de met lactobacillus acidophilus aangezuurde volle melk van Demeter, en kost nu 25 procent minder dan de normale 2,95 euro voor een liter. Antoon Bekken neemt drie pakken en nee, hij is niet bang dat die melk straks bedorven is. „Die kun je over een maand nog drinken.”
Hij woont met een groepje oudere antroposofen in de voormalige Rudolf Steinerkliniek aan de rand van de Archipelbuurt. Bij een kopje kruidenthee in de gemeenschapskamer vertelt hij dat hij „zelfs weleens vegaburgers” koopt als die bijna over datum zijn, hoewel hij er niet van houdt, zo moeilijk vindt hij het als „kostbaar voedsel” wordt weggegooid. En zijn vrouw? „O, die eet mijn eten niet. Ze vindt het te vet. Zij houdt” – hij lacht alsof hij een grap vertelt – „van máger”. Haar boodschappen komen bij Albert Heijn vandaan en ze kookt elke avond haar eigen potje. Alleen hun brood delen ze, volkoren speltbrood van Demeter. „Aan twee sneden heb je genoeg, zo voedzaam is het.”
Voor Antoon Bekken (62) heeft gezond en met respect voor de natuur geproduceerd voedsel een „zeer hoge prioriteit”, waar hij graag voor betaalt. Foto’s Bart Maat
Een katholieke jeugd in Brabant, een opleiding tot botanisch analist in Wageningen, daarna zang aan het conservatorium in Den Haag. „Niet afgemaakt”, zegt hij. „Ik zat niet goed in mijn lijf. Ik wist niet wie ik was.”
Hij ging Rudolf Steiner lezen en euritmie (danskunst) doen in het antroposofische cultuur- en ontmoetingshuis in de Riouwstraat, om de hoek bij Odin. De vrouw met wie hij na lange jaren trouwde was zijn docent. En al die tijd verdiende hij zijn geld met schoonmaken, met werken in de natuurwinkel (toen nog geen Odin), met postlopen. Sinds vijf jaar doet hij dat fulltime en hij vindt dat „heel fijn”. Hij weet inmiddels ook wie hij is: een man voor wie gezond en met respect voor de natuur geproduceerd voedsel een „zeer hoge prioriteit” heeft en die er graag voor betaalt.
Bij Odin rekent hij voor zijn half gevulde karretje 139,33 euro af, inclusief 12,60 euro aan kooppunten en 15 procent ledenkorting. Oké, tussen de wortelen en knollen liggen potjes dagcrème en lotion van Dr. Hauschka – „voor na het scheren” – en die zijn niet goedkoop. De gedroogde mangoschijven van Horizon zijn ook niet goedkoop. „Maar ze hebben zo veel méér smaak dan die van Albert Heijn, ook de biologische!” En wat ook zo is: zijn vrouw en hij hebben geen auto. Aan vliegvakanties doen ze niet. Al gaat hij in juni wel met het vliegtuig naar Italië, want dan trouwt zijn neefje.
BorseleKwadendamme
Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger: 36.400 euro Koopwoningen: 72 procent Gemiddelde woningwaarde: 317.000 euro Grootste leeftijdsgroep: 45- tot 65-jarigen (30 procent)
In het Zeeuwse Kwadendamme hebben ze in de week dat NRC langskomt carnavalsvakantie. Het is een van de eerste lenteachtige dagen van het jaar, en de kinderen stromen uit hun huizen. Overal zijn ze: in de bomen, op de voetbalveldjes, steppend over de stoep.
Op de parkeerplaats van de Spar van Tom Verbeek, „de Tom”, hangen de restanten van het carnavalsfeest nog in een buxushaagje. Confettislingers. Een groepje kinderen komt zonder ouders aangefietst. De achtjarige in een trainingspak van de lokale club heeft een losse euro in zijn broekzak. In zijn hand heeft hij nog een troef: een plastic tas met drankverpakkingen die hij inwisselt voor het statiegeld.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Rosa (20) en Ronald (22) wonen thuis en maken zich niet zo druk over de dure boodschappen.
Foto Wouter Van Vooren
” data-figure-id=”0″ data-variant=”row”><img alt data-description="Rosa (20) en Ronald (22) wonen thuis en maken zich niet zo druk over de dure boodschappen.
Rosa (20) en Ronald (22) wonen thuis en maken zich niet zo druk over de dure boodschappen.
Foto’s Wouter Van Vooren
Daar kiezen ze allemaal iets voor uit: blikjes cassis van het huismerk, een Milka-reep met biscuit en ook nog chocoladekoeken. Straks gaan ze voetballen, maar eerst eten en drinken ze alles op naast de schuifdeuren van de Spar.
Ze horen hun ouders weleens over de dure boodschappen, zeggen ze, maar zelf zijn ze ook gedupeerd. De lolly’s, daar draait het om. De „tongkleurende kauwgomknotsen” van Candyman Mac Bubble. Die kopen de kinderen van het Zeeuwse Kwadendamme nu dus veel minder. Vroeger deed je het zo: je nam een leeg blikje mee van huis en dat leverde je in, daar kreeg je 15 cent voor en daarmee kocht je een lolly. Alleen, ze zijn in prijs verhoogd, sinds kort kosten ze 25 cent. „Nu koop ik losse snoepjes”, zegt de jongen in het trainingspak.
De kinderen zijn bezig met de waarde van geld. Misschien is dat doordat er in deze omgeving veel klusjes voor ze zijn. Vanaf een jaar of dertien gaan sommigen al aan de slag in de alom aanwezige fruitteelt, of ze wassen vrachtwagens voor de transportbedrijven.
Twintigers Rosa en Ronald lopen hand in hand langs de schappen. Ze wonen thuis, maar werken wel al. Over geld maken ze zich voorlopig geen zorgen. Rosa (20) werkt met dementerenden en Ronald (22) is timmerman. „Je hoort mensen er wel over”, zegt Rosa, „dat alles meer kost”. Ronald merkt dat materiaal duurder is, dat hij meer moet vragen voor zijn werkzaamheden. Het koppel is onderweg naar Breskens voor een nachtje weg, en ze kopen nog snel een oplader –„vergeten”–, een fles wijn en Mentos.
Alle andere mensen die NRC spreekt in de Spar hebben wel iets in hun koopgedrag aan moeten passen vanwege de hogere prijzen. Velen gaan voor het gros van de boodschappen naar de verderop gelegen Lidl. Janneke van Gigch (40) ging daar altijd al heen, maar probeert dat om benzine te sparen nog hooguit eens per week te doen. „Scheelt toch weer.”
Janneke van Gigch (40) probeert maar eens per week naar de winkel te rijden – scheelt benzine. De dure grana padano-kaas hebben Sandra Claeijs (rechts) en haar vriendin weer teruggelegd. De dure grana padano-kaas hebben Sandra Claeijs (rechts) en haar vriendin weer teruggelegd. Foto’s Wouter van Vooren
Twee vriendinnen hebben de grana padano-kaas voor vanavond weer weggelegd. „Die kost 6 euro”, roept Sandra Claeijs verbaasd uit. In plaats daarvan hebben ze goedkope geraspte variant in hun mandje. „Ik ben meestal niet prijsbewust, maar nu wel.” Een andere klant eet haar pasta tegenwoordig zonder kaas.
Voordat Tom Verbeek filiaalhouder werd runde zijn vader de winkel bijna veertig jaar. Dat de keten hoge prijzen hanteert maakt het niet gemakkelijk, en dat hij sinds vorig jaar geen sigaretten meer mag verkopen kost inkomsten. Ja, hij maakt zich zorgen.
In deze kleine supermarkt komen mensen vooral nog als ze iets vergeten zijn, zegt een jonge vrouw met een bakje satésaus in haar hand. Sommige andere inwoners doen hun weekboodschappen wel hier, een daad uit gemeenschapszin. Een man met een fles witte wijn in de ene en een fles rosé in de andere hand – voor straks in de tuin – vindt dat dorpsbewoners het aan de winkel verplicht zijn om hier alles in te slaan. „Alleen van hier en daar een vergeten banaan gaan ze het niet redden.”
AmersfoortVathorst-De Laak
Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger: 52.200 euro Koopwoningen: 64 procent Gemiddelde woningwaarde: 491.000 euro Grootste leeftijdsgroep: 30- tot 39-jarigen (29 procent)
„Let maar eens op de kop van de stellingen”, zegt Edo Sweijd (69), die in de Lidl in het gangpad richting uitgang op z’n gemakje de boodschappen van kar naar tas overhevelt. „Op de kop staan de verleidingen. Zout, zoet, alcohol. En de kunst is” – hij werpt nog een blik op het etiket van een zojuist aangeschaft pak rijstwafels – „om die te laten staan”.
Zijn volle boodschappenkar – „genoeg voor meer dan een week” – is er eentje om trots op te zijn. Bijna louter gezonde producten. Kip, prei, yoghurt, walnoten, havermout, mandarijnen. En twee flinke trays eieren, apart gezet. Voor ’s avonds op de bank. Hardgekookt. In plaats van een bakje chips. En néé, geen zout erop. „Dat is een killer.” Puur om ’s avonds toch nog wat te knabbelen te hebben. Net als die rijstwafel. „Heb je toch even dat geknaag.”
Sweijd loopt nu heel anders door de supermarkt dan een paar jaar geleden. Toen kon-ie al die verleidingen nog niet weerstaan. Friet, chips, bier. Dat signaal van ‘oh, de friet is ook zowat op’ kwam echt „van binnenuit”. Friet, minstens één keer per week. Want friet, „waar niet?” Zo’n 23 jaar geleden kwam hij als één van de eerste bewoners in Amersfoort-Vathorst wonen en toen wás er in deze nieuwbouwwijk alleen maar een frietkar. Pas later kwam de eerste supermarkt.
Maar twee jaar geleden „ging alles op z’n kop”. Sweijd was op weg naar zijn werk, hij was klusjesman en conciërge bij een huisartsenpraktijk. Maar hij voelde zich al niet zo lekker en eenmaal aangekomen wist hij: dit is pijn van de buitencategorie. „Alsof iemand een houten pen zó in mijn borstbeen wilde rammen.” De huisarts bestelde direct een ambulance en zei tegen Sweijd: ‘jij ondergaat op dit moment een hartinfarct’.
Edo Sweijd (69) probeert sinds zijn hartinfarct gezond te eten, maar dat is wel duurder, merkt hij.
Foto’s Dieuwertje Bravenboer
In het ziekenhuis werd hij gedotterd. Hij kreeg een stent – „ik heb alles bij volle bewustzijn meegemaakt” – en al na drie dagen mocht hij het ziekenhuis verlaten. Maar toen begon het pas. Hartrevalidatie, coaches, een lotgenotengroep. „Bij zo’n groep besefte ik mijn geluk, want er zaten ook mensen die twee weken in coma hebben gelegen en opnieuw hebben moeten leren praten.”
Angst heeft hij niet gevoeld, maar Sweijd besefte wel: het roer moest om. „Vanwege hoge bloeddruk en dit” – wijzend naar zijn buik. Alles wat „fout” is ging de keuken uit. „Chips – ik hou van bolognese – eruit! De kist met bier – er uit!” Alle keukenkastjes moesten opnieuw ingericht en met hulp van een diëtist werkte hij samen met zijn vrouw aan een nieuwe leefstijl. En dat is experimenteren. Recepten delen met elkaar. Nieuwe menuutjes. „Alleen zou ik het niet trekken.”
Dat zouteloos eten was in het begin „verschrikkelijk” maar na zo’n drie weken ben je eraan gewend. „Als ik nu iets zoutigs eet is ’t: gádverdamme.” En Sweijd loopt nu heel anders door de winkel. Bij elk product kijkt hij naar de ingrediënten. En dan ziet hij: fabrikanten stoppen álles vol met suiker en zout. „Ik was ook met alcohol gestopt en dacht: dan maar 0.0. Maar nee, dat blijkt een suikerbom te zijn!”
Mínder eten, ook dat hoort erbij. En hij merkt het aan z’n lijf: de broek zit minder strak, hij voelt zich minder opgeblazen en er zijn wat pondjes af.
Maar wat Sweijd óók heeft geleerd: je mag jezelf af en toe best verwennen. Hij geniet van een boterham met hagelslag én pindakaas én sambal. „Taartje bouwen, zoet en scherp bij elkaar. Heerlijk!” . Een dikke plak kaas. „En kijk” – Sweijd pakt uit z’n tas een Leffe-biertje. Al die „foute dingen” propt hij in één dag: ‘foute zaterdag’. „Juist dat helpt me om gemotiveerd te blijven.”
Alleen, gezond eten is wel duurder. Voor deze boodschappen was Sweijd – hij checkt de bon – 114,24 euro kwijt. Een jaar geleden was hij voor dezelfde kar zo’n „85 à 90 euro” kwijt. „Je moet het maar kunnen ophoesten.” Zelfs in deze wijk, met veel tweeverdieners, hoort hij over de prijsstijgingen als gevolg van de inflatie de laatste tijd best veel geklaag.
Moshtag B. heeft „enorm veel spijt” van de brand en explosie aan het Haagse Tarwekamp eind vorig jaar. Dat er zes doden vielen, dat een achtjarig jongetje zijn vader, moeder en zus verloor en dat een deel van een appartementencomplex instortte en een ander deel tot de dag van vandaag onbewoonbaar is, het was allemaal niet de bedoeling. „Het is volledig uit de hand gelopen”, zei B. vrijdagmiddag tijdens de eerste zitting van de strafzaak tegen hem en drie andere verdachten. „Ik hoop”, zei hij, dat de nabestaanden „me op den duur willen vergeven”.
Tijdens de pro-formazitting bleek dat B. heeft bekend dat hij opdracht gaf om de bruidswinkel van zijn ex-vriendin in Den Haag in brand te steken. Hij zou wraak hebben willen nemen omdat ze volgens hem zou zijn vreemdgegaan. De twee mannen die hij daarvoor inhuurde zouden volgens het Openbaar Ministerie (OM) bijna tweehonderd liter brandstof door de winkel hebben uitgegoten. Dat staken ze vervolgens aan met zwaar vuurwerk.
Een van de brandstichters beroept zich op zijn zwijgrecht, maar zal later wel een verklaring afleggen
De dampen van de brandstof en het vuurwerk zouden vervolgens voor zó’n grote druk hebben gezorgd, dat om kwart over zes ’s ochtends een explosie volgde en het pand instortte. Direct ontstond een grote vuurzee. Een van de eerste politieagenten die de straat in kwam rijden zag „hevige rook”, las de officier van justitie diens verklaring voor. „De straat lag bezaaid met brokstukken en brandjes.”
„Dat het zo erg uit de hand zou lopen” was niet de bedoeling, zei een van de mannen die er door het OM van wordt verdacht de brand te hebben aangestoken. „Het is heel erg wat er is gebeurd”, aldus deze Ilias B. Hij is naar eigen zeggen nog steeds „geshockeerd”. De andere man die de brand zou hebben aangestoken was niet aanwezig. Hij beroept zich vooralsnog op zijn zwijgrecht, maar zal volgens zijn advocaat later wel een verklaring afleggen.
Jerrycans
Een derde aanwezige verdachte had gehoopt vrijdag vrij te komen, maar blijft net als de anderen in voorlopige hechtenis. Adil A. was volgens het OM betrokken bij de voorbereidingen van de aanslag. Om de ex-vriendin van Moshtag B. te raken, had hij bruidsjurken willen stelen en doorverkopen, aldus zijn advocaat. „Hij wilde niet kapotmaken, maar verdienen.”
Toen het plan bleek om de zaak in brand te steken, waar hij 1.500 euro voor zou krijgen, trok hij zich terug. Op zaterdag 1 december stonden de andere uitvoerders tevergeefs op Adil A. te wachten. Agenten hielden de twee staande en troffen in hun bus onder meer veertien jerrycans met benzine en zwaar vuurwerk aan. Ze kwamen weer vrij en reden een week later alsnog naar de Tarwekamp.
Wat daar vervolgens gebeurde, is moord, aldus het OM in de verdenking: het met voorbedachten rade doden van mensen. Onder de aanwezige advocaten van de verdachten klonk vrijdag verbazing over die verdenking, omdat de verdachten alleen de winkel zouden hebben willen raken.
Het duurt nog even voordat de rechter tot een conclusie komt: het onderzoek naar de brand en de explosie wordt naar verwachting in de zomer afgerond, waarna in het najaar de inhoudelijke behandeling van de strafzaak begint.
Lees ook
Na de explosies slapen sommige bewoners van de Tarwekamp nog met hun kleding aan