Drie maanden geleden kwam er na 24 jaar een einde aan het regime van de Syrische president Assad. Na een lange periode van burgeroorlog leek de toekomst in Syrië rooskleurig, maar vorige week laaide het geweld weer op. Verslaggever Cosette Molijn sprak met vluchtelingen die vertelden dat burgers het doelwit waren van brute moorden. Wat zegt de geweldsexplosie over de toekomst van Syrië?
Heb je vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].
Het kabinet geeft de Stichting Gelijkwaardig Herstel, die de ‘methode-Laurentien’ ontwikkelde, een centrale rol in de afhandeling van de toeslagenaffaire. Hiermee geeft het kabinet grotendeels gehoor aan de aanbevelingen van een spoedcommissie onder leiding van oud-Tweede Kamerlid Chris van Dam. Die adviseerde in januari om de hersteloperatie voortvarender aan te pakken. Wel blijft het kabinet volhouden dat het de hersteloperatie voor alle ruim 41.000 gedupeerden in 2027 afgerond wil hebben.
Dat is opvallend, omdat de commissie deze doelstelling als ‘niet haalbaar’ bestempelde. Ze adviseerde het kabinet daarom om de „heilige belofte” los te laten. Zelfs al zou het kabinet alle aanbevelingen van de commissie opvolgen, dan nog zou het zeker vijftien tot twintig jaar duren voordat de hersteloperatie volledig is afgerond.
Het kabinet wil de hersteloperatie sneller en slimmer maken. De methode van de Stichting Gelijkwaardig Herstel vormt voortaan de basis. Daar komt een nieuwe methode bij. Met hulp van een advocaat kunnen ouders zelf een onderbouwing aanleveren waarin zij de geleden schade aannemelijk maken. Voor situaties die te complex blijken voor deze twee methodes, komt er een aparte commissie. Dat is wel in lijn met aanbevelingen van de commissie-Van Dam.
De afhandeling van bezwaren hoopt het kabinet te versnellen door in dossiers van gedupeerden – „daar waar mogelijk” – minder privacygevoelige gegevens weg te lakken. Ook kunnen er komende maanden extra medewerkers worden ingezet.
Methode-Laurentien
De keuze om de ‘methode-Laurentien’ zo’n centrale rol te geven, is niet onomstreden. Deze aanpak, die prinses Laurentien van Oranje ontwikkelde met betrokkenen, werd vorig jaar stevig bekritiseerd door ambtenaren van het ministerie van Financiën. Zo zou de aanpak ruimhartiger zijn dan de compensatiemethode van het ministerie zelf, waardoor de kosten tot 3,1 miljard euro hoger uitvielen dan gedacht. Betrokkenen bij de methode-Laurentien zouden zich verzetten tegen controle van compensaties.
Bovendien bleek de band tussen het ministerie van Financiën en de stichting, specifiek met prinses Laurentien, moeizaam. Zo zou de stichting vorig jaar hebben gedreigd met een rechtszaak toen onderhandelingen over een grotere rol binnen de hersteloperatie dreigden vast te lopen. Dat bleek uit appverkeer van ambtenaren waar NRC onlangs over berichtte. Prinses Laurentien stopte vorig jaar als voorzitter van het bestuur van de stichting, nadat er verhalen verschenen over grensoverschrijdend gedrag.
Maar de commissie-Van Dam had vooral kritiek op de te controlerende houding van het ministerie van Financiën. Ze adviseerde daarom dat het ministerie zich zoveel mogelijk terugtrekt bij het vaststellen van de schade.
Het is nog de vraag in hoeverre de Stichting Gelijkwaardig Herstel in staat is om de vele extra aanvragen af te handelen. In oktober vorig jaar was de stichting nog niet in staat om op te schalen, toen voormalig staatssecretaris Nora Achahbar (Toeslagen, NSC) dat van hen vroeg. De stichting haalt de eigen doelstellingen voor het aantal af te handelen dossiers op dit moment niet.
Het kabinet wil deze plannen komende anderhalve maand samen met gemeenten en ouders verder uitwerken.
De Europese voorstellen voor hogere defensie-uitgaven en het soepeler omgaan met begrotingsregels moeten „tijdelijk en gericht” zijn en de financiële stabiliteit niet in gevaar brengen. Dat schrijft het kabinet vrijdag in een Kamerbrief over de in de Tweede Kamer aangenomen motie-Eerdmans, waarin de Nederlandse regering werd opgeroepen zich tegen het zogeheten ReArm Europe-plan van de Europese Commissie te keren. Het kabinet schrijft nu dat het de motie „deels wel” en „deels niet” gaat uitvoeren.
Binnen de regeringscoalitie ontstond de afgelopen dagen een crisissfeer omdat drie van de vier coalitiepartijen (PVV, NSC en BBB) dinsdag de motie-Eerdmans steunden en daarmee premier Dick Schoof in verlegenheid brachten. Schoof had vorige week op een EU-top namelijk al ingestemd met de contouren van het ReArm Europe-plan, waarin flexibeler met de begrotingsregels wordt omgesprongen zodat het voor lidstaten makkelijker wordt om meer geld aan defensie uit te geven. Onderdeel van het plan zijn ook leningen aan lidstaten ter waarde van maximaal 150 miljard euro, een soort ‘eurobonds’ waarvoor de EU-landen gezamenlijk garant staan.
Lees ook
Hoe de motie van Eerdmans Dick Schoof én Pieter Omtzigt met een enorm probleem opzadelde
Schoof, die komende week op een volgende EU-top verder over het plan moet onderhandelen, voelde zich door de aangenomen motie in een onmogelijke positie gebracht en eiste meer onderhandelingsruimte van zijn eigen coalitie. Die heeft Schoof getuige de inhoud van de Kamerbrief gekregen, want daarin staan vooral kanttekeningen die Nederland bij de eerste onderhandelingsronde in Brussel al richting andere EU-landen heeft gemaakt. Uit de brief wordt echter ook duidelijk dat het kabinet rekening wil houden met de gevoeligheden bij coalitiepartners PVV, NSC en BBB.
Structurele uitdaging
Zo noemen de bewindslieden defensie een „structurele uitdaging die om structurele financiering vraagt”. Ze schrijven ook: „Schulden bieden daarvoor niet de oplossing.” De voorstellen van de Europese Commissie, die nog verder moeten worden uitgewerkt, zal het kabinet „scherp en stevig” beoordelen. Als de uitgewerkte voorstellen er liggen, zal het kabinet per geval bekijken of Nederland in de EU tegen zal stemmen – bijvoorbeeld in het geval van daadwerkelijke eurobonds – of zich zal onthouden van stemming. Overigens kan Nederland de voorstellen van ReArm Europe niet tegenhouden omdat steun van de meerderheid van de lidstaten voldoende is.
De kabinetsreactie op de aangenomen Kamermotie laat zien dat Nederland ervoor wil zorgen dat de Europese financieringsvoorstellen niet te flexibel worden, zoals andere lidstaten al hebben bepleit. Het kabinet benadrukt dat landen alleen een versoepeling van de begrotingsregels voor defensie kunnen krijgen voor een periode van vier jaar, in „uitzonderlijke omstandigheden” en „op voorwaarde dat de schuldhoudbaarheid op de middellange termijn niet in gevaar komt”. Ook wil het kabinet dat de extra uitgaven echt alleen aan defensie kunnen worden besteed, en niet aan andere doeleinden zoals infrastructuur.
Onderzoekers in Nederland zijn de afgelopen week gewaarschuwd voor een vragenlijst afkomstig van de Amerikaanse Geologische Dienst (US Geological Survey, USGS). De lijst bevat 36 vragen, en wil bijvoorbeeld weten of de organisatie waaraan de onderzoeker is verbonden, werkt met „communistische, socialistische of totalitaire partijen”, of het onderzoeksproject „gepaste maatregelen” neemt om „te beschermen tegen gender ideologie” en of het project „meetbare voordelen heeft voor Amerikaanse industrieën, personeel of economische sectoren”.
De lijst maakt onderdeel uit van de nieuwe lijn die onder de Amerikaanse president Trump is ingezet. Hij wil miljarden bezuinigen op wetenschappelijk onderzoek, onder andere op het gebied van klimaat, gender, gezondheid en milieu. Ook worden onderzoeksaanvragen doorgelicht op ‘problematisch taalgebruik’ rond diversiteit, gelijkheid en inclusiviteit.
De vragenlijst zat in een e-mail die een medewerker van de USGS op 5 maart heeft verstuurd naar twee wetenschappers van Wageningen University & Research (WUR). Zij werken met de USGS samen in een project dat met satellieten de toestand van bossen monitort, en alarmeert in geval van ontbossing.
De e-mail meldt dat de USGS opdracht heeft gekregen van het United States Office of Management and Budget (OMB) om antwoorden op de vragen te verzamelen. Het OMB is het grootste onderdeel van de dienst – de Executive Office – die de Amerikaanse president ondersteunt bij zijn werkzaamheden. In de e-mail wordt de onderzoeker verzocht de antwoorden vóór 11 maart terug te sturen. „We hebben geen reden aan te nemen dat de e-mail niet echt is”, laat een woordvoerder van de WUR weten.
Gewaarschuwd
Vanuit de Wageningse universiteit is de e-mail binnen een dag verspreid naar onderzoeksdirecteuren, en hoofden van universiteitsbeleid en -strategie aan andere universiteiten in Nederland. Daar zijn medewerkers vervolgens gewaarschuwd voor de e-mail, met het advies de vragenlijst niet in te vullen en te waarschuwen als iemand de lijst heeft ontvangen. Ook het bestuur van de Universiteiten van Nederland, de koepelorganisatie van de veertien publieke universiteiten van Nederland, is op de hoogte gesteld van de vragenlijst. „We zijn aan het inventariseren wie de e-mail inmiddels allemaal hebben ontvangen”, laat een woordvoerder weten.
Volgens voorzitter Caspar van den Berg van de koepelorganisatie tekent de vragenlijst „het verslechterende klimaat voor vrije wetenschapsbeoefening in de VS. Dat raakt ook Nederlandse universiteiten en onderzoekers. Het onderstreept hoe belangrijk het is dat we met z’n allen stáán voor de vrije wetenschap.”
Bang voor bepaalde woorden
Appy Sluijs, hoogleraar Paleoceanografie aan de Universiteit Utrecht, zegt dat USGS-collega’s hem de afgelopen weken hebben laten weten dat ze bang zijn om nog bepaalde woorden te gebruiken in mails en op Zoom. „De censuur is waanzinnig”, zegt Sluijs. „Het is alsof je met Sovjetwetenschappers aan het communiceren bent. Ik heb nog nooit zoiets meegemaakt met (inter)nationale collega’s.”
Wout Krijgsman, onderzoeksdirecteur geowetenschappen aan de Universiteit Utrecht, stuurt een bericht door dat hij net heeft ontvangen van een USGS-collega, die anoniem wil blijven. Die schrijft: „Het gaat niet heel goed hier. Er gaat een groot aantal ontslagen vallen bij de USGS. Op het werk wordt alles in de gaten gehouden….”
De lijst die USGS met high priority per mail aan Nederlandse onderzoekers stuurde, doet denken aan de intimiderende mails die het Amerikaanse pseudoministerie voor overheidsefficiëntie DOGE eerder aan Amerikaanse ambtenaren stuurde, met de vraag te verantwoorden wat ze de week ervoor hadden gedaan. De USGS verontschuldigt zich nog een beetje (‘Excuses voor de krappe deadline met deze vragen’), maar gaat dan verder met indringende vragen die binnen een week met ja of nee moeten worden beantwoord, zo nodig met een toelichting:
– Licht je organisatie werknemers regelmatig door op contraterrorisme?
– Kun je bevestigen dat je organisatie geen enkele subsidie heeft ontvangen van de Volksrepubliek China?
– Draagt het project direct bij aan de beperking van illegale immigratie, of het versterken van de Amerikaanse grensveiligheid?
– Kun je bevestigen dat dit geen klimaat- of ‘milieurecht’-project is, of er elementen van bevat?
– Hoeveel beïnvloedt dit project pogingen om schadelijke invloeden tegen te gaan, inclusief China?
– Welke impact heeft dit project op het bevorderen van Amerikaanse invloed en op het vertrouwen en de reputatie onder buitenlandse overheden?
– Beïnvloedt dit project pogingen om Amerikaanse toeleveringsketens te versterken, of zeldzame aardmetalen veilig te stellen?