‘Liefdesverdriet is ook een rouwproces’

‘Het was 2012, ik was twintig en had heel erg liefdesverdriet. Ik woonde toen op de Wallen en ik weet nog dat ik mezelf naar boekhandel Athenaeum sleepte. Ik had niet veel geld, maar ik mocht van mezelf een paar boeken over liefdesverdriet kopen.

Boeken zijn altijd al leidend geweest in moeilijke periodes. Ze geven houvast, troost, herkenning, afleiding. Ik denk dat het vooral gaat over het kunnen opgaan in een andere wereld, andere perspectieven, dat je uit je eigen situatie wordt getrokken of juist herkenning voelt die minder eenzaam maakt. Maar ook gewoon de schoonheid van taal op zichzelf. Dat dubbele, dat voelde ik ook toen heel sterk.

Ik heb altijd iets gehad met de kleur blauw. Ik weet niet precies waarom, maar ik voel me er enorm toe aangetrokken. Dus toen ik die dag Bluets van Maggie Nelson zag liggen, dacht ik meteen: dit boek moet ik lezen. In het begin van het boek heeft het hoofdpersonage nog een relatie, maar langzaam gaat het over verlies, over niet los kunnen laten. En wat me zo raakt aan Bluets, is hoe Nelson speelt met die grens tussen geraakt worden door iets en erdoor geobsedeerd raken.

Wanneer is iets gewoon een fascinatie, en wanneer slaat het om in een obsessie? Die vraag zit heel erg in het boek verweven, hoe ze een verloren liefde niet los kan laten, en juist met dat vasthouden bepaalde aspecten van zichzelf verliest. En dat herken ik

Nelson schrijft erg associatief, fragmentarisch, losse flodders worden aan elkaar gekoppeld. Zo denk en schrijf ik zelf ook. Ik ben iemand die sowieso veel nadenkt, filosofeert over van alles en nog wat. En dat zit in Bluets: het is niet alleen een boek over liefdesverdriet, maar ook over depressie, over melancholie, over schoonheid, over jezelf opnieuw uitvinden na donkere periodes, maar ook over hoe bepaalde dingen je blijven achtervolgen.

Toen ik het nu herlas, had ik geen liefdesverdriet, maar zat ik in een periode van overspannenheid. Dat is natuurlijk heel anders, maar tegelijkertijd zijn er ook veel overeenkomsten. Het gevoel van controleverlies, van veel huilend alleen thuis zitten. En ook weer dat zoeken naar houvast, naar iets wat je even optilt.

Ik heb eerder depressies gehad, en die overspannenheid deed me daar vaak aan terugdenken. Dat gevoel van lusteloosheid, somberte, uitzichtloosheid was hetzelfde en herkende ik deze keer ook veel meer in het boek.

Wat ik ben gaan inzien, is dat liefdesverdriet eigenlijk een soort rouwproces is. En door dit boek opnieuw te lezen, begon ik me te realiseren hoe vaak ik in een soort mildere vorm van liefdesverdriet heb gezeten.

Ik heb een paar grote rouwprocessen meegemaakt in mijn leven, onder andere rondom de dood van mijn moeder. Maar de afgelopen jaren ook in kleinere vormen: vriendschappen die veranderen, mensen die andere paden kiezen. Dat vind ik moeilijk. Ik ben nu 33 en dit is natuurlijk zo’n fase waarin veel mensen kinderen krijgen, de stad verlaten. En ik niet, of nog niet. Dat houdt me bezig. Ik vind het lastig om dingen los te laten, en daar blijf ik soms lang in hangen. En dat is misschien waarom dit boek me al twaalf jaar zo raakt. Omdat het precies dát gevoel vangt: het willen vasthouden van iets wat niet vast te houden is.”