‘Doe normaal of ga weg”, schreef Mark Rutte in 2017. De woorden stonden in een brief gericht aan „Alle Nederlanders”, maar die frase was toch echt voor een specifiek deel van de bevolking bestemd. Voor mensen die – zoals het in diezelfde alinea werd geformuleerd – „onze vrijheid misbruiken om hier de boel te verstieren, terwijl ze juist naar ons land zijn gekomen voor die vrijheid.” Er zat een ‘wij’ en een ‘zij’ in die brief. Een ‘ons’ en een ‘hun’. De lezer moest zelf aanvoelen tot welke categorie die behoorde.
In het drieluik Kinderen van Rutte (VPRO) liet docent maatschappijleer Halil Karaaslan een groep jongvolwassenen die brief herlezen. Ze waren samengekomen in het Johan de Witt College in de Haagse Schilderswijk. Wat hen bond was dat ze daar allemaal ooit les hadden gekregen van Mark Rutte, die er gedurende zijn premierschap ook maatschappijleer doceerde. Ondanks al hun onderlinge verschillen hadden ze nog één ding gemeen: allemaal hadden ze een migratieachtergrond. Ze wisten hoe het was om je soms „alleen te voelen in de samenleving”, dacht de in Polen geboren Roksana. En hoe het was om over de maatschappij te leren van meester Mark, terwijl je opgroeit in de maatschappij van premier Rutte.
In de documentaire, waar woensdag het laatste deel van werd uitgezonden, was aanvankelijk ook aandacht voor de positieve invloed die meester Mark op ‘zijn’ kinderen had gehad. „Hij zei tegen mij: ‘Ik zie dat je een succesvolle vrouw gaat worden’”, herinnerde oud-leerling Insaf zich in de eerste aflevering. Hij wist te motiveren, meester Mark. Hij leerde zijn leerlingen dat een Nederlander niet beter is dan een Pool en vice versa; dat je in dit „gave land” kunt worden wat je wil, zolang je er hard voor werkt. Zolang je meedoet.
Wat een ontgoocheling moet het dan zijn als je na een sollicitatie te horen krijgt dat je bent aangenomen, mits je onder werktijd je hoofddoek afdoet. Dat overkwam Hafsa. Of als je op straat door een vreemde wordt benaderd die vindt dat je „terug moet naar je eigen land”. Dat overkwam Khadija. Of als er bij je moeder blauwe brieven op de mat beginnen te vallen waarin wordt medegedeeld dat de door haar ontvangen toeslagen moeten worden terugbetaald. Dat overkwam Anar, die in aflevering 2 in beeld werd gebracht aan tafel bij zijn moeder, met zijn mobieltje tussen hen in op tafel.
Terwijl hij op de luidspreker belde met de BelastingTelefoon spitte hij door de berg brieven die zijn moeder had ontvangen. Net als veel van zijn oud-klasgenoten was hij gewend om van jongs af aan zijn ouders te helpen bij talige zaken. Met deze toeslagenkwestie was hij al anderhalf jaar bezig. „Ik heb persoonlijk nooit het gevoel gekregen dat het systeem mensen met een migratieachtergrond target”, zei Anar. „Maar dan blijkt dat ze dat wel aan het doen zijn. Het heeft me laten zien dat het systeem niet eerlijk is – terwijl ik dat wel altijd dacht.”
Israël en Gaza
Als het aankwam op werk vinden, erbij horen en rechtvaardig worden behandeld bleken de kinderen van meester Mark permanent bovengemiddeld hard te moeten werken en meedoen. En als het aankwam op je mening laten horen vroegen ze zich soms af of hun participatie überhaupt welkom was. Vooral de houding van Nederland ten opzichte van Israël en Gaza gaf ze het gevoel dat hun stem niet werd gehoord. „Ik vertrouw niet meer dat we leven in een democratie”, zei Khadija zelfs. „We leven in iets anders – ik weet niet hoe ik dat kan noemen. Maar ik zie niet dat de mening van iedereen telt.”
Hopelijk heeft Rutte ook naar deze docu over ‘zijn’ kinderen gekeken. Dan heeft hij gehoord hoe zij in de praktijk hun weg vinden in de maatschappij die hij bijna veertien jaar lang heeft vormgegeven. En hoe ze hem aan het eind van aflevering drie ieder een net briefje terugschreven. „Beste Mark”, schreef Anar. „Ik ken u als meester Mark en meneer Rutte. Graag zie ik meer terug van meester Mark. Liefs, Amar.”
Enkele gegevens uit de roman Innerstädtischer Tod van de Duitse auteur Christoph Peters: een kerkgebouw in Berlijn dat dienst doet als galerie. Een succesvolle galerist die wordt beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag. De partner van de beschuldigde galeriehouder die een affaire heeft met een jonge kunstenaar.
Innerstädtischer Tod werd in september 2024 gepubliceerd. Sinds februari van dit jaar procederen de Berlijnse galerist Johann König en zijn vrouw Lena König bij de rechter omdat ze willen dat de roman van Peters wordt verboden. De Königs – wier befaamde galerie in de brutalistische Sint Agneskerk in de Berlijnse wijk Kreuzberg is gevestigd – vinden dat de personages in het boek van Peters te veel op henzelf lijken. Ze vinden dat hun persoonlijkheidsrechten door de roman worden aangetast, en ze willen de verkoop en de verspreiding van het boek door de rechter laten verbieden omdat het hun reputatie schaadt.
De reputatie van Johann König (1981) verkeert hoe dan ook al enige tijd in zwaar weer. König begon op zijn 21ste zijn eerste galerie en had snel succes. Destijds was König door een ongeluk dat hij als kind had vrijwel geheel blind, zijn zicht werd iets beter na een operatie een aantal jaar later. König schreef erover in zijn in 2019 verschenen autobiografie Blinder Galerist. In de Duitse kunstscene was König een ster.
Misplaatste kussen
In 2022 publiceerde weekblad Die Zeit een uitgebreid stuk waarin meerdere vrouwen König beschuldigden van grensoverschrijdend gedrag, van dwingende omhelzingen en misplaatste kussen, volgens Die Zeit met name bij vrouwen die beroepsmatig afhankelijk van hem waren. König stapte naar de rechter om te protesteren tegen het stuk, waarop Die Zeit ongeveer een kwart van de tekst moest schrappen wegens gebrek aan bewijs. Voor König had het artikel niettemin grote gevolgen: kunstenaars stapten op en op kunstmarkten was hij niet meer welkom.
In de roman van Christoph Peters staat een jonge kunstenaar op het punt door te breken met een expositie in een bekende galerie, wanneer in een krant „een groot stuk verschijnt waarin meerdere vrouwen Konrad [de galeriehouder] van seksuele intimidatie beschuldigen”. En terwijl die Konrad in de roman druk is met een kort geding tegen de krant, begint de kunstenaar een affaire met Konrads vrouw. Volgens de Frankfurter Allgemeine Sonntagszeitung wordt gefluisterd dat ook Lena König een affaire had met een van de kunstenaars die de galerie vertegenwoordigt. Een ander punt van overeenkomst – door de Königs zelf aangedragen – is dat de fictieve galeriehouder dezelfde kunstwerken bezit als de Königs.
Procederen tegen de roman lijkt een inefficiënte verdedigingslinie van de Königs. Door te stellen dat de romanpersonages te veel op hen lijken en de omstandigheden te zeer de hunne zijn, bevestigen ze immers het verhaal waarvan zij vinden dat het hun reputatie schaadt. De auteur Christoph Peters zegt in de FAS dat hij niet specifiek de Königs in gedachte had bij het schrijven van het boek. Het idee van een galerie in een kerk deed hij op in Keulen, aldus Peters. En #MeToo-kwesties als die van König zijn volgens Peters, die opgeleid is als beeldend kunstenaar, natuurlijk schering en inslag in de kunstwereld, aldus de auteur in de FAS.
Historisch oordeel
Tot nu toe hadden de Königs geen succes: twee rechtbanken in Hamburg wezen hun bezwaar af. Volgens de rechters kunnen lezers weliswaar de indruk krijgen dat de Königs als voorbeeld voor de romanfiguren fungeerden, maar worden de persoonlijkheidsrechten gewaarborgd door de fictionalisering.
In Duitsland denken rechters, advocaten, schrijvers, literatuurliefhebbers en vast ook de Königs terug aan een historisch oordeel uit 2007, toen de roman Esra van Maxim Biller door de rechter werd verboden. De ex-geliefde van Biller klaagde tegen de roman omdat ze te herkenbaar zou zijn opgevoerd in het boek van Biller. De hoogste rechter gaf de vrouw, na vier jaar procederen, uiteindelijk gelijk. Het oordeel maakt nog altijd veel los in Duitsland en wordt gezien als een vorm van censuur. Veel auteurs zetten sindsdien uitgebreide disclaimers voorin hun roman om te benadrukken dat ze écht fictie meenden te schrijven. In Nederlandse vertaling is Esra overigens wel verkrijgbaar.
Ook de Königs zijn in hun rechtsstrijd nu bij de hoogste Duitse rechter aanbeland – niet omdat ze de hele gerechtelijke molen al hebben doorlopen, maar omdat ze vinden dat hun zaak te dringend is om jarenlange processen af te wachten. De roman Innerstädtischer Tod heeft in de afgelopen maanden intussen beduidend meer media-aandacht gekregen dan voordat de Königs ertegen klaagden.
Op de steiger voor de Openbare Bibliotheek Amsterdam staat aan het begin van de avond een groep van acht roeiers te wachten. Sommigen roken een sigaret, anderen verzorgen hun blaren of proberen even te slapen. 80 van de 200 kilometer van de roeitocht ligt achter hen. Links van de steiger meert een luxe sloep aan. Lege flessen wijn op tafel. De opvarenden nemen een biertje mee voor onderweg.
Wijn en bier blijven ver van de sloep van de acht roeiers vandaan.
„Je blijft je leven lang verslaafd”, zegt Adrie Sluimer. „Zoals iemand met een pinda-allergie geen pinda’s eet, zo drink ik nooit meer alcohol.” Benjamin Ooms valt hem bij: „Als ik begin, kan ik niet meer stoppen. Voor mij staat gebruik gelijk aan de dood.” Sluimer (46), voormalig marinier en ervaringsdeskundige, is de initiatiefnemer van Roeien in Herstel, bedoeld voor mensen die herstellende of hersteld zijn van een verslaving, vooral alcohol en drugs. Ze zijn verbonden aan verslavingszorginstelling Antes, onderdeel van de Parnassia Groep. De sloeproeitocht, Slag om Herstel, is het jaarlijkse hoogtepunt. Dit jaar is de vierde editie. Tweehonderd kilometer, van Den Helder naar Rotterdam. Vier teams – Alpha, Bravo, Charlie en Delta – wisselen elkaar in boot ‘The Recovery’ om de tien kilometer af. De andere drie rijden per bus naar de volgende wisselplek. Aan het einde van de tocht, op de Maas in Rotterdam, roeien de deelnemers in vier verschillende boten.
Sluimer raakte zelf na een uitzending in 2003 verslaafd aan cocaïne. Hij verloor zijn baan. Roeien hielp hem tijdens zijn herstel. „Ik voelde me weer mens en niet alleen patiënt – dat wilde ik doorgeven aan anderen.”
Cliënten van Antes kunnen zich vrijwillig aanmelden voor Roeien in Herstel. De voorwaarde is dat ze clean zijn. De roeiers trainen enkele keren per week in Rotterdam, Den Haag en Zaandam. „Ze trainen samen voor roeiwedstrijden, waaronder de Great River Race in Londen”, vertelt Sluimer.
Afzeggen betekent dat er een ‘gat’ in de boot komt. Zo ontstaan vanzelf verantwoordelijkheidsgevoel en discipline. „Je kunt niet als je geen zin meer hebt, zoals bij voetbal, stoppen. Je teamgenoten moeten zonder je doorroeien”, zegt Benjamin Ooms (31). Hij was verslaafd aan zowel alcohol als drugs en is nu vier jaar clean.
Woordgrappen
Middernacht in Haarlem. Team Alpha – het enige vrouwenteam – roeit onverstoorbaar door. Riem in het water. Naar achteren hangen. Krachtig trekken. Blad eruit. En opnieuw. Maar de eerste kwalen beginnen op te spelen. Een roeister heeft last van haar maag – „dat ijsje van net”, een ander pijn aan haar pink. „Ach joh, we roeien met de riemen die we hebben.” Er wordt veel gelachen, woordgrappen zijn populair, de sfeer blijft ondanks alles goed. Belangrijk, volgens Ooms. „We zitten allemaal letterlijk in hetzelfde schuitje. Het voelt als een heel hechte vriendengroep, bijna als familie.”
Verslaving is geen hersenziekte, maar herhaald gedrag, zegt Arie Dijkstra, hoogleraar gezondheidspsycholoog aan de Rijksuniversiteit Groningen. „Het werkt , dus doet iemand het opnieuw.” Cruciaal bij verslaving is de interne worsteling: een verslaafde weet dat het gedrag slecht is, maar het lukt niet ermee te stoppen.
Een zinvol leven kan mensen helpen die in het verleden een verslaving hadden, zegt Dijkstra. „Ze raken vaak verslaafd omdat er iets ontbreekt in hun leven.” Het echte werk bij een verslaving zit volgens hem in „het leven weer op orde brengen”. Een sport zoals sloeproeien kan ex-verslaafden zingeving bieden. Hij benadrukt wel dat iemand zich na een mindere training ook juist vervelender kan voelen, waardoor de kans op terugval groter wordt.
Foto Bart Maat
Geen ‘derde helft’
De deelnemers aan Roeien in Herstel volgen in de kliniek eerst een reguliere behandeling. „Maar daarna moeten ze thuis verder werken aan hun herstel”, zegt Adrie Sluimer. En daarbij helpt het roeien. „Ze worden onderdeel van een groep, en willen dat ook blijven, dus zorgen ze ervoor dat ze clean zijn.”
De ‘derde helft’ zit er bij de roeiers dus niet in. „Wij slaan die bewust over”, zegt Sluimer. Zelfs alcoholvrij bier vermijden de roeiers. „Mijn brein herkent het flesje, de geur, de smaak”, zegt hij. „Maar het mist de roes. Dan hoor ik die stem in mijn hoofd: ‘Plak gewoon het etiket van een alcoholvrij biertje op een echt biertje. Niemand merkt het’.”
Het is inmiddels half twee ’s middags, de volgende dag. De roeiers zijn al 33 uur wakker. De vier teams varen nu voor de finale op vier boten door de hoge golven van de Maas. Door de stroming is dit het zwaarste deel van de tocht. Sommige roeiers krijgen bakken water over zich heen – na de regen van de afgelopen nacht deert dat niemand meer.
Nadat de Rotterdamse burgemeester Carola Schouten vanaf een meevarende boot het eindsignaal heeft gegeven, verdringen de roeiers zich rond gehaktballen. Ooms zegt dat sommige roeiers inmiddels niet meer zonder het roeien kunnen. „Maar als je dan ergens aan verslaafd moet zijn, dan toch liever aan roeien.”
Benjamin Ooms (31) uit IJmuiden‘Mijn herstel is het zwaarste dat ik ooit heb gedaan’
Foto Sylvester Jimenez
‘Aan het begin van mijn verslaving werkte ik in de horeca. Ik werd wakker, knuffelde de wc-pot, dronk het laatste restje bier van gisteren of rookte een dikke joint. Rond het middaguur kon ik weer functioneren, maar na werktijd begon mijn vaste rondje: coffeeshop, supermarkt, naar huis, gebruiken.
„Verslaving is meer dan het middel, het is gedrag. En dat begon bij mij al vroeg. Ik kom uit een gescheiden gezin, ben misbruikt en werd jong uit huis geplaatst. Rond mijn veertiende begon ik met roken en op mijn zestiende mijn eerste joint. Vanaf mijn achttiende blowde en dronk ik dagelijks. In 2020 dronk ik tussen de zes en acht halve liters met 13 procent alcohol per dag. En blowde ik 12 tot 14 joints – 2,5 gram per dag.
„Een paar jaar later hoorde ik stemmen en dacht dat mensen me iets aan wilden doen. Op een dag stond de politie aan de deur. Ik deed open met in mijn handen een keukenmes van 26 centimeter. Na een nacht slapen in de cel haalde mijn beste vriendin mij op: „Jij hebt hulp nodig.”
„Ik had geluk: clean worden in de kliniek ging makkelijk. Maar toen ik thuiskwam was ik slechts clean, niet hersteld. Binnen acht uur had ik weer een joint gehaald en zat ik snel weer op mijn oude gebruik.
„Pas toen ik zelf echt om hulp vroeg, begon mijn herstel; het is het zwaarste wat ik ooit heb gedaan. Omdat ik mij bewust werd van mijn eigen gedrag en de manier waarop ik met gevoelens omging. Ik was bijvoorbeeld bang dat alles wat ik deed niet goed genoeg was. Hieruit kwam veel angst en stress, wat ik probeerde te verdoven door te gebruiken. Langzaam kreeg ik mijn kritische stem onder controle en voelde ik mij ook beter, zonder daarvoor drugs of alcohol nodig te hebben.”
Adrie Sluimer (46) uit Rotterdam‘Ik verloor alles in een paar dagen’
Foto Sylvester Jimenez
‘In 2003 had ik mijn kinderdroom waargemaakt: ik werd marinier bij het Korps. Maar nog datzelfde jaar verloor ik alles. Op uitzending in Curaçao bood iemand me cocaïne aan. Onder invloed van alcohol leek het me grappig om te proberen — maar daarna kon ik niet meer zonder. Drugs bij defensie betekent één ding: ontslag.
„Ik verloor naast mijn baan ook mijn identiteit en mijn eigenwaarde. Het verdriet dempte ik door nog meer te gebruiken; ik wilde niet meer voelen. Al snel leefde ik op straat. Meerdere keren belandde ik door een overdosis in het ziekenhuis. De laatste keer lag ik op de ic vanwege een overdosis. Ik overleefde, alsof er een engeltje op mijn schouder zat.
„Mijn ouders haalden me op en ik mocht weer bij hen wonen. Ik zei dat het beter ging, maar dat loog ik en bleef gebruiken. Daarnaast belandde ik in de criminaliteit, ik begon te handelen in illegaal vuurwerk. In 2010 werd ik gearresteerd.
„Na mijn gevangenisstraf meldde ik mij eind 2011 aan bij een kliniek in Limburg. Het was mijn 41ste opname. De veertig keer ervoor waren bij reguliere instellingen, maar dat klikte nooit. De hulpverleners begrepen me niet. In Limburg was het anders. De vrouw die de kliniek runde, had ook een verslavingsverleden. Ik dacht voor het eerst: jij snapt mij.
„Tijdens die opname ontmoette ik iemand uit Rotterdam. Hij was clean en vertelde over zelfhulpgroepen, waar verslaafden met elkaar praten. Na de behandeling in Limburg ging ik met hem mee. En ik bleef gaan, tot op de dag van vandaag. Want clean worden is één ding, clean blijven is minstens zo moeilijk.”
Het vertonen van de documentaire How to Survive a Warzone, over de oorlog in Gaza, is in strijd met de BBC-richtlijnen. De Britse zender is „onvoldoende proactief” geweest met redactionele controles. Dat blijkt uit een intern onderzoek, uitgevoerd door de BBC. De hoofdpersoon uit de documentaire, de dertienjarige Abdullah, bleek de zoon te zijn van de plaatsvervangend minister van Landbouw in de Hamas-regering in Gaza.
De documentaire laat het leven van Gazanen zien, die te maken krijgen met de hevige bombardementen van Israël en zeer beperkt beschikbare zorg. De documentaire kwam al gauw onder een vergrootglas te liggen nadat deze werd uitgezonden op iPlayer, het eigen streamingplatform van de Britse zender. Een dag na de publicatie onthulde de onafhankelijke onderzoeksjournalist David Collier dat Abdullah de zoon is van Hamas-minister Ayman al-Yazouri.
Felle kritiek
Honderden kijkers, onder wie Joodse journalisten en mediaorganisaties, riepen de BBC vervolgens op om de documentaire te verwijderen uit het iPlayer. In eerste instantie bleef de documentaire staan, maar met een tekst waarin werd vermeld aan wie Abdullah gerelateerd is. Na aanhoudende kritiek besloot de zender de documentaire toch van het streamingplatform te halen.
Op verzoek van een aantal BBC-prominenten kwam er een intern onderzoek, waarvan het rapport maandag verscheen. Hieruit blijkt dat de BBC „redactionele richtlijnen voor nauwkeurigheid” heeft geschonden door niet meteen te vermelden dat de vader van de hoofdpersoon gelieerd is aan Hamas.
Het onafhankelijke productiebedrijf achter de film, Hoyo Films, draagt volgens het rapport de grootste verantwoordelijkheid. Drie personen van het bedrijf zouden tijdens de productie hebben geweten van de positie van de vader.
‘Gebrek aan kritisch toezicht’
Binnen de BBC was niemand ervan op de hoogte. Het rapport verwijt de BBC daarom een „gebrek aan kritisch toezicht op onbeantwoorde of gedeeltelijk beantwoorde vragen”. De onderzoeker die het rapport opstelde, vond geen mogelijke beïnvloeding door een „derde partij” bij de totstandkoming van de documentaire.
In een reactie op het rapport zegt een woordvoerder van Hoyo Films dat het bedrijf ,,erg blij” is met de conclusies en maatregelen neemt om dergelijke fouten in de toekomst te voorkomen. Wel verdient de documentaire het volgens het productiebureau „om gehoord te worden”, aangezien het een belangrijk verslag is van de oorlog in Gaza.
Tegenover persbureau Reuters zegt BBC-directeur Tim Davie dat het rapport een „significante tekortkoming” blootlegt wat betreft de nauwkeurigheid van de documentaire. Hij zegt ,,gepaste maatregelen” te treffen om als zender verantwoordelijkheid te nemen. Of werknemers ontslagen worden, is nog onduidelijk.
Lees ook
Ruim 100 BBC-medewerkers beschuldigen omroep in open brief van ‘anti-Palestijns racisme’
Liveblog Crisis in het Midden-Oosten
Bouw omstreden Israëlisch kamp voor Palestijnen duurt zeker half jaar langer dan regering-Netanyahu hoopt