Moeder: „Onze dochter (6) vraagt vaak als we haar ophalen van school of ze bij een klasgenootje mag spelen. Mijn partner zegt meteen dat het niet uitkomt als hij die ouders nog niet kent, maar ik vind dat moeilijker als ik kinderen en ouders tegenover me heb die dat allemaal heel leuk vinden. Het is al een paar keer gebeurd dat ik ‘ja’ zei en achteraf merkte dat ik die huishoudens niet zo fijn vind. Laatst was de moeder van een speelvriendinnetje boodschappen gaan doen, en had haar tienerzoon laten oppassen. De meisjes hadden volgens die moeder in de tussentijd de snoepkast geplunderd. Ik kwam er ook een keer achter dat het bij ouders thuis onveilig was, bijvoorbeeld door een dienblad gloeiend hete thee. Wat meespeelt is dat ik als kind buitenshuis door verschillende mannen ongepast behandeld ben. Hoe weet je aan wie je je kinderen meegeeft? Hoe bied ik weerstand aan de druk van mijn dochter op het schoolplein, wat kan ik daarover met haar afspreken?”
Naam en woonplaats zijn bij de redactie bekend. De rubriek Opgevoed is anoniem, omdat moeilijkheden in de opvoeding gevoelig liggen. Wilt u een dilemma in de opvoeding voorleggen? Stuur uw vraag of reacties naar [email protected]
Eerst bij u thuis
Marga Akkerman: „U hoeft niet bij elkaar thuis te zijn geweest om te weten of u uw dochter aan bepaalde ouders durft toevertrouwen. Als u uw kind geregeld zelf van school haalt, en daar met andere ouders praat, merkt u al met wie het klikt.
„Als u van de ouders een positief beeld hebt, laat uw dochter dan meegaan. Heeft u dat beeld niet, vraag het vriendinnetje mee naar uw huis. Zeg tegen uw dochter: ‘Ik ken haar ouders niet, dus ik heb liever dat ze bij ons speelt.’ Houd voet bij stuk als ze protesteert.
„Uw dochter lijkt nieuwsgierig naar wat er bij anderen thuis gebeurt. Die eigenschap helpt bij haar sociale ontwikkeling. Het is juist goed om te zien dat het in andere gezinnen anders gaat.
„Dat een ouder kind even oppast als de moeder van huis is, lijkt me geen probleem. Op kinderen van deze leeftijd hoef je niet meer voortdurend te letten. Als ze al spelend kattenkwaad uithalen, gebruiken ze hun creativiteit en hebben ze een hoop lol. Een mate van onveiligheid is er altijd, ook bij u thuis kunnen kinderen zich bezeren.”
Kennismaken met ouders
Tischa Neve: „Het is belangrijk dat u uw eigen vervelende ervaringen goed verwerkt, anders geeft u uw dochter onnodig gevoelens van wantrouwen en spanning mee. Het is voor haar juist verrijkend om buitenshuis te spelen, en zo de buitenwereld te leren kennen.
„Dat wil niet zeggen dat u haar zomaar hoeft mee te geven. Het is heel normaal om op die leeftijd eerst de ouders te leren kennen. Zeker in een grote stad waar je de ouders van de klasgenootjes mogelijk zelden tegenkomt. U kunt op het schoolplein rustig tegen de ouders zeggen: ‘Ik vind het fijn om elkaar eerst even te leren kennen. Komen jullie volgende week langs, we hebben een zwembadje in de tuin?’
„Als het niet de ouders zijn die komen ophalen, kunt u zeggen: ‘Ik vind het fijn als we altijd eerst even bij ons spelen.’
„Zolang uw kind het er leuk heeft, is het niet erg dat in andere huishoudens dingen anders gaan, bijvoorbeeld als er alleen maar gegamed wordt. Beperk de afspraken dan gewoon, en stuur thuis bij: ‘Jij hebt vandaag al zoveel schermtijd gehad dat we de iPad nu even uitlaten.’
„Laat het andere gezin in z’n waarde. Zeg tegen uw kind: ‘Zo doen zij de dingen, en dat is helemaal prima, maar wij doen de dingen net een beetje anders’.”
Marga Akkerman is niet-praktizerend klinisch jeugd- en kinderpsycholoog. Tischa Neve is kinderpsycholoog en opvoedkundige.
Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement.
Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.
Nou hád ik al niet zo’n beste relatie met LinkedIn. Het sociale medium met al die zelffelicitering, humblebrag en schaamteloze opschepperij om de eigen toko te promoten. Nou, die relatie is er vorige week niet veel beter op geworden.
Want sindsdien kan je LinkedIn namelijk niet meer openen, of je wordt er overstelpt met tips, adviezen en bespiegelingen van allerlei zelfbenoemde ‘experts’ die ongevraagd het bezoek analyseren dat de Oekraïense president Volodymyr Zelensky op vrijdag 28 februari bracht aan Donald Trump in de Oval Office.
Wat Zelensky beter had kunnen doen. Wat we van het incident kunnen opsteken over onszelf en onze „eigen organisatie”. Of nog erger: wat we van Donald Trump en JD Vance kunnen leren.
Tuurlijk, als je geopolitiek adviseur bent, Rusland jaren bestudeerd hebt of nog met Poetin in zijn datsja hebt gezeten kan ik me er nog iets bij voorstellen. Maar al die ‘personal coaches’, managementtrainers, ‘verandermanagers’, ‘strategische communicatieadviseurs’, en ‘teamontwikkelingstrajectbegeleiders’? Ik erger me er helemaal kapot aan.
Een stropdas en een jasje
Zo zijn er de „lichaamstaalexperts” die uitleggen hoe Zelensky scherper op de „non-verbale communicatie” van Trump en Vance had kunnen letten. De organisatiecoaches die met deze ‘casus’ als voorbeeld uitleggen dat een conflict écht oplossen betekent „niet alleen macht uitoefenen, maar ook luisteren, verbinden en samenwerken. Herken jij dit in jouw organisatie?”
De ‘strategische communicatieadviseur’ die Zelensky adviseert zich niet te laten verleiden tot defensieve antwoorden, maar bij zijn eigen boodschap te blijven, „controle te houden over het narratief”, en meer op Trumps ego in te spelen door hem te prijzen om de historische rol die hij zou kunnen spelen in deze crisis.
De ‘expert in teaming’ die, heel toevallig (!), net is begonnen met een serie lezingen over respectvolle omgang binnen bedrijven, en Trump adviseert eens wat vaker in de spiegel te kijken. Een ‘ambitious teamplayer’ die oppert om toenadering tot China te zoeken.
Het ontbreekt er nog maar aan dat er een ‘personalbrandingsexpert’ schrijft dat Zelensky meer autoriteit had uitgestraald met een stropdas en een jasje, in plaats van met zijn slordige trui. Maar het zou me niet verbazen als een van de grote lichten uit die sector dat inmiddels heeft gedaan. O jongens, wtf.
Hollandse bloemkoolwijk
De stuitende pedanterie om te denken dat jij deze geopolitieke nachtmerrie wel even zal duiden. Dat je het überhaupt in je bolle kop haalt om vanuit je keurig aangeharkte Hollandse bloemkoolwijk met een Prius voor de deur schaamteloos te gaan zitten tikken welke „lessen we kunnen trekken” uit deze doodenge wereldcrisis.
Alsof Zelensky bij Trump op bezoek was voor een inspiratiesessie over ‘persoonlijke groei in tijden van conflict’. Alsof we niet aan de vooravond van WOIII waren komen te staan als Zelensky maar beter had opgelet op de takeaways van ‘lichaamstaalexpert’ Johan de Vries uit Nergenshuizen.
Alsof het niet gaat om een held die zijn bevolking de Russische bommen van het lijf probeert te houden, maar om een scrumcoach op een Hollands industrieterrein die met wat basiscommunicatietips de wereldvrede had kunnen herstellen. Alsof de nakende Derde Wereldoorlog een netwerkborrel is, en een kernoorlog een kans voor persoonlijke groei.
Hoezo internationaal horrorscenario?? Hoog tijd om de eigen winkel aan te prijzen, zal je bedoelen, over de rug van een president in oorlogstijd. „Boek mij als spreker op uw event”, „bestel m’n nieuwe boek!”, „abonneer je op mijn nieuwsbrief” – rot toch op. Je zou je toch de ogen uit de kop schamen, als dit je verdienmodel is?
Authentiek leider
Weet je wat ik dacht? Misschien moeten we deze mensen eens uitleggen dat het hier gaat om de dreiging van een nucleaire oorlog in plaats van een ‘lessons learned’ voor kalibrerend Nederland.
Misschien moeten we ze uitleggen dat dit een levensgevaarlijke crisis is, in plaats van wat ‘valuable takeaways’ en ‘insights you don’t want to miss!’
Misschien moeten we uitleggen dat dit geen 360-gradenfeedback is, inspirerende TEDTalk, of een ‘omdenken in crisistijd’, maar de kille nieuwe naakte wereldorde. Dat dit geen ‘Hoe presenteer jij jezelf in een gespannen onderhandeling?’-seminar; maar onze bloedeigen wereld die in de fik staat.
Misschien moeten we uitleggen dat niet alles een ‘leermoment’ is waar je als authentiek leider je voordeel mee kan doen, maar dat we op de drempel van oorlog staan.
Of misschien heb ik zélf gewoon een personal coach nodig, een touch-up voor m’n personal branding en een mindfulnesscursusje in deze onzekere, donkere, doodenge, slapeloze tijden.
Pandora van den Hoven zit in een kamer bij haar huisartsenpraktijk. Ze wil graag zwanger worden, maar dat lukt niet. Haar huisarts had gezegd dat zij en haar partner het een jaar zelf moeten proberen voordat ze mag terugkomen. Maar Van den Hoven voelt dat er iets niet goed zit, dus maakt ze al gauw een nieuwe afspraak. Wát er mis is weet ze nog niet.
Dit keer wordt ze geholpen door een huisarts in opleiding. Die neemt haar zorgen over de uitblijvende zwangerschap serieuzer en wil een inwendig onderzoek doen. De dokter voelt een verdikking op haar eierstokken en stuurt haar door naar het ziekenhuis voor een echo.
Daar is de diagnose onmiskenbaar. Ze heeft PCOS. De afkorting staat voor polycysteus-ovarium-syndroom en betekent letterlijk: meerdere vochtblaasjes in de eierstok.
Hoewel het een bij veel mensen onbekende term is, is PCOS de meest voorkomende hormonale aandoening onder vrouwen. Vaak zijn de mannelijke hormonen in het lichaam hoger dan gebruikelijk. Hierdoor kunnen de ovulatie (de eisprong) en de menstruatie onregelmatig zijn of uitblijven. Zo’n 10 tot 15 procent van de vrouwen (en anderen met eierstokken) heeft PCOS. Soms weten mensen niet dat ze het hebben, omdat ze jarenlang de pil slikken en daardoor hun natuurlijke menstruatiecyclus niet kennen.
Standaardadvies
De hormonale disbalans kan een scala aan uiteenlopende problemen veroorzaken, zoals acne, overgewicht en overbeharing. En 50 procent van de patiënten heeft psychologische problemen zoals depressie of een angststoornis.
Toch focussen huisartsen vaak enkel op de problemen met vruchtbaarheid. Hun standaardadvies: ga aan de pil en kom maar terug als je een kinderwens hebt.
Maar de anticonceptiepil werkt alleen bij een symptoom van PCOS, namelijk overbeharing. Daar heeft lang niet iedereen met PCOS last van, ziet professor en gynaecoloog Joop Laven van het Erasmus MC. Zo kunnen patiënten jarenlang last houden van de andere mentale en fysieke klachten. De pil is geen PCOS-medicijn, daar is het middel niet voor bedacht.
En vrouwen staan de laatste jaren vaker negatief tegenover de pil en andere hormonale anticonceptie – een trend die ook wel hormonofobie wordt genoemd. Het pilgebruik onder seksueel actieve vrouwen tussen de 18 en 24 jaar is in zes jaar afgenomen van 63 procent naar 45 procent, bleek uit de Monitor Seksuele Gezondheid 2023 van Rutgers. Vrouwen maken zich zorgen over het verhoogde risico op borstkanker, trombose en depressie, of hebben principiële bezwaren tegen het gebruik van hormonen.
Pilscepsis
Laven begrijpt de angst voor deze risico’s, maar maakt zich tegelijkertijd zorgen over de toename van het aantal ongewenste zwangerschappen. Het aantal abortussen steeg van ruim 31.000 in 2021 tot ruim 39.300 in 2023. Dat is het hoogste niveau sinds abortus veertig jaar geleden legaal werd. Ruim 40 procent van de vrouwen die een abortus ondergingen had geen anticonceptie gebruikt. Laven vindt het cynisme over de pil niet altijd terecht. De positieve kanten – betrouwbare anticonceptie en het emanciperende effect – wegen volgens hem op tegen de kleine kans op gevaarlijke bijwerkingen.
Op sociale media vergroten influencers de scepsis over de pil en adviseren ze vrouwen hun hormoonhuishouding niet kunstmatig te onderdrukken of te veranderen. En er zijn veel accounts die ‘natuurlijke behandelingen’ tegen PCOS promoten, zoals PCOS-proof diëten, PCOS-yoga en de beste manieren om te sporten met PCOS. Niet zelden hangt aan deze remedies een aardig prijskaartje.
Joop Laven is een van de voorzitters van de internationale richtlijn PCOS, die wordt onderschreven door vijftig internationale instanties, en doet al zijn hele werkende leven onderzoek naar het syndroom. Hij herkent de vaak niet wetenschappelijk onderbouwde adviezen waarmee vrouwen naar zijn behandelkamer komen en waarschuwt dat met dit soort adviezen verkeerde verwachtingen worden gewekt. „PCOS-patiënten zijn wanhopig”, zegt hij. „De gemiddelde patiënt heeft duizend-en-één dingen geprobeerd.”
Een veel voorkomende aanbeveling onder diëtisten en lifestyle-influencers is het slikken van voedingssupplementen. Naast magnesium, vitamine B en zink (minstens 15 mg per dag) is dat inositol. De officiële PCOS-richtlijn stelt inderdaad dat inositol afhankelijk van individuele voorkeuren kan worden overwogen als behandelingsoptie. Het kan de onregelmatige menstruatiecyclus en de overmatige productie van androgenen (‘mannelijke’ hormonen) verbeteren. „Maar”, waarschuwt Laven, „er is geen gerandomiseerde studie naar gedaan. Ook is niet gemeten of vrouwen hun eisprong terugkrijgen.”
Dan de voeding. Wie online naar informatie zoekt over het beste dieet met PCOS krijgt tegenstrijdig advies. Geen gluten, geen zuivel, intermittent fasting of juist de hele dag door eten. Ook ultrabewerkt voedsel wordt vaak als de boosdoener aangewezen. „We denken dat sommige zwaardere PCOS-vrouwen geen PCOS hadden gehad als ze lichter waren gebleven”, zegt Laven. „Ultrabewerkt voedsel is niet goed, maar is niet de oorzaak van PCOS.” Bijna alle vrouwen die hij spreekt leven al heel gezond, omdat ze weten dat ze door de aandoening makkelijk aankomen.
Onderzoek van 2.000 euro
Andere influencers focussen zich op de darmen en bieden soms trajecten aan met een ontlastingsonderzoek van meer dan 2.000 euro. De redenatie: als je darmen niet goed functioneren, raakt ook je hormoonhuishouding in de war.
Laven beaamt dat vrouwen met PCOS een ander microbioom – bacteriën, virussen en schimmels – hebben. „Zo’n test kost 500 euro. Influencers claimen natuurlijk dat zij dat voor je kunnen oplossen. Maar er zijn tientallen studies gedaan naar of je dat met probiotica zoals Yakult of prebiotica kunt herstellen, waaruit blijkt dat het niet werkt. Geen enkele evidence voor.” Er loopt nog wel een onderzoek loopt naar het verbeteren van de darmgezondheid en PCOS, zegt hij.
Wat heeft dan wel een bewezen effect? Van Joop Laven mogen alle supplementen de prullenbak in. Behalve één: „Bijna alle vrouwen in Nederland hebben een tekort aan vitamine D. Wie PCOS heeft, heeft daar nog meer last van. Ik hoor steeds meer vrouwen klagen over hoe moe ze zijn, dat zou wel eens gelinkt kunnen zijn aan vitamine D”, zegt hij. „Als je zwanger wil worden, is het goed om een gezond B6- en B12-niveau te hebben, maar als je gezond leeft, heb je dat.” Verder heeft Laven veel onderzoek gedaan naar diëten. Veel eiwitten, weinig eiwitten: geen verschil. Veel koolhydraten, weinig koolhydraten: geen verschil. High fat, low fat: hetzelfde. Wat wél helpt, is calorieën beperken en vooral niet te veel suiker eten. „Gewoon gezond eten en de Schijf van Vijf volgen”, zegt hij.
Gezonder eten
Bij sommige vrouwen helpt afvallen, maar dat gaat met PCOS moeilijker. Het Erasmus MC organiseerde de enige gerandomiseerde studie ter wereld naar een afvalprogramma. Een intensief traject met meerdere bezoeken aan het ziekenhuis per week en gesprekken met een diëtist en psycholoog. 40 procent van de vrouwen kon het programma niet afmaken. Van de vrouwen die het volhielden, raakte 60 procent 5 procent lichaamsgewicht kwijt. „Dat is niet veel.”
Daarin ziet hij ook een taak voor de politiek. Ongezond eten is te makkelijk beschikbaar en goedkoper dan gezonde producten. „We kunnen wel de alarmklok luiden dat mensen gezonder moeten eten, maar dan moet dat eerst goedkoper worden, want niet iedereen kan dat betalen.” En hij bepleit betere voorlichting aan huisartsen. Huisartsen sturen vrouwen met de diagnose vaak weg totdat zij een kinderwens hebben. Hierdoor krijgen ze het idee dat PCOS alleen te maken heeft met vruchtbaarheid, terwijl er bijvoorbeeld grotere risico’s zijn op diabetes en hart- en vaatziekten.
Wie zwanger wil worden, kan hormoonpreparaten krijgen. Via die weg kreeg Pandora van den Hoven uiteindelijk toch een dochter. Het is inmiddels elf jaar geleden dat ze de diagnose PCOS kreeg. „De voedingshype was toen veel minder”, vertelt ze. Voor haar geen diëten of supplementen. Ze kreeg bij de fertiliteitspoli een kuur om haar menstruatie op te wekken en hormonen voor een regelmatige eisprong. Na haar zwangerschap viel ze ineens veel af zonder daar iets voor te hoeven doen.
En kort na de geboorte van haar dochter werd ze zelfs ongepland zwanger van een zoon. Haar PCOS-symptomen waren nagenoeg weg. „Alsof mijn voortplantingsorganen het kunstje nu snappen.”
Gynaecoloog Joop Laven heeft er een andere mogelijke verklaring voor: PCOS wordt milder naarmate iemand ouder wordt. „Vaak worden vrouwen dan regelmatiger ongesteld en zijn ze daardoor nog tot hun 45ste vruchtbaar. Ze komen later in de menopauze, waardoor ze ook langer leven. Dat is een opmerkelijk voordeel van PCOS.”
Moeder: „Onze dochter (6) vraagt vaak als we haar ophalen van school of ze bij een klasgenootje mag spelen. Mijn partner zegt meteen dat het niet uitkomt als hij die ouders nog niet kent, maar ik vind dat moeilijker als ik kinderen en ouders tegenover me heb die dat allemaal heel leuk vinden. Het is al een paar keer gebeurd dat ik ‘ja’ zei en achteraf merkte dat ik die huishoudens niet zo fijn vind. Laatst was de moeder van een speelvriendinnetje boodschappen gaan doen, en had haar tienerzoon laten oppassen. De meisjes hadden volgens die moeder in de tussentijd de snoepkast geplunderd. Ik kwam er ook een keer achter dat het bij ouders thuis onveilig was, bijvoorbeeld door een dienblad gloeiend hete thee. Wat meespeelt is dat ik als kind buitenshuis door verschillende mannen ongepast behandeld ben. Hoe weet je aan wie je je kinderen meegeeft? Hoe bied ik weerstand aan de druk van mijn dochter op het schoolplein, wat kan ik daarover met haar afspreken?”
Naam en woonplaats zijn bij de redactie bekend. De rubriek Opgevoed is anoniem, omdat moeilijkheden in de opvoeding gevoelig liggen. Wilt u een dilemma in de opvoeding voorleggen? Stuur uw vraag of reacties naar [email protected]
Eerst bij u thuis
Marga Akkerman: „U hoeft niet bij elkaar thuis te zijn geweest om te weten of u uw dochter aan bepaalde ouders durft toevertrouwen. Als u uw kind geregeld zelf van school haalt, en daar met andere ouders praat, merkt u al met wie het klikt.
„Als u van de ouders een positief beeld hebt, laat uw dochter dan meegaan. Heeft u dat beeld niet, vraag het vriendinnetje mee naar uw huis. Zeg tegen uw dochter: ‘Ik ken haar ouders niet, dus ik heb liever dat ze bij ons speelt.’ Houd voet bij stuk als ze protesteert.
„Uw dochter lijkt nieuwsgierig naar wat er bij anderen thuis gebeurt. Die eigenschap helpt bij haar sociale ontwikkeling. Het is juist goed om te zien dat het in andere gezinnen anders gaat.
„Dat een ouder kind even oppast als de moeder van huis is, lijkt me geen probleem. Op kinderen van deze leeftijd hoef je niet meer voortdurend te letten. Als ze al spelend kattenkwaad uithalen, gebruiken ze hun creativiteit en hebben ze een hoop lol. Een mate van onveiligheid is er altijd, ook bij u thuis kunnen kinderen zich bezeren.”
Kennismaken met ouders
Tischa Neve: „Het is belangrijk dat u uw eigen vervelende ervaringen goed verwerkt, anders geeft u uw dochter onnodig gevoelens van wantrouwen en spanning mee. Het is voor haar juist verrijkend om buitenshuis te spelen, en zo de buitenwereld te leren kennen.
„Dat wil niet zeggen dat u haar zomaar hoeft mee te geven. Het is heel normaal om op die leeftijd eerst de ouders te leren kennen. Zeker in een grote stad waar je de ouders van de klasgenootjes mogelijk zelden tegenkomt. U kunt op het schoolplein rustig tegen de ouders zeggen: ‘Ik vind het fijn om elkaar eerst even te leren kennen. Komen jullie volgende week langs, we hebben een zwembadje in de tuin?’
„Als het niet de ouders zijn die komen ophalen, kunt u zeggen: ‘Ik vind het fijn als we altijd eerst even bij ons spelen.’
„Zolang uw kind het er leuk heeft, is het niet erg dat in andere huishoudens dingen anders gaan, bijvoorbeeld als er alleen maar gegamed wordt. Beperk de afspraken dan gewoon, en stuur thuis bij: ‘Jij hebt vandaag al zoveel schermtijd gehad dat we de iPad nu even uitlaten.’
„Laat het andere gezin in z’n waarde. Zeg tegen uw kind: ‘Zo doen zij de dingen, en dat is helemaal prima, maar wij doen de dingen net een beetje anders’.”
Marga Akkerman is niet-praktizerend klinisch jeugd- en kinderpsycholoog. Tischa Neve is kinderpsycholoog en opvoedkundige.
Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement.
Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.