Veel verschillen bij de stakingen, maar ‘werkdruk’ speelt overal mee

Vergelijking met buitenland In veel Europese landen leggen werknemers het werk neer. Allemaal om dezelfde redenen? Nee, „in Frankrijk is het meer een politieke staking, tegen de verhoging van de pensioenleeftijd”.

Protest in Marseille. In Frankrijk zijn al maandenlang massale proteststakingen aan de gang, onder meer tegen de voorgenomen verhoging van de pensioenleeftijd.
Protest in Marseille. In Frankrijk zijn al maandenlang massale proteststakingen aan de gang, onder meer tegen de voorgenomen verhoging van de pensioenleeftijd.

Foto Daniel Cole / AP

Een vlucht naar Duitsland zat er afgelopen weekend niet in. De Duitse luchthavens lagen door stakingen de hele vrijdag stil, met gevolgen voor zo’n 300.000 reizigers. In het Verenigd Koninkrijk legden bijna een half miljoen machinisten, onderwijzers en ambtenaren eerder deze maand het werk neer. In Frankrijk zijn al maandenlang massale proteststakingen. In Nederland wordt in verschillende gemeenten het vuilnis niet opgehaald, afgelopen week niet in Rotterdam, komende week niet in Amsterdam, er komt een vervolg op de staking in het streekvervoer en waarschijnlijk komen er ook acties in de ziekenhuizen. In heel Europa wordt weer naar stakingen gegrepen om de overheid of werkgevers onder druk te zetten. Waar komt dat verzet vandaan? En is er sprake van een Europese golf?

De romantici die in deze stakingen de langverwachte opstand van werknemers tegen het grootkapitaal zien, moet stakingshistoricus Sjaak van der Velden teleurstellen. Toen tien jaar geleden de Franse econoom Thomas Piketty in zijn boek Kapitaal in de 21ste eeuw aantoonde hoe de vermogende klasse steeds rijker werd ten koste van de werkende klasse, bleef het stil op straat. „Er is natuurlijk heel veel over gesproken en gedebatteerd. Als werknemer praat je er misschien wel over, maar je gaat er niet voor staken. Dat doe je wel voor je loon.”

In alle landen: eis voor hoger loon

De eis voor hogere lonen ligt in alle landen op tafel. De inflatie, die na de coronaperiode al begon te stijgen, is verder opgestuwd door de hoge energieprijzen als gevolg van de oorlog in Oekraïne. Burgers, vooral in de lagere en middengroepen, hebben de afgelopen maanden gezien hoe ze van hun inkomen steeds minder kunnen kopen.

En er speelt nog iets mee, zegt Rosa Kösters, onderzoeker bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) en beheerder van het stakingenarchief. „In coronatijd is in een aantal beroepen, zoals de zorg, de werkdruk enorm gestegen. En die was al hoog. Nu hebben mensen zoiets: jullie vonden ons toch zo belangrijk, laat dat dan maar eens zien.”

Verschillen tussen de landen zijn er ook. „De stakingen die we nu in Nederland zien, zijn allemaal cao-acties, onderdeel van onderhandelingen tussen werkgevers en vakbonden in een sector of een bedrijf”, zegt Kösters. „In Frankrijk is het meer een politieke staking, waarbij een deel van de bevolking zich keert tegen de overheid en de plannen om de pensioenleeftijd te verhogen. In Engeland gaat het ook echt om algehele onvrede over de politiek en de problemen bij de gezondheidszorg. De staking op de Duitse luchthavens is weer een klassiek loonconflict, vergelijkbaar met wat nu in Nederland gebeurt.”


Lees ook deze reportage, over de staking in het zorgvervoer: ‘Het was een lastige keuze niet te gaan werken’

Politieke stakingen komen in Nederland niet veel voor. Wilde stakingen ook niet. „In de jaren 60 en 70 waren er heel vaak wilde stakingen”, zegt Van der Velden. „Werknemers hoefden maar ergens boos over te zijn en dan gooiden ze het werk erbij neer.” Bij wilde stakingen zijn vakbonden vaak niet betrokken of haken pas later aan. Afgelopen voorjaar lieten de bagage-afhandelaars op Schiphol ongepland de koffers liggen, uit boosheid over plannen van KLM om een deel van het werk uit te besteden. Maar de grootste maatschappelijke impact hadden de wilde stakingen in 2017 in het onderwijs, toen twee docenten zonder bemoeienis van de onderwijsbonden erin slaagden om 60.000 leraren op de been te brengen en ervoor zorgden dat er salarisverhogingen kwamen, bedoeld om het vak weer aantrekkelijker te maken. „Toen moesten de vakbonden echt worden wakker geschud”, aldus Van der Velden.

Bij politieke of wilde stakingen is er ook altijd emotie in het spel. De boosheid is groter, richting de werkgever of de politiek, en soms ook tussen werknemers onderling. „Een staking beginnen is niet zo moeilijk, het is veel ingewikkelder om zo’n actie goed af te ronden”, zegt historicus Van der Velden. Ook als de staking wel het gewenste resultaat heeft opgeleverd, blijft een bedrijf vaak met spanning achter omdat nu eenmaal nooit iedereen meestaakt.

Hard tegen hard

In het VK gaat het inmiddels weer hard tegen hard. Daar wil de regering het effect van de vele stakingen dempen door het verbod op te heffen voor werkgevers om uitzendkrachten in te zetten om het werk van stakers over te nemen. Dat controversiële besluit ligt inmiddels bij het Britse Hooggerechtshof. De uitspraak wordt volgende maand verwacht. Ook in Nederland geldt een wettelijk ‘onderkruipersverbod’, waardoor werkgevers het werk van stakers niet mogen laten doen door uitzendkrachten of door andere bedrijven die personeel uitlenen. Nederlandse werkgevers zoeken op dat punt de confrontatie niet, al werden er eind vorig jaar tijdens de staking van het streekvervoer op Schiphol wel bussen gereden door kantoorpersoneel. Dat mag, omdat het om eigen personeel ging.

Stakingen horen erbij, zegt Rosa Kösters. „Het is heel normaal om te staken voor een cao. Dat gaat bijna altijd via een vast ritueel: er is van beide kanten een inzet, er zijn gesprekken, als die niets opleveren, stelt de bond een ultimatum en dan volgen er daarna soms acties of stakingen.” Kozen de vakbonden in het verleden vaak bewust voor grote, langdurige acties om hun eisen kracht bij te zetten, nu gaat dat veel planmatiger, zegt Van der Velden, voorganger van Kösters bij het IISG. „Vakbonden kiezen voor acties die beperkt in tijd en ruimte zijn, en die het meeste effect kunnen scoren.” Ze moesten volgens hem ook wel efficiënter worden, omdat grote langdurige acties veel te veel beslag leggen op de stakingskassen. „En die kassen zijn niet zo groot meer.”

Natuurlijk zijn werkgevers niet blij met stakingen, maar ze schrikken er ook niet van, zegt Anne Megens, beleidsadviseur bij werkgeversvereniging AWVN. „Stakingen horen ook bij de dynamiek aan de onderhandelingstafel; uiteindelijk weet iedereen dat je nooit alles binnen haalt. De vakbonden niet en de werkgevers niet.” Ze verwacht dat de stakingen voorlopig aanhouden, zeker tot begin zomer. „Als de gekte uit de inflatie gaat en de angst voor hoge energiekosten minder wordt, zullen partijen weer meer bij elkaar durven te komen.” Met de looneis van 14,3 procent heeft de FNV voor veel afstand tussen partijen gezorgd, stelt de werkgeversadviseur. „Als de eisen echt losgezongen zijn van de realiteit, kan dat wel slecht zijn voor de relatie. En die relatie is bepalend.”

Gezellig met elkaar aan tafel

In andere Europese landen, met name in landen als Frankrijk of Spanje, kunnen conflicten tussen werknemers en de bedrijfsleiding heel hoog oplopen en zelfs fysiek worden. Directieleden worden vastgehouden, soms dagenlang, in hun eigen kantoor of juist weggejaagd. Een directeur van Air France werd een paar jaar geleden gemolesteerd door boze werknemers en moet half ontkleed geëvacueerd worden. Megens: „Het kan er ook in Nederland bij onderhandelingen hard aan toe gaan, maar het blijft altijd professioneel. Er wordt niet op de man gespeeld.” Buitenlandse collega’s kunnen daar met verbazing en ook wel met jaloezie naar kijken, zegt zij. „Zitten jullie echt gezellig met elkaar aan tafel?”

De vakbondsacties van nu zorgen, voor het eerst in decennia, voor ledengroei bij de vakbonden. En dat beperkt zich niet alleen tot Europa. Kösters: „In de VS zie je bij ketens als Starbucks dat jonge werknemers daar een vakbond oprichten. Dat is lang niet gebeurd. Dat vind ik een hele interessante ontwikkeling.”